hoogblonde
zwaarbebrilde
zwaarberingde
spitsneuzige
francofone
kwene
aan welk dier verdomme
doe jij me denken???
literair dagboek, januari 1992
zomer in april. nog nooit meegemaakt! wel immense regenbuien en poedersneeuw in de paasvakantie. maar een azuurblauwe lucht en de noodzaak van zonnemelk op een doordeweeks terrasje???
ongehoord, spiksplinternieuw klimaat!
maar natuurlijk is dit overheerlijk. mijn zonnejurken uit de kleerkast gehaald en aan een fiks dieetje begonnen, met behulp van een weight-watchers gidsje. boterhammekes niet meer gul besmeren met boterklonten, maar alles afmeten met een koffielepeltje. hehe, vanmorgen ontdekt dat brusselse kaas o% koolhydraten en 0,02 % vet bevat. goede dieetkaas dus, dat stinkerdje!
mijn doel is mijn imago van sproeterige, volronde russische baboesjka om te vormen in een flinke scandinavisch-bleke schone. ahum, op mijn witte sproetenhuid ben ik wel trots! zonnebaden is niks voor mij, hoogstens wil ik een lichtroze blos. een bruine huid staat mooi bij latijnse types, maar niet bij mij, foei!!
so, let's be serious: ondertussen vernomen dat een eveneens blonde vlaamse dichteres, els moors, in de literaire pers met complimentjes wordt omringd (door de heren critici, natuurlijk). heb een bundeltje van haar in mijn bezit: er hangt een hoge lucht boven ons*. wit boekje met blauwe stippeltjes (in vierkantjes geschikt) en zwarte en rode letters versierd.
ach, ach, de gedichten van els moors worden vreemd en verontrustend genoemd. ik lees en ik lees en ik lees en vind haar gedichten knap surrealistisch, omdat ze plotseling, met grote abstracte sprongen, compleet vreemde elementen in haar ogenschijnlijk gewone verhalen inbreit.
een voorbeeld:
het water is het voorbijdrijvende water dat ik zie de boot waarop ik lig deint met mijn benen over de rand vaar ik bijna tegen een oever
er staat een boom op een vlakte achter me er hangt een hoge lucht boven ons
met het hoofd in de nek wacht ik op een echo tegen de muren van de huizen waar ik aan voorbijga waar zij samen voor de ramen zullen staan
waar rode en groene pijlen een voor een naar boven worden gesleept
de bevreemdende elementen in dit gedicht zijn natuurlijk de rode en groene pijlen die naar boven worden gesleept en verontrustend is wel dat de dichteres zich bespied voelt door personages die voor de ramen van de huizen waar zij aan voorbijgaat staan. opvallend is wel dat nergens leestekens of hoofdletters staan, in geen enkel gedicht. daarom alleen al toch wel een heel ingenieus geschreven bundel, vind ik.
dit gedicht doet me trouwens aan een van mijn prilste eigen gedichten denken, nooit gepubliceerd trouwens, maar onlangs teruggevonden en overgepend:
zwemmen is ruggelings liggen
zachtjes dobberen op een bed van anemonen
het donzig groene heelal bevindt zich pal onder mij
veilig en volkomen geruisloos bereik ik de buitenste kringen.
makkelijk is dit, zonder twijfel
maar wie zinkt daar pijlsnel naar beneden -
dode meermin te pletter op de bodem van de zee?
tja, surrealistisch is dat ik niet lig op het water, maar op een bed van anemonen en dat het heelal (bij els moors de hoge lucht boven haar) hier donzig groen is en zich eigenlijk onder mij bevindt. ik verlies mezelf in de hemel en de zee. els moors wekt in haar gedicht een vaag gevoel van angst en verlatenheid op (de bijna botsende boot, het wachten op de echo, de stalkers achter de ramen, de rode en groene pijlen) maar mijn gedicht is liever, vind ik, ondanks de dode meermin.
natuurlijk is het ergens fout gedichten te vergelijken: elke dichter en elk gedicht is anders. maar ik wil hier wel wijzen op een soort verwantschap, een gelijksoortig aanvoelen van de werkelijkheid. ik was trouwens ook een puber toen ik deze verzen schreef en els is ook nog erg jong.
zo, ik wil me blijkbaar nog altijd plaatsen in het dichteressenlandschap. op wie lijk ik, welke gedichten zou ik ook eens willen geschreven hebben, welke gedichten van me kunnen best de vergelijking met de grote namen doorstaan enz.... a. zegt dat ik een beetje meer zelfvertrouwen moet hebben, wat meer geloven in mezelf zou me deugd doen, zegt hij. daarom ben ik misschien deze blog begonnen!
maar ach, ik ben nooit of nooit tevreden en tja, liever gedichten schrijven in plaats van dringend de ramen te poetsen, is dat op mijn leeftijd niet een beetje verontrustend?
* els moors, er hangt een hoge lucht boven ons, nieuw amsterdam, 2006
|