************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
24-03-2013
Rock, chanson, glamrock, soul en OHW uit 1972
Rock, chanson, glamrock, soul en OHW uit 1972
De laatste loodjes wegen het zwaarst... Terug naar 1972: steengoede LP van Alexis Korner en zijn collectief simpelweg getiteld CCS, maar om verwarring te vermijden met de allereerste gelijknamige plaat uit 1970 wordt deze vaak aangeduid als CCS 2 alhoewel dat nergens op de hoes vermeld staat. De eerste LP wordt vaak omschreven als 'Whole Lotta Love' maar aangezien er van deze song ook een versie op de tweede plaat staat is er verwarring alom! Een eerste track hieruit die ook op single verscheen is 'Brother'.
De tweede track is, na 'Whole Lotta Love', alweer een cover van Led Zeppelin:
Als we nou eens zongen in plaats van te klagen over het slechte weer. Vannacht (zondag 24 maart 2013) is er een pak sneeuw van 8 cm uitgevallen in het Brusselse. Dat is geleden van eind maart 1952, toen ik nog in mijn wieg lag.Ik heb altijd een boon gehad voor deze Franse zanger, sinds zijn debuut in 1968. Hier is zijn heerlijke meezinger uit 1972.
Zeer vruchtbare samenwerking tussen David Bowie en Ian Hunter in 1972. Toen ik deze song voor het eerst hoorde dacht ik meteen aan Bowie en inderdaad hij schreef het nummer, zong in de achtergrond mee, speelde saxofoon en Mick Ronson zijn gitaarsound is sinds 'Ziggy Stardust' meteen te herkennen. Luister naar deze knappe alternatieve versie met mooie flarden tekst als "when I got T. Rex" en "with his Beatles and his Stones"...
De single uit 1970 (Part 1 + 2) stak natuurlijk al in mijn verzameling 45-toeren plaatjes en het duurde niet lang of deze live elpee uit 1972 kwam in mijn collectie langspeelplaten terecht. Het hele album is trouwens zeer de moeite waard. Hier volgen meer dan 12 minuten dansplezier! Hoedje af voor deze rasartiest!
Ik herinner mij levendige discussies indertijd. Was dit een onbekende zanger die Rod Stewart nabootste? In 1968 kwam een Australisch groepje overgevlogen naar Engeland met de bedoeling een single op te nemen. Aangezien de zanger van de band 'Python Lee Jackson' zich niet in staat voelde dit nummer te zingen werd een beroep gedaan op een sessiezanger. Rod Stewart probeerde toen solo door te breken en verhuurde zijn schuurpapieren stem in de studio's. De single werd in oktober 1970 uitgebracht en flopte. Een re-release in september 1972 had meer succes in het VK en Australië, vooral toen er op het hoesje "featuring Rod Stewart" werd bijgevoegd. Het mysterie was opgelost... Veel later voegde Rod the Mod het zelfs toe aan zijn compilatieplaten met grootste successen.
Alexis Korner (rechts) met Peter Thorup.
Het tweede album van Collective Consciousness Society (voor- en achterkant).
Alexis Korner, Herbie Flowers en Peter Thorup vormden de kern van C.C.S. Een hele rits studiomuzikanten uit de blues- en jazzwereld kwamen daarbij in de studio tijdens de opnames.
Countryrock in 1972. Naast o.a. The Byrds, Eagles, Nitty Gritty Dirt Band en Country Gazette waren daar ook de Flying Burrito Brothers met deze mooie cover van een compositie van Merle Haggard, die de gevaren bezingt van het snuiven van een lijntje cocaïne. In tegenstelling tot Gram Parsons leeft Haggard nog altijd. Hij is ondertussen 75 jaar oud.
Voor een derde en laatste fragment uit de debuutelpee van de Eagles heb ik gekozen voor dit mooie en rustige 'Peaceful Easy Feeling' uit 1972. De song werd geschreven door Jack Tempchin. Glenn Frey zingt lead vocal terwijl Bernie Leadon zorgt voor de tweede stem (vanaf het tweede refrein) en Randy Meisner vervolledigt deze prachtige driestemmige samenzang.
Deze single werd in 1972 getrokken uit de LP 'Nilsson Schmilsson' (november 1971) waarop o.a. de parels 'Without You' en 'Coconut' stonden. Maar deze schreeuwerige rocksong flopte toen jammerlijk. Luister vooral naar de pompende bas en de formidabele drumsolo.
Een stukje kokosnoot kan er bij mij altijd in:
Deze prachtige single uit 1970 was toen helaas een flop maar een re-issue uit 1972 bracht daar gelukkig verandering in. Als ik deze melodie hoor zie ik instinctmatig een ranke jonkvrouwe, in een lang wit gewaad gehuld, langs mistige vijvers rondzwerven.
Gisteren was het voor het eerst sinds een lange winter eindelijk lente en was ik van plan 'Een vrolijk lentelied' te posten. Het zal de versie uit 1990 (LP 'Hè Hè') worden, want die uit 1972 is van YouTube verwijderd. Meteen daaronder post ik ook 'Joke' uit hetzelfde jaar, dat toen niet alleen haar witte jurkje deed opwaaien maar ook veel stof want op het einde van dit lied trekt ze het uit! Hier is een livefragment uit 1974.
Daar is de lente, daar is de zon! [Dat begint hier al serieus te kriebelen...]
In 1967 schreef Michel Fugain de prachtige ballade 'Je n'aurai pas le temps' dat een jaar later door John Rowles als 'If I Only Had Time' werd uitgebracht. In 1972 richtte de Franse zanger 'Le Big Bazar' op en samen zongen ze over deze mooie romance. Een jaar nadien was het aan Ann Christy om in de Nederlandse vertaling te zingen over 'Een mooi verhaal'.
Countryrock begon in 1972 stilaan meer en meer ingang te vinden. Begonnen als backing band van Linda Ronstadt (t.e.m. 1971) gingen Don Henley, Glenn Frey, Bernie Leadon en Randy Meisner resoluut hun eigen weg en uit de eerste LP -simpelweg getiteld 'Eagles'- volgt hier een eerste fragment.
Als tweede track uit die debuutelpee kies ik voor deze betoverende vrouw:
John Carter schreef deze song samen zijn vrouw Gill en bracht het singletje uit onder de naam Kincade zonder dat er een groep bestond. Carter zong en speelde zelf gitaar. Het plaatje flopte in het VK in 1972 maar in West-Duitsland kwam het in de Top-3 terecht. Ook in Nederland, Zuid-Afrika, Scandinavië en Australië was het een hit en in België vaak te horen op de radio. Inderhaast werd een groep samengesteld rond zanger John Knowles die zich liet overhalen zijn naam te veranderen in John Kincade en op wereldtournee te gaan. Later probeerde de zanger het nog eens solo maar het bleef helaas bij deze "eendagsvlieg".
Deze Franse zangeres had met deze parel geen hit toen het plaatje uitkwam op 20 maart 1972. Elton John hoorde het en vroeg aan de Engelse zangeres Kiki Dee een cover op te nemen. Dat gebeurde in december 1973 en haar Engelstalige versie onder de titel 'Amoureuse' (!) kende enorm veel succes in 1974. Of Sanson dit chanson schreef voor Stephen Stills weet ik niet. Feit is dat ze met de Amerikaanse zanger/gitarist getrouwd was tussen 1973 en 1979 en dat ze er beiden een zoon aan overhielden, m.n. Chris Stills. In 1993 stapte hij ook in de muziekbusiness.
Toen ik deze hoes voor het eerst zag dacht ik aan een UFO die boven de cactussen hing.
Rariteit zowel in de betekenis van zeldzaamheid als in die van eigenaardigheid. "Oh, moeder wat is het moeilijk te rocken in het Nederlands!"... Niet dus voor Peter Koelewijn of Raymond van het Groenewoud die in 1972 met deze single bewees dat zijn groep 'Louisette' swingde als een tiet. Erik Van Neygen (ex-Motten Drizzle samen met een piepjonge Johan Verminnen en ex-Pendulum) kwam er pas in 1973 bij. "Vergeet nooit dat Maria erg veel van u houdt!"...
Rupert Holmes schreef deze song voor de groep die hij ontdekte. Het nummer ging over drie mijnwerkers die vastzaten na een instorting. Twee van hen gaven zich over aan cannibalisme tegenover de derde kompel. Prompt werd de single verbannen in de VS maar hij kwam toch terecht in de Billboard Hot 100 en kreeg bij ons enige airplay in 1972. Holmes zou internationaal doorbreken in 1979 met zijn 'Escape (The Pina Colada Song)'. Later vertelde hij dat Timothy in feite een eend was...
In april 1972 bracht deze Amerikaanse singer/songwriter zijn elpee 'Still Bill' uit. Ik kies vandaag eerst en vooral voor 'Lean On Me' dat ook als single werd uitgebracht. Iedereen heeft iemand nodig.
In september 1972 bracht de platenmaatschappij deze tweede single uit de LP 'Still Bill' op de markt en dat is dan ook mijn tweede keuze uit deze plaat:
De Britse singer/songwriter Labi Siffre bracht in 1972 de steengoede elpee 'Crying Laughing Loving Lying' uit met daarop dit juweeltje dat jà ren later nog bekender werd in de versie van de ska/popgroep 'Madness' (1981). Hier is dan ook de enige, echte original:
Deze Belgische studiomuzikanten scoorden een 'one-hit wonder' in de VS in 1972 en toentertijd werden ze ook regelmatig gedraaid in de Brusselse discotheken. In 1958 hadden ze tijdens de Expo al een grote hit met 'Eso es el amor'. Gaston Bogaert was de bandleider en de song dook in 1997 nog eens op in de film 'Boogie Nights'.
Raymond van het Groenewoud (links op de foto) was in 1972 een hevige fan van Peter Gabriel, toen nog lid van de artrockgroep Genesis.
De heruitgave van 1979.
De prachtige elpee die ik jaren later op de kop kon tikken, zij het in de cd-versie.
The Chakachas (soms ook vermeld als Les Chakachas of Los Chakachas) stonden zelden of nooit op hun hoezen. Zij maakten bijgevolg vaak gebruik van schaarsgeklede of naakte fotomodellen.
De LP 'Wild Life' werd gereleased op 7 december 1971 maar het was pas in januari 1972 dat er daaruit regelmatig tracks op onze radiozenders werden uitgezonden. De groep Wings bestond toen uit Paul McCartney met zijn vrouw Linda, drummer Denny Seiwell en Denny Laine, de voormalige leider van de Moody Blues. Mijn keuze uit dat album valt vandaag op de geweldige titelsong.
Op 19 februari 1972 bracht Wings deze protestsong uit n.a.v. Bloody Sunday in Noord-Ierland op 30 januari 1972. Ondertussen had McCartney de Ierse gitarist Henry McCullough aan zijn band toegevoegd. De single werd prompt verbannen door de BBC, zowel op radio als op TV. McCullough kwam in november 2012 nog in het nieuws toen hij na een hartaanval verkeerdelijk dood werd verklaard door de BBC. Hij overleefde het infarct, maar hij zal waarschijnlijk nooit helemaal recupereren. Zijn broer werd kort na het uitbrengen van de controversiële single afgeranseld. Op de b-kant staat de instrumentale versie, de enige ooit op het Applelabel. De song werd bij de heruitgave op cd aan het album 'Wild Life' toegevoegd, samen met nog andere bonustracks.
Een laatste track uit dat fantastisch album 'Sail Away' (mei 1972). Dit is de auteursversie want de song kende ik nog uit 1967 toen The Alan Price Set daar een hit mee scoorde. Later bracht Nilsson ook zijn versie uit. Fozzy Bear van The Muppets zette op deze vrolijke tonen eveneens zijn beste beentje voor. Deze videoclip werd live opgenomen voor het Duits TV-programma 'Musikladen' in 1975.
Elke woensdagnamiddag luisterde ik in 1972 naar Francine Arnaud van de RTBf waar zij in haar radioprogramma 'Generation' de nieuwste elpees ontleedde (*). Muziek die niet of nauwelijks op de BRT aan bod kwam. Zo herinner ik mij deze opwindende track uit de LP 'Argus' van de Britse rockgroep 'Wishbone Ash'. (*) Zie link onderaan.
Phillip Goodhand-Tait, de Britse singer/songwriter, bracht in 1972 de langspeelplaat 'Songfall' uit met daarop de wondermooie song 'Leon' die ik pas in 1974 leerde kennen in de versie van Euson uit Aruba en heel populair in Nederland. Ook Roger Daltrey zou in 1978 zijn versie uitbrengen, maar dit is de enige originele uitvoering!
Op de cover van de elpee stonden geen groepsnaam noch titel.
Na Bloody Sunday schreef Paul McCartney inderhaast een protestsong. Het werd hem niet in dank afgenomen!
Perfecte symbiose: zowel Randy Newman als Nilsson profiteerden van elkaars talent om bekend te worden in de muziekbusiness.
Zoals beloofd elpeemuziek uit 1972. Uit het album " Smokin' " dat opgenomen werd na het vertrek van Peter Frampton, zodat Steve Marriott weer in het middelpunt van de belangstelling stond. Hij krijgt hier hulp van Stephen Stills op het orgel en hij mag ook rekenen op diens achtergrondstem. De LP werd de bestverkochte van Humble Pie. Frampton zou wereldwijd doorbreken in 1976 met zijn dubbele liveplaat.
De enige echte originele versie van het geweldig nummer 'You Can Leave Your Hat On' uit de LP 'Sail Away' (mei 1972). Het sarcasme druipt van de song af, iets wat ik mis in de latere coversies van de Jess Roden Band (uit 1976 en niettegenstaande Newman hier zelf op meespeelt) en die van Joe Cocker uit 1986 in de film '9½ Weeks' van Adrian Lyne, gebruikt tijdens een striptease. De fantastische slidegitaar op de original is van Ry Cooder.
De LP 'Talking Book' bevatte naast 'Superstition' nog andere parels, zoals deze ballade bijvoorbeeld. De grootste hit uit het album zou pas in maart 1973 onze hitlijsten veroveren. Maar deze song uit oktober 1972 blijft mijn favoriet. Stevie Wonder schreef hem samen met Yvonne Wright, neemt alle zangpartijen voor zijn rekening en bespeelt alle instrumenten zelf (!). It's not a wonder, it's a miracle!
Twee nieuwe namen om te onthouden in november 1972: Donald Fagen en Walter Becker. Uit de LP 'Can't Buy A Thrill' met op de hoes een rij straatmadelieven die hun klanten staan op te wachten. De hoes werd in het katholieke Spanje van Franco meteen vervangen door een concertfoto van de groep. ♫♫♫ "I'm a fool to do your dirty work, oh yeah!" ♫♫♫...
Ook een mooie cover uit 1978:
Eveneens uit november 1972 is de elpee 'Transformer' van Lou Reed, ex-Velvet Underground en nu geproducet door David Bowie en Mick Ronson. Naast de single die uit deze 33-toerenplaat werd getrokken zijn er nog drie nummers die ik uitgekozen heb. Maar die post ik later wel. En wie goed luistert hoort Bowie als backing vocalist.
Tweemaal Lou Reed op de achterflap: eenmaal als travestie en andermaal als macho.
Vandaag, maandag 18 maart 2013, moet ik weer eens de lof bezingen van de Fab Four. Ik kon het niet laten want al meer dan 50 jaar zijn zij mijn favoriete popgroep. Meer kan ik er ook niet over kwijt... Luister en kijk liever mee naar onderstaande videoclips!
Grappige tekening met een knipoog naar Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band.
Een van de mooiste tekeningen die ik ooit van The Beatles gezien heb.
Vandaag schenk ik aandacht aan de buitenbeentjes in de popmuziek van het jaar 1972. De Canadees R. Dean Taylor is er zo een. De song is waarschijnlijk bekender in de VS, Canada en Europa dan in New Mexico zelf. Vrolijke meefluiter om de dag mee te beginnen, ook in 2013.
Wie de afgelopen weken goed opgelet heeft zal gemerkt hebben dat 'Crunchy Granola Suite' op de B-kant stond van de single 'Stones' uit het najaar van 1971. Na de proloog van 3:10 minuten begint de eigenlijke song. Dit is de liveversie uit de LP 'Hot August Night' (1972). Doet dit geen belletje rinkelen? In 1974 nam het orkest van Percy Faith een instrumentale versie op die door de piratenzender Radio Veronica als tune werd gebruikt.
John Lewis schreef deze leuke meestamper uit 1971. Toen werd het geen hit maar in de zomer van 1972 kwam de single toch in de Britse charts terecht en bijgevolg hoorde ik hem ook een aantal keren hier op de radio. Leuke eendagsvlieg met het geluid van de accordeon en rondvliegende meeuwen die doet denken aan 'In The Summertime' van Mungo Jerry uit 1970. Componist en zanger John Lewis ontpopte zich later tot Jona Lewie.
De Sutherland broers werden pas een paar jaren later bekend toen ze een pact gesloten hadden met de groep 'Quiver' en tevens omdat Rod Stewart deze song coverde in 1975. Deze sound die door merg en been gaat werd bij ons geen hit in 1972. Toch mag ik hem in geen geval over het hoofd zien.
Maar het echte buitenbeentje uit 1972 was deze experimentele, psychedelische en progressieve bewerking van de apocalyps volgens Apostel Johannes, in een dubbelelpee gegoten door Vangelis Papathanassiou. Aphrodite's Child was al lang gesplit toen deze cultplaat uitkwam. Demis Roussos koos resoluut voor de commerciële hitsingles en drummer Loukas Sideras bracht ook een elpee en een single uit, zij het met veel minder succes. Toetsenist/componist kortte zijn naam in tot Vangelis en begon vanaf 1973 bekende filmmuziek uit te brengen. Daarover later meer!
Nog een track:
John Lewis aka Jona Lewie scoorde later ongewild een grote kersthit.
Tekening op de achterzijde van de LP. Typisch geval van vluchtmisdrijf. Hit and run!