Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
17-07-2010
Reis naar het Scottish Crop Research Instituut
Reis naar het Scottish Crop Research Instituut
De kleinfruitgroep van de
Boerenbond richtte o.l.v. consulente Leen Jolling een driedaagse reis in naar
Schotland.
Met Ryanair werd er s
avonds vertrokken van Charleroi naar Edinburgh. De twee autos voor telkens 5
man werden opgehaald. Leen had haar GPS bij om in het donker naar het hotel te
rijden. GPS, een fantastische uitvinding voor een dergelijke gelegenheid.
Een bezoek aan het S.C.R.
I. stond reeds lang op mijn verlanglijstje. Wellicht is dit het voornaamste
opzoekingstation voor kleinfruit van Europa. Naast kleinfruit ontwikkelt men
ook nieuwe, tegen de plaag zo resistent mogelijke aardappelrassen (o.a. Lady
Balfour, genoemd naar de eerste vrouwelijke bioingenieur in Engeland. Zij
schreef al in 1943 Living Soil en creëerde het Haughley Farm experiment : een
dertigjarige vergelijking van enerzijds klassieke teelt naast biologische -organic in het Engels- teelt). Men doet ook
onderzoek naar granen enz.
Nieuwe frambozenrassen
krijgen als eerste woord Glen. Glen in
het Schots betekent: nauw dal. Zwarte bessen herkent men aan Ben : berg. Bramen aan Loch : meer. De bramen die jullie eten zijn hoogst waarschijnlijk
Loch Ness bramen, het algemeen geteelde standaardras.
Glen Clova en Glen Moy waren
lange tijd de standaardrassen onder de Frambozen. Momenteel wordt er in Groot
Brittannië voornamelijk gekweekt met Glen
Ample.
Het nieuwe topras bij de
zwarte bessen is Big Ben.
We werden ontvangen door
Rex Brennan, het afdelingshoofd kleinfruit. Onderzoekster Alison Dolan vertelde
over de diverse testen waaraan de nieuwe rassen gedurende verschillende jaren
onderworpen worden. Als ze uiteindelijk waardevol blijken krijgen ze een naam
en een paspoort.
We troffen het niet
bepaald met het weer. Bij de eerste maalgaan kijken naar de veldproeven begon het stilletjes te regenen. Eerst
had ik nog menen een veldleeuwerik te horen. Men heeft er veel ruimte: bedrijf
1: 120 Ha; bedrijf 2: 250 Ha.
Frambozen moeten
stekelvrij zijn en resistent tegen de wortelziekte van de frambozen, daarbij
stevig, mooi rood en van goede smaak.
Bij zwarte bessen is het
smaakaspect belangrijk gezien er afzet is bij de grootwarenhuizen. De prijs is
beter dan bij verwerking. Ik proefde verschillende proefrassen en de goede
smaak verraste mij. Paters, zwarte bessen in t West-Vlaams, waren voor mij als
kind een lievelingsfruit.
Deze bezoeken gebeurden
onder leiding van mevrouw Niki Jennings, die instaat voor de ontwikkeling der
rassen. Zij is enkel naamgenote, geen verwante van Derek Jennings, die hier
vele jaren werkte en tal van rassen kweekte waaronder Glen Clova en Glen Moy.
Ook de Taybes, in de handel gebracht in 1978 staat op zijn naam. Ik heb hem in
1992 leren kennen na zijn pensionering. Hij was verhuisd naar Otham, een
buitendorp van Maidstone,de hoofdplaats
van Kent. Hij verkocht toen bramen Waldo, Loch Ness en Silvan en de purperen
framboos Glen Coe. In 1996 had ik met enkele fuitvrienden weer een afspraak.
Toen vertelde hij dat hij pas vernomen had dat in een tuin in het graafschap
Buckinghamshire een stekelloze mutatie ontstaan was van de Taybes: de
Buckingham Taybes.
In de latere namiddag
volgden bedrijfsbezoeken. Met het regenweer konden we minder genieten van het
golvende landschap.
Het bedrijf dat we
bezochten werkt met een aantal andere bedrijven samen in de groep Angus,
dezelfde naam als het graafschap hier.
We zien een landschap met vele
tunnels van honderden meter lang.
Het bedrijf is 400 Ha
groot, waarvan 140 Ha kleinfruit. We bezochten de tunnels met frambozen en
bramen. De zwarte bessen staan in openlucht.
Voor het plukken heeft men
maar eventjes 450 plukkers nodig, mensen uit de vroegere Oostbloklanden.
Op een andere locatie
zagen we de frambozenplanten van het ras Glen Ample, die onlangs uit de frigo
kwamen. Men had ze per 3 geplant in containers, gemaakt met zwart plastiekfolie.
De blaadjes begonnen pas te ontluiken. Straks zou men deze onder tunnels
brengen.
Na inchecken in het hotel
reden we naar Dundee voor het avondmaal. De stroom Tay is er een brede zeeinham geworden. Eerst werd een bezoek gebracht aan de
fruitstanden van de grootwarenhuisketen Tesco.
s Anderendaags reden we
naar het hoofdbedrijf van Angus.
Weer ontelbare tunnels. We
bezochten de tunnels met diverse aardbeien op stellingen in betonijzer.We konden ook proeven in een tunnel met rijpe
vruchten van het recente, lekkere ras Sonata.
We verplaatsten ons per auto naar de diverse tunnelcompexen: frambozen, blauwe
bessen en bramen. We konden het vroege bramenras Karaka Black proeven. Een Nieuw-Zeelands ras, met opvallend
smakelijke, zeer langwerpige vruchten, gecreëerd met erfelijk materiaal van
bramen uit het westen van Amerika. De dracht bedraagt echter slechts een vierde
van deze van het huidige, overal geteelde topras Loch Ness van het SCRS, dat we gisteren bezochten. Maar wat een
heerlijke smaak!
Daarna mochten we een kijkje
nemen in de verpakkingseenheid. Eerst trokken we een stofjas aan en kregen een
netje op het hoofd. Aan verschillende lijnen was men bezig met het inpakken van
aardbeien en frambozen voor de verschillende grootwarenhuisketens. Voor elke
keten zijn er eigen labels die tot zeven maal gecontroleerd worden om zeker een
vroegere, zeer kostelijke vergissing te vermijden.
Na de lunch in een
badplaats aan de kust was het tijd voor de terugrit naar het vliegveld van Edinburgh.
Op t einde moesten we nog terugrijden naar het enige benzinestation op de
autoweg dat we in de andere rijrichting hadden gezien. De auto moet immers met
een volle tank terug afgeleverd worden. We zagen de collegas links afslaan
naar een andere autoweg. Wij konden gelukkig nog net rechts aanhouden naar het
rond punt om terug te rijden.
In Charleroi was het
opgehouden met regenen. Het onweer was al naar Antwerpen en Limburg getrokken. Ik
was zeer tevreden in de regen terug te rijden.
De lange droogteperiode en
hittegolf zijn voorbij.
FOTOS
Het Scottish Crop Research
Institut te Invergowrie (Dundee). Let op de URL. Op hun website is heel veel te
vinden.
Afdelingshoofd Rex Brennan
Uiteindelijk krijgt elk
nieuw ras zijn paspoort
Viruszieke planten in een
serre
Onderzoekster Alison
Dolanen Kim Stevens van het ministerie
Eerste veldbezoek en t
begint te regenen
Sven Clemens, de opvolger
van Patrick Meesters als directeur van de proeftuin Tongeren en onderzoekster
Wendy Odeurs
Vorige week heeft mijn echtgenoot
Lode, je opgebeld met een vraag ivm een barst in de schors van een sterappel.
Ik ben de volgende dag op zoek
gegaan naar wondafdekmiddel. Bij Verlinden in Oelegem heb ik dan een product op
basis van latex gekocht, Subopast verdeeld door Edialux.
Er staat ook Eco op het etiket.
De boom is hiermee behandeld en de
volgende dag zaten er al terug een aantal wespen gaten te maken in die laag afdekmiddel
(mogelijk hardde die niet genoeg uit door de hitte).
De boom begon ook weer direct sap te
verliezen door die gaten. Lode heeft die gaatjes terug afgedekt en dan hebben
we, omdat die insecten er altijd opnieuw naar toe kwamen, golfkarton over die latex
gebonden.
Ook op andere plaatsen op de stam
proberen wespen, met succes, gaatjes in de schors te maken.
Dit hebben we nog nooit meegemaakt.
Moeten we schrik hebben dat die boom
met ziektekiemen besmet wordt door die wespen en vliegen?
Heb jij dit al ooit gezien?
Hilde
Ik heb dit inderdaad nog nooit
gezien en ben gaan kijken. Een gewone wesp en een andere deden zich tegoed.
Hilde had 2 vangplaten gehangen die na 1 dag al vol hingen met vliegen. Geen
wespen of vlinders.
Boven de afdekking hadden insecten al
een nieuwe wonde gemaakt. Ze hadden o.a. een hoornaar bezig gezien. Als ik er
kwam zag ik o.a. 2 verschillende wespen: een gewone en de middelste wesp.
Heeft het sap van een sterappel een
bijzondere aantrekkingskracht? Is er verband tussen de droogte met tropische
temperaturen en de sapuitbraak?
Dit fenomeen heb ikzelf nog nooit
opgemerkt.
Is er iemand van de lezers die hier wel mee
bekend is?
Na de pruimenzaagwespramp van vorig jaar, die ik
uitvoerig gerapporteerd heb en die je, je beslist zal herinneren, nu het
vervolg. (zieblogs van 15-03-2010 en voorgaande dagen)
Ik heb dus tijdens de bloei en tot een week erna een
10-tal zinkwitlijmvallen opgehangen in de boomgaard. Na een maand
hingen de vallen zwart van de insecten en dan heb ik ze verwijderd. Een
flink aantal zaagwespen zullen op die manier wel gevangen zijn. Dat er
nuttige insecten zijn blijven plakken zal ook wel waar zijn. Maar het
zal nog altijd biologisch meer verantwoord zijn dan constant met de rugsproeier
rond te zeulen. In elk geval heeft geen enkele bij zich laten vangen en
ook de lieveheerbeestjes zijn de dans ontsprongen. Toch was er nog veel
schade, vooral bij de vroegbloeiende rassen (RC sanguine, Sprite en vooral
Belle de Thuin). De laatbloeiende rassen zoals Ste-Cathérine en de
Mirabellen hebben het minst geleden. Van zodra de schade bij de kleine
pruimpjes zichtbaar was heb ik overal waar ik bij kon de aangetaste pruimpjes
rigoureus geplukt en de afgevallen exemplaren verzameld en vernietigd (onder
water gezet), 25 kg
in totaal. Hoog in de bomen hebben de kool- en pimpelmezen mij flink
geholpen om de verhuizende larfjes naar binnen te werken. Deze sterk
geurende larven moeten een ware lekkernij zijn voor die naarstige
vogeltjes. Half juni was dat saaie werk af. Het eindresultaat is dat
zowat alle rassen, zelfs de vroegbloeiende een flinke oogst beloven. En
waarschijnlijk zal ik volgend jaar verlost zijn van dat schadelijk ongedierte.
Tot zover het goede nieuws uit de Torhoutse boomgaard,