************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
07-07-2013
December 1974 (4)
December 1974 (4)
In de laatste maand van het jaar 1974 stond de Nederlander Johannes Bouwens met zijn uitgelezen groep muzikanten een aantal weken op het hoogste schavotje van de BRT Top 30. De overgrote meerderheid van alle songs gaan over de liefde. Liefdesliedjes...
Carl Douglas is dan weer de uitzondering die de regel bevestigt want enkele maanden na 'Kung Fu Fighting' kwam deze Amerikaanse zanger in december 1974 onze hitlijsten alweer onveilig maken met zijn tweede ode aan de Oosterse krijgskunsten.
Op zaterdag 28 december 1974 kwamen er splinternieuwe klanken uit mijn transistorradiootje. Een Britse groep waarvan de leden gehuld waren in matrozenoutfit kwamen hun verhaal vertellen over de evolutie van de mens en hoe hij zich verplaatst: eerst met paard en kar, dan per trein en tram en vervolgens met de automobiel en dat zou resulteren in een reusachtige, wereldwijde verkeersopstopping. En ze kregen later nog gelijk ook...
The King of Rock & Roll bracht eind 1974 een nieuwe elpee uit getiteld 'Promised Land' en daaruit koos de platenmaatschappij RCA het gelijknamig nummer dat in december van dat jaar nieuw stond genoteerd in de BRT Top 30. Elvis Presley was dus nog niet afgeschreven.
Ongeveer gelijktijdig kwam deze oudgediende van de rock & roll binnengestormd in de hitparade met zijn eigen compositie 'I Can Help'. Hij schreef een wereldhit in 1962 voor Clyde McPhatter ('Lover Please'), speelde bas op tournee met zijn boezemvriend Kris Kristofferson en producete andermans materiaal (o.m. voor Tony Joe White). Ook op deze boogie sloegen mijn verloofde en ik onze beentjes geregeld uit in december 1974 en de maanden nadien.
Vanaf de maand december 1974 kwam er een heuse revival van rock-'n-roll en jive uit de jaren '50 en '60 op gang en de jongens van The Rubettes maakten daar gretig gebruik van. Ze staken zich allen in hetzelfde witte maatpak met dito pet en een oranje hemd en verkochten plaatjes als zoete broodjes.
Een hele leuke single uit december 1974 vond ik, zonder overdrijven, deze 'You Ain't Seen Nothing Yet'. Randy Bachman zat voordien in de Canadese rockband Guess Who en sinds Pete Townshend (op 'My Generation') had niemand meer zó gestotterd in een rocksong, al deed Elton John ook zijn b-b-b-best op 'Bennie And The Jets'. De groepsnaam 'Bachman Turner Overdrive' was blijkbaar te lang want hij werd al snel ingekort tot BTO. Pete Townshend van The Who schreef het nummer 'My Generation' en zong de backing vocals (net als John Entwistle) maar het is natuurlijk Roger Daltrey die de lead vocals voor zijn rekening nam in 1965.
Maar de grootste verrassing kwam die zaterdag 21 december 1974 van de Britse groep Queen toen die met zijn nieuwste single in de BRT Top 30 verscheen en ik mij bijna verslikte in mijn soep. Na enkele vingerknippen hoorde ik flarden tekst waarin ik o.m. volgende sleutelwoorden meende te verstaan: Moët & Chandon, Marie Antoinette, Kroestjov en Kennedy, kaviaar en sigaretten, dynamite with a laser beam, een barones, enz. "And it surely blew my mind!"...
Deze beroemde foto van het Brits viertal werd later nog vaak gebruikt en vooral voor de videoclip van het nummer dat hen een jaar later wereldbekend zou maken!
Paul da Vinci is geen familie van Leonardo maar wel die Brit met de falsettostem die 'Sugar Baby Love' in de studio had ingezongen en die The Rubettes onmiddellijk daarna had verlaten voor een solocarrière. 'If You Get Hurt' was al zijn tweede solosingle en die schoot in december 1974 als een raket naar de hoogste regionen van de BRT Top 30.
Het antwoord op de Britse glamrock aangevoerd door Slade, Sweet en Mud liet niet lang op zich wachten en kwam uit Leiden, Nederland. De groep Catapult ("skietlap" in het West-Vlaams) had met zijn opvallende glitterkledij en lange haren veel succes in de Lage Landen. Vandaar dat de single 'Teeny Bopper Band' als nieuwkomer werd genoteerd in onze hitparades van december 1974.
Haar debuutsingle 'The Hostage' had het vrij aardig gedaan in de Lage Landen. En toen werd die tweede single van Donna Summer regelmatig gedraaid op de radio. Het was een compositie van Giorgio Moroder en Pete Bellotte en het werd het begin van een lange en vruchtbare samenwerking. De accordeon en de castagnettes passen perfect in dit nummer dat ook nieuw was in de BRT Top 30 van december 1974.
Deze single van de Amerikaanse zangeres Gloria Gaynor scoorde bij ons in december 1974 en stak in een kartonnen hoesje voorzien van het epitheton ornans "Discothèque Special", later afgekort tot gewoonweg "Disco". Het nummer 'Never Can Say Goodbye' groeide uit tot een echte classic van het genre en de covers waren dan ook legio. Clifton Davis schreef de song waarmee de Jackson 5 al in 1971 scoorden. Hetzelfde jaar namen Isaac Hayes, Impact Of Brass [instrumental], New Birth en Jr. Walker hun eigen versie op. In 1973 was het de beurt aan Smokey Robinson en na Gaynor volgden The O'Jays (1981), Communards (1987) en de Hermes House Band (1999). Met dank aan The Originals van Arnold Rypens.
De song waarop mijn verloofde en ik in december 1974 druk oefenden om onze danskunsten te tonen op ons aanstaand huwelijksfeest was deze 'You're The First, The Last, My Everything' van Barry White. Onze gezamenlijke danspasjes lukten vrij aardig en toch zou dit niet onze openingsdans worden, alhoewel de titel volledig bij ons past. Meer verklap ik nu niet. De rest is voor over een paar weken, als we in de maand april 1975 belanden.
Deze verzamelelpees doken omstreeks die periode op en Polydor verdiende er een aardige stuiver mee.
De titel van deze formidabele song wordt steevast verkeerd uitgesproken of afgedrukt (zie videoclip).
Het deuntje kende ik nog van Dale & Grace uit 1963 (maar eigenlijk is het van Don & Dewey) toen broer en zus Osmond met hun cover binnenkwamen in de BRT Top 30 van begin december 1974. The Osmonds waren waanzinnig populair in die dagen en staken zowaar de Jackson 5 naar de kroon. Maar ook de soloprojecten van sommige broers en hun zusje kwamen regelmatig in onze hitlijsten voor.
Dat er in december 1974 ook klokkenluiders waren bewijst de intro van deze eigenaardige single van de formatie Lemming. Deze Nederlandse hardrock/glamrockband met een neiging naar gothic bleek geen eendagsvlieg te zijn want deze Noorderburen hadden in februari 1974 al een viertal weken in de BRT Top 30 gestaan met hun debuutsingle 'Lucifera'.
Terwijl in Vlaanderen nog werd geluisterd naar 'Schele Vanderlinden' van de Strangers of naar 'Dans met mij tot morgenvroeg' van Willy Sommers kwam de Nederlander Jack Jersey (artiestennaam van Jack de Nijs) met de hulp van Elvis Presley's backing band onze hitlijsten in december 1974 binnengestormd met 'Rub-it In'.
Eerder dat jaar werd de Amerikaanse formatie The Hues Corporation uit Santa Monica, California bij ons bekend met hun wereldhit 'Rock The Boat'. Ze bleken toch geen eendagsvliegen te zijn want in december 1974 kwam de opvolger 'Rockin' Soul' zijn opwachting maken in de BRT Top 30.
Maar de muziek die mij in december 1974 het meest aansprak was die van 10cc. Het viertal Britten begon meer en meer "Beatlesiaanse" proporties aan te nemen en deze geweldige track uit de elpee 'Sheet Music' werd als single uitgebracht en stormde in dat jaareinde de BRT Top 30 binnen. Ze wisten mij, naast de knappe muziek, ook te bekoren met hun grappige teksten zoals o.m. "Ooh, when a romance depends on cliches and toupees and threepes..." of "Make up your own rhyme, don't rely on mine, 'cos it's sssssssssilly - silly - silly - silly"!
De song werd geschreven door dit duo maar zij hadden er geen hit mee.
Een grote hit in 1963.
Ten tijde van 'Lucifera' werd er op het podium gedanst in lichte outfit gebaseerd op het gelijknamig stripfiguurtje.
Jammer van het taalfoutje in de naam 'The Jordanaires'.
40 jaar geleden bleven films veel langer op de affiche dan nu. Zo ook met de Amerikaanse prent van Sam Peckinpah 'Pat Garrett & Billy The Kid' (1973) waarin naast o.a. Kris Kristofferson ook Bob Dylan meespeelde. Hij schreef de soundtrack en zijn indringende song 'Knockin' On Heaven's Door' werd later talloze keren gecoverd en in 1974 nog regelmatig op de radio gedraaid.
Dat was ook het geval met de film 'Jonathan Livingston Seagull', een geromantiseerde natuurfilm over het leven van een zeemeeuw uit het late najaar van 1973. De prent werd geregisseerd door Hall Bartlett en was gebaseerd op de gelijknamige novelle van Richard Bach. Gedurende heel het jaar 1974 stonden de hitlijsten vol met die muziek van Neil Diamond's soundtrack. Zoals deze haast religieuze songs 'Be' en 'Dear Father'.
1974 was ook het jaar van de Franse schandaalfilm 'Emmanuelle' die van de Nederlandse Sylvia Kristel op slag een ster maakte. Just Jaeckin regisseerde de controversiële softpornoprent die het hele jaar door, en nog lang daarna, gespreksonderwerp nummer 1 was. Pierre Bachelet zong het themanummer. In 1973 had hij in de hitlijsten gestaan als groepslid van The Peppers met 'Pepper Box' (de tune van Sportweekend op de BRT) en het jaar nadien als oprichter van de groep Resonance die een hitje scoorde met het instrumentale 'O.K. Chicago'. Onnodig te zeggen dat de verkoop van Thaïse rotanzetels vanaf het vertonen van de film in de lift zat!
De Amerikaanse prent 'The Way We Were' geregisseerd door Sydney Pollack werd in de VS al uitgebracht in oktober 1973, maar de première in Nederland vond pas plaats in mei 1974 en waarschijnlijk gelijktijdig in Brussel. Naast Robert Redford speelde Barbra Streisand ook een hoofdrol en zorgde zij voor een prachtige uitvoering van het titelnummer geschreven door Marvin Hamlisch. De soundtrack bevatte ook nog andere diverse muziek. Ze had met de gelijknamige titelsong een hit in de Verenigde Staten in de loop van het jaar 1974.
De Amerikaanse Maria Muldaur zorgde in 1974 voor een van de betere zomerdeuntjes op de radiogolven. Helaas geraakte ze met haar single 'Midnight At The Oasis' niet in onze hitlijsten, wat mij niet belette om een hele elpee van haar te kopen en dat werd dan 'Waitress In A Donut Shop' waarop ook een fantastische versie staat van 'Brickyard Blues', een song van Allen Toussaint die ik gisteren nog draaide in de versie van Three Dog Night. Heerlijke laidbackmuziek en laat de zomer nu maar komen.
Toen ik verleden maand een prachtige zonsondergang in Wadi Rum (Jordanië) meemaakte spookte deze formidabele song uit 1974 van de Canadese singer/songwriter door mijn hoofd. Wat is er mooier op aarde dan hemelse muziek en een fabelachtige natuur?
En dat brengt ons meteen in de maand december 1974 want toen werd de negende James Bondfilm uitgebracht. De Schotse Lulu had in het begin van dat jaar nog een hit gehad samen met David Bowie ('The Man Who Sold The World'). Deze titelsong geleek er sterk op (alhoewel niet muzikaal): 'The Man With The Golden Gun' werd geen hit voor haar (alhoewel ze haar best deed om vocaal op Shirley Bassey te lijken) en naar verluidt haatte John Barry zijn eigen compositie. De lyrics werden geschreven door Don Black.
Ike & Tina Turner kwamen in 1974 nog eventjes als duo in de onderste regionen van de Britse hitlijsten piepen met hun single 'Sexy Ida'. Niettegenstaande de slaggitaar van Ike zeer krachtig was kwam Marc Bolan van T. Rex hem met zijn gitaar bijstaan. Als echtpaar boterde het al lang niet meer en de scheiding zou niet lang meer op zich laten wachten...
Marc Bolan speelde trouwens ook gitaar op 'Baby Get It On' en 'Nutbush City Limits'. Hier is Part l:
De soulmuziek uit 1974 begon zich meer en meer om te vormen tot funk. Zoals in deze 'Don't You Worry 'Bout A Thing' van de neef van Ray Charles. Stevie Wonder leverde met de regelmatig van de klok steengoede elpees af en daarop stonden vele pareltjes, zoals deze meezinger.
The Crusaders had ik in 1970 leren kennen als The Jazz Crusaders. In 1974 bracht de Amerikaanse jazzrock-formatie een uitstekende live elpee uit. Hieruit draai ik het titelnummer 'Scratch'. De wereldwijde doorbraak zou pas jaren later een feit zijn dankzij een duet met Randy Crawford: 'Street Life'. Maar laat ons niet vooruit lopen op de feiten en nu genieten van deze heerlijke klanken. De bezetting bestond toen uit: Wayne Henderson, Wilton Felder, Joe Sample en Stix Hooper versterkt met hun vrienden Larry Carlton en Max Bennett.
De Amerikaanse groep met de krachtige stemmen wist zijn covers altijd heel keurig uit te kiezen. Zoals deze 'Brickyard Blues', ook wel 'Play Something Sweet' genoemd. In het najaar van 1974 was dit een hit in de Verenigde Staten en de compositie is van Allen Toussaint uit New Orleans.
Deze compositie is van Neil Diamond en stond ooit op de b-kant van een van zijn singles. Zijn orkestrale versie schitterde op de live elpee 'Hot August Night' en Percy Faith nam deze versie over met zijn orkest. De song werd in 1974 opgepikt door de piratenzenders in de Noordzee als tune voor hun programma's en de instrumental ging een heel eigen leven leiden...
Robert Palmer zat ooit in de formatie 'Vinegar Joe', samen met Elkie Brooks. Toch begon hij in 1974 te werken aan een solocarrière. Deze song stond op zijn gelijknamige elpee uit september 1974. De flamboyante zanger zou pas in 1978 doorbreken en telkens ik zijn naam zie moet ik glimlachen want dan denk ik aan dat naambordje in de Brusselse platenwinkel Music Mania waar de baas (een Gentenaar, nota bene) in hoofdletters "Robeir Palmeir" had geschreven. Want zo spraken de Franstaligen die naam uit... Deze compositie is er alweer eentje van Allen Toussaint en de gastmuzikanten op het album zijn niet de minsten: Allen Toussaint, The Meters, Art Neville, Lowell George van Little Feat, Cornell Dupree en Steve Winwood, om er maar enkelen te noemen.
Vandaag sluit ik deze reeks van 7 Angelsaksische songs af met een eendagsvlieg uit 1974. Jim Stafford scoorde nochtans een Top-10 hit met zijn 'Spiders And Snakes' in de Verenigde Staten. Bij ons flopte de single jammerlijk zodat ik hem enkele weken later al op de kop kon tikken voor 10 BEF in de afprijsbakken. De song duikt regelmatig op in een of andere muziekquiz.
Ike Turner was al nergens meer te bespeuren op de hoesjes...