************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
25-11-2012
Hardere geluiden, rock opera en gospel in 1970
Hardere geluiden, rock opera en gospel in 1970
Terwijl de muziek in Groot-Brittannië in 1970 aan het afglijden was naar pure commerciële pop kwamen er heerlijke rock/blues-geluiden uit Nederland. Jan Akkerman en Pierre van der Linden verlieten de band kort na het verschijnen van de eerste elpee om over te stappen naar Focus. Die formatie met Thijs van Leer als frontman (dwarsfluit, falsetto- en jodelstem) zag ik een jaar later in Vorst-Nationaal.
De rockopera van Pete Townshend uit 1969 beheerste een jaar later nog altijd de muziekscene. Getuige daarvan deze instrumentale versie van de ouverture van 'Tommy', gebracht door een groep studiomuzikanten o.l.v. producer Tom Sellers. In de zomer van 1970 bereikten ze met deze single een 16de plaats in de Amerikaanse charts.
Hardere rockgeluiden kwamen via de VS overgewaaid van de Canadees Neil Young die deze song schreef toen hij geplaagd zat met het griepvirus. Danny Whitten van begeleidingsband 'Crazy Horse' speelt een prominente rol in het geluid van de hele LP "Everybody Knows This Is Nowhere", waaruit de single "Cinnamon Girl" werd getrokken in april 1970.
En hoe zat het met de Belgische muziekscene? Uit het Aalsterse kwam een nieuwe groep die een oud nummer van Leiber & Stoller een moderner jasje aantrok en daarmee wekenlang in de hitparades stond, tot zelfs in Frankrijk! Tof geluid en een van mijn eerste singles.
Een Amerikaans singletje van een duo dat in 1970 een aantal keren werd gedraaid op 'Omroep Brabant' met veel trompetten en bongo's (zo hoor ik ze graag). Als het koortje invalt krijgt het geheel een sfeer van gospel, want als je goed luistert hoor je dat deze song gebaseerd is op "Amen".
Een hoesje met een taalfout: "Doomday" staat er gedrukt i.p.v. "Doomsday".
Tony Burrows is een Britse studiozanger die maar liefst 5 one-hit wonders op zijn actief heeft. Hij zong in het begin van de sixties bij een close harmony groep, The Kestrels, samen met Roger Cook en Roger Greenaway. Vervolgens zong hij bij The Ivy League, een groep die zich ontpopte tot The Flower Pot Men ("Let's Go To San Francisco" - 1967). In die band zaten ook Jon Lord en Nick Simper (latere leden van Deep Purple). Op 26 februari 1970 zong hij in 3 verschillende groepen en moest hij in een aflevering van 'Top Of The Pops' op de BBC van podium naar podium rennen, tot groot jolijt van het publiek. Dit was zijn eerste act:
Op 26 februari 1970 moest Tony Burrows zich na het inzingen van "Love Grows" reppen naar het volgend podium van TOTP om dit popdeuntje te lippen :
In april 1970 moest Tony Burrows weer opdraven in TOTP. Ditmaal voor een noveltysong (tevens een one-hit wonder): een "honky tonk pianissie"-lied geschreven door Albert Hammond en Mike Hazlewood. De song gaat over een duet tussen een metronoom en een piano. Burrows zingt hier met een stem die het midden houdt tussen Popeye en Wolfman Jack.
Op 29 januari 1970 kwam Jonathan King de Britse charts binnengestormd en een tijd later werd hij ook enkele malen gedraaid op onze radiozenders. Van het Amerikaans origineel (The Hombres - 1967) hadden we toen nog niet gehoord. Alweer een fragment uit TOTP met de onvermijdelijke presentator Jimmy Savile, die na zijn dood in een kwalijk daglicht is komen te staan.
Tony Burrows is de zanger die op 26 februari 1970 driemaal moest optreden in het Britse programma "Top Of The Pops".
Tony Burrows staat in het midden.
Tony Burrows staat uiterst links te zingen bij The White Plains.
Tony Burrows staat uiterst links op het bovenste fotootje.
Tony Burrows staat rechts bovenaan op het onderste fotootje.
De man die erin slaagde The Beatles van de eerste plaats te houden in de Britse charts van maart 1970 was geen zanger maar een acteur. De song kwam uit de film 'Paint Your Wagon' waarin hij weerwerk gaf aan Clint Eastwood en Jean Seberg. De muzikale western (een flop) heb ik nooit gezien maar meegeneuried met de aanstekelijke melodie en lekker laag meegezongen (vooral bij een verkoudheid) heb ik wel!
De b-kant van "Let It Be" werd dan maar regelmatig opgezet. Een knotsgek nummer in de traditie van de Marx Brothers en Monty Python. De opnames begonnen in mei en juni 1967 (ten tijde van Sgt. Pepper) en eindigden in 1969. Op 8 juni 1967 speelde Brian Jones van de Stones alt saxofoon. Het heeft niet veel gescheeld of dit werd de a-kant van een Plastic Ono Band-single. Deze versie is aanzienlijk langer dan de singleversie.
De opvolger van "Melting Pot" uit maart 1970 was meteen in schot in de roos. Madeline Bell en Roger Cook zingen hier prachtig samen en maken van dit nummer een vrolijke meezinger: "♫♫♫ a pee paw paw pa pa pa pa paw ♫♫♫...". Goeiemorgen!
Het collectief rond Alexis Korner brengt hier een cover uit het voorjaar 1970 van John Lee Hooker's song. Niet verwonderlijk want Korner werd de peetvader van de British Blues genoemd. "Boom Boom" stond op de b-kant van de single "Whole Lotta Love".
In mei 1970 bracht de Britse bluesformatie deze parel uit. Peter Green droomde na een drugsexperiment over een groene hond. Toen hij wakker werd was de slaapkamer volledig zwart en zag hij zichzelf de song schrijven. Na het succes van "Oh Well" (1969) kreeg "Rattlesnake Shake" enige airplay, zonder hitnotering evenwel. Met deze single was het weer raak.
De geweldige song van Led Zeppelin (oktober 1969) werd al snel gecoverd in 1970 door Collective Consciousness Society o.l.v. Alexis Korner die er een instrumentale versie van maakte met uitzondering van de weergalmende woorden "Way down inside, what more can you need?". Mickie Most was de producer en sommige leden van de band speelden ook bij Blue Mink. Het thema werd opnieuw opgenomen met sommige studiomuzikanten van CCS en het orkest van 'Top Of The Pops' o.l.v. John Cameron en gebruikt als tune voor TOTP, zo hoefden er geen wekelijkse royalties betaald te worden aan het platenlabel. Jimmy Savile presenteerde het programma ononderbroken van 1964 tot 1984.
In het najaar van 1969 werd deze single uitgebracht maar hij stond in het voorjaar van 1970 nog in de hitlijsten. Roger Coulam (orgel) vormde de band in de herfst van 1969 met Madeline Bell (vocals), Roger Cook (vocals), Alan Parker (gitaar), Herbie Flowers (bas) en Barry Morgan (drums). De meeste songs werden geschreven door het duo Roger Cook & Roger Greenaway. Toen al waren er problemen met de multiculturele samenleving in het Verenigd Koninkrijk en ik denk dat er nog veel in de smeltkroes zal moeten geroerd worden om 'koffiekleurige mensen' te bekomen.
Reginald Dwight was al een tijdje bezig met het inzingen van bekende hits voor de Britse serie LP's 'Pick Of The Pops'. Zijn debuutalbum "Empty Sky" uit 1969 was quasi onopgemerkt voorbijgegaan tot deze gospelsong uit januari 1970 plots mijn aandacht trok. In april 1970 zouden Roger Cook en Madeline Bell van Blue Mink meezingen op zijn tweede LP. De grote doorbraak voor Elton John zou er pas komen in oktober 1970 met een andere single, maar daarover later meer. "Holy Moses! ♪♪♪♫♫♫♪♪♪"...
Op 21 maart 1970 werd deze single van de Fab Four uitgebracht en de geruchten dat The Beatles zouden splitten begonnen meer en meer tot de fans door te dringen. De song heeft ook iets 'gospelachtigs', al is 'Mother Mary' niet Moeder Maria maar gewoon de overleden moeder van Paul McCartney. Na "Penny Lane" (1967) zou dit de tweede single van The Beatles worden die in het Verenigd Koninkrijk niet op nummer 1 zou terechtkomen. Wie daarvoor verantwoordelijk was, lees je morgen in deze blog.
Als bonus een volledige elpee uit 1970: 1. Midnight Cowboy 2. We Have All The Time In The World (from OHMSS) 3. Theme from Romance For Guitar & Orchestra (from Deadfall) 4. Who Will Buy My Yesterdays (from OHMSS) 5. Fun City (from Midnight Cowboy) 6. The Lion In Winter 7. On Her Majesty's Secret Service 8. Theme from The Appointment 9. Try (from OHMSS) 10. The More Things Change (written for OHMSS) 11. Afternoon 12. Born Free All tracks composed, arranged & conducted by JOHN BARRY. Harmonica played by Toots Thielemans. Hammond Organ played by Alan Haven.
Kort na het verschijnen van de single "Let It Be" verscheen dit krantenartikel. De droom was voorbij...
Toots Thielemans speelt mondharmonica op "Midnight Cowboy".
Als Belg en Brusselaar kan ik met fierheid zeggen dat Jean 'Toots' Thielemans een formidabele carrière heeft opgebouwd. Ik zag hem tweemaal optreden en het was telkens een feest.
Was er nog plaats voor muziek van eigen bodem in 1970? Jazeker, overgoten met een intro van strijkers die bijna anderhalve minuut duurt. Ongehoord in die tijd. Sommigen noemen het een doorslagje van "Daydream", anderen vonden het maar niks en ik vond het toch knap gedaan, die mix van popmuziek en klassieke muziek. Een serenade aan 't balkon...
In februari 1970 kwamen er heel andere geluiden, gebracht door een groep waarvan we de zanger pas in 1976 echt goed leerden kennen toen hij ons land vertegenwoordigde op het Eurovisiesongfestival. Pierre Raepsaet werd geboren in Elsene. Zijn vader was een Vlaming en zijn moeder was afkomstig uit Asturië (Noord-Spanje). Toen hij 10 jaar oud was verhuisde het gezin naar Verviers. Hij veranderde zijn naam in 'Rapsat' en bouwde een mooie solocarrière uit in Wallonië/Bxl, Frankrijk, Zwitserland en het Groot-Hertogdom Luxemburg.
Canzonissima met Anneke Soetaert, dat waren nog eens tijden! De Vlaamse zangeres werkte veel samen met de J.J. Band van Jess & James en werd verliefd op de toetsenist Scott Bradford. Ze trouwden en verhuisden naar de VS in 1970. Ondertussen zijn ze gescheiden maar Anneke heeft een nieuwe liefde gevonden en blijft in Florida wonen. Naar verluidt zou er een nieuwe cd op komst zijn; toch blijven haar fans een beetje verweesd achter...
Kwaliteitsvolle single uit 1970 van deze Antwerpse groep die ik een jaar later live zag optreden. In de bridge begint Luk Smets zowaar te scatten. De song wordt helaas maar al te vaak over het hoofd gezien door de samenstellers van muziekprogramma's. "Get back to the city!"...
In 1970 stond deze leuke meezinger op de 8ste elpee van Will Tura. Met een knipoog naar de veelvuldige vliegtuigkapingen die toen schering en inslag waren. In 1990 werd de song opnieuw een hit in de versie van Raymond van het Groenewoud t.g.v. 'Turalura', een collectief eerbetoon van Vlaamse zangers/zangeressen aan de lange en welgevulde carrière van Arthur Blanckaert.
Hier was ze blijkbaar al getrouwd met Scott Bradford van de J.J. Band.
Dat typisch gitaargeluid en de meteen herkenbare stem van John Fogerty en natuurlijk de formidabele ritmesectie: dat is CCR in een notendop. Dit is de ommekant van hun single "Who'll Stop The Rain" uit het voorjaar van 1970. Een 45 T-plaat met alweer een dubbele a-kant.
De hemelse geluiden kwamen dan weer uit Griekenland. Dat trio schudde de ene prachtige single na de andere uit de mouw. Moeilijk te geloven dat Demis Roussos vanaf 1973 zo'n volume zou aannemen. Al moest Vangelis qua gewicht niet voor hem onderdoen in 1970.
In februari 1970 werd in de VS de nieuwe single uitgebracht van Stevie Wonder met daarop deze song die de blinde zanger schreef in samenwerking met Henry Cosby en Sylvia Moy. Het huisorkest van Motown 'The Funk Brothers' en het 'Detroit Symphony Orchestra' zorgden voor de instrumentale omlijsting.
Eveneens in februari 1970 kwam de opvolger van "Little Green Bag" uit. De Nederlandse zanger Johannes Bouwens (zoals George Baker in het echt heet) brak zowaar door in de VS. Zijn debuutalbum verkocht daar als zoete broodjes.
In maart 1970 stond deze eendagsvlieg hoog in de Amerikaanse charts. De groepsnaam komt van 'jagger bush' wat zoveel betekent als 'struikgewas met doornen' in het dialect van Pittsburgh. De song gaat over een man die met halve leugens en onwaarheden (rapping) vrouwen probeert te versieren. Blijkbaar is het gelukt want op het einde van de song krijgt hij applaus...
Alweer een fantastisch album van CCR met erop vele hitsingles.
Op 31 januari 1970 stonden deze vijf broertjes op nummer 1 in de VS. Wilton Felder, bassist bij The Jazz Crusaders en de gitaristen David T. Walker, Louis Shelton en Don Peake geven hier van jetje. De broers uit Indiana werden ontdekt door Diana Ross en de toen 11-jarige Michael Jackson stond in het middelpunt van de belangstelling. Zou hij goed en wel beseft hebben waarover hij zong?
"Venus" van Shocking Blue stond in de VS op nr. 1 en daardoor kwam de single uit 1969 terug de Nederlandse hitparades binnengestormd. Hij strandde op de 2de plaats want het orgel van Feike Asma stond op 1 die 7de februari 1970. De tekst is van Gerrit den Braber, de muziek van Joop Stokkermans, het arrangement van Bert Paige en de trompetsolo van Jan Marinus. Van Ruud Eggenhuizen alias D.C. Lewis heb ik nadien niets meer gehoord tot ik vernam dat hij in april 2000 overleden was.
Alweer een hitsingle uit het tweede album van Chicago. Gitarist Terry Kath verzorgt hier de lead vocals. De song werd aanzienlijk ingekort als single om toch maar op de radio gedraaid te worden. James Pankow, de trombonespeler van de band, schreef tekst en muziek.
John Fogerty schreef een song over Woodstock, waar het in augustus 1969 drie dagen onophoudelijk bleef regenen... tot Jimi Hendrix het festival de vierde dag afsloot en op 18 augustus om 9 uur 's ochtends aan zijn optreden begon. Een historisch moment.