************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
09-12-2012
Macca, Cocker, Dylan, Neefs en PG&E in 1970
Macca, Cocker, Dylan, Neefs en PG&E in 1970
Nog een mooie track uit 'McCartney', de eerste soloplaat van Paul McCartney, uitgebracht in april 1970. In de VS kwam ze meteen op nr. 1 in de hitlijsten maar in het VK bleef ze steken op nr. 2 omdat 'Bridge Over Troubled Water' van Simon & Garfunkel wekenlang op de hoogste plaats stond. Macca nam de hele LP op in zijn homestudio in een sfeer van 'back-to-basics' en dat viel niet bij iedereen in goede aarde.
In augustus 1970 werd de neerslag van een uitputtende tour doorheen de VS uitgebracht op een dubbele liveplaat. 'Mad Dogs And Englishmen' was de weergave van een perfecte balans tussen rock en soul en verkocht als zoete broodjes, mede dankzij de knappe backing band met uitblinkers als Leon Russell, Chris Stainton, Rita Coolidge, Jim Gordon, Jim Keltner en Bobby Keys.
Een van de grootste verrassingen van de zomer van 1970 was het uitbrengen van het dubbelalbum 'Self Portrait' met vele covers van bekende songs zoals o.m. 'Blue Moon', 'Let It Be Me' en 'The Boxer'. Dylan moet het waarschijnlijk beu geweest zijn beschouwd te worden als de spreekbuis van zijn generatie en met een air van 'ik neem de songs op die ik wil' werd uit die elpee ook deze quasi instrumental geplukt met veel blazers en een hoog 'lalala'-gehalte. His Bawbness moet in zijn vuistje gelachen hebben want deze single werd zijn grootste commercieel succes. In België bereikte hij namelijk de 9de plaats in de hitlijsten en in Nederland zelfs de 3de. Telkens ik de hoestekening bekijk moet ik aan de schilder Vincent van Gogh denken. Wellicht omdat het rechteroor (links op de tekening) rood ziet...
Waarschijnlijk was dit lied de aanleiding tot de groene beweging in ons land. Een knappe tekst van Phil Van Cauwenbergh op een bestaande melodie, want de originele song komt van Wally Whyton en was in 1968 ook in Amerika een strijdlied voor de ecologisten.
Het origineel uit 1968 van Wally Whyton:
Maar dè dansplaat uit de zomer van 1970 was ongetwijfeld deze 'Are You Ready?' die pas na 42 seconden losbarst. Charlie Allen was de drummer/vocalist van deze Amerikaanse blues/rock-band die mij af en toe deed denken aan de Chambers Brothers.
Waarschijnlijk de bekendste song uit de Rock Opera 'Jesus Christ Superstar' gecomponeerd door Andrew Lloyd Webber en Tim Rice (1970). Ontroerende liefdesverklaring van Maria Magdalena aan Jezus Christus. Pas in maart 1971 zou de LP box op nummer 1 belanden in de Amerikaanse charts en in 1973 werd de filmversie uitgebracht met een vernieuwde soundtrack.
Steven Demetre Georgiou werd in Londen geboren uit een Zweedse moeder en een Grieks-Cyprische vader en hij nam in 1966 de artiestennaam Cat Stevens aan. In 1970 zei hij vaarwel aan zijn populair repertoire en werd hij folkrockzanger. In 1977 werd hij moslim en veranderde hij zijn naam in Yusuf Islam. Deze song uit zijn LP 'Tea For The Tillerman' is voor mij de mooiste ode van een vader aan zijn zoon.
Er waren vele veranderingen op til in de muziekwereld vanaf 1970. Onze Amerikaanse strandjongens hadden afscheid genomen van hun pop/rock-repertoire en definitief van de surf. Met deze mooie slow en prachtige accordeongeluiden uit de LP 'Sunflower' werd het nieuw decennium ingeluid. Vanmorgen had ik ook tranen in mijin ogen, niet van geluk of verdriet maar van de vrieskou!
Maar de grootste verrassing kwam, voor mij althans, van 'Van The Man'. Geen 'angry young Them' meer en ook geen populaire deuntjes meer uit zijn 'Bang Records'-periode. Een nieuwe singer/songwriter was geboren en hij legde zijn ziel bloot in de knappe LP "Moondance' uit 1970.
Misschien ben ik verbaasd dat deze parel van Macca nooit op single is uitgekomen. Misschien ook niet. Hij stond enigszins verborgen op zijn eerste solo LP 'McCartney' uit april 1970. Paul McCartney schreef de song al in 1969 en droeg hem op aan zijn eerste vrouw, Linda Eastman, die hem geholpen had om de breuk met The Beatles te boven te komen. Pas in 1977 bracht hij met zijn groep Wings een liveversie (uit 1976) op single uit.
Een mooie maxi single uit JCS.
Yvonne Elliman
Paul McCartney in 1970.
Frontcover van zijn eerste solo LP 'McCartney'.
Back cover met de titel van de LP en een foto van de artiest met zijn dochtertje.
Als bijlage hieronder een link naar "Jesus Christ Superstar" met de opmerkelijke cast.
Deze Amerikaanse singer/songwriter kreeg nooit helemaal de erkenning die hij verdiende. Zijn composities werden nochtans gecoverd door de grootsten: 'If I Were A Carpenter' (Bobby Darin, The Four Tops), 'How Can We Hang On To A Dream' (The Nice), 'Reason To Believe' (Rod Stewart). In 1959 verbleef hij in Vietnam als militair adviseur voor de VS. Daar kwam hij in aanraking met heroïne. Hij trad op in Woodstock (1969) en had vreemd genoeg een hit in 1970 niet met eigen werk maar met deze prachtige compositie van... Bobby Darin. Een van mijn eerste singles trouwens. De folkzanger kwam tragisch om het leven in 1980 t.g.v. een overdosis heroïne.
Psychedelic Soul in 1970 gecomponeerd door Norman Whitfield en Barrett Strong. De VS werden toen overheerst door de oorlog in Vietnam, protestacties, betogingen, studentendemonstraties, rassendiscriminatie, drugsgebruik, omgekochte politici, enz. Met de diepe basstem van zanger Melvin Franklin "And the band played on." Kortom, The Temptations op hun best!
Alsof dat nog niet genoeg was deed Edwin Starr daar nog een schepje bovenop. Alweer een compositie van Norman Whitfield en Barrett Strong. The Temptations namen de originele versie op in 1969 maar om hun conservatieve fans niet voor het hoofd te stoten werd die song niet als single uitgebracht, enkel op elpee. Starr had met deze ultieme protestsong een dikke nummer 1-hit te pakken. In 1986 had Bruce Springsteen met zijn liveversie een Top-10 hit, maar na de terroristische aanslagen van 9/11 werd de song op een blacklist geplaatst van songs die niet meer op de Amerikaanse radiostations mochten gedraaid worden. "War, what is it good for? Absolutely nothing!". Soul met een politieke boodschap.
Alweer een parel uit de LP 'Cosmo's Factory'. Bijna iedereen dacht dat deze song over de oorlog in Vietnam ging maar volgens John Fogerty is dat niet het geval. Hij had het over het Amerika van toen (1970) en de massa wapens die toen in omloop waren bij de gewone burgers. Volgens Stu Cook, de bassist, werden de dreigende junglegeluiden bekomen door gitaar- en pianoklanken die achteruit werden afgespeeld. Een van mijn favorieten van CCR.
Eind 1968 en het hele jaar 1969 werd de hele muziekscene beheerst door de 'Musical Hair'. Vanaf augustus 1969 tot het grootste gedeelte van 1970 was dat het 'Woodstock Festival'. En sinds december 1969 (single 'Superstar') en het uitbrengen van de box 'Jesus Christ Superstar' in oktober 1970 stond deze Rock Opera in het middelpunt van de belangstelling. Ian Gillan (de zanger met de machtige stem van Deep Purple) speelde de rol van Jezus. Maar daarover later meer.
De oorlog in Vietnam op zijn hoogtepunt in 1970.
Jezus Christus stond in 1970 meer dan ooit in het middelpunt van de belangstelling die terug zou opflakkeren in 1973 toen de filmversie van 'Jesus Christ Superstar' uitkwam.
De Amerikaanse boogie/bluesgroep bracht in 1970 een krachtige bewerking uit van deze compositie van Wilbert Harrison. In 1976 maakte Bryan Ferry er met Roxy Music 'Let's Stick Together' van. De titel zou een vrije vertaling van onze nationale leuze kunnen zijn.
Alweer een prachtige b-kant van een CCR-single: "Lookin' Out My Back Door" is de a-kant en natuurlijk staat deze heerlijke slow met de sax ook op de LP 'Cosmo's Factory' uit 1970. Doug Clifford staat op de hoes afgebeeld zittend op een racefiets. Toen sprak ik de profetische woorden: "Ooit zal een Amerikaan de Tour de France winnen, want ze zijn al aan het trainen."...
Mick Jagger speelde de hoofdrol in de film "Performance" uit 1968, maar die werd pas uitgebracht op 3 augustus 1970. Uit die soundtrack komt deze fantastische song met heerlijke geluiden van Ry Cooder's slidegitaar. Naast Jagger spelen ook o.a. James Fox en Anita Pallenberg mee.
De peetvader van de Britse blues gaf in de sixties onnoemelijk veel artiesten een kans via zijn kweekvijver van talent 'The Bluesbreakers'. Oordeel zelf maar: Eric Clapton, Jack Bruce, Peter Green, Mick Fleetwood, John McVie, Hughie Flint, Mick Taylor, Harvey Mandel, Larry Taylor, Aynsley Dunbar, Jon Hiseman, Dick Heckstall-Smith en Andy Fraser, om de belangrijkste te noemen. En in 1970 scoorde hij een solohit met een van de meest opwindende liveplaten ooit. Wat een huzarenstukje op mondharmonica!
De peetvader van de Britse blues zag het levenslicht in 1933 (!)
Hammond, Moog en andere progressieve geluiden uit 1970
Hammond, Moog en andere progressieve geluiden uit 1970
Dit Brits trio bracht een mix van jazz en pop. Niet evident in 1970. Met hun kort haar en donkere kledij voeren ze tegen de stroming in. In 1969 waren ze eventjes komen piepen met 'Birth', een prachtige song waar Elton John de mosterd ging halen. Roy Phillips (vocals, toetsen), Tab Martin (bas) en Trevor Morais (drums) hadden meteen mijn hart gestolen. De sound van het Hammondorgel doet nog het meest denken aan Jimmy Smith of een jonge Brian Auger met zijn Trinity.
Als je van de duivel spreekt, zie je zijn staart. Hier is dan ook Brian Auger wiens sound mij heel erg aanspreekt. Op de steengoede elpee 'Befour' (een van mijn favorieten uit 1970) brengt hij een wondermooie versie van een nummer geschreven in 1968 door Jim Capaldi en Steve Winwood (Traffic).
Een ander Brits trio dat vaak geassocieerd wordt met de sound van het Hammondorgel is ELP. Keith, Greg en Carl brachten meestal een mengeling van jazz, pop, progressieve rock, symfonische rock en klassiek. Maar in deze song krijgt de Moog synthesizer een prominente rol toegewezen. En wij maar spelen met die knoppen in 1970 om het stereo-effect van de linker- naar de rechterluidspreker over te brengen!
Elke woensdagnamiddag was er in de loop van het jaar 1970 op de RTBF-radio een programma gepresenteerd door een vrouw (de namen schieten mij niet meer te binnen) waar dit soort progressieve muziek werd gedraaid. Op de BRT-radio kwam die, bij mijn weten, niet aan bod. Zo ook deze song die op de LP "Hot Rats" stond en als single werd uitgebracht.
Als afsluiter voor vandaag een fantastische versie van deze 'Lennon/McCartney'-compositie uit de LP 'The Last Puff' (1970) en jà ren later nog altijd en veelgedraaide slow in het Jeugdhuis 'De Reynaert' nabij de Brusselse Beurs. De psychedelische rockgroep 'Spooky Tooth' bestond toen uit: Mike Harrison - vocals; Luther Grosvenor - gitaar; Henry McCullough - gitaar; Chris Stainton - bas, piano, orgel, gitaar; Alan Spenner - bas en Mike Kellie - drums.
Deze nieuwe groep was ontstaan uit de as van de Small Faces nadat Steve Marriott die groep had verlaten om Humble Pie op te richten. De overblijvende leden Ronnie Lane, Kenney Jones en Ian McLagan kregenhet gezelschap van twee ex-leden van The Jeff Beck Group: Rod Stewart en Ronnie Wood. De eerste LP heette 'First Step' en werd in de VS toegeschreven aan de Small Faces (!). Voor deze compositie hebben Stewart en McLagan toch iets te veel geluisterd naar 'Some Kinda Wonderful'. Maar de Faces swingen als de pest. Kijk maar naar deze live uitvoering van een jaartje later op de BBC.
Rod the Mod mocht van platenmaatschappij Vertigo ook een solocarrière uitbouwen naast die van de Faces. Op deze gelijknamige LP speelden dan ook nog eens leden van de Faces mee. Heel verwarrend allemaal, maar boeiend. De elpee staat trouwens in het boek '1001 Albums You Must Hear Before You Die'. Voor deze song tekenden Rod Stewart en Ronnie Wood en de specifieke gitaarsound van Martin Quittenton is hier al te herkennen.
'Gasoline Alley' van Rod Stewart werd uitgebracht in juni 1970 (VS) en september 1970 (VK). In november van dat boeiend muzikaal jaar brachten The Hollies dit bijna gelijknamig singletje uit geschreven door het professioneel trio Roger Cook, Roger Greenaway en Tony Macaulay. Ik moet altijd aan beide songs tegelijkertijd denken. Heel verwarrend, maar het blijft boeiend.
En welke muziek kwam er in 1970 van over de grote plas overgewaaid? Naast de swamprock van CCR stond Tony Joe White ook geregeld in de hitlijsten. Zoals met deze knappe single die gaat over een nieuw fenomeen dat toen de kop opstak, nl. 'de groupies'.
Voor wie het fenomeen niet zou kennen voeg ik onderaan een link toe. ;-)
John Fogerty en zijn kompanen begonnen af te wijken van de swamprock en brachten hier een briljante ode aan countrylegende Buck Owens. Alweer een schitterende track uit de elpee 'Cosmo's Factory' (1970).
Rod Stewart met zijn nieuwe groep ontstaan uit een fusie tussen de Small Faces en de Jeff Beck Group.
Rod Stewart solo met zijn typisch 'ananas'-kapsel.
Popmuziek begon stilaan te veranderen vanaf 1970. Rock-'n'-roll werd rock met uitlopers als hardrock of heavy metal. Ian Gillan (de zanger met de hoge stem) en Roger Glover (bassist) waren sinds eind 1969 nieuwelingen in de band en de vernieuwde groep leverde in juni 1970 een legendarische elpee af. De hoes was een knipoog naar Mount Rushmore. De single werd pas een hit in 1972. Met Jon Lord aan de toetsen in een glansrol. "Wait for the ricochet ♫♫♫ ooh, ooh, ooh ♫♫♫ aah, aah, aah ♫♫♫"...
En hier haalde Deep Purple de mosterd in 1969. Luister naar de intro en oordeel zelf maar:
Dankzij BRT-radio 'Omroep Brabant' kon ik in 1970 een mooi optreden bijwonen van The Humblebums in het Flageygebouw in Elsene. Wist ik toen veel dat Gerry Rafferty toen al de zaadjes had geplant voor zijn latere groep Stealers Wheel en dat Billy Connolly stand-up comedian zou worden en mij jà ren later zou meenemen op een interessante reis langsheen Route 66 (op TV weliswaar).
Toegegeven, het is een cover van een machtige compositie van John D. Loudermilk, maar wat voor een. Eric Burdon wist altijd iets speciaals te leggen in zijn versies van bekende nummers. En met de formidabele backing band 'War' kon het niet meer stuk. Funkmuziek was aan zijn opmars begonnen in 1970.
Billy Joe Thomas is een Amerikaanse singer/songwriter die in onze contreien ondergewaardeerd en miskend is maar dit is de original uit 1970 die een tijdje later werd gecoverd door Elvis Presley en bij ons dus een hit werd in de liveversie.
Elvis was er als de kippen bij om deze prachtige song te coveren.
Zo verging het ook de Amerikaanse singer/songwriter Joe South. Hij schreef prachtige composities als o.m. 'Down In The Boondocks', 'Hush', 'Games People Play', 'Birds Of A Feather', 'Rose Garden' en deze classic uit 1970, maar wie ging er weer met de pluimen lopen?
Juist, ja... Elvis The Pelvis!
Deep Purple Mark II met Jon Lord uiterst links, in het middel Ian Gillan en uiterst rechts Roger Glover.
Prachtige hoes.
De originele bezetting van The Humblebums: Gerry Rafferty (links) met Billy Connolly.