Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
23-08-2006
JUBILEUM
Jubileum
Vandaag de extra grote Jubileumpruimen geplukt. Aan de boom stonden nog een 25 tal pruimen. Met dit nat weer geeft een verwonding door een insect onmiddellijk een invalsweg voor de moniliaschimmel. Enkele uren later begint de vrucht al te rotten en beginnen zich kringvormig, vuilwitte sporenhoopjes te vertonen.
Jubileum is dit jaar mijn beste pruim.
Jubileum is nog een vrij recente pruim. Deze opvallend grote, roodblauwe pruim komt uit Zweden en werd in 1985 op de markt gebracht.
De smaak is uitstekend, zeer sappig en zoet, zeker als er weinig vruchten aan de boom staan. Ook de pel smaakt goed. Het vruchtvlees is aanklevend aan de steen, maar komt toch tamelijk gemakkelijk los.
Ik herinner mij een jaar met een overladen dracht. De vruchten waren een stuk kleiner, zagen er goed uit, maar smaakten naar niets.
De laatste jaren is dunnen helemaal niet nodig geweest.
Vorig jaar heb ik erg veel dood hout en takken met verdachte plekken uit de boom geknipt.
Nu was er nog maar zeer weinig te knippen en zag de boom er veel beter uit.
Jubileum is eerder een late bloeier en een zelfbestuiver. Vooral Reine Claude dOuillins en Denniston Superb zijn de beste, bijkomende bestuivers.
De eerste vruchten rijpen rond midden augustus.
Jubileum is een pruim die zeer vlug begint te dragen.
Aanplant aanbevolen! Dat zon reuzengrote vruchten zo lekker zijn zou je niet verwachten.
Midden september komen de zeer grote vruchten van de pruim President op de markt. Ook die zien er goed uit, maar de smaak valt (erg) tegen.
Gisteren met Louis de Pruimenproefdag van de Nationale Boomgaardenstichting (NBS) in de Boomgaard van het Hof terSaksen te Beveren bijgewoond.
Gelukkig had men een drietal tentjes geplaatst, want toen we om 14 u aankwamen begon het danig te regenen. De NBS had gezorgd voor heel wat verschillende rassen, die allemaal te proeven waren. De traditionele fouten waren ook van de partij. Een roodblauwe pruim liet men doorgaan voor de geelgroene Ontario, die dan weer een andere naam gekregen had. Ik heb dit ras niet. De smaak voldoet, maar het is geen hoogvlieger. Reine Claude dOuillins en de rode mutatie Van Schouwen smaken een heel stuk beter. Nogal wat pruimen kwamen uit de frigo en dit is ook te merken aan de smaak.
Pruimen hebben een kortdurende, optimale smaak. Dit is steeds een probleem voor een proefdag. Sommige rassen hebben hun optimaal rijpheidsstadium nog niet bereikt. Het sombere weer van augustus is ook niet optimaal voor de suikervorming.
Met een half uur vertraging kon de boomgaardwandeling beginnen onder leiding van de ervaren Eddy Vets van Putte. Hij had zijn vriend Louis Millis meegebracht om de plukkorf te hanteren.
Tien jaar terug heeft de gemeente Beveren deze Hoogstamboomgaard aangelegd: een kleine 300 bomen, verdeeld over een 73 tal soorten en rassen. Elke boom heeft een zeer duidelijke naamplaat. Van enkele oude rassen heeft men meerdere bomen aangeplant. De pruimelaars staan aan de buitenkant. Queen Victoria droeg een behoorlijk aantal vruchten, in tegenstelling met de praktisch vruchtenloze mirabellen. Diagonaal in de uiterste hoeken had men myrobolanen of kerspruimen ( een rode en een gele ) aangeplant. Belle de Louvain deed het behoorlijk. Dit is eerder een matige dessertpruim, maar wel een uitstekend ras voor een zachtrode confituur. De Altessen vertoonden een danigdoor schimmel aangetast blad.
De boomgaard toont een goed verzorgd beeld. Er wordt niet ingegrepen met sproeistoffen. Toch denk ik dat de bemesting en bekalking van de pruimen beter kan. In de goede leemgrond zou ik een betere groei verwachten.
We waren midden in de boomgaard toen het weer flink begon te regenen, gelukkig van niet te lange duur.
En Eddy maar vertellen van de Kanonballen, volksnaam voor de Saint Remy peren, die nooit zomaar te eten zijn, maar zeer lekker zijn als bakpeer. Als je 3 peren plant zou Triomphe de Vienne er moeten bij zijn. We proefden de uitstekend smakende Claps.
De meeste bomen zijn appels. Deze bomen zijn al flink ontwikkeld en sommigen zijn zwaar beladen met vruchten. Eddy heeft een voorliefde voor de Reinetten. Ik stond te kijken naar prachtige Reinette de Chenée. Mijn boom op MM 106 onderstam gaat helemaal ten onder aan kanker. Vlaamse Bellefleur, Keiïng en Rode Walschaert, vroeger appels van het Waasland, zijn goed vertegenwoordigd.
In tegenstelling met de appels staan de peren er veel minder florissant voor, behalve uitzonderingen als Saint Remy en Claps. Verschillende peren waren danig aangevreten door de perenringworm.
Voor peren geldt dezelfde opmerking als voor de pruimen. Wellicht is wat meer compost of stalmest nodig. Peren hebben meer bemesting nodig dan appels.
Wie Eddy gehoord heeft zal niet meer twijfelen om zijn peren te verwennen met overvloedige stalmest.
Hij raadde de toehoorders ook aan liever een lager en klein blijvende boom te planten. Dan kan je 10 rassen planten in plaats van 1 hoogstam en je kan nog veel beter aan de vruchten ook.
Op de terugweg stopten we bij de familie Janssens in Melsele. Wat een weelde aan vruchten in de rijke Poldergrond!
Ik heb sinds twee of drie jaar last van (naar wat ik nu pas weet) bramengalmijt. Ook weet ik nu pas dat dit een hardnekkige schimmel is. Kunt u me advies geven wat de beste methode is om deze schimmel te bestrijden.
Bramengalmijt of rode vruchtenziekte
Bij van aantasting door debramengalmijt(Aceria essegi) blijven de bramenvruchten gedeeltelijk of helemaal rood en lijken niet verder te rijpen. Ze zijn smakeloos en niet oogstbaar. Soms zie je ook witte deelvruchtjes. De mijten overwinteren op de struiken in bastscheurtjes, onder de schors, in knoppen en gedroogde vruchten. Bij het uitlopen van de struiken begeven zij zich naar de bloemen. Mijten zijn heel kleine spinnetjes met acht pootjes. Met het blote oog zijn ze meestal niet zichtbaar.
Sommige bramenrassen zijn meer onderhevig. Zo had ik van in de beginjaren Thornless Evergreen, de stekelloze braam met het peterselieblad staan. Er werd nooit naar omgekeken. In een zeldzaam harde winter is het gebeurd dat bovengronds alles afvroor. De weersstand tegen schimmels (zie verder) ligt dan weer een stuk hoger!
Dit ras had na jaren veel vruchten die niet meer rijp werden. Ik leerde de rode vruchtenziekte of bramengalmijt kennen.
Dan ben ik begonnen tijdens de winter de takken die vruchten gedragen hadden en waaraan nog de verdroogde vruchtjes zaten, af te knippen en te verbranden. Ik knip die takken tot tegen de grond af, alhoewel de stengel bij dit ras onderaan nog een groen gedeelte vertoont. Aangetaste vruchten zie ik nog zelden.
In Ecologische Teelt van Kleinfruitvan VELT vzw (ISBN 90-800626-2-6) wordt volgende behandeling aangeraden: zodra de scheuten waarop de bloemknoppen verschijnen 10 tot 15 cm lang zijn, spuit je bij voldoende warm weer met spuitzwavel. Vlak voor de bloei kun je dat eventueel herhalen. Ikzelf heb dit nooit toegepast.
Met het huidige natte weer hebben de meeste bramen, de doordragende aardbeien en in mindere mate ook de herfstframbozen last van Vruchtrot, Grauwe schimmel of Botrytis cinerea, een veel voorkomende schimmelziekte. In een iets verder stadium zitten de vruchten helemaal onder de grauwe sporen.
Bij een hoge luchtvochtigheid of een nat gewas vindt de aantasting via kleine wondjes of afgevallen bloempjes plaats en groeit de schimmel verder op afstervend en dood plantmateriaal. Een schimmel is eigenlijk een zwakteparasiet. Van uit het aangetast dood materiaal kan ook het levend materiaal aangetast worden. Soms wordt de aantasting pas veel later zichtbaar. Zo vindt de aantasting bij aardbei plaats tijdens de bloei, maar komt pas tot uiting op de vrucht. Botrytis kan ook bladeren en stengels aantasten. Kweek zoveel mogelijk een luchtig gewas dat vlugger opdroogt.
Maar met weer zoals we nu kennen is van opdrogen geen sprake en dus onoverkomelijke aantasting!
Het komt er op aan regelmatig de rijpe vruchten te oogsten. Als er niet te veel zijn, haal ik ook de aangetaste vruchten weg.
Ik heb Benita drie jaar staan. Vorig jaar geen vruchten geoogst. Dit jaar waren het er elf. Gisteren merkte ik dat er niet veel van overschoot: voor de helft leeggepikte vruchten. De andere aangepikt.Nog één gave vrucht. Benita valt blijkbaar erg in de smaak.
Benita is een kruising van een Nashipeer (Pyrus pyrifolia) en de gewone peer (Pyrus comunis) Général Leclerq door de Zwitser Peter Hauenstein (1985).
Ik heb een aangepikte vrucht geproefd. De smaak viel mee. Wat vooral opvalt is de sterke sappigheid en het knakkend vruchtvlees. Men kan de vrucht zo van de boom eten. Na de pluk wordt die best binnen de drie weken geconsumeerd.
Ook de vruchten van Seingneur dEsperen, de peer ernaast, heb ik moeten plukken, want dit is ook een peer die danig aangepikt wordt. Deze vruchten moeten nog wat narijpen. Deze peer is eerder klein, mede omwille van de bezetting in clusters van 3- 4 peren bijeen.
Deze peer is ook zeer lekker in schijfjes gedroogd.
Ik heb zelf een filmpje gemaakt met mijn neven op de trampoline .... daarna heb ik het wat bewerkt met windows movie maker het is toch een mooi resultaat geworden vind ik !! ... het filmpje noemt : Deadly jumping on the trampoline - Episode 1 ik heb het nu op internet gezet ... hieronder staat de link ... alles zien hee !!! ook de credits ... daarachter komt trouwens nog een stukje dus ... enjoy ...
Tuinvlinder publiceert de laatste tijd dagelijks in de mailgroep tuin een raadselplant. Vandaag was de te herkennen plant de Japanse Wijnbes.
Hier zijn tekst:
De vrucht op de foto komt net als zijn broertje de braam uit de familie van de roosachtigen. Een heestersoort die dertig jaar geleden nog vrij onbekend was in Nederland, maar vooral de laatste decennia een enorme vlucht heeft genomen over de volkstuinen. Niet onbegrijpelijk, want de plant levert gedurende de maanden juli en augustus heerlijke helderrode vruchten. Hoewel de twijgen er gevaarlijk stekelig uitzien is dit alleen maar dreigen, in werkelijkheid is het meer harig dan stekelig. Hoewel de plant dicht bij het familielid de braam staat mist het dus de stekels en is de groei ook niet zo ongebreideld. De struik ontwikkeld nieuwe grondscheuten, die gespaard moeten worden omdat daaraan de beste oogst te verwachten valt en de takken die gedragen hebben worden weggenomen. Op deze manier kan de struik redelijk binnen de perken gehouden worden. De struik kan ongeveer 2 meter worden en kan het beste langs een draad geleid worden indien men de struik als leverancier van de vruchten heeft. Hij groeit bijvoorkeur op wat kalkrijke lemige grond en een plaatsje in de zon is eigenlijk wel nodig, hoewel lichte schaduw wel verdragen wordt.
Afgaande op de beschrijving rood, zou ik Dormanred moeten zeggen, maar het spitse van de vruchttrossen sluit elke twijfel uit. Trouwens Dormanred kan ook in Nederland lang nog niet zo bekend zijn. Blijkbaar zijn de vruchten in Nederland rood. Bij ons oranje.
De Japanse Wijnbes heeft een heel fijne smaak. De vruchtjes vallen maar heel klein uit. Janpanse Wijnbes vergt absoluut een vochthoudende bodem. Wie met een droge grond zit, plant veel beter Dormanred, een in Amerika ontwikkelde zusterplant. Deze variëteit verdraagt wel droogte. Daarbij zijn de bessen minstens dubbel zo groot. De smaak is vrij goed, maar niet zo fijn als de Japanse Wijnbes. De ranken zijn eveneens gestekeld. Ik zorg dat ze zoveel mogelijk horizontaal geleid worden. In juni bloeien beiden met een weinig opvallend roosblauw bloempje dat precies in zijn schulp kruipt. Midden juli komt er beetje bij beetje een groen besje te voorschijn. Bij Japanse Wijnbes wordt dit een oranje besje. Dormanred kleurt blinkend rood. Nu, rond half augustus is de oogst praktisch voorbij. Merels smullen graag mee. Deze bessen misstaan niet in een siertuin.
Zondag 13 aug hield VELT- Middenkempen ( Vereniging voor Ecologische Leef en Teeltwijze vzw) een zeer geslaagde activiteit bij Frans Laeremans in de Honingstraat te Herentals.
Het weer was van de partij en dat was al een pluspunt in het huidige kwakkelweertje. Er waren heel veel belangstellenden.
Voor ons was het dubbel plezant verschillende oud-bekenden terug te zien.
Twee onderwerpen: proeven van een twintigtal tomaten van en met Lieven David. Hij is een van de sterkhouders van VELT- Hageland en schrijft dit jaar een zeer doorleefde Tuinrubriek in Seizoenen.
Punt 2: demonstratie van de afweervogel.
Lieven kweekt elk jaar een 80 tal tomaten: 60 binnen in de serre, 20 buiten. Er is een veelheid van kleuren, vormen en vooral smaken.
Hij demonstreerde hoe de Roma tomaat met zijn droog vruchtvlees in het water zakt; een andere blijft drijven.
Zijn buitentomaten zijn variëteiten die hiervoor speciaal ontwikkeld werden. Er zijn zowel Amerikaanse als Russische rassen bij. Burztyn Amber en Zuckertraube heb ik opgeschreven als voor mij de lekkerste.
Ze zijn van het struiktype en vragen na het planten nog weinig zorg.
Het klassieke dieven ( wegnemen van de okselscheuten ) blijft achterwege. Men kan ze, maar moet ze niet noodzakelijk steunen. Doch in een vochtig klimaat is dit toch beter voor het opdrogen. Onder de planten wordt stro gelegd als bij aardbeien.Je zou ze misschien minstens evengoed op worteldoek kunnen planten. Maar dit is misschien een tikkeltje minder ecologisch in de ogen van sommigen. Maar bedenk dan dat je er veel meer dan 10 jaar plezier van hebt met een prachtig afdekkingsresultaat en geen wiedwerk. We moeten toch niet altijd slaven!
Bij de serretomaten heb ik Black Cherry als lekkerste genoteerd.
Lieven houdt zich ook bezig met eigen kruisingswerk. Na een zevental jaar is de variëteit zaadvast. Hij had 4 rassen van eigen kweek bij die voortreffelijk smaakten. Hij gaf ze Asterixachtige namen: Flamix (oranje), Julix, Romix en Sunix.
De aandacht van Lieven gaat naar smaak en opbrengst.
Reeds als knaap begon hij te tuinieren. Hij woont te Rillaar in De Lusthof.
Voor meer info en bekomen van zaden verwijs ik naar zijn webstek.
Het systeem bestaat uit een verankeringssysteem voor in de grond, waarop een ijzeren mast geplaatst wordt. De mast bestaat uit 2
delen die in elkaar schuiven. Totale hoogte : 7 m. Daarop wordt een T stuk geplaatst voor de windrichting en de draaiende beweging.
Daaraan is de imitatieroofvogel bevestigd d.m.v. een touw van 4 meter. De vogel maakt door de wind een zwevende en duikende beweging en gaat tot een hoogte van +/- 10 meter
Door deze beweging wordt het wild afgeschrikt. Het is wel aangewezen om de vogel nu en dan eens te verplaatsen (tegen gewenning).
De dekkingsgraad van 1 afweervogel is +/- 1 ha
Grootste voordeel is dat er geen energiebron nodig is en dat het een goedkoop en betaalbaar systeem is !
De Europese appeloogst komt dit jaar in de 15 oude EU-lidstaten uit op 6,6 miljoen ton, 6 procent lager dan vorig jaar. Dat is de kleinste oogst in tien jaar.
Deze cijfers zijn vanmorgen bekend gemaakt op Prognosfruit in Boedapest, het jaarlijkse congres met oogstvoorspellingen. Ook de oogst in de 25 EU-lidstaten is met 9,5 miljoen ton de kleinste van de afgelopen 10 jaar. Deze is 5 procent lager dan in 2005.
De beroepstelers in België vormen de uitzondering. Zij zullen wel 6 % appelen meer oogsten.
Bij de liefhebbers zal dat alvast niet het geval zijn. Er hangt een zeer grote oogst te wachten. Bij mij minstens 100% meer dan vorig jaar.
Aan vocht hebben ze de laatste tijd alvast geen gebrek.
Guido,
mijn goede fruitvriend woont in vogelvlucht nog geen km van mij vandaan.
Gisteren hoorde ik dat hij aan zijn boom wel 20kg
Opalpruimen geplukt had!
Volgens
Guido gedijen ze wonderwel met het mestmateriaal uit zijn kippenhok.
Ik heb
hoop en al 7 vruchten geoogst van mijn 2 bomen. Gebrek aan bestuiving. Ook bij
Louis in Vorselaar bleef de bestuiving achterwege.
Na 25
jaar beginnen de pruimelaars al wat sporen van sleet te vertonen.
Nogal wat
dood fijn hout. Wellicht worden ze aan hun wortels ook belaagd door de
Honingzwam (Armillaria mellea). Mijn Kempische pruim is er duidelijk gevoeliger
aan dan de St Julien onderstam.
De enten
kreeg ik begin der tachtigerjaren van de Tuinbouwschoolvan Vilvoorde. Ik entte ze op mijn Kempische
pruim. De ene werd net boven de grond geënt en de andere op een meter
hoogte.Onderstam en ent hebben precies
dezelfde omvang. Als je niet weet waar, kan je de entplaats niet onderscheiden.
Opal is
een zeer regelmatige drager met lekkere, donker roodblauwe vruchten bij
volledige rijpheid.De plukperiode valt
eind juli - begin augustus.
Wat ik
bijzonder vind is dat de vruchten aan overladen bomen nog vrij behoorlijk
smaken. Ditzelfde kan je niet zeggen van vele andere rassen.
Al 20 jaar heb ik Opal
als pruim nummer één voor de liefhebber aangeprezen.
Alle
dagen kunnen we nu enkele overheerlijke zwarte moerbeien snoepen. Tijdens de
voorjaarssnoei heb ik de takken wat uitgedund. Je ziet de bessen nu beter
hangen onder de grote, donkere bladeren. Het is speuren naar de donkerste bessen.
Moerbeien
hebben een intense, rijke smaak. Het is luxe fruit
dat je best direct op de boom consumeert. Wel opletten met het sap, want het
maakt moeilijk te verwijderen vlekken. In Engelse tuinen heb ik gezien dat de
moerbei tijdelijk met draad afgesloten werd. In Great Dixter was dit gelukkig
niet het geval.
Het is
niet gemakkelijk geweest om een moerbei groot te krijgen. Het was mijn derde
poging. De boom staat in de kippenren en is na 20 jaar al flink uit de kluiten
gewassen.
Een jong
exemplaar is de eerste jaren niet bestand tegen serieuze vorst. Dertig jaar
terug kregen we nog die strenge winters en bezweken mijn boompjes.
Mijn boom
heeft tamelijk grote vruchten, doch ik heb er nog betere gezien, maar meestal
waren het er kleinere. Ik heb ook de indruk dat de vruchten groter worden met
de jaren.
De
moerbei floreert tijdens warme zomers als dit jaar.
Normaal
zijn de merels geduchte meeeters. Zoals ik al schreef laten deze het gelukkig al
een tijdje afweten.
Nu hebben
we last van de zwarte mieren die het op de rijpste vruchten gemunt hebben.
De
verscheidenheid aan wilde bijen in Nederland en Engeland daalt. Tegelijkertijd
neemt ook de verspreiding van plantensoorten die door bijen worden bestoven af.
Een nieuwe studie van Britse en Nederlandse onderzoekers levert het tot nu toe
sterkste bewijs dat de voortekenen zichtbaar worden van een wereldwijde
bestuivingscrisis in de natuur. Zij hebben hun bevindingen gerapporteerd
in Science van 21 juli.
Al een
tiental dagen, ook toen het nog heet was en de vogels hun dorst moesten laven,
zat er heel soms één merel in de fruitkooi.
Wat mij
nog het meest verwondert is dat ze de appelbessen, die al een hele tijd kleuren,
totaal met rust laten. Vorige jaren waren ze er erg op verzot, net als op de
kersen! De bessen zijn zeker al veertien dagen beginnen kleuren en dit zou
moeten werken als een rode lap voor een stier. Ik moest vroeger steeds
afschermen en dan nog zochten de leperds een gaatje om op rooftocht te gaan.
Dit jaar
nog geen enkele keer een merel in de appelbessenstruik gezien!
Die staat
wel vlak tegen het huis. Maar vroeger was dit geen intimidatie.
Nog meer
bevreemdend is dat ook een struik in de kippenren niet aangeraakt wordt. Ik zag
geen steeltjes waarvan de bes afgepikt was. De trossen hangen nog even vol.
Zou het kunnen dat de vogels als gevolg van de hitte
vroeger in de rui gegaan zijn? In die periode hebben ze steviger eiwitrijk
voedsel nodig en laten ze tijdelijk de bessen met rust
Wou u mij
sponskomkommers (luffas) en zaad kunnen
verkopen?
Het enige dat ik van luffas gezien
heb is de gedroogde +/- cylindervormige spons (het gedroogde binnenste van deze
pompoen) voor gebruik in de badkamer.
Luffas (Luffa aegyptiaca) behoren tot de grote familie van de komkommerachtigen. Deze soort groeit in een warm
klimaat. Let op Egypte bij de soortnaam. Hoe deze soort het bij ons doet weet
ik niet.
Misschien kan je meer te weten
komen bij Les Jardins Biologiques du
Hainaut. Jaarlijks richten zij te Antoing
een groots Pompoenfeest in.
Dit jaar heb ik weer heel wat
papaverzaad kunnen oogsten. Twee jaar na elkaar hadden de (kool)mezen alle bollen leeggesnoept.
Het zaad kreeg ik een goede 25 jaar
terug van wijlen mevrouw De Meutter. Ze bracht het mee van een familiebezoek in
Oekraïne.
Dank zij de braaklegging voor de
aanleg van de gasleiding schoten er veel meer planten op of beter: ze werden
niet weggehakt bij het wieden. Enige tijd vormden de bloeiende papers een vlammend
landschap.
t Is precies of de
meesjes zich niet ver in de brousse wagen, want de vreterij bleef beperkt tot
de zijkanten van de wilde strook.
Friends
DayBrogdale(Faversham Kent) zo 23 juli 2006
Brogdale is een begrip in de
fruitwereld. Daar staat de nationale fruitcollectie van Engeland, wellicht de grootste collectie van de
wereld: 2300 appelrassen, 550 peren, 350 pruimen en haast evenveel kersen,
perziken, abrikozen, kweeperen, hazelnoten, mispels, druiven enz. Van elk ras
werden er telkens 2 bomen aangeplant. Verder collecties kleinfruit. De
oppervlakte bedraagt zon 150 acres (30 Ha).
In 1991 werd Brogdale
geprivatiseerd (tijdens de nadagen van Margareth Tatcher) en werd een Stichting
met als hoogste patroon prins Charles en (adellijke) geldschieters. De Engelse
schatkist staat in voor het voortbestaan van de collectie als genenbank. Het
onderzoeksinstituut te Brogdale werd afgeschaft en geconcentreerd te East
Malling. Studenten van de Hogere Tuinbouwscholen van Hadlow en Wye kunnen er
nog terecht voor stage en eigen onderzoekswerk in verband met hun eindwerken
betreffende fruit.
Daarnaast werd de vrijwilligers
organisatie The
Friends of Brogdale opgericht, die mee instaan voor de verkoop in het Garden
Center, de winkel en restauratie. Elke dag staan er vrijwilligers in voor
gidsbeurten in de collecties. Er zijn ook studiedagen en cursussen. Telkenjare
organiseren zij ook fruitacties in Londen en nog op andere plaatsen.
De veroudering van de leden vormt
wel een groot probleem.
Dit bleek voor ons overduidelijk op
de zomerbijeenkomst van de Friends, die dit jaar in het teken stond van de kersen. Aleide en ik, toch al zeventigers, rekenden ons bij de
jongere deelnemers. De jeugd komt uit Vlaanderen merkte de met ons meegereisde
Ingolf op, samen met zijn vriend Christof en Vincent de jongsten uit het
gezelschap.
Joan Morgan, de presidente van de
Friends loodste ons langs de rijen meestal rijk beladen kerselaars. De vroege
rassen waren al voorbij. Enkel de laatste rassen waren nog niet rijp. Voor de
meeste rassen kon de datum niet beter gekozen zijn.
Overal werd er geproefd en
ervaringen uitgewisseld. Naar het einde ging het proeven de capaciteiten van de
meeste te boven. Naar de tientallen rassen krieken (zure kersen) werd nog
nauwelijks omgekeken.
Wat smaak betreft was er geen
enkele kers die mij niet voldoende beviel. (Bij appelen zijn er wel tientallen
die geen hap waard zijn. Maar het kan dat ze wel goed zijn in de keuken of om
te drogen bv). Er zijn natuurlijk wel vele gradaties in de smaken. Windsor Black vond ik bv uitstekend.
Na de lunch had men Derek
Jennings, de grote onderzoeker van het Scottich Crop ResearchInstitute
uitgenodigd.
Hij vertelde over de evolutie bij
de frambozen, grotendeels zijn werk. De interessantste evolutie bij herfstframbozen werd echter te East Malling verwezenlijkt door het inkruisen van de arctische bes in Autumn Bliss, de bekendste rode herfstframboos.
Na zijn pensionering (17 jaar geleden,
zoals hij mij vertelde) heeft hij nog enkele uitstekende herfstframbozen
Herfstframbozen groeien, bloeien en geven vruchten
in hetzelfde jaar. Zomerframbozen bloeien en geven vruchten in het tweede jaar
ontwikkeld, waaronder Joan Squire, benaamd
naar zijn vrouw, het commerciële ras Joan
J , Joan Irene en als laatste Brice. Met sommige herfstrassen (bv
met Joan J) is een dubbele oogst mogelijk. In de herfst met grote bessen van 6
g . Daarna knipt men het bovenste gedeelte dat gedragen heeft af en in de lente
heeft men opnieuw een oogst van bessen van 3 g, doch even vroeg als de vroegste zomerrassen en dus
commercieel interessant. Of de plant dan nog kracht genoeg heeft om nieuwe,
sterke stengels voor de herfstoogst te ontwikkelen vertelde hij er niet bij en
ik ben het vergeten te vragen.
Simon Brice, fruitkweker op rust,
had de drie huidige, commerciële zomerrassen mee: GlenAmple, die volgens
de meeste de beste smaak had; Tulameen
(Canadees) en Octavia, kleine, maar
stevige en de laatst rijpende van de drie (misschien nog een tikje te onrijp).
Dit is het laatste, te East Malling ontwikkelde ras.
Daarna stond nog het proeven van
een zestal kersen op het programma.Norvegian, een kleinere rood-gele kers.
Ik noteerde rijk gevarieerde smaak; Turkey
Heart, vast, knappend, zoet; Knight/Kent
Bigarreau, rood-geel, de nummer één van Aleide; Pointed Black, goed, nog beter rechtstreeks van de boom? Alman Geilrod (Zweeds) rood-geel, zeer
gevarieerde, lekkere smaak; de nummer 1 van Ingolf en van mij. En Colney zwart-rood, aantrekkelijk.
In het Garden Center pikte ik nog
een koopje (£5) op: Coeur de Boeuf
op MM 106, een grote, roodgebloste appel, die mij al opgevallen was op
tentoonstellingen. In het Book of Apples van
Joan Morgan lees ik dat het al een Middeleeuwse appel kan zijn. De smaak is fruitig en zoet (quite sweet in Nov.) Geeft
een zoete, citroenkleurige appelmoes. Bewaart zeker tot maart.
Dat belooft met een
voorkeur voor zoet als je ouder wordt!
Noot: als je in september nog mee
wilt naar Brogdale: er resten precies nog 9 plaatsen voor de reis naar Yalding en Brogdale,
die ik met Velt Zoersel inricht op zat 23 sept. (De zondag kan je nog
uitrusten!) Opstapmogelijkheden in Wommelgem, Gent en Loppem.
Onderzoek van Praktijkonderzoek
Plant & Omgeving (PPO) heeft onlangs aangetoond dat Yucca-extract
effectief is voor de bestrijding van schurft bij appels.
Yucca is een plantengeslacht (genus) dat tientallen
soorten telt, waaronder doorlevende planten, struiken en bomen. Ze behoren tot
de familie van de Agavaceae. Deze planten groeien in droge, subtropische streken
in het zuiden van de VS, Mexico enz.
Het extract werkt zowel preventief als curatief
(genezend). De vinding is daarmee een
belangrijke doorbraak voor de biologische teelt. Ook de gangbare teelt
heeft belang bij de vinding, omdat het gebruik van het extract volgens de
onderzoekers de noodzaak van chemische bestrijding van schurft vermindert.
Appelschurft wordt veroorzaakt door een schimmel (Venturia inaequalis). De ziekte slaat
vooral toe onder koele, regenachtige omstandigheden in het voorjaar. Schurft is
van groot economisch belang in alle gebieden waar appels worden geteeld. De
ziekte veroorzaakt directe schade door vlekken op de appels, die daarmee
praktisch onverkoopbaar worden. Daarnaast ontstaat ook indirecte schade door
vroegtijdige bladval, waardoor de vitaliteit van de bomen afneemt.
Gelukkig bleven we dit jaar tamelijk gespaard van schurftaantasting.
Uit praktijkproeven bleek dat de werking van
Yucca-extracten even goed was als die van een lage dosering koper. Koper is in
Nederland echter niet meer toegestaan en de Europese Commissie heeft besloten
het gebruik van koper in heel Europa te beëindigen.
Het doel van het project is eveneens
om alternatieven te vinden voor koper in de biologische teelt van druiven en
appels.
De onderzoekers bestudeerden de werking van Yucca-extracten
in het laboratorium én in de boomgaard. Bij onderzoek met appelzaailingen in
het laboratorium, vonden de onderzoekers een preventieve én een curatieve
werking van het extract. Het extract werkt preventief doordat het de kieming
van de schimmelsporen volledig remt. De schimmel kan daardoor de planten niet
infecteren. Tot minstens een dag na infectie met de schimmel werkt het extract
ook curatief.
In een boomgaard van PPO in Randwijk en in een boomgaard in
Denemarken bleek het extract ook in de praktijk veelbelovend. De werking was
even goed als die van een lage dosering koper, een van de middelen waarvan veel
biologische telers in Europa nu nog afhankelijk van zijn. Zij kunnen schurft
alleen tegengaan door behandelingen met koper, zwavel en kalkzwavel. Koper is
in Nederland echter al niet meer toegestaan en de Europese Commissie heeft
besloten dat het gebruik van koper in heel Europa zal worden beëindigd.
Ik heb de inventaris gemaakt van
het kroonenten dit voorjaar.
18 van de 20 appelrassen zijn aan
het groeien.
Van 2 rassen had ik maar zeer dunne
enten. Vooraf wist ik al dat de kans op lukken zeer beperkt zou zijn. Zon
magere houtjes drogen uit vooraleer ze kunnen aanslaan. Eventjes dacht ik nog dat
het zou lukken met een van de twee, die eventjes een groen puntje vertoonde.
Met Juno en Liberty wil ik
het volgend jaar nog eens proberen, maar dan met steviger enten.
Ik zit
hier geregeld met hopen snoeihout waar ik eigenlijk geen raad mee weet.
Ik heb weliswaar een hakselmachine maar dat ding maakt zo een enorm lawaai dat
ik het al lang afgedankt heb.
De groene bak? Is ook geen oplossing want veel te klein.
Naar het containerpark rijden? Ik heb geen aanhangwagen (meer) en
bovendien kan ik mij daar in mijn oude dag niet meer mee bezighouden.
Dus stoken wij (eigenlijk mijn vrouw) dat snoeihout maar op. (wij wonen zeer
landelijk en hebben niet zo direct buren)
Dat stoken nu is niet zonder risico's en zeker niet in droge periodes zoals
nu. Ik zoek dus een oplossing voor dat snoeihout.
Nu had ik eraan gedacht een houtwal aan te leggen. In een verloren hoek
onder hazelnotelaars. Ik dacht aan een wal van zo'n 10m lang, 1,5m breed
en ca. 1,2m hoog.
Maar ik vraag mij af of dat wel een goed idee is. Ik speculeer er
natuurlijk op dat die wal stelselmatig vergaat en in mekaar zakt zodanig dat ik
de wal naargelang de noodzaak kan blijven aanvullen zonder dat hij te hoog
wordt.
Heeft iemand van de tuiniers(ters) ervaring met zo'n wal? Waarmee moet ik
inzonder rekening houden?
Ik wil in elk geval dat stoken voorkomen. Of vroeg of laat gaat de zaak,
inclusief de woning (waarvoor de verzekering in de gegeven omstandigheid
uiteraard niet tussenkomt), in de fik.
Aldus Hughes in de mailgroep
Tuinieren
Van in de pioniersjaren van VELT
(Vereniging voor Ecologische Leef en Teeltwijze vzw) hadden we hier op het
secretariaat van de grootste afdeling met meer dan 1000 leden, een relatief
zware hakselaar (10 pk) die aan de leden uitgeleend werd.
Wegens het oorverdovend en stinkend
lawaai heb ik er persoonlijk nooit graag mee gewerkt.
Toen de laatste Gewetensbezwaarde
hier weg ging, moest ik daarenboven zelf instaan voor nazicht en onderhoud.
Er zijn dingen die ik liever doe en
de hakselaar werd overgenomen door een van de leden met veel zonen.
Kap en snoeihout werden voortaan
opgestapeld in Het Bosje.
Opstoken is door mijn vrouw totaal
verboden, wegens ecologisch onverantwoord.
Na 2-3-4 jaar heb ik maar de
stokken te verzamelenen op lengte te
breken of te zagen voor het houtkot, om ze droog te bewaren voor de tegelkachel
of open haard. De omvang is intussen een stuk gereduceerd en minstens even
belangrijk: veel gemakkelijker om te behandelen.
Dat natuurlijke vijanden van ratten
en (woel)muizen, namelijk wezels, hermelijnen en bunzings er onder kunnen
schuilen is mooi meegenomen. Ook voor egels is het een geschikt onderkomen.
De strooisellaag
gebruik ik, na jaren voorvertering, maar al te graag onder mijn kleinfruit.