Inhoud blog
  • Bezinning bij de derde zondag van de Advent
  • WOENSDAG IN DE TWEEDE WEEK VAN DE ADVENT
  • TWEEDE ZONDAG VAN DE ADVENT
  • EEN GEDACHTE BIJ DE ADVENT
  • BIJ DE EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Doorheen de dagen
    Ervaringen besproken
    11-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    AAN DE GROENENDIJK …


    Prille vorst tekent
    kille witte
    slierten

     

    Zaligem ontwaakt
    met koude adem
    uit zijn slaap
    de herder is binnen
    gebleven

     

    In stille eenzaamheid
    markeert natuur
    idyllische schoonheid

     

    Vers zijn ze geploegd
    omliggende akkers
    wachtende op een
    voedende, stralende,
    zinderende
    zon,....


    Patrick Rottier















    11-11-2019 om 18:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    08-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 10 NOVEMBER

    32ste ZONDAG  C – 10 NOVEMBER 2019

    ‘EEN GOD VAN LEVENDEN’

     

    In deze novemberdagen – nu er in de natuur zoveel is dat afsterft, en wij onze overleden geliefden gedenken – brengen de lezingen ons een moeilijke vraag aan: wat gebeurt er met ons, als ons lichaam sterft?

    Ieder van ons heeft daar wel al mee te maken gehad; het kan zijn dat we dan hulpeloos waren, bij een onverwacht, voortijdig heengaan.  Misschien zagen we ook geen toekomst meer… en leek ons leven toen zinloos, zonder verdere waarde of betekenis.

    Onze gelovige visie op deze eeuwige vraag van ‘leven, doodgaan … en wat dan’ kunnen we samenvatten in enkele krachtige en overduidelijke Bijbelse oneliners, zoals Paulus bijvoorbeeld schrijft  ‘Gij zijt niet als mensen, die geen hoop hebben.’ Of deze troostende, hoopvolle woorden van Jezus zelf: ‘Hij is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen in leven’ .

     

    Wanneer de tweede broer aan de beurt is,

    roept hij vlak voor hij sterft de koning toe:

    ‘U bent een booswicht

    die ons aardse leven wegneemt.

    Maar onze God is een koning die ons

    – omdat we Hem trouw zijn gebleven –

    na onze dood opwekt tot een nieuw en eeuwig leven.’

    (Uit het tweede boek der Makkabeeën 71,9)

     

    Enkele Sadduceeën,

    die ontkennen dat er een opstanding is,

    kwamen naar Jezus toe en vroegen hem:

    ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven:

    als een gehuwd man sterft

    zonder dat zijn vrouw kinderen heeft nagelaten,

    moet zijn broer met die vrouw trouwen

    en nakomelingen verwekken voor zijn broer.

    Nu waren er eens zeven broers …

    (Lucas 20,27-38)

     

     ‘DAT ANDERE LEVEN … ?’

    Het evangelie dat dit weekeinde wordt gelezen lijkt de komische toer op te gaan. Er staat daar een vrouw in de hemel te pronken met zeven mannen! Het zijn de Sadduceeën die dit nummertje opvoeren om het geloof in het leven over de dood belachelijk te maken. Want zelf geloven ze daar niet in. In een typisch rabbijns twistgesprek met Jezus proberen ze hem te strikken. Het verrijzenisgeloof wordt het voorwerp van een discussiespelletje.

    Maar op vandaag is dit geloof letterlijk doodernstig. Kort na de aanslagen van 11 november 2001 in de VS – morgen dus precies 18 jaar geleden – schreef een zekere professor Richard Dawkins uit Oxford daarover een uitdagend artikel. Hij stelt dat uiteindelijk het vaste geloof in een leven over de dood heen de oorzaak was van die terreurdaden. Een stelling die we later ook kunnen doortrekken naar de gruweldaden van ‘IS’. Want – zo schrijft Dawkins – de zelfmoordpiloten van toen waren extreme moslimfundamentalisten die onwrikbaar vast geloofden dat ze als martelaars triomfantelijk in het paradijs zouden opgenomen worden. Daar wachtten hen dan nota bene 72 maagden als beloning. Nog wat anders dan één vrouw met 7 mannen! Dawkins is niet mals voor de consequenties! ‘Het geloof in het hiernamaals is de meest gevaarlijke onzin’, schrijft hij. En verder: ‘Godsdienst is zoveel als geladen wapens verspreiden op straat. Je moet niet verbaasd zijn als ze gebruikt worden!’

    Inderdaad dus een 'doodernstige' kwestie. Want dit geloof heeft niets en niemand ontziende terreurdaden aangericht. Zo'n geloof moet uitgeroeid worden. Dawkins staat duidelijk aan de kant van de Sadduceeën. Hij zal het geloof in een hemel met 72 maagden voor één man al even belachelijk vinden als het verhaal van de Sadduceeën met de zeven mannen voor één vrouw. Dat vinden wij trouwens ook. Maar iets anders is het hiernamaalsgeloof zelf en de voorstelling ervan. En nog iets anders is de vraag of ons geloof in een hiernamaals inderdaad gevaarlijke onzin is.

    Het woord 'verrijzen' is beeldspraak. Het betekent letterlijk opstaan uit de slaap. Dat wordt dan toegepast op het verrijzen of opstaan uit de dood. Maar wat gebeurt na de dood is niet meer te verwoorden met onze taal. 'Verrijzen', 'hiernamaals' en 'hemel' zijn allemaal menselijke woorden over een bestaanswijze die buiten de grenzen van ruimte en tijd ligt. Wij mensen kunnen niet om de hoek van de dood kijken. De dood is voor ons een absolute grens. We zeggen dat het 'andere' leven aan de overkant van de dood 'onsterfelijk' is. Het overstijgt onze sterfelijkheid. Maar hoe dat overstijgen is, hoe het 'verrijzenisleven' is , is niet vast te stellen. De Sadduceeën begaan de fout dat ze de hemel zien als een verlenging van dit aardse bestaan. Jezus maakt duidelijk dat de hemel geen binnenwerelds gebeuren is. Er wordt dus niet meer gehuwd. En de doden zijn in het 'andere leven' als 'engelen' of 'kinderen van de verrijzenis' en 'kinderen van God'. Je zou kunnen zeggen: de doden zijn in de hemel ‘dezelfde’, maar het is niet meer ‘hetzelfde’ als hier.

    In tegenstelling met de Sadduceeën gelooft Jezus wèl in een hiernamaals en in een nieuw en ander leven over de dood heen. In hun twistgesprek betaalt Jezus de Sadduceeën met gelijke munt. Want hij citeert een tekst uit de Thora van Mozes die de Sadduceeën ook aanvaarden. De tekst waar God spreekt tot Mozes in het verhaal van de brandende doornstruik (Ex.3): ‘Ik ben de God van Abraham, de God van Isaac, de God van Jacob.’ Jezus proclameert dat de aartsvaders voor God niet dood en begraven zijn. Voor Hem zijn ze levenden. De verbondenheid is door de dood niet verbroken. Voor God leven ze allemaal. Hij is een God van mensen. Hij keert zich onvoorwaardelijk naar ons. Hij is Jahweh:  ’Ik zal er zijn. ‘Hij is er in het leven en bij de dood. Hij gaat mee met zijn mensen, zijn ‘kinderen’. Hij gaat met ons mee door de dood heen. Psalm 16 verwoordt het zo innig: ‘Aan de macht van de dood geeft Gij mij niet prijs, in vreugde ben ik bij U, God, voorgoed.’

    Is dit alles geen wishful thinking? Onze wensen, onze dromen voor werkelijkheid nemen? Is het geen illusie? Geen 'projectie'? Is geloven in eeuwig leven niet veroorzaakt door onze behoefte aan zin, aan een doel in het leven, en vooral een houvast om het uit te houden als het heel moeilijk is? Maken we onszelf niets wijs?

    Het is niet omdat we behoefte hebben aan 'iets' dat dit 'iets' (nl. het hiernamaals) bestaat of niet bestaat. Als we spreken over 'projectie' weten we ook dat het geloof in eeuwig leven botst met onze behoefte aan verstandelijke zekerheid en inzicht. De vraag is ook waarom mensen van alle tijden en beschavingen nood hebben aan zo'n 'projectie'. De dood als definitief einde is blijkbaar niet zo vanzelfsprekend. Zeker niet voor de liefde. En het zijn de liefdeservaringen van mensen die ons een vermoeden geven van wat met hiernamaals en eeuwig leven kan bedoeld worden. De liefde overstijgt hier op aarde reeds tijd en ruimte. Er is een 'warme' liefde tussen mensen, maar niet van 100° Celsius. En er is 'veel' liefde tussen mensen, maar niet van 100 meter of van 55 kg. Als de kracht van de liefde reeds het materiële overstijgt, zou de kracht van Gods Liefde dan niet de dood kunnen overstijgen? We kunnen ook spreken van transformatie. De liefde ervaart de geliefde medemens als zoveel meer dan een lichaam. De liefde maakt de geliefde mooi, goed en beminnenswaard. De geliefde is uniek en anders dan alle anderen. Een God die ons persoonlijk bemint, die ons kent bij name, onze schepper en Vader, kan ons sterfelijk bestaan transformeren tot een hemels onsterfelijk leven. Zo mogen we geloven. In dit verband wijst men graag naar het beeld van de trage lompe rups die zich inspint en zich ontpopt tot een mooie vlinder die snel en sierlijk zich in het zonnige licht vliegend koestert. Wat een wonderlijke transformatie van één en hetzelfde wezen!

    Ook in het hiernamaalsgeloof gaat het om dezelfde mens die over de dood heen wordt getransformeerd. Het bestaan in het 'andere' leven is hoe dan ook het bestaan van een mens. Niet het vrijkomen van een onsterfelijke ziel uit de kerker van het lichaam. Dat was de Griekse opvatting. In de joods-christelijke traditie gaat het om 'lichamelijke verrijzenis', wat betekent dat de mens die anders en nieuw leeft over de dood menselijk blijft. Paulus spreekt daarom van een 'vergeestelijkt lichaam'. Maar ook deze benaming verwijst naar een onvoorstelbare werkelijkheid. Het leven over de dood heen is ‘deelhebben’ aan het leven van de Eeuwige. Onze verbondenheid met hem is daarvoor de grondslag.

    Rest nog de uitspraak dat het verrijzenisgeloof gevaarlijk zou zijn. Dat hebben we vroeger nog gehoord. Marx vond dit geloof 'opium van het volk'. Gevaarlijke bedwelming. Een zoethoudertje. Opdat mensen niet in opstand zouden komen tegen het onrecht en de uitbuiters aanklagen. Het gevaar van het verrijzenisgeloof is dat we het ‘hierNUmaals’ zouden ontvluchten en ons zouden onttrekken aan onze verantwoordelijkheid. Jezus zelf heeft zieken niet naar een 'later' leven verwezen, aan de overkant van de dood, waarin alles terug goed zou komen. Hij heeft ziekte bestreden en mensen genezen. Ook de verhalen over het dode dochtertje van Jaïrus, de jongen van Naïm die begraven werd, en Lazarus die al vier dagen in het graf was, verkondigen een Jezus die een is met God ‘die de doden doet leven’.

    Jezus stond eveneens in verzet tegen alle vormen van onrecht en mensonwaardigheid. Hij nam het op voor armen, misdeelden en onreinen. Het Rijk Gods van gerechtigheid, liefde en vrede dat Jezus preekte was wel degelijk een Rijk Gods voor hier en nu. En voor hem is het ook de liefde die nu reeds eeuwigheidswaarde heeft. Daarom kon Johannes schrijven: ‘We zijn overgegaan van de dood naar het leven, omdat wij onze broeders liefhebben’ (1 Joh.3,14) De liefde van mensen, die de liefde is van God in ons, is sterker dan de dood. Deze hoop doet ons leven in de liefde waarin wij geloven.

    (Bron: Preek van de Week – Dominicanen)

    ---

    Het blad en de zee

    Een boom stond aan de rand van een groot bos en overschaduwde de stroom die aan zijn voet voorbijgleed. Aan de boom ritselde een blad in de zomerwind. Het was zijn manier om zijn Schepper lof toe te juichen. De vogeltjes op de takken van de boom zongen een veel mooier lied. Hun gefluit klonk als een steeds wederkerende melodie van geluk. De zon streelde de pluimen van het gevogelte en de nerven van het blad. Als het regende werd het blad gewassen, ontdaan van alle smet. Maar het trilde als het herfst werd en de lucht heel fris begon te worden. Toch was het blad heel fier nu het een bijzonder mooie kleur had gekregen. Blinkend donkerrood was het en het danste van plezier aan de uiterste boomtak. Het spiegelde zich soms in het water en kon zo zijn schoonheid bewonderen.

    Maar op een morgen toen het licht gevroren had, voelde het blad zich heel ziek. Misschien had het wel griep gekregen. Het had alle kracht verloren en kwam los van de boom die het gedragen en gevoed had. Het viel in het water van de stroom en dreef, met de stroom mee, naar de zee. En de zee nam het blad op en wiegde het op de deining van haar golven. Zo had het blad zijn eeuwige bestemming bereikt.

    Zo gaat het ook met de mens in het leven. We groeien en bloeien en stoeien, en als we moe  en ziek zijn geworden, soms jong maar meestal oud, verlaten we de boom van het leven en brengt de stroom van de genade ons bij de oneindige God waar we voor altijd gelukkig kunnen zijn. In de oceaan van Gods liefde vindt de mens het eeuwig Leven!

    (Georgette Mathieu: ‘Middelares en Koningin’, jg. 73 november 2006, blz. 19)

     

    Maak van het leven na de dood
    geen kopie
    van het leven vóór de dood.

     

    Want het leven na de dood
    heeft niets van doen
    met de dagelijkse zorgen
    die ons op deze aarde gegeven zijn:
    het zorgen voor een nageslacht,
    het in stand houden
    van je naam en je bezit,
    noch met huwen
    of ten huwelijk gegeven worden.

     

    Het leven na de dood
    heeft alleen te maken
    met Hem die liefde is,
    die sterker is dan alle dood,
    en die leven doet.

     

    Maak van het leven na de dood
    geen kopie van je leven hier
    met alleen alles veel beter
    en mooier.

     

    Maar laat je leven hier op aarde
    een kopie zijn
    van het leven dat ons te wachten staat,
    waar alles spreekt
    van de liefde van
    ‘Ik zal er zijn voor u’.


    Laat je eeuwig leven
    hier beginnen.

     

    (Andreas Paroche, West-Zeeuws Vlaanderen)















    08-11-2019 om 15:34 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    06-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    WOLK

    Monika Van den Perre

     

    Sinds november 2018 heeft 'afscheid nemen' mijn leven totaal overrompeld. Vijf geliefden hebben de brug overgestoken naar het land van de eeuwige vreugde, onder wie mijn lieve tochtgenoot Herman Van Hemelryk die op 30 juli na langdurige ziekte is overleden.

    Onweerswolken drijven genadeloos mijn leven binnen en ik voel me zo kwetsbaar als een vlinder.

    De wolkenhemel krijgt meer en meer mijn aandacht en ik stel met blijvende verwondering vast hoe creatief de wind met wolken speelt. Ze verschijnen uit het niets en verdwijnen even later. De wolken hebben zoveel te vertellen, al krijg ik geen antwoord op de vele levensvragen die door mijn hoofd spoken. Hoe moet ik nu verder door het leven? Welke wolk ben ik aan andermans hemel of wil ik liever een ster zijn in de nacht?

    Wolken zweven, zijn in beweging ... enkele seconden maar en alles ziet er anders uit. De pijn van daarnet kan kracht worden om teleurstelling en lijden te overwinnen.

    In de Bijbel spreekt God meermaals vanuit een wolk en ook Maria werd overschaduwd door een wolk van Gods heerlijke aanwezigheid. Heel waarschijnlijk zullen het geen – zoals wij die kennen – gewone atmosferische luchtwolken geweest zijn ... maar ze wijzen ons wel op een bovennatuurlijke gebeurtenis.

    Wollige witte wolken hebben zo iets van de eeuwigheid waar liefde en herinnering met elkaar verweven zijn. We moeten onze geliefden loslaten en omdat voor mij de hele hemel 'liefde' is, schreeuw ik het van de daken: "Ik hou van jullie allemaal."

    Tegelijkertijd durf ik hopen dat er bij elk einde iets nieuws begint. En ik wil geloven dat God erover waakt dat de onweerswolk voorbij zal trekken en de tegenwind verandert in een aangename, zachte zeebries.

     

    (Bron: ‘Bijbelse plaatsen en Gods verhaal met de mens’, Catechesehuis, augustus 2019)







    06-11-2019 om 09:43 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 3 NOVEMBER 2019

    31ste ZONDAG C – 3 NOVEMBER 2019

    ‘ZOALS MET ZACHEÜS GEBEURDE …’

    Jezus, die aan tafel gaat met  tollenaars en zondaars, we zien het plaatje wel eens meer in het evangelie. Hij heeft duidelijk een voorliefde voor die mensen, die scheef bekeken of geminacht worden. En altijd wordt daarbij verteld dat de mensen met aanzien zich beter achten, en gaan schimpen en morren.

    Het stoort Jezus echter niet: Hij blijft zijn eigen weg gaan, heel persoonlijk, zachtmoedig en barmhartig, en zo raakt Hij het hart van de zondaar …

     

    Omdat U, God, alles kunt,

    ontfermt U zich over iedereen;

    U ziet voorbij aan de zonden van mensen,

    opdat zij naar U terugkeren.

    (Uit het boek Wijsheid 11,23)

     

    Toen Jezus bij die plaats kwam 

    keek Hij omhoog en zei tot hem: 

    ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, 

    want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.’ 

    (Lucas 19,5)

     

    KLEIN VAN STUK

    Zacheüs leek geslaagd in het leven. Hij had een belangrijke functie en hij was rijk. Maar hij was ‘klein van stuk’. Dikwijls vermeldt het evangelie iets over de buitenkant om in feite iets te zeggen over de binnenkant van de mens. ‘Klein van stuk’ betekent hier vooral: klein van gehalte, klein van mentaliteit, klein van binnen”. Inderdaad, Zacheüs, hoofdontvanger van de belastingen, in dienst van de Romeinse bezetter – collaborateur dus – was hebzuchtig en stak blijkbaar geld in eigen zakken. Vooral innerlijk was Zacheüs een petieterig, egoïstisch, geborneerd manneke. Natuurlijk werd hij niet graag gezien en uitgestoten. Hij was rijk, maar kleinzielig en had geen vrienden.

    Eigenlijk was Zacheüs dus niet echt gelukkig. Onder de uiterlijke status en de rijkdom, leefde diep in zijn hart blijkbaar toch nog een groot verlangen naar iets anders, naar iets meer. ‘Zacheüs wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was’. Wij herkennen wel iets van onszelf in die zelfgerichte, kleine man, die, door zijn functie, status en verplichtingen, niet goed weg wist met de echte, diepere vragen die leefden in zijn binnenste. Ook wij beseffen misschien op een bepaald moment dat wij nogal voor onszelf leven en eigenlijk heimwee voelen naar een dieper geluk van warmte, mededeelzaamheid en samenhorigheid.

    Die dag wilde Zacheüs een inspanning doen om in te gaan op zijn diepste verlangen: ‘Zacheüs liep snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam, wellicht zonder veel gezien te worden. Hopelijk ontmoeten wij allen op het goede moment in ons leven zo’n soort vijgenboom: iemand bij wie wij terecht kunnen, die ons discretie en bescherming biedt, iemand bij wie wij ons veilig voelen en die echt naar ons luistert. Het zal dan ook wel iemand zijn die ons durft optillen uit onze laag-bij-de-grondse, wat kleingeestige mentaliteit en die ons de mogelijkheid biedt om ruimer en méér te zien.

    Merkwaardig hoe Jezus die kleine man doorheen de bladeren van de vijgenboom opmerkte. Er staat niet dat Zacheüs Jezus zag of Hem toeriep. Er staat dat Jezus Zacheüs zag en hem aansprak. Het initiatief ligt bij de Heer. Jezus kijkt nooit vanuit de hoogte op mensen neer. Hij kijkt altijd naar mensen op. Hij maakt hen groter. Maar Hij roept hen ook weg uit hun eenzaamheid tot nieuwe gemeenschap. Jezus had waarschijnlijk wel aanbiedingen genoeg om ergens te gaan eten, maar Hij doorzag blijkbaar het diepe verlangen van Zacheüs’ hart en stelde hem voor naar zijn huis te komen. Aan die kleine, zondige man bood Jezus méér dan de eer. Hij bood hem zijn vriendschap aan. En het is daarvan dat Zacheüs een andere mens werd. Zijn hart liep vol van dankbare vreugde. Van daaruit besliste hij geld weg te schenken aan de armen.

    Het is toch wel niet onbelangrijk de volgorde van het gebeuren, te benadrukken, zoals het evangelie het voorstelt. Het is niet zo dat Zacheüs zich eerst bekeert, eerst zijn schuld moet bekennen, en daarna het aanbod van Jezus’ vriendschap krijgt, als een soort beloning achteraf. Lucas legt er in zijn evangelie sterk de nadruk op dat in feite juist het omgekeerde gebeurt. God neemt het initiatief. Eerst biedt God ons zijn vriendschap aan, onvoorwaardelijk, d.w.z. zonder ons eerst eisen te stellen, wat onze voorgeschiedenis ook is. En vanuit de erkentelijkheid voor zo’n overstelpende vriendschap en vergeving, komen wij ertoe iets goeds te doen voor anderen. Een bekering tot een meer echte, christelijke levenshouding gebeurt dus niet vanuit de hoop op een beloning, na verdiensten van onze kant, maar wel vanuit een overvloed van dankbaarheid voor Gods gratis liefdesaanbod, dat wij reeds aan de lijve hebben ervaren. De opvatting dat wij ons eerst zouden moeten bekeren en dan pas waardevol genoeg zouden zijn om door God graag gezien te worden, klopt dus niet.

    ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen’, zegt Jezus, tot de joodse omstanders, ‘want ook hij is een zoon van Abraham’, d.w.z. ‘een lid van jullie gemeenschap’. Hij nodigt hen dus uit Zacheüs terug op te nemen in hun kring. Deze was verloren, althans volgens het oordeel van de strenge joden, maar niet verloren in de ogen van God, die hem opnieuw zijn vriendschap aanbood.
    In ieder van ons zit een Zacheüs, een kleine mens, die, ondanks alles wat er gebeurd is, toch steeds waardevol blijft om door God graag gezien te worden. Gods gratuite liefde doet ons leven. De dankbaarheid daarvoor maakt ons, kleine mensen, groot.

    Wat kunnen wij nu doen? De Heer vraagt niet dat wij nu allen plotseling de helft van ons bezit aan de armen zouden geven. Het eerste wat wij het best doen is ons meer erkentelijk tonen tegenover onze God, die ons zozeer blijft liefhebben, ook ondanks onze, soms zo kleinzielige, eigengerichte mentaliteit. Die dankbaarheid voor zijn onverdiende vriendschap zal ons wel inspireren om te oordelen wat wij dan het best concreet doen voor anderen. Maar, om tot zulke dankbaarheid te komen, moeten wij misschien eerst de moed opbrengen om terug te luisteren naar het diepste verlangen van ons hart en, ondanks onze functie en statiekledij, in de vijgenboom durven kruipen. Het is te midden van al onze broers en zussen dat de Heer tot ieder van ons zegt: ‘Vandaag moet Ik in jouw huis verblijven!’

    Voor wie vandaag de eucharistie bijwoont: ontvang Hem bij de communie vol blijdschap in je eigen huis.

    (Frans Mistiaen s.j.)

     

    JIJ WAS EEN WONDERE MAN, HEER JEZUS

     

    Ik kan zo diep geraakt worden

    als ik lees of hoor hoe Jij met mensen omging.

     

    Hoe Jij Petrus aankeek

    toen Jij hem voor het eerst ontmoette,

    of na zijn verloochening. 

    Hij is jouw blik nooit meer vergeten.

     

    Je zag het verlangen van de rijke jongeman

    maar ook zijn diepste pijn.

     

    Je weende over je vaderstad

    en toen Je de nood van de mensen zag,

    werd Je door medeleven gegrepen.

     

    De Samaritaanse werd een vrije vrouw

    na een gesprek met Jou.

     

    Maria Magdalena hervond zichzelf en haar liefde

    toen Jij haar naam uitsprak.

     

    Hoe heb Jij de kleine Zacheüs aangekeken,

    de melaatse aangeraakt

    en de blinde Bartimeüs bij Jou geroepen?

     

    Kijk ook zo naar mij, Heer Jezus.

    Raak mijn pover mensenhart

    met de goddelijke kracht van jouw hart.

    En mijn hart zal branden!

     

     (Auteur mij onbekend)











    03-11-2019 om 10:18 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    02-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN OVERWEGING BIJ ALLERZIELEN

    EEN OVERWEGING BIJ ALLERZIELEN

     

    OVER STUURLOOSHEID IN HET LAND VAN DE GLIMLACH

     

    Klinkt het ongezond, dat ik als enige bezoeker het in mijn hoofd haal om bovenop de grote zandheuvel te klimmen in de hoek van het kerkhof? De heuvel is met gras begroeid, maar onderaan aangewerkt met hopen grafaarde, opgeschept met een wiellader. Onzorgvuldig gezeefd ook, want er liggen resten van bloemstukken doorheen, vermolmde planken van lijkkisten en verroeste hengsels. Misschien ook ribbenkasten.

    Geen mooiere plek om de vergankelijkheid te overstijgen, dan bovenop deze knekelhoop. Ieder zijn zaligheid. Ik herken de graven beneden, want ik hielp er vele vullen. Ik zie het graf van Mark Mongool. Dertig werd hij, en alzeleven misdienaar. Hij is intussen zalig, want hij had geen andere keuze dan nederig van hart te zijn.

    De zerk van Thérèse Troosteloos. Kapot van verdriet om haar vermoorde zoon. Ze voelt zich intussen zalig, want hij is haar daarboven aan het troosten.

    Vluchteling Kyril de Zachtmoedige, een root verder. Dood van zieke nieren na acht jaar zonder papieren. Nu zalig grootgrondbezitter in de hemel. En toevallig twee graven verder Theo Blijleven. Liep zich te pletter om voor Kyril gerechtigheid te vinden. Voorgoed in een zalig verzadigde rust.

    In perk zestien: John Barmhart in een praalgraf. Ik vermoed hem ook zalig, want hij zat boordevol erbarmen tegenover zijn oudere werknemers, die hij ondanks verliezen toch hield.

    Vlak bij de heuvel ligt Karel Sauber, gestorven priester en groot kunstenaar in het loslaten van dingen die hem beletten om God te zien. Van zijn zielenzaligheid ben ik absoluut zeker. En Catharina Vredebregt ligt daar, het schoolhoofd. Al vóór haar dood geroemd, omdat ze altijd haar kalmte wist te bewaren, alles en iedereen tot vrede bracht en nu definitief door God geprezen wordt.

    Ik zie het bemoste perk met de gevallen weerstanders die vochten voor de zaligheid van hun vaderland en er het koninkrijk van de hemel bovenop kregen. Van op ‘mijn bergje’ ontdek ik plotseling dat de zaligheden hier dik gezaaid liggen.

    Vreemd heiligenbeeld. Allemaal mensen die me blijven inspireren, telkens ik bij mezelf weinig nederigheid of armoede of ondermaatse barmhartigheid bespeur. Maar ze waren ook zondaars, boordevol onvermogen en gemiste kansen.

    Dit netwerk van zaligen is nog geen gemeenschap van heiligen. Daarom moeten we Allerheiligen en Allerzielen maar kort bij elkaar houden.

    Plots zie ik de indrukwekkend aanwezige buste van een minzame snelheidsgek met stuurwiel. Ik kan hem niet plaatsen. Tot ik hem beter bekijk en twee dingen ontdek die me helemaal vertellen wat hier aan de hand is. Het afgebroken stuur doet denken aan de stuurloosheid van wie dood ging en de greep op het leven verloor. Tegelijk aan wie achterbleef, volkomen stuurloos en zwalpend tussen deugddoende en pijnlijke herinnering. De man heeft in al zijn stuurloosheid echter een verbazend mooie lach om de mond. Alsof het hem intussen geen lor kan schelen dat hij de laatste berm van het leven niet haalde.

    Die lach vertelt een christen meer over de dood dan de stuurloosheid. Heiligen moesten niet eerst doodgaan om hem al om hun lippen te hebben. Ze waren zo geladen met evangelische brandstof, dat ze er zeker van waren op hun bestemming te geraken. Ze hadden Gods feilloze gps op zak en konden daardoor glimlachend hun medemensen richting geven. Omdat God die glimlach van hen zo bijzonder vond, bedacht Hij hen met het cadeau van de heiligheid en vroeg Hij zijn Kerk hen vandaag te vieren.

    Zullen we doen!

    (Ronald Sledsens, Kerk en Leven 28 oktober 2009)

     

    P.S.: wegens auteursrechten kan ik de foto op het graf van de Franse autocoureur Léon Théry (1879-1909 hier niet publiceren. Het is naar hem en deze foto dat in de tekst hierboven verwezen wordt.

















    02-11-2019 om 07:17 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    AAN EEN GRAF

     

    Vliegen en vlinders, kinderen en bijen,

    al wat als stipjes vonkt door de natuur,

    warm, blij en snel, moedertje, schoot van vuur,

    daar hield je van, en zie, die bleven bij je.

     

    Want als ik hier de diepe stilte intuur,

    stijgt het zo glinsterend op, dat ik moet schreien,

    en duizend lachjes, liedjes, mijmerijen,

    tintelen uit het gras naar het azuur.

     

    'k Sta aan je graf als jij eens aan mijn wieg.

    Moeder, vrees niet dat ik bij dit verzonken

    handjevol as mij om het vuur bedrieg.

     

    Ik ween, als jij toen, om de vrije vonken,

    de bij, het kind, de vlinder en de vlieg,

    die in het licht van puur geluk verblonken.

     

    Martinus Nijhoff

     











    28-10-2019 om 17:46 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    25-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 27 OKTOBER

    30ste ZONDAG C – 27 OKTOBER 2019

    ‘TWEE MENSEN IN DE TEMPEL’

     

    ‘Alles is genade’, schreef de Franse auteur Bernanos in zijn ‘Dagboek van een dorpspastoor’: ons hele leven is een gave uit Gods hand. Voor God staan wij met lege handen, in het geloof dat Hij onze goede wil aanvaardt.

    Wij komen hier niet om te pronken of om God te vertellen hoe goed we wel zijn: voor Hem staan wij als kleine mensen, met onze onmacht, en met onze dank voor het goede dat Hij in ons en in ons midden tot stand brengt.

     

    De Heer weet te oordelen

    en persoonlijk aanzien geldt niet bij Hem.

    Hij is niet partijdig ten nadele van de arme

    en Hij luistert naar het gebed

    van wie onrecht wordt aangedaan.

    Hij slaat acht op de smeekbede van de wees

    en op het lange verhaal dat de weduwe doet.

    (Uit de Wijsheid van Jezus Sirach 35,15-17)

     

    De farizeeër ging daar staan

    en sprak, in zijn gebed, over zichzelf:

    `God, ik dank U

    dat ik niet ben zoals de andere mensen …’

    De tollenaar daarentegen

    sloeg zich vol berouw op de borst en zei:

    `O God, genade voor een arme zondaar!’

    (Uit Lucas 18,11-13)  

     

    NEDERIG, DANKBAAR EN MILD

    Onze manier van bidden zegt veel over onszelf: twee mensen gaan naar de tempel, maar alleen de tollenaar is nederig genoeg om God te kunnen ontmoeten, de andere is hooghartig en stoot God af. Hun gebed toont hoezeer zij verschillen.

    Onze sympathie gaat naar de tollenaar: ‘Zo zijn ook wij’, denken we, ‘zo nederig, zo bescheiden’, en we zien onze hoogmoed niet: ‘Ik ben toch niet zoals die anderen!’. Toch zijn we dikwijls de Farizeeër en, soms, op onze beste dagen, wel eens de tollenaar.

    De Farizeeër wil vooral beter zijn dan de anderen. Zelfs in zijn gebed ziet hij alleen zichzelf, en streelt hij zijn eigenliefde, vol minachting voor alle anderen, die zwakkelingen, die zoveel slechter zijn. Het is een dubieus gebed!

    De tollenaar bidt heel anders: ‘God, wees mij, zondaar, genadig!’ Wie oprecht bidt, vergelijkt zich niet met anderen, maar wil bij God zijn, en dan word je vanzelf bescheiden. Tegelijk word je dankbaar omdat God zo genadig is, en je wordt mild voor de anderen, kleine mensen, zoals je zelf klein bent.

    Voor God, die het volle Leven, de volle Vreugde belooft en geeft, sta je vol dank. Dat besef dat het leven een gave is, maakt bescheiden over eigen kunnen en stemt ook mild tegenover andermans zwakheden.

    Wie oprecht bidt erkent zijn eigen onmacht, in de hoop dat God de kracht geeft om nieuw te worden. Hoogmoed maakt eenzaam. Bescheidenheid schept eenheid: met God en met de mensen. Dat neemt onze eigenwaarde niet weg, maar we worden echtere mensen!

    Je kan niet oprecht bidden als je niet echt menselijk leeft, als je hard en met misprijzen tegenover anderen staat in plaats van liefdevol en toegewijd voor hen te zorgen.

    En evenzeer, om echt menselijk te leven is het goed om regelmatig te bidden, om regelmatig voor God te gaan staan, dankbaar voor het Leven, dat je dag aan dag uit zijn hand ontvangt.

    ‘Mijn God, ik dank U voor mensen, die goed zijn’.

     

    Een lied om genade

     

    Diep in mijn donkere hoek

    waar ik een lichtstraal in zoek

    voor mijn gebroken bestaan

    roep ik uw zekerheid aan:

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    God die mij bij U verwacht,

    hoor naar uw kind in zijn nacht.

    Dit is mijn ene gebed:

    dat U uw schuldenaar redt.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Brandoffers breng ik U niet,

    enkel mijn diepe verdriet,

    enkel de tranen van spijt

    over mijn zonden geschreid.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Schep een nieuw hart in mij, Heer.

    Daal met uw geest in mij neer

    tot in het uur van mijn dood,

    God, die uw mens nooit verstoot.

    God, wees mij zondaar genadig.

     

    Michel van der Plas











    25-10-2019 om 11:36 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    24-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ANDERS ZIJN

    ANDERS ZIJN

     

    Een Franse jongen was op reis door Afrika. In Senegal hoorde hij een lied in de inheemse taal. De jongen dacht: ‘Hé, wat klinkt dat raar.’ En hij vroeg: ‘Hoe komt het toch dat wij zo verschillend zijn van jullie, zwarte mensen?’ Niemand antwoordde. Of toch...

    Een oude man nam het woord. ‘Weet je wat wij doen als we honger hebben?’ De jongen vond dat een vreemde vraag. Hij zweeg. ‘Eten’, antwoordde de man zelf.’

    ‘Weet je wat wij doen als we iets te zeggen hebben?’ ‘Praten’, zei de jongen. ‘Juist, ja’, prees de man.

    ‘En als er iets belangrijks gebeurt?’ Weer zweeg de jongen. ‘Feesten, dansen, zingen’, was het antwoord.

    De oude man glimlachte. ‘Hoe denk jij dat we ons het liefste voelen?’ ‘Gelukkig’, probeerde de jongen.

    ‘Inderdaad’, prees de man. ‘Wij proberen gelukkig te zijn.’

    ‘Maar meneer...’ De jongen wist niet goed hoe hij het moest zeggen. ‘Meneer, dat willen wij ook allemaal’

    ‘O, natuurlijk’, antwoordde de oude man geheimzinnig, natuurlijk.’

    ‘Meneer, dan zijn we eigenlijk allemaal gelijk?’

    Het bleef even stil. Iedereen keek naar de oude man. Die glimlachte en schudde het hoofd.

    (Auteur onbekend)

    24-10-2019 om 08:29 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    21-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    Bladeren ... 

                 


    Ze vallen als ’t najaar

    winderig nattig waait

    eind van hun groene

    weelderig bestaan

    bruin geel bijna

    verdord

           

    Straks keert de tijd

    stilte in mij

    vroege duisternis

    verlaten straten

      

    Het kind groeit ...


    Patrick Rottier

     

    P. S. Ook voor de laatste foto heb ik bij dichter Patrick ‘leentjebuur gespeeld’.







    21-10-2019 om 14:56 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    19-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MISSIEONDAG 20 OKTOBER 2019

    MISSIEZONDAG 20 OKTOBER 2019

    ‘HIERAAN ZULLEN DE MENSEN ZIEN …’

     

    Oktober is al lang de missiemaand en vandaag is het Missiezondag. Dit jaar spreekt paus Franciscus van een buitengewone missiemaand: missiewerk gebeurt niet alleen door missionarissen in verre landen, maar allemaal zijn wij geroepen om te getuigen van ons geloof, om de blijde boodschap van Jezus uit te stralen. Mensen zouden moeten zien dat wij christenen zijn, bv. door de vreugde, de vrede, de zachtmoedigheid en de goedheid, die van ons uitgaat.

    En zeker ook door onze zorg voor de lijdende en arme medemens. Kortom, zoals Jezus het zelf heeft gezegd bij het Laatste Avondmaal: ‘Hieraan zullen de mensen zien, dat jullie mijn leerlingen zijn: als jullie elkaar liefhebben’.

     

    Zusters en broeders,

    als ik de liefde niet had, ik zou niets zijn.

    De liefde is geduldig en vol goedheid.

    De liefde kent geen afgunst,

    geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.

    Ze is niet grof en niet zelfzuchtig,

    ze laat zich niet boos maken

    en rekent het kwaad niet aan,

    ze verheugt zich niet over het onrecht

    maar vindt vreugde in de waarheid.

    Alles verdraagt ze, alles gelooft ze,

    alles hoopt ze, in alles volhardt ze.

    Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie,

    maar de grootste daarvan is de liefde.

    (Uit 1 Korinthen 13,1-13)

     

    Tijdens het Laatste Avondmaal

    zei Jezus tot zijn leerlingen:

    kindertjes,

    nog maar kort zal Ik bij jullie zijn.

    Ik geef jullie een nieuw gebod:

    dat je elkaar liefhebt.

    Met de liefde die Ik jullie heb toegedragen,

    moeten jullie ook elkaar liefhebben.

    Daaraan zal iedereen kunnen zien

    dat jullie leerlingen van Mij zijn:

    als jullie onder elkaar de liefde bewaren.’

    (Johannes 13,33-35)

     

    ALS IK DE LIEFDE NIET HAD …

    In deze ‘buitengewone missiemaand’ vraagt paus Franciscus ons dus dat wij allen zouden getuigen van ons geloof in Jezus. En Jezus zegt ons: ‘Hieraan zullen de mensen zien dat jullie mijn leerlingen zijn: als je elkaar liefhebt.’

    Om over de liefde te spreken beginnen we best bij deze woorden: ‘God is Liefde’. Die volmaakte Liefde van God toont zich dag aan dag aan ons in twee hoogtepunten: de schepping, en de verlossing, dankzij de menswording van Jezus, beide niet alleen in een ver verleden, maar uitingen van liefde die voortduren. God noemen wij Schepper, maar ook nu nog draagt Hij ons dag aan dag. En ook de verlossing van zonde en dood, die wij ontvingen door zijn barmhartigheid, maakt ons ook vandaag nog tot nieuwe mensen – mensen, die de oude mens – onderworpen aan zonde en dood afgelegd hebben.

    God heeft ons zijn Zoon Jezus gezonden, maar die Jezus leeft voort onder ons, en in ons. Onze menselijke liefde zal zich spiegelen aan deze volmaakte Liefde, die God is, maar die volmaakte Liefde zal altijd een streefdoel blijven. Wel leert zij ons veel over het schoonste in onze menselijke liefde. God bestond van alle tijden, maar Hij wilde zich delen in uiterlijke tekenen, in onze menselijke geschiedenis.

    Dat geeft ons een eerste aanwijzing voor onze menselijke liefde: ook die zal niet alleen in ons hart leven, maar in tekenen aan het licht treden. Wij zijn geen zuivere geesten, maar omhuld met lichamelijkheid, en zo zoekt de liefde in ons hart ook een weg naar buiten. ‘De liefde bouwt een woning’, is de titel van een boekje van Dr. Anna Terruwe. Het gaat niet om een huis van stenen, maar over liefde die zich toont. Als wij iemand liefhebben, dan vertaalt zich dat in een manier van leven, die verder reikt dan een sentiment in ons hart. Ouders die van hun kindje houden, zorgen ervoor en koesteren het. Dagelijkse tekenen van liefde, die vanuit de binnenkamer van het hart naar buiten treedt, en gestalte krijgt.

    Zo is het met elke liefde. Maar Liefde mag niet geveinsd zijn. Eerlijkheid in de tekenen is heel belangrijk. Het moet daarbij niet gaan om grote daden: vele kleine attenties kunnen dag aan dag de innerlijke liefde uiten.

    En ook dit nog: je zoekt de andere nooit alleen om jezelf, voor je eigen nut, maar omwille van de andere. Je vergeet daarbij in zekere zin jezelf, als het hem of haar maar goed gaat. Eén van de kenmerken van liefde is de belangloosheid. Liefde zoekt zichzelf niet, maar is de houding in ons hart, die het goede voor de andere wil, en die zichzelf daarvoor kan vergeten.

    Maar het wonder van de liefde is dat wij juist zo zelf gelukkig worden. Als wij erin slagen onszelf te vergeten, komt de vreugde wonen diep in ons. Jezus zegt: ‘wie zijn leven verliest, zal het winnen’, wie het minst aan zichzelf als enig doel in zijn leven denkt, zal juist daardoor zijn diepste bestemming en diepste vreugde vinden. Last en moeite blijven bestaan, maar zij wegen niet meer of drukken niet, zij maken blij, niet uit een of andere vorm van zieke zelfkwelling, maar omdat wij zo geworden zijn dat wij het goede voor de andere willen.

    Er bestaat een oud verhaal over de evangelist Johannes, die al hoogbejaard is. Ook dan zat hij nog uren en uren samen met zijn jongere leerlingen. Op een dag maakte één van hen zijn beklag: 'Vader Johannes, jij spreekt altijd over liefde, over Gods liefde voor ons en over onze liefde voor elkaar. Waarom vertel je ons nooit eens iets anders dan over die liefde?'

    Johannes, die bij het Laatste Avondmaal zijn hoofd had laten rusten aan het hart van Jezus, antwoordde: 'Omdat er niets anders is, alleen liefde ... liefde ... liefde.'

    Liefde is een lange weg, en kan soms moeizaam zijn. Zij kan een hoge prijs in onthechting vragen, omdat zij niets zoekt voor zichzelf. Maar zij is de enige weg naar onze menselijke bestemming en naar God, die Liefde is.' 

    Een beetje triest staat hij voor mij,

    een magere opgeschoten jongeman.

    ‘Of ik geen emmers, potten, pannen,

    lakens, dekens of matrassen kopen wil?’

    Ik heb helaas niets nodig.

     

    Hij is van Juazeiro, dat is vijfhonderd kilometer hier vandaan.

    Vanmorgen is hij  met een aantal lotgenoten neergedumpt

    in deze voor hem totaal onbekende stad.

    De baas pikt hem vanavond weer op.

    Ze slapen met zijn allen in zijn vrachtwagen,

    tussen de handel die ze  overdag kwijt willen.

    ‘Slechte tijden, niemand koopt’, zucht hij somber.

    Of hij geen tas koffie wil?

    Hij bedankt, nauwelijks hoorbaar.

    Ik voel mij onwennig.

     

    Zonde, zo een frisse jongeman die de ganse dag rond zeult,

    geketend aan waardeloze brol.

    Het zoveelste slachtoffer van de werkeloosheid 

    Even licht er wat reactie op.

    ‘Straks ga ik weer studeren, voor dokter,

    com certeza, zeker weten’, zegt hij.

    ‘Com certeza, zeker weten’, laat ik me ook ontvallen.

    We weten dat dit niet zal gebeuren,

    dit jaar niet, volgend jaar niet,

    maar het helpt  om ons  onbehagen te milderen.

    Hij snapt wel dat ik zijn uitzichtloze situatie doorgrond.

    Hij wil geen medelijden,

    hij wil verkopen maar ik hoef geen brol.

    Een voor ons beiden vervelend moment.

    Hij is intelligent,

    heeft zijn 'magistério' – secundair onderwijs – voltooid. 

    ‘Até, tot ziens..’, zegt hij. 

    Het gerammel van potten en pannen verdwijnt in de straat.

     

    Até,

    tot er betere tijden komen,

    dit jaar,

    volgend jaar …

     

    (Frans Verhelle, missionaris in Brazilië)  









    19-10-2019 om 09:33 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    18-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRMÃ DULCE

    Vorige zondag, 13 oktober, werd de Braziliaanse kloosterlinge, Irmã Dulce, in Rome heilig verklaard – als eerste van haar land – samen met, onder andere, Kardinaal Newman. Naar aanleiding hiervan schreef de meest vermaarde auteur uit Brazilië deze overweging.

    ‘Ik had, letterlijk, al dagen honger, ik was ziek, verloren in Salvador. Ik was weggevlucht uit een psychiatrische instelling waar mijn ouders mij hadden laten opnemen – niet omdat ze het slecht met me voorhadden, maar omdat ze de moed verloren hadden om hun ‘rebelse’ zoon onder controle te houden. Ik liep doelloos door de straten van de grootstad, die totaal vreemd voor me was, zonder een cent op zak … tot iemand me zei, dat er een zuster was die mij zou kunnen helpen – ik liep al het gevaar om opgepakt te worden als ‘vagebond’. Ik ging te voet naar het huis van de zuster. Daar sloot ik me aan bij een hele groep mensen, die bijstand zochten. En dan kwam mijn beurt, en ik stond daar, oog in oog met de zuster. Ze vroeg me wat ik wenste. Mijn antwoord was simpel: ‘Ik houd het niet langer vol, ik wil terug naar huis en ik weet niet hoe’. Ze stelde geen verdere vragen (zoals: wat doe je hier? Waar zijn je ouders? Enz.) Ik vertelde er niet bij dat ik uit een instelling was gaan lopen en dat er een grote kans was dat ik terug zou moeten. Ze nam een stukje papier op haar tafel en schreef daarop: ‘Goed voor een busreis naar Rio’, ze ondertekende het blaadje en vroeg me om daarmee naar het busstation te gaan en het te tonen aan om het even welke chauffeur. Ik vond het nogal dwaas, maar ik besloot toch om het te proberen. De eerste chauffeur aan wie ik het papiertje liet zien, zei dat ik moest instappen. Zo groot was het gezag van die zuster: een morele autoriteit die niemand durfde uit te dagen.’

    Het is met tranen in de ogen dat ik deze regels neerschrijf. Dank je, Irmã Dulce, voor die twee mirakels die je toen verricht hebt: de honger stillen van iemand en de terugkeer van een verloren zoon mogelijk maken.’

    (Paulo Coelho)

    18-10-2019 om 15:00 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    17-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.EEN GEBED BIJ MISSIEZONDAG

    EEN GEBED BIJ MISSIEZONDAG

     

    Gezegend zij God,

    de Heer van het Universum,

    die ons heeft geschapen als volkeren en naties,

    opdat we elkaar zouden kennen

    en niet om elkaar te misprijzen.

    Laten wij ons naar de vrede keren,

    en op God vertrouwen,

    want Hij is het die alles hoort en weet.

     

    En onder de dienaren van God,

    zijn zij het meest van genade vervuld,

    die op aarde wandelen in nederigheid,

    en die ons aanspreken met ‘Vrede zij u!’,

    wanneer we naar hen toegaan.

    Amen.

     

    (Uit de traditie van de Islam)

     

    17-10-2019 om 11:43 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    14-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    SANDALEN

     

    Langs rijzende tarwevelden

    Ging Jezus blootvoets door ’t zand

    terwijl Hij de discipelen vertelde

    Van de Vader en ’t andere land.

       
    Door avondzon beschenen

    Lag de landweg als een tapijt,

    korrels kropen door de tenen

    maar thuis stond koel water bereid.

         
    Excellenties en doorluchtige heren

    ziet men met muiltjes van brokaat.

    Zalig de voeten van wie niet verleren

    de ruwe weg die Jezus gaat.

     

    Gery Helderenberg









    14-10-2019 om 09:45 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    12-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 13 OKTOBER

    28ste zondag C – 13 OKTOBER 2019

    ‘EEN WONDER VAN DANKBAARHEID’

    De mirakels uit de Bijbel lijken op onze dagen zo veraf. Dat zijn verhaaltjes van vroeger, zoiets krijgen we toch niet meer te zien in onze tijd. Vandaag horen we nochtans tot tweemaal toe het verhaal van een mirakel, tweemaal een wonderbare genezing van melaatsheid.

    De diepe betekenis is in beide gevallen: God is bekommerd om mensen. Ook al zegt zulk een wonderbare genezing van melaatsheid misschien niet zo veel meer aan de moderne mens, dat diepere geloof van Gods aanwezigheid in onze wereld blijft belangrijk voor altijd.

     

    In die dagen ging de Syriër Naäman naar de Jordaan

    en dompelde zich zevenmaal onder

    zoals de man van God gezegd had.

    Zijn huid werd weer als die van een klein kind

    en hij was gereinigd.

    (2de Boek Koningen 5,14)

     

    Op zijn weg naar Jeruzalem

    trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea.

    Toen Hij een dorp binnenging,

    kwamen Hem tien melaatsen tegemoet.

    Ze bleven op een afstand staan en riepen luidkeels:

    ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’

    Toen hij hen zag, zei hij tegen hen:

    ‘Ga u aan de priesters laten zien.’

    Terwijl ze gingen werden ze gereinigd.

    (Lucas 17,11-14)

     

    ‘DANKBAAR IN HET LEVEN STAAN’

    Mirakelen! Dat er gebeurd zijn, en ook nu nog gebeuren, daarover bestaat geen twijfel. Vele wetenschappers hebben dit onderzocht en zijn het eens, en spreken van iets dat wetenschappelijk niet te verklaren is, en dat nooit op natuurlijke wijze zal verklaard worden. Maar die wonderen hebben steeds een diepere inhoud. Het feit is maar bijkomstig, het gaat om die inhoud. Daarom spreekt de evangelist Johannes liever van ‘tekenen’. Zulk een teken wil ons leren dat wij de vervulling van ons diepste verlangen niet zelf kunnen verwerven, op eigen houtje … maar dat het ultieme heil van God komt.

    En dan staan we daar met dat vreemde woordje ‘heil’. In de gewone taal gebruiken wij andere woorden: redding, bevrijding, verlossing … en bij elk van die woorden hoort een situatie van ‘onheil’. We worden gered, bevrijd of verlost uit iets wat ons ongelukkig maakt of onvoldaan laat. Denk maar aan het oude gezegde: ‘Het zou nog eens oorlog moeten worden, dan zou je eens zien hoe rap de mensen weer naar de kerk zouden gaan.’

    Nu zit ik niet elke avond te bidden: ‘Lieve Heerke, laat het nog eens oorlog worden’. Natuurlijk niet, en toch schuilt er in die naïeve uitspraak een diepe waarheid. Als we het woord ‘oorlog’ niet letterlijk, maar als een symbool gaan zien. Als een voorbeeld voor het ‘onheil’, dat wezenlijk verbonden is met ons mens-zijn. Als mens zijn wij, letterlijk ‘niet zelf-voldaan’, wij hebben niet genoeg aan onszelf. Een volkomen leven, een volmaakt geluk, ligt niet in onze eigen handen en is niet van deze aarde.

    Mens zijn houdt altijd in: onvolkomen, onvoltooid zijn. En dat betekent het woordje onheil in zijn diepste inhoud: dat wij, als mens, met een onvervuld verlangen moeten leven. Het heil, dat ons door God geschonken kan worden, beleven wij nu nog als een belofte, en zal pas later voltooid worden. We horen dat in de woorden van Jezus: ‘Ik zeg U dit, opdat gij vreugde zoudt vinden, en opdat uw vreugde volkomen zou zijn’. Of in dat andere woord, van Petrus tot Jezus: ‘Heer, tot wie zouden wij gaan? Alleen Gij hebt woorden van eeuwig leven.’ Het heil van God verwachten veronderstelt dat we afstand doen van onze hoogmoed: dat wij zelf in staat zouden zijn onszelf te ‘redden’.

    En daarom is ‘geloven’ geen kwestie van ‘moeten geloven’, maar veeleer van ‘mogen geloven’, ‘kunnen geloven’. Laten wij bidden dat die genade van het geloof ons gegeven mag zijn … zo niet vervalt ons leven in een voortdurend vluchten uit een zinloos bestaan, zoals wij maar al te goed merken.

     

    De Heer is mijn herder

    (Psalm 23)

     

    De Heer is mijn herder, Hij gaat

    mij voor naar velden vol dicht,

    levend groen waar het heerlijk

    weiden is, dankbaar staat

    Hij achter mij als ik drink

    van bronhelder water dat

    mijn heetste dorst verslaat.

     

    Hij wijst mij het veiligste pad

    en zegt: 'Dit is mijn naam.'

    Wordt het toch steil en glad,

    dan is Hij mijn stok. Ben ik

    terug in het dal waar alles

    grauw is en kaal, de dood zelf,

    dan staat Hij naast mij en zegt:

    'Wees niet bang, hier is mijn hand.'

     

    Sluiten mijn vijanden verwoed

    mij in om mij uit te hongeren,

    Hij geeft mij voedsel in overvloed.

    Zorgzaam zalft Hij de brandende

    wond van mijn hoofd met zachte

    olie, geeft mij een beker te drinken

    vol veerkracht en levensmoed.

     

    Zijn heil, zijn stille goedheid

    blijven mijn hele leven mij

    volgen, Hij is mij een huis

    dat nooit wordt weggebroken

    of afgenomen en waar ik vrij,

    gelukkig mag wonen tot in

    lengte van dagen, altijd.

     

    Gabriël Smit

    ---

    Tien zijn er genezen,
    één teruggekeerd
    om God te danken.

       

    Eén die meer ziet
    dan zijn niet meer geschonden huid,
    en weet dat echte genezing
    onderhuids begint
    in de bekering van het hart.

       

    Eén die verder ziet
    en oog krijgt voor de Bron,
    voor Hem die kracht is,
    die mensen doet beter worden.

       

    Eén die op zijn stappen is teruggekeerd
    en een begin maakt
    van een nieuwe manier van leven
    en kiest voor een leven
    in verbondenheid
    met de grote Genezer.

       

    Eén die dankt
    en niet meer normaal vindt
    al het goede dat gebeurt.

       
    Eén die dankt
    om het wonder dat hij ziet
    als mensen goed zijn voor elkaar.


    Andreas Parochie - West Zeeuws-Vlaanderen



















    12-10-2019 om 08:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    09-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    De mistslierten van oktober rijgen

    zich in het ochtendgloren aaneen lijk een paternoster.

    Bijna zonder zichtbaar begin en einde…

    een verbondenheid gestrekt over een ganse wereld.

     

    Het is goed dat we even nadenkend verpozen

    bij de schimmen van mensen,

    gehuld in het nevelige bestaan van deze aarde

    met zijn armoede, onderdrukking en toch ook hoop op:

    “ooit zal het beter worden”.

     

    Wat we voor deze mensen doen – hoe klein ook -

    steeds worden de mistslierten wat meer opgelost

    en schijnt de zon ook voor hen.

     

    Zelfs door het kleinste venstertje

    priemt een zonnestraal!

     

    Misschien wel dank zij U.

     

    Torre van Wynckel

    09-10-2019 om 16:59 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    07-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    heuvlen waarop de beuken kruiven

    als golven waar het licht op spat,

    een rood dak, een grijs dak, en duiven

    toeren zich rond een Toren zat:

     

    de ziel herkent in alle dingen

    haar verholen betekenis,

    't verdriet, 't verlangen, en haar zingen

    soms, als de tijd gekomen is.

     

    Als al wat komen moest, geschied is,

    als alle onzuiverheid geboet,

    gebeurt het wonder dat het lied is:

    de ziel zet het heelal in gloed.

     

    Hubert van Herreweghen

    07-10-2019 om 18:28 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 6 OKTOBER

    27ste ZONDAG C – 6 OKTOBER 2019

    ‘HEER, GEEF ONS MEER GELOOF!’

     

    Geloven in een God, die hier en nu begaan is met ons leven, is nooit vanzelfsprekend geweest. Vandaag horen we in het evangelie dat de apostelen aan Jezus de vraag stellen: ‘Heer, geef ons meer geloof!’

    Het is ook onze vraag, maar dat geloof als gratis geschenk van God kan maar openbloeien wanneer we ons voelen als kleine mensen, klein en nederig onder elkaar en ook tegenover God; wanneer we ons voelen als een kind dat in vertrouwen leeft tegenover vader en moeder.

     

    Hoelang moet ik nog roepen, Heer,

    terwijl U maar niet luistert?

    Hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen,

    terwijl U maar geen uitkomst brengt?

    Waarom laat U mij onrecht lijden

    en ziet U die ellende maar aan?

    Waarom moet ik leven temidden van geweld en onderdrukking,

    waarom is er ruzie en moet men lijden onder conflicten?

    (Habakuk 1,2-3)

     

    Op een dag zeiden de apostelen tegen de Heer:

    ‘Heer, geef ons meer geloof!’

    Hetzelfde geldt voor jullie;

    wanneer jullie alles gedaan hebben

    wat jullie is opgedragen, zeg dan:

    ‘Wij zijn maar knechten,

    we hebben enkel onze plicht gedaan.’’

    (Lucas 17, 5 en10)

     

    ‘HEER, GEEF ONS MEER GELOOF!’

     

    ‘Heer, geef ons meer geloof’, vragen de leerlingen aan Jezus. En dat zou ook ons wel goed van pas komen: een beetje meer geloof. Maar dan moeten we dat geloven wel goed verstaan.

    Geloven in God is meer dan een overtuiging of een reeks van waarheden, het is een ontmoeting met God. En dat schenkt ons vreugde, omdat we daardoor andere mensen worden: mensen met meer hoop en met meer liefde.

    Als we in God geloven, staan we anders tegenover het kwaad en het leed dat ons wordt aangedaan. Dat leed blijft bestaan, maar ons geloof in God roept ons op om dat kwaad te vergeven. Het blijft niet levenslang op ons wegen en het roept ook niet op tot wraak.

    Als we geloven in Jezus, die verrezen is en opnieuw tot leven kwam, mogen we ook aannemen dat er altijd toekomst en hoop is. En dat zelfs doodgaan niet het einde is.

    Allemaal hebben wij onze kwetsuren en wonden. En allemaal lijden wij onder vele vormen van kwaad. Maar wie gelooft, weet dat alle wonden geheeld zullen worden en dat alle kwaad kan verdwijnen. Zo is de boodschap van Jezus bevrijdend.

    Onze Paus, Franciscus, heeft dat heel mooi gezegd:

     

    Met Jezus in ons hart 

    dragen we vreugde en hoop uit

    en kunnen we zelfs de duisternis

    van onverschilligheid en ontgoochelingen verdragen.’

     

    (deels geïnspireerd door gedachten van Manu Verhulst) 

     

    Heer, ik ben enkel uw knecht,

    een van uw lijfeigen mensen,

    een die maar doet recht en slecht

    wat U van hem maar moogt wensen.

     

    Wijs me het werk van de dag,

    leer me niet verder te vragen,

    laat het mijn enig bejag

    zijn om mijn Heer te behagen.

     

    Zeg me wat ik heb te doen.

    Spaar me opstandige dromen,

    en een te groots visioen

    waar ik aan toe heb te komen.

     

    Wijs me het wat en het hoe;

    geef me het goede vertrouwen,

    als ik bezie wat ik doe,

    dat het me nooit zal berouwen,

     

    dat U mijn alles bent

    en dat U mij zult regeren,

    Heer, als een goed instrument,

    U en uw Vader ter ere.

     

    Laat wat uw knecht hier dan doet

    leiden tot die ongeziene

    tafel van overvloed

    waar U mij zelf zult bedienen.

     

    Michel van der Plas

    07-10-2019 om 18:27 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    03-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DOORDENKEN OP DONDERDAG

    OPENHEID

     

    Heer, als ik verdriet heb

    en gesloten en onverschillig dreig te worden

    voor de mensen in mijn omgeving,

     

    zorgt U dan dat ik openblijf

    en niet in het egoïsme verval

    waartoe verdrietige mensen zo geneigd zijn.

     

    Zorg dat ik niet alleen aan mezelf denk.

     

    Het is niet goed dat ik veeleisend ga worden,

    anderen lastig val en hun plezier vergal,

    omdat het mij niet goed gaat.

     

    Laat mij hun kleine attenties zien,

    ze waarderen en er dankbaar voor zijn.

     

    Leer me voor de anderen iets te betekenen:

    je komt het gemakkelijkst heen over je verdriet

    als je jezelf vergeet door anderen te helpen.

     

    Romano Guardini

    03-10-2019 om 07:37 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    30-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEDICHT VAN DE WEEK

    FOTO

     

    Weemoed is een foto van voor twintig jaar.

    Familie, nog samen, nog gezond.

    Is toen. Met een lijst van nu errond.

    Het nu houdt het verleden bij elkaar.

                           

    En omgekeerd. Want nu is maar even.   

    Is opschrikken en vragen:

    waar waren we gebleven?

    Bij jou. In Die Dagen.

     

    Alles is ver. En de liefste dingen nog verder.

    Maar door het verleden wordt het bij elkaar

    gehouden, als schapen door een herder.

     

    Herman de Coninck

    30-09-2019 om 11:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)
    28-09-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZONDAG 29 SEPTEMBER

    ‘De arme Lazarus van toen, van nu …’

    Beste christenen, van harte welkom in onze kerk! Seizoenen volgen elkaar op. De herfsttijd is aangebroken. De aarde heeft haar vruchten voortgebracht. 

    We komen samen bij de Heer. Hij verwacht ook van ons goede vruchten!

    Net zoal vorige week gaat het daarbij om rechtvaardigheid, liefde, een eerlijke verdeling van de goederen tussen de mensen. De schandalige, mensonwaardige kloof tussen arm en rijk is er nog altijd, ook in de 21ste eeuw, hier en op wereldvlak. Lazarus sterft nog iedere dag, kunnen we zeggen met een verwijzing naar het evangelie van vandaag over 'Lazarus en de rijke vrek'.

     

    Dit zegt de almachtige Heer:

    Wee jullie, zorgelozen in Sion,

    zelfverzekerden op de berg van Samaria,

    leiders van dit uitverkoren volk,

    tot wie de Israëlieten zich wenden!

    Jullie liggen maar op je ivoren bedden,

    hangen op je divans,

    eten lammeren uit de kudde

    en kalveren uit de stal.

    … maar jullie lijden er niet onder

    dat Jozefs volk ten onder gaat.

    (Amos 6,1.4.6)

     

    ‘Er was eens een rijk man

    die in purper en fijn linnen gekleed ging

    en iedere dag uitbundig feest vierde,

    terwijl een arme, die Lazarus heette,

    met zweren overdekt voor de poort lag.

    Hij verlangde ernaar zijn honger te stillen

    met wat bij de rijkaard van de tafel viel.

    Maar er kwamen alleen honden

    die zijn zweren likten.

    (Lucas 16,19-21)

     

    ‘PROFETEN VROEGER EN VANDAAG’

     

    ‘Als ze naar de profeten niet luisteren …’, een onopvallend zinnetje uit het evangelie. Niet alleen toen, ook nu nog zendt God zijn profeten! Cesar Maes was zo’n ongekende profeet. In 1970, hij was toen bijna 40, een prof met veel talent en aanzien, maar zijn hunker reikte verder: hij liet de wijsheid en de rijkdom van de wereld achter zich en vertrok als missionaris naar de armste Indianen van de parochie San José Ojètenam in Zuidwest Guatemala. In 2005 is hij daar, op 74-jarige leeftijd overleden. Aan hem is volgend tweevoudig ‘In Memoriam’ gewijd:

    ----

    Beste vrienden,

    Dat we mogen deelnemen aan dit dankoffer maakt ons blij. Moge deze viering voortzinderen als een orgelpunt dat voor altijd wordt geplaatst achter de levenssymfonie die Cesar gedurende 35 jaren heeft gecomponeerd en uitgevoerd.

    De graankorrel die Cesar heeft geplant in de aarde van San José is gestorven maar de oogst is er des te rijper om en zal nog groter worden.

    ‘Geef de indianen eerst hun fierheid terug; pas daarna kunt ge binnen treden in hun ziel ‘: deze gedachte vertaalde Cesar in daden, elke dag opnieuw.

    Hij was inderdaad gehard door het leven. Eenvoud en al die kleine gewone dingen die moeder aarde ons schenkt, tekenden hem zeer, zeer diep. Dit gaf hem die onweerstaanbare kracht om naar de kleinen toe te gaan en altijd mild te zijn voor de anderen.

    Op 2 september laatstleden mochten we Cesar nogmaals ontmoeten in zijn warme familiekring te Overmere. We herkenden het brevier met psalmgebeden dat nooit ver van hem af lag als een trouwe compagnon: het lag ietwat beduimeld op het tafeltje in de kamer.

    Hij sprak er niet veel over zichzelf, maar wel des te meer over zijn mensen in San José, over hun overvloedige forellenkweek, over de Prado – een vijver zo groot als een voetbalveld – over zijn opvolger Padre Saul , en … dat hij er aan dacht zich terug te trekken in de kalmte van de ‘choco casa’: zijn geliefde hut tegen de flank van een lang gedoofde vulkaan, en omgeven met vijvers en bloemen en kolibries.

    Bij ’t afscheid beloofden we hem de volgende dag een brief achterna te sturen: ‘Zo vlug al?’ vroeg hij zeer gevat. Waarop we opperden dat die brief wel een hele tijd onderweg zou blijven. Een niet mis te verstane afspraak dus. Drie dagen later vloog hij voor goed terug naar Guatemala … en nog veel, veel verder …

    Hij had er echter op aangedrongen – daar hijzelf nog wat moe was en veel moest rusten van de dokter – dat we toch nog eens naar die prachtige Donk van Overmere zouden gaan wandelen. En we dachten terug aan zijn laatste brief waarin hij in nota vermeldde dat het nog niet te laat was om hem te komen bezoeken in San José. En dat zijn mensen zo blij waren met de nieuwe zwemkom. En hij voegde er aan toe: ‘Afwachten wat de gezondheid zegt. We zijn ook niet meer van de jongsten. Maar voorlopig geen klagen.’ En hij besloot veelbetekenend: ‘Veel vrede en vreugde voor dit jaar... en alle jaren daarna…’ Dat was december 2004…

    Maar keren we terug naar de parochie die hij heeft gesticht in 1970. Het bruiste er van leven en gezelligheid: zijn deur stond altijd open voor duizenden van zijn mensen. Er was trouwens geen bel.

    Niet de minste moeite heeft hij gehad om zijn universitair diploma opzij te leggen, met veel plezier. Om met zijn handen en met zijn ziel iets te gaan doen voor die gewone Maya – indianen. Zoals in de Duitse uitgave van zijn geschriften getiteld stond: ‘Das Abenteuer nimmt seinen Lauf!’: het avontuur kon beginnen: en hij ging met zijn volk voor goed op weg.

    Cesar was weliswaar geen klompenmaker, maar toch wel een ware stielman voor God. Hij was bijtijds verpleger, ambulancier, ontwerper van kacheltjes, molenaar, bakker, groenten- en fruitkweker, visser, bomenplanter. Hij kweekte waterlelies, oesterzwammen. Hij was onderwijzer, advocaat, boekenschrijver, catechist en peter, muzikant, bergbeklimmer. En bracht zijn mensen ertoe hetzelfde te doen. Met als enig doel zijn mensen warm te maken voor een volwaardig leven.

    En ze klampten zich aan hem vast. Hij van zijn kant voelde zich tijdens de feestelijke zondagseucharistie als gedragen door een ‘nieuwe’ kerk: honderden van zijn mensen trokken er heen – vaak van uren ver en te voet over berg en dal om er de hele zondag door te brengen als een feest zonder einde. Tijdens de preken was de ene of andere gevatte opmerking van de mensen zeer welkom. En hij zegende velen en dikwijls.

    Hij stond in pure bewondering voor het oneindig kleine en het ontzaglijk grote in de natuur. Onwillekeurig denken we hier terug aan het kleinste vogelnestje van de lang gebekte kolibrie dat hij ons aanwees, amper 2 cm groot. Evengoed ontplooide hij voor wie begrijpen wilde de immense sterrenhemel zoals we die in ons westen helemaal niet meer kunnen zien.

    Vandaag staat het deurtje van de ‘choco casa’, die intieme houten blokhut, voor goed wijd open, met uitzicht op de Prado en San José: zijn land van belofte. Cesar wilde op het einde alleen zijn om zeer dicht bij die sterrenhemel te blijven: want hij ervoer er dwars doorheen een totaal andere en nieuwe dimensie: deze van zijn Schepper en Heer.

    Over enkele dagen zullen de mensen van San José hun dierbare doden bezoeken: ze zullen de zerken wit en blauw schilderen, met bloemen en slingers versieren; ze zullen er samen eten, en praten tot hun dierbaren, wellicht ook bidden…

    Want ooit schreef Cesar: ‘Ik durf hopen dat ooit een kind wat veldbloemen plant op mijn graf’. En hij voegde er fijntjes aan toe: ‘En dat mogen zelfs heel kleine zijn’. ‘Ik heb zo veel van de sterren gehouden dat ik geen nacht meer vrees.’ En ‘een glimlach is sterker dan een traan.’

    Cesar wuifde alle negativisme weg en durfde uitroepen: ‘A Dios tristeza! Weg met al die droefheid! Leg al uw pijn in Gods handen!’. En op bladzijde 59 van zijn boek vinden we de foto van een Cesar met een peuter op de schoot: twee lachende figuren, waarbij hij met de vinger de kleine naar omhoog wijst..

    Dank u Cesar, voor uw eeuwig aantrekkelijke glimlach. Die heeft vast iets met uw SCHEPPER, met onze God te maken.

    Want er staat en blijft in reuze grote letters in de Prado geschilderd: TODO HABLA DE DIOS. Alle dingen en mensen zeggen zo veel over onze God. En Cesar voegt er aan toe op zijn Overmeres: ‘Als ge goe kijkt!’….

    Dank voor dat alles, Cesar !!!

    Claudine en Herman Kerkhove. Ronse.

     

    ---

     

    ADIOS CESAR MAES


    Dagelijks surf ik eventjes naar de katholieke nieuwssite Rorate (RKNieuws.net) op zoek naar de kerkelijke actualiteit. Maar dinsdag was het even schrikken. ‘Fidei-Donumpriester Cesar Maes in Guatemala overleden’.

    Het bericht kwam dan toch nog – ondanks onze weet van zijn ziekte – als een verrassing. Cesar Maes…, Ronse mag hem gerust tot een van de zijnen rekenen. Ik heb hem van nabij meegemaakt toen hij leraar was in het Sint-Antoniuscollege. Uren heb ik – als jonge beginnende collega-germanist – met hem ‘gesleten en genoten’. En hij kon als geen ander vertellen: over zijn armoedige jeugd (hij werd geboren te Uitbergen in 1931, maar zijn kinderjaren bracht hij door te Overmere), zijn priesterroeping (hij werd in Gent tot priester gewijd in 1957), zijn vele vriendschappen, zijn beginjaren op het college. Over die laatste getuigde hij:’ Mijn benoeming (31 augustus 1961,) te Ronse had ik gevreesd: ik had daar voordien een niet volledig geslaagde interim. ’t Schijnt dat Cyriel Martens bij de superior Couvreur op mijn benoeming aandrong: er waren niet zoveel priestergermanisten beschikbaar en van mij wist men al ongeveer welk soort vlees men in de kuip kreeg. Van twee kwalen kon ik eventueel nog de kleinste zijn.’ 

    Maar zijn diagnose was verkeerd. Hij werd een hoog gewaardeerde leraar Engels en Duits. Aan allerhande voorgekauwde didactiek had hij een broertje dood. Hij gaf les vanuit de buik – neen, ’t zat hoger – vanuit zijn hart! Grammatica en regeltjes waren hem er teveel aan. Hij trainde zijn leerlingen in de ‘communicatieve vaardigheden’ – pratend als de beste – lang voor de uitvinders van de didactische geheimtaal geboren waren. Met een bang hartje moest ik die man opvolgen. Die man, die aan het college mede zoveel glans gaf. Met zijn knapenkoor, de 'Vreugdezangertjes', mocht hij, aldus zijn getuigenis, ‘veel beleven. Wij zongen slordig maar wij zagen veel, ook bergen en edelweiss, met terloops een buitenlands optreden in de open lucht. Het was een aangename, jeugdige boel met kampen, uitstappen en romantiek. Ik was getekend door vele jaren activiteit in de jeugdbeweging. ‘Des vriends was ons belangrijker dan de kunst.’ Vele oud-leerlingen zullen het zich wel herinneren.

    Veel muzikale bagage had hij van huis niet meegekregen. ‘Mijn opleiding begon in een klein huis. Onze ongeschoolde moeder zong graag en wij dus ook…’

    Inderdaad, hij was niet te beroerd om zijn geringe afkomst te koesteren. Ooit schreef hij: ‘Mijn ‘curriculummeken’ begon nochtans met een meevaller. Ik mocht in een arme familie geboren worden, op een steenworp van een groot meer, vol aantrekkelijkheden. Vader was een klompenmaker en dat was geen indrukwekkende carrière. Hij maakte klompen en, met moeder, elf kinderen. Vier ervan waren mij voor bij de aankomst, ik hield er zes achter mij. Dat was veel volk voor een klein huis.’ Maar net die jeugdervaring deed hem de oren spitsen naar een tweede roeping: priester-missionaris worden bij de armste der armen. Hij aardde gewoon niet in de swinging sixties! Toen ‘…groeide echter de pijnlijke zekerheid dat er een onchristelijke kloof ligt tussen de theologie van de welgevoeden en de theologie van de opzij geduwden.’

    Begin 1970 besloot hij als ‘Fidei Donum’-priester naar Guatemala te vertrekken. Hij werd er de eerste pastoor van San José Ojetenàm. Het dorp in Zuid-West-Guatemala, in de grensstreek met Mexico, ligt op 3.000 meter hoogte en telt ca. 12.000 inwoners.( De term ‘Fidei Donum’’ verwijst naar de gelijknamige encycliek van paus Pius XII uit 1957 waarin de paus zijn collega's-bisschoppen oproept om voor een bepaalde tijd priesters van hun bisdom te zenden naar bisdommen elders in de wereld om daar hun diensten aan te bieden aan de plaatselijke bisschop).

    En hij bleef er… en leefde er temidden van de lokale arme indiaanse bevolking, hoog in de bergen. Hij richtte er een proefterrein op (met eigen gekweekte groenten en dieren), bouwde een kerkje (waarin de liturgie telkens vrolijk de muren uitbarstte), animeerde en organiseerde in een gerenoveerde zaal (‘Adios Tristeza’!) bonte avonden in de beste Vlaamse traditie (hij leerde de indianen ‘Op de purperen hei’!), en leidde catechisten op, bezocht oude en zieke mensen op de meest onmogelijke plekken… en overleed er. En terwijl ik laat in de avond dit allemaal neerschrijf, is aan de overkant zijn uitvaart bezig.

    Die mag ik als gelovige – wat Cesar betreft – een welverdiende ‘invaart’ noemen naar het huis van de Vader. In 1994 schreef hij: ‘Ik zag ook enkele oudjes zingend sterven. Zo zou ik ook willen sterven, maar of ik, na de gelukkige jaren in dit paradijs van eenvoud, nog in aanmerking kom voor een hemel van langere duur hangt af van de voorwaarden van de Heer, de enige groothandelaar in geluk…’. Die voorwaarden zijn ruimschoots vervuld. Adios, Cesar!

    Gaby Verzele

    ---

    ‘Als ze naar de profeten niet luisteren …’ zei Jezus in één van zijn mooiste parabels toen. Zou Hij vandaag andere woorden spreken, als Hij die talloze hongerlijders zou zien, aan de poort van de rijken?

    ---

    ENKELE CITATEN UIT HET BOEK

    ‘ADIOS TRISTEZA’

    ‘Voorlopig huis ik nog in het primitieve hok. Ik gaf het een moderner uitzicht met een degelijke petroleumlamp, een paar planken voor de potten en de pannen en een reeks nagels voor de kopjes, want ik heb er nu al vijf. Een plastiekzak, waarin ooit een deken stak, is het venster. De WC, die honderd meter verder staat, kan nu eindelijk ook bij regenweer gebruikt worden.’

     ---

    ‘Ik kook zelf mijn potje. Ik ben helemaal geen sukkelaar. Men moet eerst honger hebben om te weten hoe lekker een schotel pakjessoep smaakt. Lekker zijn ook de bananen, de tomaten, de eieren, de aardappelen, al zijn er niet telkens alle ‘oogjes’ uit, en de ruwe lappen vlees. Men moet eerst door vlooien gebeten zijn om te weten hoe weldoend een zalfje kan zijn. Men moet eerst moe zijn om van rust te genieten. De nachten zijn heerlijk, ook zonder lakens, na een bezoek te paard aan een ver bergdorp. Men moet eerst heimwee hebben naar het oneindige en naar de mensen opdat elk woord van omhoog en elke groet van een vriend verrijkende vreugde kan geven.’

    ---

    ‘Dit heb ik nu al beter begrepen: dat er zonder behoeften geen voldoening kan zijn en dat wie sterren wil zien in de nacht moet gaan staan.’

    --- 

    ‘Soms heb ik het gevoel dat ik mij vergist heb, dat ik allang hier had moeten zijn, dat ik deugden heb geleerd die hier niet passen. Stiptheid? Wat een gekke uitvinding is een uurwerk, dat ons steeds op de hielen zit en aanspoort om tijd te winnen, zonder te weten waarvoor. Een Indiaan weet beter en heeft tijd genoeg. Beleefdheid? Geef mij maar de warme, vuile hand van een Indiaanse boer en de glimlachende groet van ongewassen kinderen.’

     ---

    Wij steken van wal met vertrouwen in de toekomst en met de hoop dat het getuigenis van ons geloof luid en oprecht mag klinken.

     ---

    ‘Terzelfdertijd groeide echter de pijnlijke zekerheid dat er een onchristelijke kloof ligt tussen de theologie van de welgevoeden en de theologie van de opzijgeduwden’.

    ---

    ‘Voor de zwijgzame Indianen is de glimlach de taal van hun vriendschap. Ze glimlachen voortdurend.’

    ---

     ‘Het ouder worden doet denken. Over de mooie, kleine dingen hier, die ik in België niet kon zien, omdat daar de huizen te hoog zijn.’

     ---

    ‘Eigenaardig hoe volle magen niet enkel stevige buiken maar ook slappe geesten kweken.’

















    28-09-2019 om 18:35 geschreven door Omer

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Dagboek/bedenkingen
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 21/08-27/08 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 08/05-14/05 2023
  • 01/05-07/05 2023
  • 24/04-30/04 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 14/02-20/02 2022
  • 27/12-02/01 2022
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 25/12-31/12 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 28/11-04/12 -0001

    Blog als favoriet !

    Categorieën
  • Dagboek/bedenkingen (1617)


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!