Pruimen Proeven
Gisteren met Louis de Pruimenproefdag van de Nationale Boomgaardenstichting (NBS) in de Boomgaard van het Hof ter Saksen te Beveren bijgewoond.
Gelukkig had men een drietal tentjes geplaatst, want toen we om 14 u aankwamen begon het danig te regenen. De NBS had gezorgd voor heel wat verschillende rassen, die allemaal te proeven waren. De traditionele fouten waren ook van de partij. Een roodblauwe pruim liet men doorgaan voor de geelgroene Ontario, die dan weer een andere naam gekregen had. Ik heb dit ras niet. De smaak voldoet, maar het is geen hoogvlieger. Reine Claude dOuillins en de rode mutatie Van Schouwen smaken een heel stuk beter. Nogal wat pruimen kwamen uit de frigo en dit is ook te merken aan de smaak.
Pruimen hebben een kortdurende, optimale smaak. Dit is steeds een probleem voor een proefdag. Sommige rassen hebben hun optimaal rijpheidsstadium nog niet bereikt. Het sombere weer van augustus is ook niet optimaal voor de suikervorming.
Met een half uur vertraging kon de boomgaardwandeling beginnen onder leiding van de ervaren Eddy Vets van Putte. Hij had zijn vriend Louis Millis meegebracht om de plukkorf te hanteren.
Tien jaar terug heeft de gemeente Beveren deze Hoogstamboomgaard aangelegd: een kleine 300 bomen, verdeeld over een 73 tal soorten en rassen. Elke boom heeft een zeer duidelijke naamplaat. Van enkele oude rassen heeft men meerdere bomen aangeplant. De pruimelaars staan aan de buitenkant. Queen Victoria droeg een behoorlijk aantal vruchten, in tegenstelling met de praktisch vruchtenloze mirabellen. Diagonaal in de uiterste hoeken had men myrobolanen of kerspruimen ( een rode en een gele ) aangeplant. Belle de Louvain deed het behoorlijk. Dit is eerder een matige dessertpruim, maar wel een uitstekend ras voor een zachtrode confituur. De Altessen vertoonden een danig door schimmel aangetast blad.
De boomgaard toont een goed verzorgd beeld. Er wordt niet ingegrepen met sproeistoffen. Toch denk ik dat de bemesting en bekalking van de pruimen beter kan. In de goede leemgrond zou ik een betere groei verwachten.
We waren midden in de boomgaard toen het weer flink begon te regenen, gelukkig van niet te lange duur.
En Eddy maar vertellen van de Kanonballen, volksnaam voor de Saint Remy peren, die nooit zomaar te eten zijn, maar zeer lekker zijn als bakpeer. Als je 3 peren plant zou Triomphe de Vienne er moeten bij zijn. We proefden de uitstekend smakende Claps.
De meeste bomen zijn appels. Deze bomen zijn al flink ontwikkeld en sommigen zijn zwaar beladen met vruchten. Eddy heeft een voorliefde voor de Reinetten. Ik stond te kijken naar prachtige Reinette de Chenée. Mijn boom op MM 106 onderstam gaat helemaal ten onder aan kanker. Vlaamse Bellefleur, Keiïng en Rode Walschaert, vroeger appels van het Waasland, zijn goed vertegenwoordigd.
In tegenstelling met de appels staan de peren er veel minder florissant voor, behalve uitzonderingen als Saint Remy en Claps. Verschillende peren waren danig aangevreten door de perenringworm.
Voor peren geldt dezelfde opmerking als voor de pruimen. Wellicht is wat meer compost of stalmest nodig. Peren hebben meer bemesting nodig dan appels.
Wie Eddy gehoord heeft zal niet meer twijfelen om zijn peren te verwennen met overvloedige stalmest.
Hij raadde de toehoorders ook aan liever een lager en klein blijvende boom te planten. Dan kan je 10 rassen planten in plaats van 1 hoogstam en je kan nog veel beter aan de vruchten ook.
Op de terugweg stopten we bij de familie Janssens in Melsele. Wat een weelde aan vruchten in de rijke Poldergrond!