Snoeien is het wegnemen van plantendelen
Het doel hiervan is een regelmatige verdeling van
energie door de gehele plant te verkrijgen, teneinde
daardoor de kwaliteit en de opbrengst te verbeteren.
Uit ervaring weten we dat de boom in de jeugdfase
het krachtigst groeit.
In de productiefase is er meer evenwicht
tussen groei en vruchtbaarheid. Maar zoals we verder zullen zien, dient ook
hier wat gesnoeid. Deze groei en
vruchtbaarheid laten het in de ouderdomsfase steeds meer afweten en dan
trachten we meer prikkelend te snoeien om nieuwe scheutvorming te bekomen.
Het groeiproces verloopt met grote wetmatigheid.
De eerste die dit duidelijk onderkende was Vöchting.
De naar hem genoemde groeiwetten maken ons duidelijk
hoe door de onderlinge stand van de takken de energie over de boom wordt
verdeeld.
De
Groeiwetten van Vöchting:
Als 2 even lange en even dikke takken op de harttak
staan
- en ze
maken dezelfde hoek, dan groeien ze even
hard.
- indien ze
een verschillende hoek maken, dan groeit de steilste tak het hardtst.
- indien
deze op verschillende hoogten staan, dan groeit de hoogste tak het hardst.
Als 2 takken op dezelfde hoogte staan en dezelfde
hoek maken, maar verschillen in dikte, dan groeit de dikste tak het hardst.
Als 2 gelijke takken op verschillende afstand van de
harttak staan, dan groeit de tak die het dichtst bij de harttak staat het
hardst.
Hierop aansluitend herhalen we
De
Snoeiregels van Koopman:
1.
De
grootste totale lengte van één plus tweejarig hout te samen wordt
verkregen als niet wordt gesnoeid.
2.
De
grootste hoeveelheid groei wordt verkregen als 70 % van de
scheut
wordt afgesnoeid.
3.
De
grootste verdikking van de scheut wordt verkregen als van de scheut de helft of
iets minder wordt afgesnoeid.
4.
De
groei is het sterkst aan de toppen van de scheuten.
5. De neiging
tot verlenging neemt af en de bloemvorming neemt toe
naarmate
de stand van de takken horizontaler wordt. Appel mag men
zelfs iets
door het horizontale buigen.
Doch
hierbij moeten we letten op de inplanthoek van de tak.
Staat deze
steil ingeplant dan blijft de groei sterk, ook al buigen we
de tak
zoveel mogelijk horizontaal.
Deze
takken staan dikwijls op ruggen. Deze takken kan men
wegsnoeien.
Doch de meer schuin ingeplante takken laat
men ongesnoeid. Deze
buigt men
wel horizontaal, waardoor de lengtegroei wat afgeremd
wordt ten voordele
van de vorming van vruchttakjes met
bloembotten.
Een goed
groeiende boom geeft echter te veel bloembot. Dit is zeker
het geval
na een beurtjaar, een jaar zoals we in 2005 kenden.
Zonder
ingrijpen zal de boom te uitputtend bloeien en te
veel, doch
te kleine vruchten voortbrengen en daarbij te weinig energie
overhouden voor de vruchtzetting in 2007.
Verwijder wat
vruchttakken. Knip takken met te
veel
bloembotten door of knip een deel van de bloembotten weg.
Ik begin
met de slecht belichte takken in de broek van de boom weg
te nemen.