In 1989 zag zij het inderdaad niet meer zitten, geplaagd door emotionele en financiële problemen. Zij werd slechts 44 jaar oud. In de clip brengt zij 'La Chevalière d'amour'.
Uit diezelfde periode stamt deze single gebracht door onze Noorderburen die zich -in het begin althans- lieten inspireren door bands als 'Ides of March', 'Chicago' en 'Blood, Sweat & Tears'. Wat later schakelde de band (die reeds in 1968 werd opgericht als 'Take Five') over op pure "pretpop".
De drie broertjes Gibb hadden hun ruzies bijgelegd en met vereende krachten geraakten ze weer in onze hitparade van maart 1972. Het werd wereldwijd niet zo'n grote hit en daarom wordt hij bijna nooit meer op de radio gedraaid. Onterecht!
1972 is ook het jaar waarin de Moog synthesizer definitief doorbrak in de popmuziek. En dat zullen we geweten hebben! Er waren al pogingen geweest in de late jaren '60 van o.a. 'Walter Carlos (later Wendy Carlos)', 'The Beatles', 'Emerson, Lake & Palmer', 'Dozy, Beaky, Mick & Tich' en 'Giorgio Moroder'. Maar met deze cover verkocht de Britse band miljoenen singles over de hele wereld.
En de auteur Giorgio bracht zelf een cover uit in 1972 want in 1971 zong Michael Holm het origineel als 'Nachts scheint die Sonne'. Hier is dus de auteursversie waarop Chicory Tip zich baseerde:
In maart 1972 steeg de zoveelste single op rij van Slade naar de top van alle hitlijsten. Met hun aanstekelijke "clap your hands and stomp your feet"-muziek bereikten ze een heel groot deel van de toenmalige jeugd. Hun elpee 'Sladest' verkocht ook als zoete broodjes.
Ook dit was slechts een coverversie.
Giorgio bracht zijn auteursversie ook in 1972 uit maar na Chicory Tip.
Geloof het of niet: dit is de originele versie. Tekst: Michael Holm en muziek: Giorgio.
Wat werd er exact 41 jaar geleden op onze radiozenders gedraaid? In februari 1972 kwam dit Frans duo onze hitlijsten als nieuwkomer binnen. Eric Charden werd in Vietnam geboren en hij trouwde in 1966 met Annie Gautrat, die later de artiestennaam Stone aannam. Jammer genoeg scheidde het paar in 1974. Maar deze samenwerking van het duo 'Stone & Charden' was, zoals onze Zuiderburen dat zo mooi kunnen zeggen, "un vrai carton"!
Diezelfde maand was deze Britse glitterband ook een nieuwkomer in de BRT Top-30 met deze aanstekelijke meezinger gecomponeerd door het schrijvers- en producersduo 'Chinn & Chapman'. Vanaf 1972 gingen de jongens door het leven zonder lidwoord en stond er op de hoesjes gewoon 'Sweet' vermeld als groepsnaam.
Elvis kwam nog eens in onze hitparades binnen in februari 1972 en wel met een liveversie van deze song geschreven door het legendarisch componistenduo Barry Mann en Cynthia Weil. De versie van B.J. Thomas uit 1970 was al een hit geweest in de VS. Typisch voor deze versie is het vals einde, want net als je denkt dat het gedaan is, begint The King weer te zingen. De song stond op zijn LP 'That's The Way It Is' en werd als single uitgebracht in november 1971.
Maar de song die mij het meest ontroerde in februari 1972 (en nu nog) was deze nieuwkomer van een Amerikaanse folkrockgroep waarvan de hemelse samenzang mij herinnerde aan Crosby, Stills & Nash. De drie jongens waren zonen van Amerikaanse soldaten gelegerd in Londen. Zij werden geproducet door de legendarische George Martin, vaak de vijfde Beatle genoemd.
Het was al een tijdje geleden dat we nog iets over Sylvester Stone en zijn bende gehoord hadden maar met dit singletje kwamen ze onze hitlijsten binnengewandeld in januari 1972. Het bleef in de familie.
In februari 1972 kwam een fantastische maxi-single de BRT Top-30 binnengestoven. Hier stonden 4 songs op van de formidabele Spencer Davis Group uit de tweede helft van de jaren '60: 'Keep On Running', 'I'm A Man', 'Gimme Some Lovin'' en 'When I Come Home'. De groep was toen al lang gesplit maar de stem en het orgel van Steve Winwood deden nog altijd wonderen.
De nieuwe single van Marc Bolan en zijn kompanen deed ook in februari 1972 zijn intrede in onze hitparade. De song stond al op de elpee 'Electric Warrior', die het jaar voordien was uitgekomen. Hij vond direct zijn weg naar mijn platenverzameling, zodat ik de single niet eens hoefde te kopen.
Terwijl Rod Stewart nog altijd in de BRT Top-30 stond met 'Maggie May' kwam deze single van zijn groep de hitlijst binnengestormd in februari 1972. De compositie was er eentje van Ron Wood en Rod Stewart en zij rockte als de pest.
Op deze foto kijken ze allebei maar zuur. Zou er toen al een haar in de boter gezeten hebben?
De BRT Top-30 van januari 1972 stond nog bol van plaatjes uit 1971 en vandaag post ik 5 nieuwkomers uit die hitlijst. De eerste single is die van een nieuw duo dat bestond uit Lou Deprijck (die toen nog bij de R.T.T. werkte) en Sylvain Vanholme (die de Wallace Collection had verlaten). Zij zongen deze carnavalskraker deels in het Engels en deels in het Portugees. Slim gezien want Brazilië viel meteen voor deze twee Belgen. Pipou Lacomblez zou er pas later bijkomen maar het trio zou niet van naam veranderen.
In januari 1972 kwam deze meezinger van formaat de hitlijsten binnengestormd. Geschreven door Leo Caerts en Leo Rozenstraten (de man die ook 'Sperziebonen' schreef). Het werd zo'n monsterhit dat sommigen dachten dat dit het Spaanse volkslied was. Koningin Fabiola zal in haar nopjes geweest zijn!
De derde nieuwkomer in de BRT Top-30 van januari 1972 was een uitnodiging van deze Schotse popgroep om naar Sacramento te gaan. Er moet daar een microklimaat geheerst hebben want er was sprake van een "Indian spring". Dat doet mij denken aan die Antwerpenaar op citytrip in Londen. Hij wordt begroet door een Londenaar die hem vrolijk zegt "Spring is in the air!" waarop de Antwerpenaar laconiek antwoordt "Why should I ?".
Deze nieuwkomer uit januari 1972 was een heruitgave van een song uit 1959 waarmee Peter Koelewijn in 1960 wekenlang in de hitparades van de Benelux stond. Het zou niet de laatste keer zijn want in 1981 scoorde hij met zijn Rockets alweer met een liveversie van de legendarische song. In 1989 tenslotte kwam Koelewijn terug in de hitlijsten samen met het duo MC Miker G & DJ Sven met de Engelstalige versie 'Get Down The Roof Kid'. Deze song heeft hem alleszins geen windeieren gelegd.
Mark James schreef de song in 1968 en B.J. Thomas had er een hit mee in de VS in 1969. Deze Britse platenproducer, die Genesis en 10cc ontdekte, maakte er zijn eigen reggaeversie van en voegde er de indianenkreten 'ooga chaka' aan toe. Zijn versie uit 1971 kwam bij ons binnen in de BRT Top-30 van januari 1972. In 1974 maakte de Zweedse rockband 'Blue Swede' er een wereldhit van.
De groep die in 1971 de meeste singles verkocht in Europa was wellicht deze Schotse formatie met, de groepsnaam zegt het al, onschuldige popliedjes. Sally Carr was de leadzangeres en zij werd beroemd omwille van haar hotpants. In november 1971 kwamen zij met deze meezinger de BRT Top-30 binnengestormd.
Tegen 25 december 1971 stond deze Britse zanger heel hoog in de BRT Top-30 met zijn single geschreven door Neil Sedaka en Howard Greenfield. In het Verenigd Koninkrijk strandde hij op nr. 18 maar op het vasteland stond hij vaak op het hoogste schavotje. In 2005 werd de single opnieuw uitgebracht en toen kwam hij wel op nummer 1 in de UK Singles Chart.
In 1960 schreef Neil Sedaka 'Stairway To Heaven' maar die song heeft niets vandoen met deze legendarische compositie van Jimmy Page en Robert Plant. Bij mijn weten is hij nooit op single uitgekomen. Hij stond op het vierde album van Led Zeppelin uit november 1971 en eindigt elk jaar steevast in de hoogste regionen van allerhande lijstjes. Ik sluit dan ook hiermee het jaar 1971 af, waarin zowel commerciële als andere -minder toegankelijke- muziek werd uitgebracht.
Enkele scènes uit de film: een rijke stinkerd (Gainsbourg) rijdt met zijn Rolls Royce een fietsende lolita (Jane Birkin) omver en wordt verliefd op haar.
It's a stairway to heaven but a highway to hell...
Het vierde album van Led Zeppelin is titelloos en wordt daarom vaak aangeduid als Led Zeppelin IV.
Maar het was niet allemaal kommer en kwel in 1971. Luister maar eens naar deze vrolijke meezinger. Deze Britse 'harmony group' zong ook de Amerikaanse jingles van Coca-Cola in ("Things Go Better with Coke" en "It's The Real Thing"). Rod Allen was de leadzanger en bassist van The Fortunes en tevens de enige constante in deze band met enorm veel personeelswisselingen. Hij was lid van bij de start in 1963 tot aan zijn dood in 2008.
De Amerikaanse singer/songwriter Neil Diamond kende naast de talrijke heruitgaven van zijn werk uit 1967/68 bij het platenlabel Bang Records ook succes met recentere songs zoals deze mooie slow uit 1971. Hij was na een meningsverschil met platenbaas Bert Berns in 1968 overgestapt naar UNI (MCA Records). Zijn vroegste successen bij Bang Records werden geproducet door de legendarische songwriters Jeff Barry en Ellie Greenwich (Brill Building), die trouwens vaak de background vocals verzorgden op diverse songs.
In 1971 veranderde de soulmuziek uit de jaren '60 stilaan in funk. "The Hardest Working Man in Showbusiness" was daar een kampioen in. Die Amerikaanse singles werden via de Antwerpse haven geïmporteerd en elke zaterdag werden die dan gedraaid door deejay Willy Delabastita op de Belgische radiozender 'Omroep Antwerpen'.
Naast soul en funk was er ook plaats voor rhythm & blues in 1971. Het echtpaar werkte toen nog goed samen alhoewel Tina in 1969, na een hevige confrontatie met Ike, 50 valiums inslikte in een poging een einde aan haar leven te maken. Ze overleefde die wanhoopsdaad maar in 1976 vroeg ze na 14 jaar huwelijk de echtscheiding aan. Terug naar de muziek: Jessie Hill schreef deze rasechte Louisiana blues. ♫♫♫ Ooh Poo Pah Doo! ♫♫♫
Die blue jeans (spijkerbroeken met het motief van de Amerikaanse vlag) waren toen 'in'!
Marc Bolan werd in 1971 meer en meer de vaandeldrager van de glamrock al kreeg hij later hevige concurrentie van David Bowie, Wizzard, Sweet, Gary Glitter, Slade en anderen. De hoesfoto van de videoclip is misleidend want onderstaande song staat niet op de elpee 'Electric Warrior'. De single verkocht heel goed maar heeft voor mij toch een iets te hoog "lalala"-gehalte op het einde.
Het schrijvers- en producersduo Chinn & Chapman had de groep Sweet onder zijn vleugels genomen met een reeks van commerciële singles tot gevolg. Hieronder een optreden uit juni 1971 voor het Brits TV-programma 'Top Of The Pops' met de verschrikkelijke presentator Jimmy Savile (zowel qua uiterlijk als qua levensstijl).
Maar de vlag dekte de lading niet. Op de b-kanten van hun singles ontpopten de jongens van de groep Sweet zich tot hardrockers. Luister maar:
Een terechte zomerhit in 1971 in België voor deze Nederlandse band uit Voorburg. Met een zeer herkenbare gitaarintro. In 1961 werd de 'Sandy Coast Skiffle Group' opgericht die evolueerde tot de 'Sandy Coast Rockers' en uiteindelijk tot de beatgroep 'Sandy Coast'. De basgitarist was Jan Vermeulen en zijn broer was leadzanger èn de oprichter van de groep, m.n. Hans Vermeulen.
Uit het Verenigd Koninkrijk kwamen hardere rockgeluiden met die typische stem van Robert Plant. Alweer een misleidende hoesfoto op de videoclip want deze single werd getrokken uit de elpee 'Led Zeppelin IV' (alhoewel die geen titel draagt) en niet de debuutplaat uit 1969 met de brandende zeppelin. Jimmy Page, John Bonham en John Paul Jones geven hier ook van jetje.
Ravi Shankar vroeg aan zijn goede vriend George Harrison of hij het geteisterde volk uit Oost-Pakistan kon helpen. De ex-Beatle schreef een song die in juli 1971 uitkwam als single en organiseerde op 1 augustus 1971 een benefietconcert in de Madison Square Garden in New York City waar 40.000 toeschouwers op afkwamen. De supergroep bestond uit Harrison, Ringo Starr, Bob Dylan, Eric Clapton, Billy Preston, Leon Russell, Badfinger alsook Shankar en Ali Akbar Khan. Later dat jaar volgde een 3LP-Box en in 1972 een documentaire van Apple Films. UNICEF beheerde alle inkomsten die rechtstreeks naar Bangladesh gingen. Dit benefietconcert stond model voor latere events zoals o.m. Live Aid.
In 1971 werd de groepsnaam nog weergegeven als The Sweet. Iets later viel het lidwoord weg.
Harrison en Shankar hebben iets te bespreken.
De single uit juli 1971. Toen werd Bangla Desh nog in twee woorden geschreven.
Harrison en Dylan zingen samen op het benefietconcert.