************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
01-07-2012
Nanker Phelge of Nanker/Phelge?
Nanker Phelge of Nanker/Phelge?
Toen The Rolling Stones in 1963 een compositie van Lennon/McCartney ("I Wanna Be Your Man") als single uitbrachten en er op de b-kant van dat singletje de groepscompositie "Stoned" stond (alhoewel oorspronkelijk per vergissing "Stones" gespeld), kwam Brian Jones op het idee die song te crediteren als "Nanker Phelge". Op sommige foto's trok vooral Brian een lelijk gezicht ("a nanker" in het Engels) en Jimmy Phelge was ooit een flatgenoot van hem geweest. Nanker/Phelge was dus een schuilnaam geworden voor een compositie van Mick Jagger, Keith Richards, Charlie Watts, Bill Wyman en Brian Jones. Soms werd Ian Stewart (de 6de Stone) eraan toegevoegd. Sommige composities van Nanker/Phelge zijn in de loop der jaren gewijzigd in "Jagger/Richards", vooral na het overlijden van Brian Jones en Ian Stewart en het vertrek van Bill Wyman. Zie ook naar de lijst van de Nanker Phelge composities in bijgaande link. Mijn eerste kennismaking met die vreemde naam was toen ik de single "Satisfaction" in 1965 omdraaide en daar "The Under Assistant West Coast Promotion Man" gecrediteerd zag staan als Nanker Phelge. Het was pas jaren nadien dat ik achter de waarheid kwam. Nanker/Phelge wordt dus op verschillende manieren gespeld.
Tony Burrows is een Brits sessiezanger die in het Guinness Book of World Records een vermelding kreeg omdat hij als leadzanger van verschillende groepen meer in de Britse en Amerikaanse hitlijsten heeft gestaan dan enige andere artiest. Zijn carrière begon als lid van de vocale harmoniegroep The Kestrels samen met het latere schrijversduo Roger Greenaway en Roger Cook. Vervolgens ging hij zingen bij The Ivy League. Hij was er nog steeds bij toen die groep van naam veranderde en zich omtoverde tot The Flower Pot Men. In 1967 had die band een geweldige hit: "Let's Go To San Francisco". Zowel Jon Lord als Nick Simper zaten ook in die groep en een jaar later sloten ze zich aan bij Deep Purple. In januari 1970 stond Brotherhood of Man in de hitlijsten met het nummer "United We Stand" en Burrows was de zanger. De groep die in 1976 het Eurovisiesongfestival won met "Save Your Kisses For Me" was niet meer dezelfde want de samenstelling wijzigde regelmatig. Ook Roger Greenaway maakte ooit deel uit van die formatie (1969-1971). In februari 1970 had een nieuwe popgroep een grote nummer 1: "Love Grows (Where My Rosemary Goes)". En wie was de leadzanger? Juist, Tony Burrows. In maart 1970 kwam het singletje "My Baby Loves Lovin'" van de White Plains de hitparades binnen met eveneens Burrows als leadzanger. In april 1970 bestormde een nieuw duo de hitparades met een noveltysong: The Pipkins met "Gimme Dat Ding" (volgens sommige bronnen de allereerste rapplaat). Dat duo bestond uit Tony Burrows en zijn makker Roger Greenaway. En in juli 1974 tenslotte zong Burrows de single "Beach Baby" van The First Class naar de hoogste regionen van de hitparades.
Op 26 februari 1970 gebeurde er iets onwaarschijnlijks: Tony Burrows moest driemaal optreden in Top Of The Pops van de BBC omdat Edison Lighthouse op nummer 1 stond en vervolgens moest hij de hits lippen van de White Plains en van Brotherhood of Man. Voorwaar een unicum!
Edison Lighthouse:
White Plains:
Brotherhood of Man:
The Kestrels: Tony Burrows en Roger Greenaway staan rond de microfoon.
The Flower Pot Men: Burrows staat tweede van links.
White Plains: Burrows zit tweede van links.
Novelty duo met Roger Greenaway en Tony Burrows (rechts). De song werd geschreven door Albert Hammond en Mike Hazlewood.