Verbetert
Gerema zijn leven?
Tot zon 25 jaar terug had ik in de
jaren dat de bloemen niet bevroren, steeds heel wat krieken, het zure zusje van
de kers.
Daarop zijn de topscheuten beginnen
afsterven. In het begin schoten er nog wat vruchten over.
Door de danige verzwakking konden
de bomen na enkele jaren niet eens meer bloeien. De vier, vijf kriekenrassen
werden daarop allemaal gerooid.
Zonder spuiten waren de
krieken wegens de algemene doorbraak van de takmonilia niet meer te telen.
Monilia is een schimmelziekte.
Drie jaar terug schafte ik in Duitsland
het resistente ras Gerema aan.
Tijdens het eerste groeijaar knipte
ik al een paar aangetaste takken weg.
Vorig jaar was het boompje wegens
de zware aantasting niet meer om aan te zien. Ik heb al de dode takken tot in
het gezonde hout weggeknipt. Een laatste maal in de nazomer.
Dit jaar groeit mijn verbazing. We
zijn half mei en er is nog niets van takverwelking te zien.
Nochtans bespeur ik heel wat dode
takjes op één van de kerspruimen die er naast staat.
Andere kerspruimen zijn volledig
gaaf en dragen voor het derde jaar op rij enorm veel vruchtjes. Vijf verschillende rassen zijn in een kluwen
samen opgegroeid. Naast rode en blauwe, zitten er zelfs gele vruchten tussen.
Het is toch eigenaardig dat de
Gerema er nog gezond bij staat.
Het jaar is echter nog lang.
Misschien was er nog geen
ziektedruk tot nog toe? Alhoewel op die kerspruim!
Ook constateer ik nog
geen schurftinfectie dit jaar.