Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
10-08-2006
OPAL
OPAL
Of de Wonderen zijn de Wereld nog niet uit
Guido,
mijn goede fruitvriend woont in vogelvlucht nog geen km van mij vandaan.
Gisteren hoorde ik dat hij aan zijn boom wel 20kg
Opalpruimen geplukt had!
Volgens
Guido gedijen ze wonderwel met het mestmateriaal uit zijn kippenhok.
Ik heb
hoop en al 7 vruchten geoogst van mijn 2 bomen. Gebrek aan bestuiving. Ook bij
Louis in Vorselaar bleef de bestuiving achterwege.
Na 25
jaar beginnen de pruimelaars al wat sporen van sleet te vertonen.
Nogal wat
dood fijn hout. Wellicht worden ze aan hun wortels ook belaagd door de
Honingzwam (Armillaria mellea). Mijn Kempische pruim is er duidelijk gevoeliger
aan dan de St Julien onderstam.
De enten
kreeg ik begin der tachtigerjaren van de Tuinbouwschoolvan Vilvoorde. Ik entte ze op mijn Kempische
pruim. De ene werd net boven de grond geënt en de andere op een meter
hoogte.Onderstam en ent hebben precies
dezelfde omvang. Als je niet weet waar, kan je de entplaats niet onderscheiden.
Opal is
een zeer regelmatige drager met lekkere, donker roodblauwe vruchten bij
volledige rijpheid.De plukperiode valt
eind juli - begin augustus.
Wat ik
bijzonder vind is dat de vruchten aan overladen bomen nog vrij behoorlijk
smaken. Ditzelfde kan je niet zeggen van vele andere rassen.
Al 20 jaar heb ik Opal
als pruim nummer één voor de liefhebber aangeprezen.
Alle
dagen kunnen we nu enkele overheerlijke zwarte moerbeien snoepen. Tijdens de
voorjaarssnoei heb ik de takken wat uitgedund. Je ziet de bessen nu beter
hangen onder de grote, donkere bladeren. Het is speuren naar de donkerste bessen.
Moerbeien
hebben een intense, rijke smaak. Het is luxe fruit
dat je best direct op de boom consumeert. Wel opletten met het sap, want het
maakt moeilijk te verwijderen vlekken. In Engelse tuinen heb ik gezien dat de
moerbei tijdelijk met draad afgesloten werd. In Great Dixter was dit gelukkig
niet het geval.
Het is
niet gemakkelijk geweest om een moerbei groot te krijgen. Het was mijn derde
poging. De boom staat in de kippenren en is na 20 jaar al flink uit de kluiten
gewassen.
Een jong
exemplaar is de eerste jaren niet bestand tegen serieuze vorst. Dertig jaar
terug kregen we nog die strenge winters en bezweken mijn boompjes.
Mijn boom
heeft tamelijk grote vruchten, doch ik heb er nog betere gezien, maar meestal
waren het er kleinere. Ik heb ook de indruk dat de vruchten groter worden met
de jaren.
De
moerbei floreert tijdens warme zomers als dit jaar.
Normaal
zijn de merels geduchte meeeters. Zoals ik al schreef laten deze het gelukkig al
een tijdje afweten.
Nu hebben
we last van de zwarte mieren die het op de rijpste vruchten gemunt hebben.
De
verscheidenheid aan wilde bijen in Nederland en Engeland daalt. Tegelijkertijd
neemt ook de verspreiding van plantensoorten die door bijen worden bestoven af.
Een nieuwe studie van Britse en Nederlandse onderzoekers levert het tot nu toe
sterkste bewijs dat de voortekenen zichtbaar worden van een wereldwijde
bestuivingscrisis in de natuur. Zij hebben hun bevindingen gerapporteerd
in Science van 21 juli.
Al een
tiental dagen, ook toen het nog heet was en de vogels hun dorst moesten laven,
zat er heel soms één merel in de fruitkooi.
Wat mij
nog het meest verwondert is dat ze de appelbessen, die al een hele tijd kleuren,
totaal met rust laten. Vorige jaren waren ze er erg op verzot, net als op de
kersen! De bessen zijn zeker al veertien dagen beginnen kleuren en dit zou
moeten werken als een rode lap voor een stier. Ik moest vroeger steeds
afschermen en dan nog zochten de leperds een gaatje om op rooftocht te gaan.
Dit jaar
nog geen enkele keer een merel in de appelbessenstruik gezien!
Die staat
wel vlak tegen het huis. Maar vroeger was dit geen intimidatie.
Nog meer
bevreemdend is dat ook een struik in de kippenren niet aangeraakt wordt. Ik zag
geen steeltjes waarvan de bes afgepikt was. De trossen hangen nog even vol.
Zou het kunnen dat de vogels als gevolg van de hitte
vroeger in de rui gegaan zijn? In die periode hebben ze steviger eiwitrijk
voedsel nodig en laten ze tijdelijk de bessen met rust
Wou u mij
sponskomkommers (luffas) en zaad kunnen
verkopen?
Het enige dat ik van luffas gezien
heb is de gedroogde +/- cylindervormige spons (het gedroogde binnenste van deze
pompoen) voor gebruik in de badkamer.
Luffas (Luffa aegyptiaca) behoren tot de grote familie van de komkommerachtigen. Deze soort groeit in een warm
klimaat. Let op Egypte bij de soortnaam. Hoe deze soort het bij ons doet weet
ik niet.
Misschien kan je meer te weten
komen bij Les Jardins Biologiques du
Hainaut. Jaarlijks richten zij te Antoing
een groots Pompoenfeest in.
Dit jaar heb ik weer heel wat
papaverzaad kunnen oogsten. Twee jaar na elkaar hadden de (kool)mezen alle bollen leeggesnoept.
Het zaad kreeg ik een goede 25 jaar
terug van wijlen mevrouw De Meutter. Ze bracht het mee van een familiebezoek in
Oekraïne.
Dank zij de braaklegging voor de
aanleg van de gasleiding schoten er veel meer planten op of beter: ze werden
niet weggehakt bij het wieden. Enige tijd vormden de bloeiende papers een vlammend
landschap.
t Is precies of de
meesjes zich niet ver in de brousse wagen, want de vreterij bleef beperkt tot
de zijkanten van de wilde strook.
Friends
DayBrogdale(Faversham Kent) zo 23 juli 2006
Brogdale is een begrip in de
fruitwereld. Daar staat de nationale fruitcollectie van Engeland, wellicht de grootste collectie van de
wereld: 2300 appelrassen, 550 peren, 350 pruimen en haast evenveel kersen,
perziken, abrikozen, kweeperen, hazelnoten, mispels, druiven enz. Van elk ras
werden er telkens 2 bomen aangeplant. Verder collecties kleinfruit. De
oppervlakte bedraagt zon 150 acres (30 Ha).
In 1991 werd Brogdale
geprivatiseerd (tijdens de nadagen van Margareth Tatcher) en werd een Stichting
met als hoogste patroon prins Charles en (adellijke) geldschieters. De Engelse
schatkist staat in voor het voortbestaan van de collectie als genenbank. Het
onderzoeksinstituut te Brogdale werd afgeschaft en geconcentreerd te East
Malling. Studenten van de Hogere Tuinbouwscholen van Hadlow en Wye kunnen er
nog terecht voor stage en eigen onderzoekswerk in verband met hun eindwerken
betreffende fruit.
Daarnaast werd de vrijwilligers
organisatie The
Friends of Brogdale opgericht, die mee instaan voor de verkoop in het Garden
Center, de winkel en restauratie. Elke dag staan er vrijwilligers in voor
gidsbeurten in de collecties. Er zijn ook studiedagen en cursussen. Telkenjare
organiseren zij ook fruitacties in Londen en nog op andere plaatsen.
De veroudering van de leden vormt
wel een groot probleem.
Dit bleek voor ons overduidelijk op
de zomerbijeenkomst van de Friends, die dit jaar in het teken stond van de kersen. Aleide en ik, toch al zeventigers, rekenden ons bij de
jongere deelnemers. De jeugd komt uit Vlaanderen merkte de met ons meegereisde
Ingolf op, samen met zijn vriend Christof en Vincent de jongsten uit het
gezelschap.
Joan Morgan, de presidente van de
Friends loodste ons langs de rijen meestal rijk beladen kerselaars. De vroege
rassen waren al voorbij. Enkel de laatste rassen waren nog niet rijp. Voor de
meeste rassen kon de datum niet beter gekozen zijn.
Overal werd er geproefd en
ervaringen uitgewisseld. Naar het einde ging het proeven de capaciteiten van de
meeste te boven. Naar de tientallen rassen krieken (zure kersen) werd nog
nauwelijks omgekeken.
Wat smaak betreft was er geen
enkele kers die mij niet voldoende beviel. (Bij appelen zijn er wel tientallen
die geen hap waard zijn. Maar het kan dat ze wel goed zijn in de keuken of om
te drogen bv). Er zijn natuurlijk wel vele gradaties in de smaken. Windsor Black vond ik bv uitstekend.
Na de lunch had men Derek
Jennings, de grote onderzoeker van het Scottich Crop ResearchInstitute
uitgenodigd.
Hij vertelde over de evolutie bij
de frambozen, grotendeels zijn werk. De interessantste evolutie bij herfstframbozen werd echter te East Malling verwezenlijkt door het inkruisen van de arctische bes in Autumn Bliss, de bekendste rode herfstframboos.
Na zijn pensionering (17 jaar geleden,
zoals hij mij vertelde) heeft hij nog enkele uitstekende herfstframbozen
Herfstframbozen groeien, bloeien en geven vruchten
in hetzelfde jaar. Zomerframbozen bloeien en geven vruchten in het tweede jaar
ontwikkeld, waaronder Joan Squire, benaamd
naar zijn vrouw, het commerciële ras Joan
J , Joan Irene en als laatste Brice. Met sommige herfstrassen (bv
met Joan J) is een dubbele oogst mogelijk. In de herfst met grote bessen van 6
g . Daarna knipt men het bovenste gedeelte dat gedragen heeft af en in de lente
heeft men opnieuw een oogst van bessen van 3 g, doch even vroeg als de vroegste zomerrassen en dus
commercieel interessant. Of de plant dan nog kracht genoeg heeft om nieuwe,
sterke stengels voor de herfstoogst te ontwikkelen vertelde hij er niet bij en
ik ben het vergeten te vragen.
Simon Brice, fruitkweker op rust,
had de drie huidige, commerciële zomerrassen mee: GlenAmple, die volgens
de meeste de beste smaak had; Tulameen
(Canadees) en Octavia, kleine, maar
stevige en de laatst rijpende van de drie (misschien nog een tikje te onrijp).
Dit is het laatste, te East Malling ontwikkelde ras.
Daarna stond nog het proeven van
een zestal kersen op het programma.Norvegian, een kleinere rood-gele kers.
Ik noteerde rijk gevarieerde smaak; Turkey
Heart, vast, knappend, zoet; Knight/Kent
Bigarreau, rood-geel, de nummer één van Aleide; Pointed Black, goed, nog beter rechtstreeks van de boom? Alman Geilrod (Zweeds) rood-geel, zeer
gevarieerde, lekkere smaak; de nummer 1 van Ingolf en van mij. En Colney zwart-rood, aantrekkelijk.
In het Garden Center pikte ik nog
een koopje (£5) op: Coeur de Boeuf
op MM 106, een grote, roodgebloste appel, die mij al opgevallen was op
tentoonstellingen. In het Book of Apples van
Joan Morgan lees ik dat het al een Middeleeuwse appel kan zijn. De smaak is fruitig en zoet (quite sweet in Nov.) Geeft
een zoete, citroenkleurige appelmoes. Bewaart zeker tot maart.
Dat belooft met een
voorkeur voor zoet als je ouder wordt!
Noot: als je in september nog mee
wilt naar Brogdale: er resten precies nog 9 plaatsen voor de reis naar Yalding en Brogdale,
die ik met Velt Zoersel inricht op zat 23 sept. (De zondag kan je nog
uitrusten!) Opstapmogelijkheden in Wommelgem, Gent en Loppem.
Onderzoek van Praktijkonderzoek
Plant & Omgeving (PPO) heeft onlangs aangetoond dat Yucca-extract
effectief is voor de bestrijding van schurft bij appels.
Yucca is een plantengeslacht (genus) dat tientallen
soorten telt, waaronder doorlevende planten, struiken en bomen. Ze behoren tot
de familie van de Agavaceae. Deze planten groeien in droge, subtropische streken
in het zuiden van de VS, Mexico enz.
Het extract werkt zowel preventief als curatief
(genezend). De vinding is daarmee een
belangrijke doorbraak voor de biologische teelt. Ook de gangbare teelt
heeft belang bij de vinding, omdat het gebruik van het extract volgens de
onderzoekers de noodzaak van chemische bestrijding van schurft vermindert.
Appelschurft wordt veroorzaakt door een schimmel (Venturia inaequalis). De ziekte slaat
vooral toe onder koele, regenachtige omstandigheden in het voorjaar. Schurft is
van groot economisch belang in alle gebieden waar appels worden geteeld. De
ziekte veroorzaakt directe schade door vlekken op de appels, die daarmee
praktisch onverkoopbaar worden. Daarnaast ontstaat ook indirecte schade door
vroegtijdige bladval, waardoor de vitaliteit van de bomen afneemt.
Gelukkig bleven we dit jaar tamelijk gespaard van schurftaantasting.
Uit praktijkproeven bleek dat de werking van
Yucca-extracten even goed was als die van een lage dosering koper. Koper is in
Nederland echter niet meer toegestaan en de Europese Commissie heeft besloten
het gebruik van koper in heel Europa te beëindigen.
Het doel van het project is eveneens
om alternatieven te vinden voor koper in de biologische teelt van druiven en
appels.
De onderzoekers bestudeerden de werking van Yucca-extracten
in het laboratorium én in de boomgaard. Bij onderzoek met appelzaailingen in
het laboratorium, vonden de onderzoekers een preventieve én een curatieve
werking van het extract. Het extract werkt preventief doordat het de kieming
van de schimmelsporen volledig remt. De schimmel kan daardoor de planten niet
infecteren. Tot minstens een dag na infectie met de schimmel werkt het extract
ook curatief.
In een boomgaard van PPO in Randwijk en in een boomgaard in
Denemarken bleek het extract ook in de praktijk veelbelovend. De werking was
even goed als die van een lage dosering koper, een van de middelen waarvan veel
biologische telers in Europa nu nog afhankelijk van zijn. Zij kunnen schurft
alleen tegengaan door behandelingen met koper, zwavel en kalkzwavel. Koper is
in Nederland echter al niet meer toegestaan en de Europese Commissie heeft
besloten dat het gebruik van koper in heel Europa zal worden beëindigd.
Ik heb de inventaris gemaakt van
het kroonenten dit voorjaar.
18 van de 20 appelrassen zijn aan
het groeien.
Van 2 rassen had ik maar zeer dunne
enten. Vooraf wist ik al dat de kans op lukken zeer beperkt zou zijn. Zon
magere houtjes drogen uit vooraleer ze kunnen aanslaan. Eventjes dacht ik nog dat
het zou lukken met een van de twee, die eventjes een groen puntje vertoonde.
Met Juno en Liberty wil ik
het volgend jaar nog eens proberen, maar dan met steviger enten.
Ik zit
hier geregeld met hopen snoeihout waar ik eigenlijk geen raad mee weet.
Ik heb weliswaar een hakselmachine maar dat ding maakt zo een enorm lawaai dat
ik het al lang afgedankt heb.
De groene bak? Is ook geen oplossing want veel te klein.
Naar het containerpark rijden? Ik heb geen aanhangwagen (meer) en
bovendien kan ik mij daar in mijn oude dag niet meer mee bezighouden.
Dus stoken wij (eigenlijk mijn vrouw) dat snoeihout maar op. (wij wonen zeer
landelijk en hebben niet zo direct buren)
Dat stoken nu is niet zonder risico's en zeker niet in droge periodes zoals
nu. Ik zoek dus een oplossing voor dat snoeihout.
Nu had ik eraan gedacht een houtwal aan te leggen. In een verloren hoek
onder hazelnotelaars. Ik dacht aan een wal van zo'n 10m lang, 1,5m breed
en ca. 1,2m hoog.
Maar ik vraag mij af of dat wel een goed idee is. Ik speculeer er
natuurlijk op dat die wal stelselmatig vergaat en in mekaar zakt zodanig dat ik
de wal naargelang de noodzaak kan blijven aanvullen zonder dat hij te hoog
wordt.
Heeft iemand van de tuiniers(ters) ervaring met zo'n wal? Waarmee moet ik
inzonder rekening houden?
Ik wil in elk geval dat stoken voorkomen. Of vroeg of laat gaat de zaak,
inclusief de woning (waarvoor de verzekering in de gegeven omstandigheid
uiteraard niet tussenkomt), in de fik.
Aldus Hughes in de mailgroep
Tuinieren
Van in de pioniersjaren van VELT
(Vereniging voor Ecologische Leef en Teeltwijze vzw) hadden we hier op het
secretariaat van de grootste afdeling met meer dan 1000 leden, een relatief
zware hakselaar (10 pk) die aan de leden uitgeleend werd.
Wegens het oorverdovend en stinkend
lawaai heb ik er persoonlijk nooit graag mee gewerkt.
Toen de laatste Gewetensbezwaarde
hier weg ging, moest ik daarenboven zelf instaan voor nazicht en onderhoud.
Er zijn dingen die ik liever doe en
de hakselaar werd overgenomen door een van de leden met veel zonen.
Kap en snoeihout werden voortaan
opgestapeld in Het Bosje.
Opstoken is door mijn vrouw totaal
verboden, wegens ecologisch onverantwoord.
Na 2-3-4 jaar heb ik maar de
stokken te verzamelenen op lengte te
breken of te zagen voor het houtkot, om ze droog te bewaren voor de tegelkachel
of open haard. De omvang is intussen een stuk gereduceerd en minstens even
belangrijk: veel gemakkelijker om te behandelen.
Dat natuurlijke vijanden van ratten
en (woel)muizen, namelijk wezels, hermelijnen en bunzings er onder kunnen
schuilen is mooi meegenomen. Ook voor egels is het een geschikt onderkomen.
De strooisellaag
gebruik ik, na jaren voorvertering, maar al te graag onder mijn kleinfruit.
Zoals vroeger al vermeld dragen de
kerspruimen geweldig.
Sinds een paar dagen begint een
eerste boom te rijpen: licht rode pruimen met soms een lichtere kant. De vrucht
heeft iets van een knapperige kers en voldoet voor mij wat smaak betreft. (Ook voor de vogels.)
Nu is het een prachtige tijd om
rugscheuten te trekken. Ze zijn nog niet te zeer verhout en breken gemakkelijk
uit. Ik heb mijn lesje geleerd tijdens de vroegere snoeidemonstraties.
Je had deze scheuten
tijdens de zomer moeten verwijderen. Dan zijn er ook geen slapende ogen meer, zoals
die er nu onvermijdelijk zijn op de snoeistompjes. Ze zullen in de lente sterk
uitlopen. Vergeet niet de uitlopers te verwijderen tijdens de vroege zomer.
Ook indrogende kankertakjes merk je
vanzelf op. Die breek ik meteen uit.
De wonden helen nu als vanzelf in
de zon.
De kankertakjes worden meteen
zorgvuldig verzameld om ze te verbranden.
Blijven ze op de grond liggen, dan worden de sporen weer actief bij nat weer.
Toevallig kreeg ik gisteren, 10
juli het recept van Doesburg (blog van 13 nov. 2005) terug onder ogen. Ik
plukte een noot en kon die nog gemakkelijk verdelen. In het recept stond als
uiterste datum St. Jan 24 juni.
Iemand liet mij weten dat er diverse recepten zijn en dat je hiervoor tijd hebt tot in augustus.
Iemand vroeg mij raad in verband met een broedse kip.
Wat te doen met een broedse hen
als men ze niet wil laten broeden?
Zet deze kip in een hok op
draadbodem en geef de eerste dag enkel water. De volgende dagen geef je naast
water, ook een weinig voeder. Deze behandeling voortzetten tot het specifieke
gekloek ophoudt. Zet ze dan terug bij de andere en sla ze gade.
Als ze direct terug naar het
nest gaat, zal ze opnieuw beginnen broeden en moet ze terug worden afgezonderd.
Broedsheid gaat
gepaard met een verhoging van de temperatuur in de hen. Doordat ze op
draad zit, zal deze temperatuur geleidelijk afnemen en het verschijnsel zal verdwijnen.
(Uit de door mij herwerkte VELT-Kippenbrochure
die Velt niet wou publiceren.)
In het vroege voorjaar heb ik de wortels van rabarberstruiken verdeeld. Ze stonden op het tracé van de aan te leggen gasleiding.
Ik had stukken over en plantte die
in de kippenren.
Met zon 12 op 30 m zijn er voor de
kippen veel hoekjes te verkennen.
De uitgeplante rabarber groeide
voorbeeldig en werd tot vorige week relatief met rust gelaten.
Was het een gevolg van het warme weer
dat de kippen plots zin in de rabarber kregen? Het was zeker niet omdat ze
gebrek aan drinkwater hadden. Dit was ruim voorhanden.
Hadden de kippen als gevolg
van de hitte zin in wat anders? In een zuurtje?
Gisterenavond viel er eindelijk een
flinke bui. Het begon behoorlijk droog te worden. De bui van een goede week terug had enkel de
bladeren nat gemaakt.
Eigenlijk had ik, om goed te zijn,
de aardbeien een paar keer moeten begieten. Enkel de afleggers, vastgezet in potjes,
kregen een keer water.
Gisteren verwijderde ik het
gaasdoek, waarmee ik afschermde tegen vogelvraat. De aardbeien zijn afgedragen,
behalve nog enkele vruchten aan het late ras Melate. Hier was het vochtgebrek
duidelijk te merken aan de hardere vruchten.
De aardbeiplanten zien er tamelijk
afgeleefd uit.
Bij één ras zijn er opvallend veel totaal
afgestorven planten: Gorella.
Vorig jaar had ik op de markt in
Heist op de Berg 20 mooie planten in pot gekocht. Meer dan de helft zijn
helemaal kapot. Ik vergelijk met enkele
jaren geleden. Toen bracht ik uitlopers van de bioteelt van Eddy Vets mee. Het
was al ruim in september en zeker buiten het optimale plantseizoen en toch
deden deze plantjes op naakte wortel het behoorlijk goed. De uitval was beslist
veel geringer dan nu.
De mooie plantjes in pot van Heist
op de Berg plantte ik uit op een perceel waar 15 jaar geen aardbeien hebben
gestaan.
Naast de Gorellas stonden ook
enkele Elsantas. Het waren planten met naakte wortel. Misschien is Elsanta nog
gevoeliger dan Gorella voor Verticillium, de schimmelziekte die de wortels doet
afsterven. Welnu de Elsantas hadden zich duidelijk beter uit de slag
getrokken.
Mijn hypothese is dat de
amateur die de mooie Gorellaplanten gekweekt had , dit gedaan heeft in erg
besmette grond.
Het afsterven gebeurt immers pas
later bij de eerste zomerwarmte.
Een gouden raad: als je
zelf plantjes wint, vul de potjes met goede potgrond of gesteriliseerde
compost, in plaats van met besmette tuinaarde.
Peter Bauwens was bij ons de
wegbereider voor de eetbare Tuin.
Als zeer smakelijk aardbeienras
propageerde hij het 70 jaar oude ras Mieze
Schindler.
Alhoewel het aroma en de smaak
uitstekend waren, had dit ras het nadeel dat het geen eigen stuifmeel vormde en door een ander ras moest bestoven
worden.
Nog een nadeel waren de zeer kleine
en weke vruchten.
In Duitsland propageert men nu het
nieuwe ras Mieze Nova. Dit nieuwe
ras werd gekweekt in het befaamde opzoekingsstation van Dresden Pillnitz.
Het is een afstammeling van Mieze
Schindler, maar een duidelijke verbetering.
Dit ras heeft wel stuifmeeldraden
en is zelfvruchtbaar.
Het uitstekende aroma en de echte
smaak zijn gebleven, maar de vruchten zijn nu gemiddeld tot groot en voldoende
stevig. Het zijn mooi gevormde, eerder ronde vruchten. Als men ze wat langer
laat staan worden ze donker, zoals Mieze Schindler.
Mieze Schindler was een laat ras.
Ook Mieze Nova is een later ras.
Een interessante
eigenschap voor amateurtelers is de zeldzaam lange drachtperiode. De
hoofddracht is voor juni, maar nabloei geeft opnieuw wat vruchten in
Juli-augustus.
In Duitsland is het ras
ondermeer te bekomen bij N. L. Chrestensen
te Erfurt.
Wie
kan je beter hebben als gids dan Dinora De Waele, vrouw van kunstenaar Charles
Pauwels , de voorzitter van de kring. Zij is zelf afkomstig van Machelen aan de
Leie.
Een
eerste stop was de Raveel-kapel. Het ietsje wachten op de drukbezette pastoor
was meer dan de moeite waard. Hij bracht een beeldend verhaal over de creaties
van Roger Raveel; een waardevol
kunstwerk, de verbeelding van emoties en gevoelens rond de christelijke religie
in eigen schilderstaal van een ongelovige kunstenaar.
De
dorpskerk, rondom rond met lambrisering en houtsnijwerk, maakte op mij een
rijke indruk.
Aan
de ernaast gelegen bocht in de Leie kregen we een boeiend relaas van Dinora,
toen ter tijde betrokken bij de felle reactie tegen het storten van allerlei
afval om de bocht recht te trekken. De
dorpsoversten deden ijverig mee aan het storten. Haar jongerengroep vroeg de
steun van Raveel. Ze hoorden toen van hem dat hij al een paar jaar hierover een
dossier aan het samenstellen was. Raveel had toen de
stunt met de Zwanen op de stinkende reien in Brugge net achter de rug en
hergebruikte het materiaal in eigen dorp. De stunt wordt volgende zondag nog
eens overgedaan ter gelegenheid van de viering van de 85 jaar van Roger Raveel.
De Leiebocht werd tenslotte gered door De Saegher, minister van Openbare Werken.
Dezelfde minister heeft destijds de
grote verkaveling van Zoerselbos tegengehouden. We wandelden langs De Muur
der Verbeelding tot aan de woning van Raveel.
We volgden een eind de kerkwegel naast de woning om aan de achterkant de
ateliers te zien. Mij trof een reuzen notenlaar, fenomenaal met vruchten overladen.
2006 is een geweldig notenjaar.
Tenslotte genoten we van een zeer fijn middagmaal in De Karper.
Vervolgens
hadden we het door kunstenaar Marc Van Huyzebroeck geleid bezoek aan het stemmige
Raveelmuseum. Hij liet ons ervaren hoe Raveel zowel inhoudelijk als vormgevend
grenzen verlegt met zijn eigen symboliek van kleuren en vormen en materialen. Hierbij
spelen vierkanten en spiegels een eigen rol. In eenzelfde werk zitten zowel de
ratio, de gedachte, als de vitaliteit, het speelse, het Dionyzische.
Raveel
is niet direct een gemakkelijke kunstenaar en gaandeweg verdunden de gelederen. Of was het de vermoeidheid door de hete dag, die deed snakken naar een frisse pint in de kleurige Afspanning van het dorp?
Er werd herinnerd aan de uitspraak van Raveel op de TV: Over 100
jaar zal men pas beseffen wat een uitzonderlijk kunstenaar ik feitelijk ben.