Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
03-07-2005
GOUDBESPLANTEN VOOR DE TOMBOLA
De GOUDBES (Physalis pubescens) is een physalissoort die inheems is in de meeste staten - behalve de warmste - van de Verenigde Staten. De goudkleurige bessen zijn iets kleiner dan deze van de ANANASKERS, de meer bekende tropische familiegenoot met oranjekleurige bessen, die als delicatesse verkocht worden. Men gebruikt deze bes meestal om met de bes - met opengevouwen vruchtblaadjes - een dessert te bekronen.
Dit familielid (Physalis peruviana) komt uit het tropisch klimaat van Midden - en Zuid Ameroka. Je kan deze bij ons telen indien de plantjes warm voorgekweekt werden. Buiten zaaien kan ook, doch ons groeiseizoen is meestal te kort om nog rijpe vruchten te bekomen.
De goudbes is wat kleiner dan de anaskers, maar ze is een veel betere drager. Elk jaar worden de meeste bessen rijp. In het warme 2003 was dit al vanaf begin augustus; anders een tiental dagen later en dat gaat door tot de eerste vorst.
Vroeger had ik al diverse keren goudbes gezaaid. Het was al gebeurd dat deze zich spontaan hadden uitgezaaid, doch hoogstens een paar plantjes.
In 2000 zaaide ik biologisch zaad van de Franse onderneminfg Terre de Semences, nu vervangen door Kokopelli. (Ze hebben een interessante website).
Ik zaaide in april en veel vruchtjes werden rijp. Ik had ze wel te dik laten staan. Men laat best een tussenafstand van een halve meter. Het wordt een bossige plant van een halve meter, met veel, mooi ingepakte bessen. Wanneer ze rijp zijn en van groen naar geel verkleuren vallen ze af. Je hebt ze alleen maar regelmatig op te rapen, want in aanraking met de grond begint het omhulsel te ontbinden. Op een schaal in huis bewaren de gave, ingepakte bessen opvallend lang. Met kerstmis kan je er nog van snoepen.
Het plezante nu is dat deze variëteit zich massaal uitgezaaid heeft in mijn tuin.
Telkenjare heb ik een overvloed aan plantjes. Gemakkelijk. Niet meer omzien naar uitzaaien. De zaden ontkiemen einde mei. Op passende plaatsen mogen ze uitgroeien. Soms verplant ik met natte kluit. De wortels mogen niet verstoord worden.
Na de regen hebben we er nu een aantal in potten gezet voor de tombola op het Afrikaans Tuinfeest van aanstaande zaterdag 9 juli.
Vandaag, 1 juli was het voor mij een verlofdag: niet werken in de tuin, maar een ganse dag Esperanto maraton. De eerste maal dat ik dat meemaak. Een ganse dag enkel Esperanto , la internacia lingvo ( de internationale taal) spreken. Na 2 jaar Frans of Engels zouden we er nog niet veel van terecht brengen!
Voor mij was het dubbel aangenaam, want een van de gvuidantoj (gidsen) was de nu 80 jarige, - doch die er maar zeventig uitziet,- Frederik Vanden Brande, de man die aan de basis ligt van van de compostbeweging in Vlaanderen en in enkele ontwikkelingslanden. Frederik volgde in 1976 Jan Heyman, de stichtende voorzitter van VELT, toen nog Vereniging voor Ekologische Land en Tuinbouw vzw op. Ik was secretaris. Op zijn thuisbasis, Hof ter Winkelen te Londerzeel nam hij het initiatief voor het composteren van snoeiafval volgens de methode Jean Pain. Jean Pain was een Franse bosbouwer die in de Provence omstreeks 1970 startte met het composteren van de snoeiafval die men bekwam bij het aanleggen van brandgangen. Met de compost creëerde hij een tuin in die droge streek. Op een congres in Brussel toonde hij er een filmpje over, dat op ons een sterke indruk maakte. Wat ik het best onthouden heb, was de sterke borstwering die men moest maken om de wilde zwijnen uit de tuin, waarin men de compost gebruikte, te houden! (Nog wat anders dan merels!)
In 1977 nodigde Frederik Jean Pain en zijn vrouw Ida uit naar Londerzeel en ontstond de voorbeeldwerf bij uitstek voor het composteren. Je kan er nu nog elke eerste zaterdag van de maand een kijkje gaan nemen.
Een van zijn werfleiders was Gerrit Van Dale, de man achter Vlaco , de Vlaamse Compostorganisatie vzw , met intussen o.a. de duizende compostmeesters. Zo weet een compostmeester die dit leest waar Abraham zijn mosterd (mustardo , alle zelfstandige naamwoorden eindigen in het Esperanto op o) haalde.
Eerst tussen twee vlagen in de AFRIKAANSE BONEN verplant, die Aleide meegebracht heeft uit het dorp Going in het hoge noorden van Kameroen.
Ze waren eerst op een minder geschikte plaats uitgezaaid. Ik veronderstel dat het lage bonen zijn, maar ze lijken toch aanstalten te maken om wat hoger te groeien. Enkele zijn dan ook tegen de staken uitgeplant Ik ben benieuwd wat er zal van geworden.Ze komen tenslotte uit een tropische streek. Ze kiemden en groeiden tot nog toe zonder problemen. Alleen jammer dat ik wegens de droogte zo lang moest wachten om te verplanten.
Ik hoop dat ze tegen het Afrikafeest van zaterdag acht dagen al weer vlot aan het groeien zijn.
Aan de resterende staken werden de snijbonen HELDA en EVA gezaaid, de PEA BEAN,(erwtenboon, mooi rond, de helft wit, de helft bruin), die zowel als peul en als droogboon kan gegeten worden.
En tenslotte een nieuwe runner bean (pronkboon) van Chase Organics SUN BRIGHT. 'De gouden bladeren en rode bloemen zijn decoratief genoeg om ze te incorporeren in een bloemenborder of in een keukentuin.'
Aan de zuidkant van het huis is er een afgedekt terras met doorschijnende platen. Vier jaar terug plantte ik aan de beide palen enerzijds Swenson Red, een Amerikaans, pitloos ras en anderzijds Bianca. Voor zover ik weet een witte wijndruif. Deze plant is nog niet zeer
ontwikkeld en zal dit jaar zijn eerte trosjes geven. Op dit ogenblik zijn de besjes nog heel klein. Dit in tegenstelling met de zeker erwtendikke bessen van de Swenson Red. Vorig jaar gaf deze zijn eerste vruchten. De plant is zeer sterk gegroeid. De hoofdrank heb ik vorig jaar horizontaal onder de dakgoot geleid. De zijtakken leidde ik onder de profielbalken. In het hout heb ik halve oogvijzen gedraaid en legde de de ranken er in. De vele trossen nu beloven een flinke oogst. In september zal ik de merels trachten weg te houden door af te schermen.
Jasmien en Jonathan hebben ze gevonden de rijpe blauwbessen. Bluetta, Bluehaven en Goldtraube zijn de vroegst rijpende rassen. De rij wordt afgesloten door Elliot, waarbij je de laatste bessen kunt plukken begin oktober.
Mijn vochthoudende zandgrond is er goed geschikt voor. Ik heb de PH, de zuurgraad moeten verlagen door het mengen van turf.
Mijn oudste plant heb ik al 42 jaar. Die stond vroeger op een andere plaats, waar er haast niet naar omgekeken werd. Tijdens de uiterst warme en droge zomer van 1976, was de plant op sterven na dood, praktisch helemaal verdroogd. Toen kreeg die nog geen afdekking. Een afdekking met zuurder strooisel, b.v. van dennennaalden is heel interessant om de verdamping te verminderen.
Ik maakte al aanstalten om te gaan gieten, maar de regen van deze nacht was een godsgeschenk. De rijpende bessen hebben vocht nodig om goed te ontwikkelen
Niet alleen de rode - maar ook de zwarte frambozen zijn rijp.
Bij ons zijn de zwarte frambozen relatief onbekend. In Amerika zijn ze inheems. Men heeft heel wat cultuurrassen ontwikkeld. Een hiervan is het ras Bristol. Dit heb ik staan. Niet alleen wij vinden de bessen lekker maar ook bij de merels zijn ze zeer geliefd.
Zwarte frambozen vallen op door hun roze-groene stengels met flinke stekels. Het gewas heeft sierwaarde.
Sinds ik de groene netten vervangen heb door afdekking met gaas gaat alles veel gemakkelijker. Geen haperende bessen meer als je het net opheft om te kunnen plukken. Met een breedte van 3.66 m kom je goed toe. Onderaan worden de panden bijeengehouden met wasknijpers.