************Populaire muziek van de vorige eeuw tot nu************
20-03-2013
LP-tracks en protestsong uit 1972
LP-tracks en protestsong uit 1972
De LP 'Wild Life' werd gereleased op 7 december 1971 maar het was pas in januari 1972 dat er daaruit regelmatig tracks op onze radiozenders werden uitgezonden. De groep Wings bestond toen uit Paul McCartney met zijn vrouw Linda, drummer Denny Seiwell en Denny Laine, de voormalige leider van de Moody Blues. Mijn keuze uit dat album valt vandaag op de geweldige titelsong.
Op 19 februari 1972 bracht Wings deze protestsong uit n.a.v. Bloody Sunday in Noord-Ierland op 30 januari 1972. Ondertussen had McCartney de Ierse gitarist Henry McCullough aan zijn band toegevoegd. De single werd prompt verbannen door de BBC, zowel op radio als op TV. McCullough kwam in november 2012 nog in het nieuws toen hij na een hartaanval verkeerdelijk dood werd verklaard door de BBC. Hij overleefde het infarct, maar hij zal waarschijnlijk nooit helemaal recupereren. Zijn broer werd kort na het uitbrengen van de controversiële single afgeranseld. Op de b-kant staat de instrumentale versie, de enige ooit op het Applelabel. De song werd bij de heruitgave op cd aan het album 'Wild Life' toegevoegd, samen met nog andere bonustracks.
Een laatste track uit dat fantastisch album 'Sail Away' (mei 1972). Dit is de auteursversie want de song kende ik nog uit 1967 toen The Alan Price Set daar een hit mee scoorde. Later bracht Nilsson ook zijn versie uit. Fozzy Bear van The Muppets zette op deze vrolijke tonen eveneens zijn beste beentje voor. Deze videoclip werd live opgenomen voor het Duits TV-programma 'Musikladen' in 1975.
Elke woensdagnamiddag luisterde ik in 1972 naar Francine Arnaud van de RTBf waar zij in haar radioprogramma 'Generation' de nieuwste elpees ontleedde (*). Muziek die niet of nauwelijks op de BRT aan bod kwam. Zo herinner ik mij deze opwindende track uit de LP 'Argus' van de Britse rockgroep 'Wishbone Ash'. (*) Zie link onderaan.
Phillip Goodhand-Tait, de Britse singer/songwriter, bracht in 1972 de langspeelplaat 'Songfall' uit met daarop de wondermooie song 'Leon' die ik pas in 1974 leerde kennen in de versie van Euson uit Aruba en heel populair in Nederland. Ook Roger Daltrey zou in 1978 zijn versie uitbrengen, maar dit is de enige originele uitvoering!
Op de cover van de elpee stonden geen groepsnaam noch titel.
Na Bloody Sunday schreef Paul McCartney inderhaast een protestsong. Het werd hem niet in dank afgenomen!
Perfecte symbiose: zowel Randy Newman als Nilsson profiteerden van elkaars talent om bekend te worden in de muziekbusiness.
Zoals beloofd elpeemuziek uit 1972. Uit het album " Smokin' " dat opgenomen werd na het vertrek van Peter Frampton, zodat Steve Marriott weer in het middelpunt van de belangstelling stond. Hij krijgt hier hulp van Stephen Stills op het orgel en hij mag ook rekenen op diens achtergrondstem. De LP werd de bestverkochte van Humble Pie. Frampton zou wereldwijd doorbreken in 1976 met zijn dubbele liveplaat.
De enige echte originele versie van het geweldig nummer 'You Can Leave Your Hat On' uit de LP 'Sail Away' (mei 1972). Het sarcasme druipt van de song af, iets wat ik mis in de latere coversies van de Jess Roden Band (uit 1976 en niettegenstaande Newman hier zelf op meespeelt) en die van Joe Cocker uit 1986 in de film '9½ Weeks' van Adrian Lyne, gebruikt tijdens een striptease. De fantastische slidegitaar op de original is van Ry Cooder.
De LP 'Talking Book' bevatte naast 'Superstition' nog andere parels, zoals deze ballade bijvoorbeeld. De grootste hit uit het album zou pas in maart 1973 onze hitlijsten veroveren. Maar deze song uit oktober 1972 blijft mijn favoriet. Stevie Wonder schreef hem samen met Yvonne Wright, neemt alle zangpartijen voor zijn rekening en bespeelt alle instrumenten zelf (!). It's not a wonder, it's a miracle!
Twee nieuwe namen om te onthouden in november 1972: Donald Fagen en Walter Becker. Uit de LP 'Can't Buy A Thrill' met op de hoes een rij straatmadelieven die hun klanten staan op te wachten. De hoes werd in het katholieke Spanje van Franco meteen vervangen door een concertfoto van de groep. ♫♫♫ "I'm a fool to do your dirty work, oh yeah!" ♫♫♫...
Ook een mooie cover uit 1978:
Eveneens uit november 1972 is de elpee 'Transformer' van Lou Reed, ex-Velvet Underground en nu geproducet door David Bowie en Mick Ronson. Naast de single die uit deze 33-toerenplaat werd getrokken zijn er nog drie nummers die ik uitgekozen heb. Maar die post ik later wel. En wie goed luistert hoort Bowie als backing vocalist.
Tweemaal Lou Reed op de achterflap: eenmaal als travestie en andermaal als macho.
Vandaag, maandag 18 maart 2013, moet ik weer eens de lof bezingen van de Fab Four. Ik kon het niet laten want al meer dan 50 jaar zijn zij mijn favoriete popgroep. Meer kan ik er ook niet over kwijt... Luister en kijk liever mee naar onderstaande videoclips!
Grappige tekening met een knipoog naar Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band.
Een van de mooiste tekeningen die ik ooit van The Beatles gezien heb.
Vandaag schenk ik aandacht aan de buitenbeentjes in de popmuziek van het jaar 1972. De Canadees R. Dean Taylor is er zo een. De song is waarschijnlijk bekender in de VS, Canada en Europa dan in New Mexico zelf. Vrolijke meefluiter om de dag mee te beginnen, ook in 2013.
Wie de afgelopen weken goed opgelet heeft zal gemerkt hebben dat 'Crunchy Granola Suite' op de B-kant stond van de single 'Stones' uit het najaar van 1971. Na de proloog van 3:10 minuten begint de eigenlijke song. Dit is de liveversie uit de LP 'Hot August Night' (1972). Doet dit geen belletje rinkelen? In 1974 nam het orkest van Percy Faith een instrumentale versie op die door de piratenzender Radio Veronica als tune werd gebruikt.
John Lewis schreef deze leuke meestamper uit 1971. Toen werd het geen hit maar in de zomer van 1972 kwam de single toch in de Britse charts terecht en bijgevolg hoorde ik hem ook een aantal keren hier op de radio. Leuke eendagsvlieg met het geluid van de accordeon en rondvliegende meeuwen die doet denken aan 'In The Summertime' van Mungo Jerry uit 1970. Componist en zanger John Lewis ontpopte zich later tot Jona Lewie.
De Sutherland broers werden pas een paar jaren later bekend toen ze een pact gesloten hadden met de groep 'Quiver' en tevens omdat Rod Stewart deze song coverde in 1975. Deze sound die door merg en been gaat werd bij ons geen hit in 1972. Toch mag ik hem in geen geval over het hoofd zien.
Maar het echte buitenbeentje uit 1972 was deze experimentele, psychedelische en progressieve bewerking van de apocalyps volgens Apostel Johannes, in een dubbelelpee gegoten door Vangelis Papathanassiou. Aphrodite's Child was al lang gesplit toen deze cultplaat uitkwam. Demis Roussos koos resoluut voor de commerciële hitsingles en drummer Loukas Sideras bracht ook een elpee en een single uit, zij het met veel minder succes. Toetsenist/componist kortte zijn naam in tot Vangelis en begon vanaf 1973 bekende filmmuziek uit te brengen. Daarover later meer!
Nog een track:
John Lewis aka Jona Lewie scoorde later ongewild een grote kersthit.
Tekening op de achterzijde van de LP. Typisch geval van vluchtmisdrijf. Hit and run!
Tijd om even stil te staan bij parels die niet noodzakelijk onze hitlijsten haalden in 1972. De song stond op de LP 'Harvest' en werd ook als single uitgebracht met als b-kant 'The Needle And The Damage Done'. Young schreef hem speciaal voor de huisbewaarder van zijn ranch. James Taylor (op 6-string banjo) en Linda Ronstadt zorgen voor de prachtige achtergrondstemmen.
Deze "oude man" stond op het prachtig album 'Sail Away', ook al uit 1972. Op meesterlijke wijze, die hem zo eigen is, vertelt Randy Newman over een grijsaard die op sterven ligt, eenzaam en verlaten, zonder iemand om hem bij te staan. Alleen de componist is er om hem een hart onder de riem te steken. Aangrijpend...
Op de elpee 'All Together Now' uit 1972 stond deze parel geschreven door Rod Argent en Chris White. Het vroeger lid van The Zombies viert op deze lange versie zijn kunsten bot op het Hammondorgel. De herkenbare baslijn doet denken aan 'Let There Be More Light' van Pink Floyd. Kop omhoog want dit is classic rock!
Oordeel zelf maar:
Deze Amerikaanse singer/songwriter bracht in 1972 een parel van een song uit. Op deze single krijgt hij bijstand van Jesse Ed Davis op gitaren terwijl David Crosby en Graham Nash zoals altijd zorgen voor de o, zo mooie achtergrondstemmen. De pessimistische song gaat over een man die zoveel tegenslagen gekend heeft dat hij vreest geen gevoelens meer te hebben. Vreemd genoeg was het de cover van de Jackson Five die een hit werd in Europa.
Toen Stevland Hardaway Morris deze parel schreef was hij slechts 22 jaar oud. De drumbeat werd hem geschonken door Jeff Beck die zijn eigen versie later opnam met de groep 'Beck, Bogert & Appice'. De song stond op zijn LP 'Talking Book' uit oktober 1972 en zou pas in februari 1973 een hit worden in het VK. Best zwarte katten vermijden en niet onder ladders lopen, vandaag. Classic funk!
September 1972 was voorbijgevlogen. Mijn dagen werden gevuld met solliciteren maar zolang mijn legerdienst niet achter de rug was moest ik niet rekenen op een vaste betrekking. Behalve dan tijdelijke jobs zoals op het Uitvinderssalon in het Rogiercentrum en op het Voedingssalon aan de Heizel. Lynsey de Paul zorgde voor mijn gezellige achtergrondmuziek in oktober 1972. Oei, lag daar niet teveel suiker op mijn pannenkoek?
De zomer was al voorbij in oktober 1972 en toch kwam dit leuke plaatje binnengevlogen in de BRT Top-30. Die vrouwelijke stem herkende ik meteen want dat was de beschermelinge van Paul McCartney. Mary Hopkin had zich inderdaad in dit trio geïntegreerd. Het bleef bij dit one-hit wonder. Wist ik toen veel dat het bijna een exacte kopie was van een Amerikaanse hit uit 1958.
Nog zo'n typisch herkenbare stem is die van Noddy Holder. Niet alleen deze single uit oktober 1972 maar ook de elpee 'Slayed?' verkocht als zoete broodjes. Let the good times roll!
Het grootste commercieel succes uit oktober 1972 was waarschijnlijk weggelegd voor de Brit Les Humphries die in West-Duitsland woonde samen met zijn gospelzangers. De melodie is gebaseerd op een oud lied uit 1957: 'Battle of New Orleans'. Het origineel is van Jimmy Driftwood en gebaseerd op een traditional. Deze leraar geschiedenis schreef de tekst al in 1936. Arnold Rypens vermeldt dit: covers van Johnny Horton (1959), Lonnie Donegan (1959), Vaughn Monroe (1959), Homer & Jethro (1959) [parodie als 'The Battle Of Kookamonga'], Brothers Four (1964), Harpers Bizarre (1968), Les Humphries Singers (1972) [zelfde melodie gebruikt in hun hit 'Mexico'], Eric Weissberg (1973) [als 'The Eight Of January' in film Deliverance; 8 januari 1815 was de datum van de historische Battle of New Orleans], Floyd Cramer (1973), Nitty Gritty Dirt Band (1974), Buck Owens (1975), Barefoot Jerry (1976), Bill Haley & The Comets (1979), Big Audio Dynamite (1988) [gedeeltelijk in 'The Battle Of All Saints Road'], Gerard Cox (2002) [als 'Het gras is nergens groener dan bij Feyenoord'], Asleep At The Wheel (2003) [als 'Eight Of January'].
Toen ik deze wondermooie intro met de wah-wah gitaar voor het eerst hoorde was ik meteen verkocht. Larry Knechtel was oorspronkelijk sessiegitarist maar maakte toen deel uit van de Amerikaanse softrockgroep 'Bread' met de zoetgevooisde David Gates als leadzanger. Knechtel speelde gitaar bij o.a. Simon & Garfunkel, Duane Eddy, The Beach Boys, The Mamas & the Papas, The Monkees, The Partridge Family, The Doors en Elvis Presley. In oktober 1972 voelde ik mij ook een beetje 'The Guitar Man', op luchtgitaar dan.
Lynsey de Paul was naast zangeres en componiste ook fotomodel. En dat stak ze niet onder stoelen of banken.
Zo schreef ze ook 'Storm In A Teacup' dat een hit werd voor The Fortunes'.
Lynsey de Paul op latere leeftijd.
Mary Hopkin uit Wales.
Ze trouwde niet met Paul McCartney maar met Tony Visconti, sinds de jaren '70 de medewerker/producer van David Bowie.
Een bonte bende hippies die zo uit de cast van de musical 'Hair' leken te komen.
Verder kwam de glitterband Sweet opnieuw de hitlijsten binnen in september 1972 met de zoveelste single geschreven door Nicky Chinn & Mike Chapman. De sound klonk al een beetje ruiger want dit was de eerste single waarop enkel leden van Sweet speelden. Voor de gelegenheid zijn ze voor hun optreden bij Top Of The Pops uitgedost als indiaan.
Het was al enkele jaren geleden dat Johannes Bouwens met zijn groep een grote hit had gescoord. Die kwam dan de hitparade binnen in september 1972. Voor wie het zich mocht afvragen, hij was onder andere onderweg naar Mexico en New York City.
De voormalige Beatle bracht de LP 'Some Time In New York City' op de markt met daaruit deze single die ook in september 1972 de charts binnenstormde. Ondanks de Dolle Mina's uit de jaren '60 en het algemeen verkregen stemrecht voor de vrouw vond Lennon dat zij nog altijd gediscrimineerd werd net zoals... een zwarte. Hij kreeg meteen weer de wind van voren omdat hij het aangedurd had het woord 'nigger' te gebruiken en moest zich komen verantwoorden in de Dick Cavett Show. De single werd dan ook hier en daar geboycot.
Een kort fragment uit The Dick Cavett Show:
Maar een "echte" nieuwkomer uit september 1972 was deze Nederlandse zanger met een heus pleidooi om niet overdreven veel alcohol te gebruiken. Het gevoel van een "kater" wordt hier op zeer originele manier met muzikale klanken weergegeven. Het nummer werd trouwens in 1999 gebruikt in een campagne tegen drankmisbruik. Harm Douwe Breemer, zoals hij in het echt heette, is de enige Nederlander die in zijn land een hit scoorde in drie verschillende talen: in het Engels (deze nr. 1), in het dialect uit Veluwe ('Guus') en in het Nederlands ('Hollanders'). De begeleidingsband op deze single was 'Unit Gloria'.
New York City moet zowat de meest bezongen stad ter wereld zijn want ze komt driemaal voor in dit bericht.
Mijn favoriete Griekse popgroep 'Aphrodite's Child' was helaas gesplit al zou hun laatste LP nog uitgebracht worden in 1972. Vangelis draaide aan de laatste knoppen in de studio terwijl de zanger, na zich een flinke baard aangemeten te hebben en na een flink pak kilo's aangekomen te zijn, regelrecht de commerciële toer opging, inclusief bouzouki's! Hij kwam dan ook regelrecht de Top-10 binnengeduikeld in september 1972.
Ondertussen kwam uit Italië deze mooie smeekbede van Peppino di Capri gericht aan ene Roberta. Het werd dan ook een veelgedraaide slow vanaf september 1972. Helaas bleef het bij deze ene hit. Deze Napolitaan is actief sinds 1958 en hij fungeerde als openingsact tijdens de tournee van The Beatles in Italië in het jaar 1965.
De Nederlandse popgroep The Cats stoften een oude song af en hadden daar een grote hit mee in september 1972. De componisten zijn Larry Russell/Inez James/Buddy Pepper. Anita O'Day bracht de original uit in 1953 en de covers kwamen van Les Paul & Mary Ford (1953), Guy Lombardo (1953) , Beverley Sisters (1953), Luis Mariano (1954) [als Vaya Con Dios (Que Dieu pense à toi)], Slim Whitman (1955), Blue Diamonds (1961), Drifters (1964), Al Martino (1964), Charlie & Inez Foxx (1968), Tony Orlando & Dawn (1972), The Cats (1972), Millican & Nesbitt (1973), Freddy Fender (1976), Jeff Beck (2011). [Met dank aan Arnold Rypens]. Gelukkig heeft de groep van Dani Klein nooit een song opgenomen met als titel 'The Cats' of de verwarring zou nu groot zijn.
De mooiste slow, voor mij althans, kwam in die maand september 1972 van de Griekse popgroep Axis, die met deze tweede hit bewees geen eendagsvlieg te zijn. Er kwam echter bij mijn weten nooit een derde succes.
En of ik het nog weet! Net of het eergisteren was. In september 1972 vernam ik dat Willy, tijdens een personeelsfeest en zo fier als een De Gieter, mijn verloofde ten dans had gevraagd. Gelukkig had hij geen lieve woordjes in haar oren gefluisterd, want daarvoor was hij toen veel te schuchter. Anders had ik de hulp ingeroepen van zeven kanjers van matrozen! Dit was de Vlaamse zomerhit van 1972.
De opvolger van 'Après toi', haar overwinningsnummer op het Eurovisiesongfestival van 1972, liet niet lang op zich wachten. Jammer genoeg had deze single minder succes en viel hij in die zomer een beetje tussen de plooien. Nochtans hoorde ik dit melancholisch lied veel liever.
Een onwaarschijnlijke nummer 1 in de Britse hitlijsten van 15 april tot 20 mei. Deze single kwam in de zomer van 1972 zowaar ook even piepen in de onderste regionen van onze hitparade. Enkel voor de liefhebbers van muziek met Schotse doedelzakken.
Een andere onwaarschijnlijke hit uit september 1972 is een moderne bewerking van dit jazznummer uit 1939. Onze ouders waren natuurlijk enthousiast want zij kenden 'In The Mood' nog uit hun jeugd. Hier is een oudere versie dan die van 1972.
Maar de allerleukste plaat uit september 1972 vond ik deze 'Cave Man'. Na The Troggs, Tyrannosaurus Rex en de 'Neanderthal Man' was het nu tijd voor de 'Troglodyte' in de popmuziek. ♫♫♫ "Sock it to me!" ♫♫♫...
Op 1 september 1972 werd deze single van David Bowie uitgebracht. De Britse zanger was begin dat jaar uit de kast gekomen als biseksueel. De song gaat over een homoseksuele relatie waarin een van beide partners met een meisje danst en de andere geruststelt. De videoclip werd geweigerd door de BBC en de single werd in de VS niet uitgebracht vanwege te geriskeerd. Hij wordt wel algemeen gezien als een mijlpaal in 's mans carrière.
Gilbert O'Sullivan bleef maar hitsingles uit zijn mouw schudden. Hij gooide zijn pet en zijn bretellen weg, liet zijn haar groeien en weg was zijn imago van schooier uit een of andere film van Charlie Chaplin. Dit is zijn single die in september 1972 in onze hitparade stond, met een knoert van een onomatopee in de titel en meteen een tongbreker voor menig deejay.
Norman Smith was nog geluidstechnicus geweest in de Abbey Road-studio's. Zo werkte hij met The Beatles, Pink Floyd, The Pretty Things en Barclay James Harvest. John Lennon gaf hem ooit de bijnaam "Normal". Smith had "Hurricane" gekozen als artiestennaam omdat zijn stem klonk als een orkaan. En inderdaad, echt mooi gezongen is dit niet maar de saxofoon mag er best wel zijn. In september 1972 was deze single dan ook een van de 30 best verkochte plaatjes in onze contreien.
Mijn tijdelijke job bij een reisagentschap tijdens de maand augustus 1972 was met succes afgelopen, maar het was niet makkelijk ander werk te vinden zolang mijn legerdienst niet was vervuld. Gelukkig kreeg ik in september een uitnodiging voor "3 dagen Klein Kasteeltje". De keuring was na anderhalve dag al afgelopen en ik moest nog een paar maanden geduld uitoefenen. De tijd van studeren was in elk geval afgelopen en Vincent Furnier maakte dat dan ook duidelijk via de radiogolven.
Samen met Willy Delabastita van Omroep Antwerpen was deze dansplaat ook een van mijn favorieten uit september 1972. De single werd grijsgedraaid in de jeugdhuizen en discotheken en mijn verloofde en ik konden onze danskunstjes dan ook wekelijks bijschaven op deze funky tonen. Hit it!
De single werd later omstreeks 1977, in volle discoperiode, nog eens uitgebracht.
Ondertussen zijn we aangekomen in de periode eind juli/begin augustus 1972 met deze Nederlandse band uit Zaandam, waarvan de sound mij herinnerde aan 'The Greatest Show On Earth' ("Real Cool World"). Droevig verhaal over de welbekende olifant maar de blazerssectie imiteert perfect het geluid van de dikhuid. Sorry, Jumbo!
En plots stond iedereen te huppelen op de tonen van 'Pop Corn', een oude song uit 1969 geschreven door Gershon Kingsley. Er waren verschillende versies in omloop, waaronder ook die van 'Hot Butter' maar het was die van Anarchic System die het pleit won en het meest gedraaid werd in augustus 1972. De synthesizer was goed op weg om de gitaar in de popmuziek te verdringen. En wat zal het zijn: popcorn met suiker of met zout?
De originele song uit 1969:
Nog een beetje gepofte maïs:
Deze zomertrein van de Nederlandse band 'Sandy Coast' kwam, ondersteund met een melancholische mondharmonica, de BRT Top-30 van begin augustus 1972 binnengereden. In 1974 splitte de groep en richtten de broers Hans en Jan Vermeulen 'Rainbow Train' op. Tuut zei de trein en het station vertrok...
Deze populaire en melancholische song over een zomerliefde werd geschreven door Peter Udell en Gary Geld. De originele uitvoering van The Four Voices uit 1960 was geen hit maar de cover van Brian Hyland uit 1962 wel. In 1968 nam Gary Lewis, de zoon van de Amerikaanse komiek Jerry, met zijn Playboys ook een versie op maar de jongeren onder ons herinneren zich vast en zeker nog die van Jason Donovan uit 1989. In augustus 1972 had Bobby Vinton alweer succes met deze slow.
Deze Britse orkestleider en pianist had in 1965 al een hit gescoord met 'Cast Your Fate To The Wind' als onderdeel van Sounds Orchestral en in juli 1972 deed hij die prestatie solo nog eens over met het wondermooie 'Sleepy Shores'. Lasagna en pizza's waren toen schering en inslag op het slaperige lido aan het Gardameer in het Noorden van Italië. De vakantie zat er bijna op en het echte leven zou pas in augustus beginnen met mijn allereerste job.
In juli 1972 stond Louis Neefs met deze tranentrekker in de BRT Top-30. Muziek/tekst: Harry Van Hoof, Tom Bos, Mirjam Gispen, Toon Gispen. Orkest Harry Van Hoof. Productie: Peter Koelewijn.
Deze voormalige keeper van Real Madrid kreeg in 1968 een ongeval en toen hij maanden met zijn been in het gips lag kreeg hij een gitaar en won hij meteen het Internationaal Songfestival in Benidorm. In 1969 startte zijn carrière als charmezanger. Hij werd 4de op het Eurovisiesongfestival van 1970 en in juli 1972 had-ie meteen zijn eerste Europese hit te pakken met deze ode aan Galicië. Deze single stond dan ook maandenlang in onze hitlijsten genoteerd.
Raar maar waar: Procol Harum stond weer in de belangstelling. Niet alleen door het live album met het Edmonton Symphony Orchestra en daaruit de single 'Conquistador' maar ook door de heruitgave van de allereerste single uit die prachtige lange zomer van 1967. Ook dit was muziek die uit de luidsprekers schalde in juli 1972.
Maar terug thuis uit Italië spitste ik mijn oren toen deze klanken uit mijn transistor spatten. De platenindustrie had de song, die volgens de geldende normen te lang werd bevonden, in twee stukken geknipt. In de maand juli 1972 kwam de A-kant de BRT Top-30 binnengeschoten als een asteroïde en hier is de volledige versie van die glitterrock: Part 1 & 2.
Op het San Marcoplein in Venetië kostte een cola omgerekend 75 BEF in juli 1972, veel duurder dan een glas wijn. Al bij al was mijn vakantie aan het Gardameer geslaagd want vanuit Italië had ik gesolliciteerd en in augustus kon ik al voor een maand tijdelijk aan de slag in een reisbureau, in afwachting van mijn legerdienst. Deze Faces spatten toen regelmatig uit de radio want hun LP 'A Nod Is As Good As A Wink... To A Blind Horse' uit november 1971 stond nog altijd genoteerd bij de best verkochte platen. "Back to the basics of rock & roll" moeten Rod Stewart, Ron Wood en hun makkers gedacht hebben want zij plukten uit het repertoire van Chuck Berry: 'Memphis, Tennessee'.
Deze Amerikaanse singer/songwriter stond op een eenzame hoogte. Zijn composities waren stuk voor stuk pareltjes. Ik leerde ze kennen via o.a. The Alan Price Set, Three Dog Night, Dusty Springfield en Nilsson. Hier is de Grootmeester zelf uit zijn prachtige elpee 'Sail Away', uitgebracht in mei 1972. Ik kon hem pas op de kop tikken in het voorjaar van 1973 in Krefeld, West-Duitsland.
Het debuutalbum van Roxy Music verscheen in juni 1972 met daarop deze bizarre track. 'Bob' was niet de afkorting van 'Bijzondere Opsporingsbrigade' (een afdeling van de Rijkswacht) maar van 'the Battle of Britain'. Je kan trouwens in de bridge machinegeweer en ontploffingen horen. Een nieuwe muziekvorm was geboren: "artrock"!
Ze zagen eruit alsof ze van een andere planeet kwamen. Roxy Music was de nieuwste sensatie en hun debuutsingle werd in augustus 1972 uitgebracht. Langzaam maar zeker wijzigde hun muziek van artrock naar meer toegankelijke glamrock. Hier is een videoclip van 'Top Of The Pops' uit de maand september. De jongeren van toen stonden er toch maar ietwat onwennig bij.
"All hands on deck, we've run afloat, I heard the captain cry..." Normaal gezien hou ik niet erg van live uitvoeringen, maar voor deze uitvoering maak ik graag een uitzondering. Zoals eerder vermeld komt de LP uit november 1971 maar dankzij de single 'Conquistador' kwam deze geweldige song weer in de belangstelling in de zomer van 1972. Ik luister nogmaals met veel plezier en met een krop in de keel naar deze liveversie van de Britse band en het geweldig Edmonton Symphony Orchestra. Hoor ik daar enkele meeuwen in de achtergrond schreeuwen?
Deze poster met foto's van wilde braspartijen en naakte groupies stak alleen bij de eerste vinylpersing van de elpee en is dus een collector's item geworden.
In maart 1972 bracht de Britse heavy metalband Deep Purple zijn 6de album uit met als eerste single daaruit 'Never Before' maar het was vooral de b-kant die mij aansprak. 'When A Blind Man Cries' staat niet op de elpee 'Machine Head' en werd live bijna nooit gebracht. Reden daarvoor was dat Ritchie Blackmore het nummer niet graag hoorde.
In mei 1972 bracht de Amerikaanse singer/songwriter Randy Newman het album 'Sail Away' uit met daarop, naast de titeltrack, ook schitterende nummers zoals o.a. 'Lonely At The Top', 'Simon Smith And The Amazing Dancing Bear', 'Old Man', 'Political Science', 'You Can Leave Your Hat On' en 'God's Song (That's Why I Love Mankind)'. Luister vooral naar deze satire op de Amerikaanse slavenhandel.
Ondertussen waren Brian Eno en Bryan Ferry met hun maten met heel andere muziek bezig. In juni 1972 kwam het debuutalbum uit dat eveneens 'Roxy Music' als titel meekreeg. Het was in het begin wel wennen want die kerels waren hun tijd vèr vooruit. Vooral bij de saxofoonklanken van Andy Mackay moest ik mijn oren spitsen. In augustus kwam dan de eerste single uit, maar daarover later meer, want die stond niet eens op deze eerste elpee.
'Van the Man' had zijn dierbaar Belfast ingewisseld voor de VS en stak zijn bewondering voor zwarte artiesten en soulmuziek niet onder stoelen of banken. Hier is de zeer dansbare openingstrack van zijn fantastisch album 'Saint Dominic's Preview' uit juli 1972.
In oktober 1972 kwam de 8ste elpee van de Britse band 'Ten Years After' uit met hieruit de gelijknamige titeltrack. Als ode aan Alvin Lee, de razendsnelle gitarist, die ons enkele dagen geleden helaas veel te vroeg heeft verlaten. Rock and roll is here to stay!
Juli 1972: net afgestudeerd met nog uitstel van dienstplicht tot 1975. Dan maar een brief geschreven naar de gouverneur van Brabant (toen nog niet gesplitst) om vervroegd opgeroepen te worden. De uitnodiging naar het Klein Kasteeltje volgde spoedig. Maar eerst nog twee weken vakantie in Italië. En ondertussen stond, oh toeval, deze knappe single in de BRT Top-30.
In diezelfde periode (juli 1972) kwam deze Nederlandse zanger binnengeslopen in de Vlaamse hitlijsten met zijn ode aan alle roodharige meisjes. Deze draai ik dan ook speciaal voor mijn lief nichtje, Lisa.
Terwijl ik genoot van de Italiaanse zon kwam de uitnodiging voor het Klein Kasteeltje binnen. Ik mocht mij in september 1972 gedurende 3 dagen laten keuren. En alsof de duivel ermee gemoeid was stormde deze luitenant onze hitlijsten binnen in de maand juli. Voorwaarts, mars!!!
Welke muziek was toen populair in Italië? CCR met 'Pendulum' uit 1971 werd grijsgedraaid in het hotel maar ook 'Cosmo's Factory' uit 1970 en George Harrison met zijn single 'Bangla Desh' uit 1971 stond toen heel hoog in de Top-5. En Lucio Battisti natuurlijk. Maar thuis kwam deze single van Ezekiel Christopher Montanez de Top-30 binnen. Tijdens een tournee doorheen Engeland in 1963 samen met Tommy Roe en The Beatles sprak Montez deze legendarische woorden: "Who are these guys The Beatles?"...
De song 'Conquistador' stond reeds op de debuutelpee van Procol Harum uit september 1967 (!) maar het was de liveversie die in juli 1972 in onze hitparades stond genoteerd. De Britse band kreeg hier ondersteuning van het Edmonton Symphony Orchestra. In 1973 kocht ik de hele elpee in West-Duitsland voor slechts 5 DM. Een of andere onverlaat had toch wel een gaatje geknipt in de hoes, zeker? Gelukkig niet in het vinyl!
In de hoek van deze hoes werd een gaatje geknipt omdat deze elpee slechts 5 Deutsche Mark kostte.
In 1972 hing er ook niet-commerciële muziek in de ether en die kwam dan niet in de hitparades terecht. Toch kent bijna iedereen dit Keltisch deuntje uit Bretagne. De jongeren onder ons weten nu waar Manau voor zijn 'Tribu de Dana' de mosterd ging halen. Alan Cochevelou (Alan Stivell), meester van de Keltische harp, en gitarist Daniel Le Bras (Dan Ar Braz) verspreidden de volksmuziek van onze voorouders tot in Groot-Brittannië. Over het Kanaal droegen o.a. Fairport Convention, Lindisfarne en Pentangle ook hun steentje bij tot het bekendmaken van dit soort wereldmuziek.
Ook deze elpeetrack kwam niet in onze hitlijsten maar stond wel op 'Harvest' uit 1972. De song werd live opgenomen in de Royce Hall UCLA in 1971 en Young schreef hem speciaal voor zijn vrienden Danny Whitten (uit zijn vroegere begeleidingsgroep 'Crazy Horse') en Bruce Berry (zijn roadie) die hij tenonder zag gaan aan hun heroïneverslaving. Deze niet mis te verstane boodschap mocht helaas niet baten want hij verloor zijn twee beste vrienden. Na hun dood schreef de Canadese bard speciaal voor hen 'Tonight's The Night'.
Deze openingstrack van de elpee 'The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars' werd ook niet als single uitgebracht; die eer was weggelegd voor 'Starman'. Bowie had zijn lange haren vaarwel gezegd en liep in 1972 rond met een kortgeknipte en rechtopstaande rode haardos, want hij was 'Ziggy Stardust' geworden. Het personage 'Ziggy' was gebaseerd op de Britse rock-'n'-rollzanger Vince Taylor. Mick Ronson bediende de gitaren en de piano en zorgde voor de backing vocals en het vioolarrangement op dit conceptalbum. De song ging over de laatste vijf jaren vóór de vernietiging van de Aarde. Artrock of glamrock was nu de nieuwe muzikale richting van David Bowie geworden.
Van over de grote plas kwamen ook artrock-geluiden van deze Amerikaanse singer/songwriter die voorheen deel uitmaakte van de cultgroep 'The Nazz'. Hij schreef deze song als een hommage aan Laura Nyro en Carole King. In de VS werd Rundgren bij zijn derde soloplaat 'Something/Anything?' uit 1972 gelauwerd als de nieuwe popster maar toch heeft hij -bij mijn weten- nooit in onze hitlijsten gestaan. Als producer oogstte hij dan weer wel succes met o.a. Meat Loaf ('Bat Out Of Hell') en ook als songschrijver met 'Can We Still Be Friends' dat een grote hit werd voor Robert Palmer.
Deze instrumentale track stond in 1972 ook niet in onze hitparades maar werd wel grijsgedraaid in de Brusselse discotheken rondom de Beurs. Coffey was de enige blanke gitarist die bij de 'Funk Brothers' speelde en die dus te horen is op Motown-hitsingles van o.a. The Supremes, The Temptations, Edwin Starr en Freda Payne. Hier is Dennis Coffey met zijn 'Detroit Guitar Band' en met de formidabele Bob Babbitt op bas!
De meester van de Keltische harp.
Zou die song dan toch op de b-kant van een single gestaan hebben?
Het alterego van Bowie heette nu Ziggy Stardust.
Ziggy was gebaseerd op de Britse rocker Vince Taylor.
Dennis Coffey in 1971.
Dennis Coffey op veel latere leeftijd maar nog altijd met die schitterende gitaar!
1 juli 1972: grote veranderingen op til want ik was onlangs naar een andere gemeente verhuisd, met succes afgestudeerd en klaar om te vertrekken naar Italië voor een deugddoende vakantie. Wat hing er toen nog in de lucht? Een tweede golf van een rock & roll-revival (na die van 1968) en "The Killer" nam het voortouw met een nieuwe versie van J.P. Richardson's 'Chantilly Lace' uit 1958. The Big Bopper was zijn pseudoniem en hij kwam om het leven tijdens die fatale vliegtuigcrash in februari 1959. Maar genoeg met die treurige herinneringen: terug naar deze leuke rocker. ♫♫♫ 'Oh baby, that's what I like!' ♫♫♫...
Ik ben even de tel kwijt want dit was de zoveelste single van die ruige Britten die hun wortels in feite ook in de rock-'n-roll hadden steken, weliswaar met een snuifje glitter erbij. Slade kreeg concurrentie van andere glamrock-acts zoals o.a. Wizzard, Sweet, T. Rex, Suzi Quatro, Mud, Smokie, Gary Glitter, Roxy Music en David Bowie, maar niemand verkocht meer platen in de jaren '70. 'Take Me Bak'Ome' stond in onze hitlijsten in juli 1972.
In die periode hing er ook veel rook in de lucht. Deze overbekende song werd al in 1933 geschreven voor de musical 'Roberta' maar de bekendste versie is die van The Platters uit 1958. De Britse studiogroep 'Blue Haze' overgoot de song met een reggaesausje en een hit was geboren! Deze songtitel doet mij altijd denken aan 'Als de rook om je hoofd is verdwenen' van Boudewijn de Groot. "Uche, uche!"...
Die Ierse zanger met zijn rare pet en zijn piano kwam in juli 1972 weer eens de BRT Top-30 binnengewandeld met een zeer leuke popsong over het huwelijk. ♫♫♫ 'Marriage: join together two people, for better or for worse...' ♫♫♫ - That's matrimony!
De tijd vliegt snel, gebruik hem wel. Ondertussen is mijn teletijdmachine halverwege 1972 aangekomen en dit was nieuw in de BRT Top-30 van de maand juni: uit Groot-Brittannië de glam- of glitterrock van de groep Sweet. Met hun aanstekelijke meezingers geschreven door het duo Nicky Chinn en Mike Chapman kregen ze bijna iedereen aan het dansen.
Uit Amerika kwamen toen heel andere geluiden, zoals van deze singer/songwriter die midden jaren '60 hits schreef voor andere artiesten. Sinds 1970 brak hij in West-Europa door en begon zijn solocarrière als een trein te lopen. En dat was heus geen Fyra...
En op deze single van het Nederlands duo begin je spontaan mee te neuriën. Willem en Sjoukje braken met de hulp van producer en componist Hans van Hemert zowaar door in de Verenigde Staten. ♫♫♫ A-huma-huma-huma, huma-huma-huma-huma hey! ♫♫♫
Deze luchtgitaar uit juni 1972 klonk als een sitar en Buddy Joe uit Mexico wist niet meer wat hij met het goud had aangevangen. Deze Nederlandse rockband uit Den Haag werd opgericht in 1961 (!) en was goed op weg om door te breken in de VS. Een jaartje later was dat een feit en op deze pagina's is dat voor over een paar weken. Tot morgen voor meer muziek uit de maand juni 1972.
'Let's' is de samentrekking van 'let us' zodat 'Come Let Us Sing Us Hallelujah' een grammaticale fout is. Beter ware geweest: 'Come Let Us Sing Hallelujah' of 'Come Let's Sing Now Hallelujah'.
In mei leggen alle vogeltjes een ei en dat geldt ook voor de muzikale maand mei 1972. Naast de 5 plaatjes van gisteren schud ik vandaag nog 5 deuntjes uit mijn mouw, ook uit diezelfde periode. Hier zijn The Cats uit Volendam met dat typisch stemgeluid van Piet Veerman en onze Noorderburen nodigen ten dans uit: 'Let's dance and have a good time together'!
De ballon ging nog altijd op voor deze vier Britten die gek waren van blues, rhythm & blues, folk, hardrock, heavy metal en goeie ouwe rock-'n-roll. En dat was goed te horen op deze single die in mei 1972 de BRT Top-30 binnenstormde.
'Alea iacta est' ofte 'de teerling is geworpen'. The Rolling Stones waren niet van plan zich de titel van grootste rock-'n-rollband van de wereld te laten afpakken. Ze brachten de steengoede dubbelelpee 'Exile On Main Street' uit èn deze opwindende single. De LP bevatte verschillende genres muziek zoals r&r, blues, soul, R&B, gospel en country.
Maar de beste herinneringen uit mei 1972 hou ik over aan deze wonderlijke en melancholische klanken van de mellotron en natuurlijk de stem van Jerney Kaagman. "Alone again - Feeling very sad - Left with your memories - Is it really worthwhile?" Yes it is!
Er deed zich iets raars voor in de BRT Top-30 van de maand mei 1972. Na een paar weken verdween de single 'Samson and Delilah' uit de lijst en plots was die Schotse groep er weer met de b-kant van dat plaatje. Via Italië veroverden ze Europa en Latijns Amerika met hun pretentieloze popmuziek. Opmerkelijk is wel dat het onderwerp in deze song een transseksueel is, m.a.w. een man die na een operatie een vrouw is geworden. Sally Carr zingt dan ook geregeld "she's a woman" in de song. The Kinks deden het hen al voor in 1970 met 'Lola' en die transseksuelen heb ik van nabij gezien in Thailand. Dana International uit Israël is ook zo'n voorbeeld daarvan en zij/hij veroorzaakte ook een storm in een glas water tijdens haar/zijn optreden op het Eurovisiesongfestival van 1995.
"Het wordt weer eens tijd om een single uit te brengen" moet deze zingende drummer gedacht hebben in mei 1972. Het was iets stiller geworden rond zijn drie ex-makkers uit The Beatles. Hij mepte er dan ook vrolijk op los.
En plots kwam een stelletje ongeregeld de BRT Top-30 binnen in mei 1972 met een compositie van Shel Silverstein. Een onvervalste Amerikaanse tranentrekker, zeg maar smartlap, en zó "over the top" gezongen dat het weer leuk wordt. Ik zie Ray "Eye Patch" Sawyer alias Dr. Hook in de telefooncel muntjes in het toestel stoppen...
Het was een tijdje stil geweest rond deze legendarische Amerikaanse zanger toen hij in mei 1972 plots verscheen in onze hitlijsten samen met het 'Evangel Temple Choir' als backing vocalisten. Er hangt een speciale sfeer rond dit nummer geschreven door Jerry Reed in 1968, want telkens ik dit hoor ben ik ontroerd en blij tegelijkertijd.
Ook Elvis Presley nam ooit een versie op van deze song: