Cabarette of President van
Dievoet
Ik heb de Cabarette in oktober 1987 leren kennen in de
Verger Conservatoire, Ferme du Héron te Villeneuve dAsq (Lille). Bij het
geleid bezoek aan de boomgaard hing deze boom nog vol vruchten. Een ander ras
dat toen mintens even sterk opviel was de zeer geladen boom met donkerrode
vruchten: de Collapuis.
In die tijd was ik vooral aan het uitkijken naar late winterappelen en ik
vond de Cabarette appel een geschenk uit de hemel; bewaart tot april. Een paar
maanden later schafte ik over de schreve (West-Vlaams voor grens), in
Frans-Vlaanderen bij Alain Allender een boompje aan op een MM 106 onderstam. De
boomkweker vertelde dat zijn vorige koper eveneens dezelfde familienaam droeg,
nochtans een zeer zeldzame naam.
Een tijdje later vernamen we via Gembloux dat de
Cabarette identiek was met de President
Van Dievoet. Op het einde van de 19 de euw heeft een tuinier te Poperinge
dit ras bekomen uit pitten van een Russische appel.
Dat het ras ook in Frans-Vlaanderen verspreid werd is
vanzelfsprekend voor een grensstad. In 1894 wordt de vrucht gesignaleerd in het
bulletin van de société dhorticulture van St Omer.
Vroeger waren het allemaal hoogstammen, doch het ras
voldoet ook op laagstam.
De vrucht dient zo laat mogelijk geplukt (eind
oktober). Aan de zonkant zijn ze geler met een iets rozige glans. De vruchten
hangen tamelijk vast aan de boom. In 2000 heb ik ze op krukken, na mijn heupbreuk,
geplukt in januari. Ik herinner mij nog hoe ze als goudappels blonken in de zon,
na het smelten van sneeuw en ijs. Wellicht was er toen nog minder sprake van de
donkere vlekken van de regenvlekkenziekte. Trouwens dit ras heeft er minder
last van dan sommige andere.
De vrucht heeft vast, knakkend, saprijk, zuur-zoet ,
opvallend wit vlees. Tegen maart is het een vrij zoete appel, en dan is hij helemaal
geel.
Naast handappel ook geschikt voor appelmoes en taartbeleg,
maar het is geen bakappel voor de oven.
Deze appel, in blokjes gesneden, geeft een frisse noot
in de groentenschotel.
Het ras is licht schurft - en kankergevoelig.
Door het feit dat dit jaar bladeren en vruchten niet
te lijden hadden van schurft groeiden de nochtans overtalrijke vruchten uit tot
vrij grote appelen.
Het nadeel van dit ras is echter de sterke
beurjaargevoeligheid.
Op een kleine boom zou je dit wat kunnen tegengaan
door tijdig te dunnen.