Verrassend goede Winterappelen
Howard
Stringer had mij begin februari in Engeland enkele appelen meegegeven om later
te proeven.
Het
bezoek van Vincent enkele dagen geleden was een uitstekende gelegenheid. Fijne
herinneringen aan de Veltwerkgroep fruit borrelden terug op. Vanaf de
beginjaren tachtig kwamen we met een groep van een twintigtal geïnteresseerden
geregeld samen om velerlei themas betreffende fruit te behandelen. Ik ben nog
dankbaar om de leerschool die ik toen kon doormaken. Al doende leert men veel.
Achtereenvolgend
proefden we met zijn drieën (Vincent, Aleide en ik):
1. Otava : een ras afkomstig uit
Tjechië. 8 / 10 nr 2
Geel, zeer lichte blos, zacht maar nog
krokant. Iets over zijn
hoogtepunt. Mooie pitten.
2. Lady Williams: een Australische
appel. 7 / 10 nr 3
hard, wit vlees, knapperig, zuurzoet,
speciaal aroma. Kan nog lang
bewaren.
3. Yellow Newtown: USA 1759.
7 / 10 nr 3
Geel als golden, nog hard, zoet, speciaal
aroma.
4. Fremy: Frankrijk (1830-1840)
6,5 / 10 nr 5
Nog vast, zoet, oude smaak, zoet.
5. Sturmer Pippin: Engeland rond 1800.
8,2 / 10 nr 1
Lekker, fijne nasmaak, aangenaam zuur. Vit.
C.
Al deze vruchten kregen hoge scores. De
late vruchten profiteerden vorige herfst extra van de prachtige nazomer.
Dit zijn allemaal vruchten waarvan een
liefhebber, zonder koeling, lang kan van genieten: extra interessant.