DE EEKLOSE BIBLIOTHEEK
De werking van een archief staat of valt met de beschikbaarheid van zogenaamde ‘ingangen’: inventarissen, indexen , registers en tekstuitgaven die de niet zo vertrouwde bezoeker de (kortste) weg wijzen naar het juiste document. Zo’n ingang telt doorgaans een pak meer dan een paar velletjes papier, en is natuurlijk bedoeld om in lengten van dagen gebruikt te worden.
De beste manier om dit te verzekeren is de verwerking in boekvorm, maar om drukken betaalbaar te houden zijn al vlug 250 à 300 exemplaren vereist . En de gedreven archiefspeurders tel je zelfs liever niet per tiental … Gelukkig biedt de computer een ideale oplossing. Als je bovendien wat handig bent met naald, garen en lijm, kan je printen of kopiëren op A3-formaat, de bladen vouwen tot A4, rangschikken per katern en innaaien in een kleurige omslag.
Zo ontstond in 1994 de ‘Eeklose Bibliotheek’. Het kopiëren kon zonder veel kosten gebeuren op het oude apparaat op het stadhuis, zodat de eerste uitgaven verkocht konden worden voor twee à drie euro (toen natuurlijk nog in frank). Een spotprijs voor bandjes van 40 tot 70 pagina’s. Zoals de meeste projecten op het Stadsarchief liep de E.B. al snel uit de hand. Na vijftien jaar telt hij al meer dan tachtig uitgaven, en daar zitten ook forse banden tussen van 150 à 180 pagina’s.
De hoofdmoot vormen de 51 groene bandjes van de ‘Stadsrekeningen van de Tachtigjarige Oorlog’: een integrale uitgave van alle Eeklose rekeningen van 1566 tot 1651, compleet met uitleg, woordverklaring, naam- en toponiemenlijsten, in totaal zo’n 3600 pagina’s.
Het meest gebruikt wordt echter de blauwe reeks ‘Werkinstrumenten’, waarin onder meer de grote landboeken verschenen, compleet met reconstructies van de nooit gevonden oude kadasterkaarten. Ook de 17de- en 18de-eeuwse bewijsstukken bij de rekeningen werden erin geïnventariseerd en uitgegeven, een goudmijn voor wie op zoek is naar details uit het dagelijkse leven van toen.
De gele reeks ‘genealogische indexen’ is door het overlijden van Erik De Smet niet helemaal uit de verf gekomen. Zijn reeks in- en uittredingen is op drie van de geplande acht bandjes blijven steken. Genealoog Willy Hamerlynck begon in de gele omslagen in 2008 wel een reeks ‘Eikenbladen’, aanvullingen bij het legendarische tijdschrift ‘De Eik’.
De laatste jaren zorgde stadsarchivaris Freddy Pille ten slotte voor ingenaaide uitgaven van het praktisch onvindbare historische werk van de Eeklose pioniers August Van Acker en Desiré Goethals. Hij slaagde er ook in, enkele werken van Eduard Neelemans door het Rijksarchief Brussel te laten herdrukken.
|