Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
22-08-2009
Op zoek naar onbespoten fruit
Op zoek naar onbespoten fruit
Geachte
fruitliefhebber,
Ik ben met een onderzoek en testen bezig wat betreft het
maken van Levenswater (eau-de-vie) van fruit. Vooral oude varieteiten die dicht
bij de wilde aanleunen zouden heel interessant moeten zijn, maar wellicht zijn
er ook nieuwe varieteiten geschikt.
(Tussen haakjes: een van mijn eerste blogs 08/04/2005 ging al hierover)
De aardbeien zijn al een tiental
dagen geplant op het verhoogde bed. Van yves Hendrickx, de directeur van het biologisch
proefbedrijf voor aardbeien te Roosdaal
had ik vernomen dat de beste periode vaar aanplant van het ras Gorella zich
situeert tussen 8 en 13 aug.
Telkens ben ik verwonderd
hoeveel kruiwagens materiaal dienen aangevoerd te worden.
Ik begin met het strooien
van een laagje bentoniet. Hierop komt een laag helemaal verteerde paardenmest.
Het was al oude mest toen ik die kreeg en afdekte met een ondoorlaatbaar zeil. De
volgende laag is leemgrond. Hierop komt een dikke laag compost. De bovenste
laag is het sinds 1 jaar gecomposteerd hakselhout van populier. Dit jaar lag
dit materiaal ook tussen de bedden in. Ik ben verwonderd hoe sterk
worteluitlopers er zich in ontwikkelden. Ik heb de beste exemplaren uitgeplant.
Deze planten waren praktisch zo goed ontwikkeld als de planten van een
vermeerderingsveld die ik vorig jaar aanschafte. Mijn beste planten komen wel van
de worteluitlopers vastgezet in plantpotjes.
Het oude ras Gorella is
mij uitstekend bevallen: zeer lekkere vruchten en zeer gezonde planten: geen
enkele is uitgevallen. Wat een verschil met de ooit op de markt in Heist-op-de-Berg
aangeschafte planten: één en al afsterven net voor ze vruchten gaan dragen. Dat
je besmette planten koopt is niet te zien bij de aankoop.
Het was droog bij het
opzetten van de bedden. Gelukkig kregen we dan flink wat regen. Intussen werd
het weer zeer droog en warm. Goed gieten bij het planten was de boodschap. Aan
de voorgekweekte planten was nauwelijks te zien dat ze verplant waren. Met de
serieuze regenbui van 20 aug. is er geen omkijken meer naar.
De laatste weken heb je weer heel
wat interessants te melden, bijv over pruimen.
Je toonde twee mooie pruimen, de
rode Colobel (kersxAnna Spath) en de prachtige MO-Nectar. Bij deze laatste
verwijst je vriend naar de Strival. Het frappeert mij wel, omdat ik ook
een Strival heb gehad en die vruchten zoals ik ze in gedachten heb leken
mij veel meer op de getoonde Colobel, vooral qua kleur, meer nog dan op de
MO Nectar. Zelf moest ik bij Strival altijd denken aan de Spaanse Santa Rosas
die je op de markt kunt kopen, maar die nog iets dikker zijn. Ik had
die Strival omstreeks 1980 (vrij duur, f 32,-) gekocht bij het
verzendhuis Willemse, wellicht bekend bij jou. Ik heb veel zorg aan het
boompje besteed, goed open gesnoeid en zo want het was een warrige (niet
al te sterke, maar dichte groeier met zeer veel zeer fijn hout. De pruim
bloeide na een jaar of 4 erg rijk, maar de vruchtzetting was zeer
teleurstellend, ik heb nooit meer dan 3 vruchten per jaar kunnen oogsten. Omdat
ik toen een stuk of 15 pruimensoorten had dacht ik dat de bestuiving wel zou
lukken, maar dat was niet zo. De pruim (Strival) was sappig, maar ik vond het
een kerspruim. Dat wil zeggen, niet zo veel aroma, of smaak, wel sappig. Een
niet al te korte maar dunne steel zat er aan. De dikste woog zoals beloofd in
de catalogus, ongeveer honderd gram. En dat was de voornaamste reden dat ik ze
gekocht had. Maar na een jaar of 7 ging het boompje plotseling dood, volgens
mij aan een bacterieziekte, het ging snel en er was niets aan te doen.
Indertijd heb ik nog een aparte
pruim gekocht bij Willemse, uit een speciaal gidsje dat alleen liefhebbers
kregen, de Edwards, ook door jou wel eens genoemd. Die doet het nog steeds, en
is nu zeker zes of zeven meter hoog, als "laagstam". Hij lijdt
volgens mij wat aan Monilia, er loopt gom uit de jonge takjes na de bloei, maar
de boom groeit hard genoeg om er niet door te treuren. Elk jaar komen er
vruchten aan, zelden echt veel, maar het is net voldoende voor mijn behoefte,
die qua vorm doen denken aan Belle de Louvain maar een slag groter en
blauw van kleur. De vrucht is steviger en smaakt ook heel anders. Er zit
in onrijpe Edwards sensationeel veel zuur. Je weet niet wat je proeft als je er
te vroeg in bijt, ook al is de vrucht blauw geworden, het lijkt wel een onrijpe
sleedoorn. Bij volledigfe rijpheid is dit zuur bijna volledig weg, dan is het
gewoon een lekkere en stevige grote pruim. Als je precies op het
juiste moment er van eet, dus net niet te rijp, dan vind ik de combinatie van
zoet met wat fijne maar duidelijke zuren een sensatie, echt uniek voor een
dikke pruim. Daarom mag de grote boom bij mij blijven staan, ook al draagt
ze maar povertjes. De gemiddelde Edwards weegt bij mij 80 tot 90 gram.
De MO Nectar in jouw verhaal ziet er
zeker fantastisch uit vind ik. Als de smaak nu nog goed is... (Naar mijn smaak een uitstekende pruim).
Zelf was ik de 16e in Hof ter Saksen
bij Beveren, pruimenproeven met de NBS. Het viel mij wat tegen eerlijk gezegd,
vergeleken met de kersenhappening die ik in Alden Biezen vorig jaar heb
beleefd. Er waren enkele tientallen pruimen te bewonderen, maar die waren alle
onrijp of te rijp. Het leek er op dat men precies in een gat viel tussen de
vroege en de late pruimen. Ook aan de bomen in de 3 ha grote boomgaard hing
nauwelijks iets eetbaars. Wat er te koop was, waren maar een paar soorten, en
dan nog handelsrassen, die kan ik op de markt ook kopen. En er waren een paar
fouten in de naamgeving bij de bomen die zelfs mij meteen opvielen.
Enkele zaken die bij mij in Heikant
dit jaar speelden:
niet veel pruimen maar wel zeer mooi
en erg lekker.
Nadat mijn Vlaamse Blauwe
"mirabellen"boom doodging (van Calle Wetteren), en mijn Early Laxton,
en toen mijn Opal, heb ik nu geen vroege pruimen meer. Die moet ik dus nog
aanplanten, want ik heb de laatste jaren wel vier nieuwe pruimen aangeplant,
maar helaas geen vroege. (Bryanstons Gage, Valor, R.Cl. de Bavay en Avalon)
Het moet mij van het hart Daniel dat
ik de informatie die ik lees over het pluktijdstip, zo dikwijls incorrect is.
Is dat nu volledig door het broeikaseffect? Neemnu Anna Späth, dat is een late
pruim die bij mij half september al weer voorbij is. Ik zit nu te denken aan St
Catherine. Vroege pruimen, ik zou het niet weten, in elk geval neem ik
weer een Opal.
Verder heb ik dit jaar ook wat
perziken (vooral de Lieveling) en abrikozen gehad. (Bredase) De laatste
worden spijtig niet goed rijp, ze verschrompelen de een na de andere nadat de
huid lokaal bruin is geworden, zou dat een soort schurft kunnen zijn? Mijn
Moorpark heeft nul abrikozen opgeleverd terwijl er toch veel leken aan te
komen. Volgens mij is er Monilia in het spel want de boom gomt op de dunne
takjes en er is erg veel taksterfte, ook van dunne takjes, meteen na de bloei.
Daarvoor is er weinig aan de hand. Ik heb ook een jonge abr. boom, Luizet, (van
Willemse) die prachtig groeit en dit jaar een (1) mooie vrucht heeft
voorgebracht. Ook een Hongaarse Abr. heeft veel gebloeid maar ook daar zijn
alle vruchtjes geleidelijk afgevallen en was er veel taksterfte van dunne takken.
Door de sterke groei is dat nu niet meer te zien, maar het ziet er wel naar uit
dat ook de abrikozenteelt in ons land, als er geen nachtvorst is geweest, ook
niet meer kan lukken vanwege Monilia, tenminste als je niet spuit. Ik ga
de Moorpark rooien en wil het met de andere bomen nog even aanzien. Rond 1990
heb ik één keer (in 30 jaar tijd) een schitterende oogst van abrikozen gehad
aan een Hongaarse Abr. Manden vol hingen er aan, niet te geloven, en ook nog
erg lekker, maar twee jaar later was de boom, 20 jaar
oud, ineens dood. Normaal bevriezen alle bloesems in maart/april.
Vreemd is dat diverse catalogen (Willemse en Bakker) schrijven dat de abrikoos
bloeit in mei, terwijl dit eigenlijk altijd in maart of april is. En daarom
lukt het haast nooit met die abrikozen.
Als ik perziken of abrikozen heb,
weten de wespen helaas ook de weg.
Peren heb ik dit jaar niet, helemaal
niet, nul stuks, van een stuk of vijf bomen. Ik weet nu hoe het komt: afgezien
van enig schurft, de houtduiven gaan er mee vliegen, als ze drie of vier cm
lang zijn, misschien de kauwen ook wel. Appels heb ik voldoende en van goed
formaat, het is gewoon een geweldig goed groeizaam jaar geweest voor alles wat
maar groeien wil: lang, veel zon en voldoende regen.
Mijn paw paws hebben weer niet
gedragen, omdat de 2e boom niet of nauwelijks bloeit, er is kruisbestuiving
nodig, nu weet ik nog steeds niet hoe ze smaken.
Verder heb ik bij De Moerbeiboom bij
Wetteren twee soorten kaki's gekocht, ze groeien goed, ik ben benieuwd hoe dat
zal gaan. Ze zouden het volgens Dithmer Guillaume goed moeten doen.
Mijn meeste plezier heb ik nog
beleefd van mijn vijgen. Die zijn er ondanks de strenge winter toch gekomen.
(Ze staan wel tegen muren.) De vijgen hebben alleen de wespen als plaag, maar
de vroege vijgen zijn rijp voor de wespen er zijn. Daarnaast heb ik ontdekt dat
ik de bijna rijpe vruchten kan inpakken met huishoudfolie. Gewoon er
ronddraaien, het blijft gewoon zitten en de beestjes kunnen er niet bij. Helpt
ook tegen rotten als het regent en er al scheurtjes inzetten. Het is de moeite
als het mooie grote vruchten zijn. Dit jaar was de zwaarste 207 gram, een
verpulvering van het oude record dat 170 gram bedroeg. Uiteraard zijn kleinere
vruchten meestal fijner, lekkerder en zoeter.
Trouwens, ook de noten doen het hier
goed, net als bij jullie. Ik schrok wel van de ziektes die je beschrijft! Ik
heb er bij mij ook een handvol bruine mummies afgeplukt, maar ik weet niet of
dit nieuw is, ik denkt dat nie niet voor het eerst is, maar ik hoop wel dat het
niet toeneemt. Mijn grootste tros was slechts 7 stuks, geen 14, maar toch
plezierig om te zien.
Dit jaar hadden we weer
een zeer rijke oogst aan blauwbessen.
Ik kreeg de resultaten
onder ogen van een onderzoek van het Research Institute for Organic Agriculture
in Zwitserland.
Men onderzocht hoe men
blauwbessen kon telen in meer basische gronden (hogere PH). In deze gronden
moet men zuur materiaal inwerken.
Compost van hakselhout en
zaagmeel van naaldhout bleek de beste vervanger voor turf. Turf vindt men in de
bioteelt minder wenselijk omwille van de roofbouw op de natuur.
De optimale zuurgraad in
zaagsel van dennenhout bleek 3.8 (CaCl2) en 4.2 (H22O).
Op het veld is een jaarlijkse
toediening van 30 g zwavel per plant voldoende om de planten in dennenzaagmeel
optimaal te laten groeien. Dit dient ook om het zachte water voor de irrigatie te
compenseren.
Toediening van citroenzuur
gaf povere resultaten.
Afdekking met een mulch van
pijnhout had een gunstige invloed op groei en productie.