************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
13-01-2013
Eendagsvliegen uit 1971
Eendagsvliegen uit 1971
Toen waren de piratenzenders nog actief en deze song werd hevig geplugd door Radio Noordzee Internationaal, die naast het Nederlands ook uitzond in het Engels en het Duits. Peter Gosling schreef en producete de song en Peter Hallett was de zanger. Het werd een top-10 hit in Nederland en bij het beëindigen van de Golfoorlog in 1991 werd de single nogmaals uitgebracht.
Deze Britse slapstick komiek was fan van Charlie Chaplin en vice versa. Hill bleef heel zijn leven vrijgezel en woonde bij zijn moeder. Hij vroeg driemaal een vrouw ten huwelijk en werd driemaal afgewezen. Op Kerstmis 1971 was deze novelty song een onwaarschijnlijke nummer 1 hit in Engeland.
Het duo 'Bill & Buster' bestond uit Billy Moeller (echte naam: William Moeller, broer van Tommy Moeller uit de band 'Unit 4+2') en Buster Meikle (echte naam: David Ian Meikle, eveneens 'Unit 4+2'). 'Unit 4+2' scoorde in 1965 in de Benelux ook een one-hit wonder met 'Concrete And Clay'. Alles bleef dus bij het oude.
Brian Keith was de leadzanger van deze "congregatie", die met deze cover van een song uit 1967 van het duo 'David & Jonathan' in het Verenigd Koninkrijk scoorde en een jaar later in de VS. Om verwarring met gelijknamige groepen te vermijden moest de groep toen zijn naam omdopen tot 'The English Congregation'.
David & Jonathan was een pseudoniem voor Roger Cook en Roger Greenaway die de originele song schreven en uitbrachten in 1967:
Phil Cordell was de Britse muzikant die onder het mom van 'Springwater' een Top-5 hit scoorde in het VK en het zelfs tot nummer 1 schopte in Zwitserland. En hij hield woord want in 1973 keerde hij terug als 'Dan The Banjo Man' en scoorde hij alweer een one-hit wonder met de single... "Dan The Banjo Man". I'll be back!
Een one-hit wonder dankzij Radio Noordzee Internationaal, een piratenzender.
Tijd voor een vleugje Frans chanson uit 1971. Samen met Brel en Brassens wordt hij tot de grote drie van dat genre gerekend. De Monegask stond bekend om zijn groot voorhoofd en warrige, grijze haardos. 'As time goes by' oftewel 'tijd heelt alle wonden'...
Tweede track die ik post uit het fantastisch album 'Tapestry' van deze Amerikaanse singer/songwriter en zelfs in 1971 waren er aardbevingen en ook lang daarvoor, toen er nog geen sprake was van de gevolgen van klimaatveranderingen.
Jean-Marc Bridge alias Billy Bridge scoorde in 1971 onder de naam 'Black Swan' vanuit Frankrijk een one-hit wonder met deze single, waarin de kazoo een prominente rol speelt. ♫♫♫ Don't you know, don't you know? ♫♫♫
Ondertussen begon countryrock zich volledig te ontwikkelen als een apart genre in de VS. The Byrds en Dylan hadden al de voorzet gegeven en deze "broeders" sloegen dezelfde weg in. Spilfiguren waren hier Gram Parsons en Chris Hillman. De bekendere groepen zoals The Eagles of The Outlaws moesten nog doorbreken. Linda Ronstadt en Emmylou Harris zouden in hun kielzog volgen.
Toen ik de eerste noten van deze single in februari 1971 hoorde wist ik meteen dat deze Brit een hele grote zou worden. Hij kwam uit dezelfde stal als Tom Jones en Engelbert Humperdinck en o.l.v. manager Gordon Mills zou hij de eerstvolgende jaren hit na hit scoren en zeer opvallend daarbij was zijn outfit. Nieuwe trend in 1971: minder gitaren en het accent lag meer op de piano en de violen. Oh ja, nog een leuk weetje: in 1972 bezong O'Sullivan een zekere 'Clair'. Dat bleek later het driejarig dochtertje te zijn van Gordon Mills.
De BRT Top-30 van januari 1971 stond nog vol met muziek van het jaar voordien. Als The Iveys werden deze vier kerels onder de vleugels van The Beatles bij Apple genomen. Zij speelden mee op de drievoudige LP-box van George Harrison 'All Things Must Pass' maar ze hoopten stiekem op een eigen carrière. Het begrip 'power pop' was geboren.
Nog dezelfde maand kwam deze nieuwe band de hitlijsten binnen. De samenstelling was: Tom McGuinness (ex-bassist Manfred Mann), Hughie Flint (ex-drummer John Mayall's Bluesbreakers), Benny Gallagher & Graham Lyle (later een bekend duo) en Dennis Coulson (toetsen). Alhoewel het onderwerp nogal luguber is, werd het een vrolijke song. ♫♫♫ Ooh, lalalala ♫♫♫...
Het Amerikaanse trio 'Dawn' kwam eveneens de hitlijsten binnengeslopen in januari 1971. De eigenlijke zangers op het plaatje zijn Tony Orlando, Toni Wine en Linda November, nog vóór 'Dawn' werd opgericht met Orlando en de zangeresjes Telma Hopkins en Joyce Vincent Wilson (die hieronder op het hoesje staan). Nadat deze song op nr. 1 had gestaan in de VS werd de groepsnaam gewijzigd in 'Dawn featuring Tony Orlando' en nog later in 'Tony Orlando & Dawn'. Maar hun grootste succes moest nog komen...
Januari 1971 sluit ik af met deze nieuwkomer in de BRT Top-30: een onwaarschijnlijk duet van Motown's bestverkopende groepen. Zonder Diana Ross evenwel maar met de formidabele stem van Levi Stubbs. Een geslaagde cover van Tina Turner's lijflied zonder The Wall of Sound van Phil Spector, maar geproducet door Nickolas Ashford en Valerie Simpson.
Badfinger was een tragische groep want drie van de vier leden zijn vroeg gestorven.
Terwijl George Harrison de hele maand januari 1971 op nr. 1 stond met zijn single 'My Sweet Lord' kwamen deze vier Amerikanen de BRT Top-30 binnen met alweer een song over regen. In 1969 vroegen ze zich nog af wie de neerslag zou stoppen.
En na regen komt zonneschijn... en soms een regenboog. Uitstekende single van deze Gentse formatie, ditmaal met een nieuwe zanger. Guido Wolfaert was zijn naam en op het hoesje staat hij uiterst links (met de rode broek). Dit plaatje werd ook in Nederland heel vaak gedraaid.
Met deze song bracht de Amerikaanse drummer/zanger in 1971 een eerbetoon aan zijn vroegere 'buddy' Jimi Hendrix, die enkele maanden voordien overleden was. Vandaar dat er in het begin en op het einde een bekende treurmars gespeeld wordt.
En plots kreeg de vrouw die door Neil Sedaka werd bezongen in zijn single 'Oh Carol!' een gezicht. In een tijdperk zonder internet was dat niet evident. In 1971 moesten wij informatie vergaren via platenhoezen of in de HUMO. In februari van dat jaar bracht de Amerikaanse singer/songwriter haar album 'Tapestry' uit met daarop dit ontroerend lied. Een mijlpaal in de muziekgeschiedenis!
Buddy Miles had een Afrikaanse haardos waar je niet naast kon kijken!
Twee "buddies" onder elkaar: Buddy en Jimi.
Carole King schreef in de jaren '60 vele hits samen met haar toenmalige echtgenoot Gerry Goffin. In de jaren '70 brak zij zelf als singer/songwriter helemaal door.
Rariteit uit 1970: Steve Kipner en Steve Groves (2 Australiërs uit de band 'Tin Tin') bevinden zich in een Londense studio met Maurice Gibb en diens vrouw Lulu en haar broer Billy Laurie. Na een volle fles Johnny Walker Scotch soldaat gemaa...kt te hebben beginnen de opnames en Gibb parodieert Lennon met de riff van 'The Word', een vroegere song van The Beatles. In 1974 werd een U.S. copyright genomen door Abigail Music op naam van Kipner & Groves en verscheen deze song op verscheidene bootlegs. Lennon vond het een goede imitatie. In 1985 nam zelfs Yoko Ono een U.S. copyright voor Lenono Music. De geruchten van een mogelijke reünie van de Fab Four waren dan ook in het begin van de jaren '70 niet van de lucht.
In 1961 namen The Beatles de instrumental 'Cry For A Shadow' op als hommage aan Hank Marvin & zijn makkers. De instrumentale gitaargroepen hadden afgedaan en moesten plaats ruimen voor beatmuziek. Nu, een goede 10 jaar later, moesten The Beatles opzij gaan voor hard rock/heavy metal, al brachten deze Noormannen hun ode in de stijl van de jaren '30, Ã la 'When I'm 64' of 'Your Mother Should Know'. En in 1980, alweer 10 jaar later, moest de wereld afscheid nemen van John Lennon: inderdaad, 'cry for a Beatle'...
Op 11 december 1970 werd de LP 'John Lennon/Plastic Ono Band' uitgebracht. De voormalige Beatle kon rekenen op de medewerking van o.m. Ringo Starr, Klaus Voormann, Billy Preston en Phil Spector. Op dezelfde dag werd Yoko Ono's eerste avant-garde soloplaat 'Yoko Ono/Plastic Ono Band' op de markt gegooid met nagenoeg dezelfde hoesfoto. Lennon levert hier kritiek op het systeem van de sociale klassen in de maatschappij en de invloed van Dylan's 'Masters of War' (1963) is hier duidelijk te horen.
En hier een fragment uit die LP van Yoko Ono, niet mijn kopje thee...
En zijn ziel legde Lennon helemaal bloot in deze single die op 28 december 1970 verscheen en ook op het album 'John Lennon/Plastic Ono Band' stond. De song gaat over de moeilijke relatie die hij met zijn moeder had en uiteindelijk ook over zijn vader die matroos was en bijna nooit naar huis kwam. Na de scheiding van zijn ouders werd de kleine John dan ook door zijn tante opgevoed. Yoko had John geleerd de trauma's uit zijn jeugd van zich af te schrijven en van zich af te zingen.
Het jaar 1970 sluit ik hier officieel af met een instrumentale track. Jimi Hendrix, het gitaarwonder, was niet meer maar o.m. Duane Allman, Eric Clapton en Carlos Santana stonden te trappelen om de fakkel van hem over te nemen. Zo ook John McLaughlin die hier ritmische steun krijgt van Buddy Miles, de vroegere 'buddy' van Jimi. Op naar het jaar 1971.
De b-kant die bijna niemand ooit gehoord heeft.
Wat ooit als grap bedoeld was mondde uit in veelvuldige bootlegs. Hier een exemplaar uit 1975. Zelfs Yoko Ono liet zich bij de neus nemen.
'Cry For A Beatle' was de hommage van de Noormannen aan de vier Liverpudlians.
John Lennon/Plastic Ono Band
Yoko Ono/Plastic Ono Band Wie ziet de 5 verschillen?
De afsluiter op de elpee 'New Morning' was deze zeer korte song (amper anderhalve minuut lang). Toch blijft de ietwat religieuze melodie de hele dag in je hoofd rondspoken. De progressieve rockband Manfred Mann's Earth Band bracht hiervan een lange versie uit in 1974 en doopte ze om tot 'Father of Day, Father of Night'.
Alweer een track uit de elpee 'Titanic' van de groep Titanic die ik letterlijk grijsgedraaid heb. Ze kwamen uit het hoge Noorden en via Parijs veroverden ze een deel van West-Europa. Enkele jaren later viel ook Zuid-Amerika voor deze klanken.
Het jaar 1970 loopt op zijn laatste benen op mijn blog en daarom draai ik nog een laatste track uit het album 'Time And A Word' van deze Britse symfonische rockgroep die ik leerde kennen via de RTBf-radio. Ik onthou vooral de mooie zinsnede van Jon Anderson: "Love is the only answer, hate is the root of cancer".
En ook van het album 'John Barleycorn Must Die' draai ik een laatste track met een Steve Winwood die geweldig op dreef is zowel qua stem als op de toetsen. Morgen plaats ik nog een laatste reeks van 5 songs uit 1970 en dan blijft mijn blad leeg voor dat geweldig gevarieerd muzikaal jaar. De GPS van de teletijdmachine wordt dan gericht naar 1971.
Een nieuwe dag, een nieuw begin. De grootmeester bracht na 'Self Portrait' een tweede elpee uit in 1970. En die heette toepasselijk 'New Morning', zoals deze track. Hij stond ook op de b-kant van de single 'If Not For You'. Goedemorgen!
Het avontuur van Steve Winwood bij de supergroep 'Blind Faith' was van heel korte duur. In 1970 bracht hij met zijn makkers van Traffic (Chris Wood en Jim Capaldi) een meesterwerk uit: de LP 'John Barleycorn Must Die' waaruit deze mooie track is geplukt.
In 1970 won Samantha Jones met de Britse ploeg de Knokke Cup en dat leverde haar met deze mooie versie van 'My Way' een hit op in België en Nederland. Op de b-kant stond een cover van 'Non, je ne regrette rien' van Edith Piaf. In 1964 zong ze nog bij The Vernon Girls die als eersten een hulde brachten aan de Fab Four met hun singletje "We Love The Beatles".
De groep die ontstaan was uit de as van The Zombies, na het vertrek van Colin Blunstone, was aardig op weg om door te breken. Maar deze compositie werd pas een hit in een latere versie van Three Dog Night die ermee de Amerikaanse Top-10 bereikten. Wie het schoentje past trekke het aan, zeg ik altijd en aangezien dit uit 1970 komt moet Trickie Dickie toch af en toe raar opgekeken hebben toen hij dit op de radio hoorde.
Jon Anderson en zijn kompanen van de symfonische rockgroep Yes brachten in 1970 een versie uit van deze compositie van Stephen Stills in zijn 'Buffalo Springfield'-dagen. Wie goed luistert omstreeks 2:20 minuten of 5:55 minuten herkent meteen de 'kangoeroe'-jingle uit de BRT Top-30 van toen. Well, well, well...
Vandaag sluit ik af met een zeer dansbaar nummer uit de LP 'John Barleycorn Must Die'. Deze funky en jazzy instrumentale compostie van Steve Winwood was ook een veelgevraagde plaat in Jeugdhuis 'De Reinaert'. Studiobezetting: Steve Winwood - Hammondorgel, piano, bas, percussie; Chris Wood - saxofoon, fluit, percussie en Jim Capaldi - drums, percussie.
De groep Yes met vooraan in het midden de tengere Jon Anderson.