Het weer.
Vandaag bleef het droog met veel zon en maxima van zo'n 16 graden in de Hoge Ardennen tot 21 à 22 graden in Vlaanderen.
De wind was matig uit oost tot zuidoost. Vlak aan zee stak in de namiddag een zeebries uit noordnoordoost op.
Actueel.
KLIMAAT
De zomer van 2025 zal droger en warmer worden dan normaal. Dat is tenminste wat men voorspelt. En dat zou geen nattevingerwerk zijn.
Er wordt rekening gehouden met onder meer de temperatuur van het zeewater en de droogte van de bodem. De kans op hittegolven en op droogte is 70%.
Terug in de tijd: maandag 10 mei 2010.
12km300 gelopen (20 rondjes Fins piste). Gestart om 18 uur. Eerst het grasperk een beurt gegeven en daarna gestart voor een relaxed loopje. Het weer was prima, het zonnetje kwam tevoorschijn en de temperatuur bedroeg 13°. Ideaal om te lopen dus. Ik ben ook van plan om eens een algemene conditietest te laten uitvoeren om op een verantwoorde en tevens meest optimale wijze verder te kunnen sporten.
De run vandaag.
Wedstrijd: acrho – 10 maart 2025 – Oeudeghien – L’enfer des collines – 12km200 – 471 deelnemers.
- Vooraf.
Een en al onzekerheid. Het was reeds bijna een maand geleden dat we nog een wedstrijd hadden gelopen (la foulée anvinoise in Anvaing op 12 april). In principe hadden we fris en monter, en goed getraind, aan de start moeten kunnen komen. Maar het tegendeel is dus het geval. Reden: een enkelkwetsuur (of noem het voor mijn part ongemak) waarbij de straling zich uitstrekt naar de zijkant van de kuitspier toe.
Het vervelende van zoiets is dat je dus wel kan lopen maar niet voluit. Ik durfde het gewoon niet. Bang dat ik was om de zaak te verergeren. Hoe begin je in die toestand aan een wedstrijd. En dan niet eentje zoals zovele. Neen, het gaat hem over de run in Oeudeghien, over ‘l’enfer des collines’.
- Oeudeghien.
Een piepklein dorp in de Belgische provincie Henegouwen, en een deelgemeente van de Waalse gemeente Frasnes-lez-Anvaing. Oeudeghien was een zelfstandige gemeente, tot die bij de gemeentelijke herindeling van 1977 toegevoegd werd aan de gemeente Frasnes-lez-Anvaing.
- De start.
In Ouedeghien is er omzeggens niks. Een mooi kerkje met dito begraafplaats. Die kan men zeker beschouwen als een laatste rustplaats. En er is ook een ‘ballodromes’ met daarbij een kaatsplein. Kaatsen is nu wel een van de sporten waar ik gaan snars van ken. Ik wou bijna schrijven geen bal van ken maar ik weet zelfs hoegenaamd niet of het met een bal wordt gespeeld. Maar in sommige contreien is het populair. Zoals hier. En is het voor de spelers van het spel (vaak voetballers die de twee sporten combineren, het ene in de winter, het andere in de zomer) een extra lucratieve bezigheid.
In die ‘ballodromes’ konden we ons inschrijven (Ballodromes Damien Gorts gelegen in de rue Petit Dieu) en waren ook de kleedkamers gelegen.
Hier gingen we ook van start. Met bijna vijfhonderd atleten. Ongelooflijk eigenlijk. Dat zoveel mensen in deze warme omstandigheden (ongeveer 22°) de strijd met zichzelf wilden aangaan. Op dit parcours. Het was wel vernieuwd. Maar zou het minder zwaar zijn dan voorheen. Dat viel toch nog af te wachten. Ik kan het mij in deze streek nauwelijks voorstellen. Je kan er immers niet naast kijken. Ze zijn alom tegenwoordig, je kan ze niet ontwijken, die heuvels.
Omwille van de hiervoor geschetste toestand van mijn fysieke paraatheid start ik heel voorzichtig. Niet helemaal achteraan maar toch een eind voorbij het midden van het pak. Mijn eerste kilometer moet dan ook bijna zeker een record zijn (4.58). En dit op een zo goed als vlakke weg. Maar die zou weldra veranderen. De hel is komende! Ze verwacht ons!
- Het vervolg.
Kilometer 2 gaat vlot in 4.31. Het zou mijn snelste kilometer blijven. Tot nu heb ik zo goed als pijnvrij kunnen lopen. Maar de onzekerheid blijft constant aanwezig en het parcours verandert.
Een helling van anderhalve kilometer dient zich aan. Ik had mij vooraf van het parcours vergewist en ik wist het. Hier zou het zwaartepunt van de wedstrijd liggen. Maar ik moet zeggen dat ik het overige deel toch wat onderschat heb.
Ik vorder nog nauwelijks. Je kan het nauwelijks nog lopen noemen. Een aantal atleten (vooral iets jongere mensen) lopen mij gezwind voorbij. Bijna al lachend. Frustrerend! Ik zal ze later, op de iets vlakkere stroken, nog wel terug bijbenen. We spelen bijna gans de wedstrijd harmonica. Bergop is het aan hen, bergaf en vlak is het terug mijn beurt. Maar goed, de derde en vierde kilometer zijn dus rampzalig en gaan in 5.29 en, jawel, 5.56!
Het vervolg was minder zwaar maar het bleef toch heel moeilijk om enig constant tempo in de run te krijgen. Dit had alles te maken met het parcours. De zwaarste beklimming hadden we wel gehad maar het bleef ongenadig op en af gaan. Een klim van tweehonderd meter à rato van ongeveer 5%. Daar wordt hier nauwelijks van gesproken. Maar het kruipt wel in de al vermoeide benen. De kilometertijden blijven dan ook constant rond de 5.00 hangen: 4.50 4.58 4.44 4.54 4.44 5.01 4.59.
De laatste kilometer heb ik wel de moed om er nog eens alles uit te persen en gaat in een iets snellere 4.43. Meteen mijn tweede snelste kilometer na mijn snelle kilometer 2.
Ach ja, en alsof dit alles nog niet genoeg was is het einde van deze wedstrijd ook wel uniek. Om terug op het domein van de kaatsclub te komen moest men nog een drietal treden doen. Ik geraak ze nauwelijks nog op. Een atleet heeft zowaar nog het lef en vooral de moed om mij op de smalle treden voorbij te snellen. Maar ik kan het hem zeker niet kwalijk nemen. De ‘ouwe’ was gebroken. Het gebrek aan degelijke training en de fysieke ongemakken waarmee ik deze wedstrijd ben aangegaan, hadden hun tol geëist.
Maar met een en ander had ik dus wel degelijk rekening gehouden. Mijn hoofddoel was deze wedstrijd uit te lopen. Na een maand wedstrijdinactiviteit kon ik het eigenlijk immers niet maken om terug afwezig te zijn. Bijkomend was het ook de bedoeling om zo weinig mogelijk averij op te lopen met het oog op het vervolg van de competitie. Beide doelstellingen zijn gelukt. Ik kan niet zeggen dat mijn fysieke toestand veel verslechterd is. Het resultaat van de wedstrijd zelf speelde nu een minder belangrijke rol. Dat ik alsnog eerste ben geëindigd in mijn categorie mag zowaar bijna een wonder genoemd worden. Maar veel overschot was er nu toch niet! De fles cava als beloning zal zeker smaken!
Er zijn tot op heden tien wedstrijden gelopen van het acrho-criterium. Negen die meetellen voor de eindrangschikking want de eerste wedstrijd georganiseerd door de organisatoren telt niet mee. Van die tien wedstrijden heb ik er acht gelopen en daarvan tellen er dus zeven mee voor de rangschikking. Er is nog een heel lange weg te gaan. Mijn minimumdoelstelling is om zo vlug mogelijk de kaap van de twaalf wedstrijden te bereiken. En daarna zien we wel!


|