Perzikenwandeling te Gelrode
Ludo Rosseel en de NBS
Te Gelrode in het Hageland ligt de nog enige,
commerciële perzikenaanplant. De Nationale Boomgaardenstichting vond er
onderdak voor zijn perzikencollectie. Op 3 augustus was er de
perzikenwandeling.
Gelrode ken ik van toen ik nog een kind was. Dagen
lang kon mijn vader vertellen over zijn oorlogservaringen. Hij passeerde er in
1914 toen hij op weg was terug naar het leger. Bij Tienen was hij aan de dood
ontsnapt door zich dood te gebaren. Op het kruispunt van de grote baan Aarschot
Leuven en de Begijnendijksesteenweg naar Betekom waren alle huizen door de
Duitsers in brand gestoken. Langs die weg heeft men op hem in burger drie maal
geschoten.
Voor de verkenning was er nogal wat volk opgekomen;
zelfs vanuit Nederland.
De eigenaar Ludo Rosseel heeft een verkoopstand bij
het perceel. De perziken waren al uitverkocht, maar hij had nog een paar bakken
uit gesorteerde om te laten proeven. Het vroege ras Amsden was geplukt Er is
wel wat variatie in dit ras. Er zijn vroege en late klonen.
Het perceel ligt op een heuvelkam van ijzerzandsteen en
er is verschil in vorstgevoeligheid naar gelang hoger en lager. Door de vroege
bloei is de perzikenteelt een risicoteelt. Op dit punt is er evolutie. Het weer
is warmer geworden. Ten tijde van zijn vader was er maar op één van de twee
jaren oogst. Nu is er maar een slecht jaar op 3-4 jaren. Er waren gapingen in
de aanplant voor verjonging. Na een paar jaar rust is heraanplant mogelijk.
Echter met de zware winters van de laatste jaren bevroor het jong plantsoen op
de kwekerij. Eenjarige en tweejarige boompjes zijn gevoelig voor wintervorst,
vanaf 3 jaar is dit niet meer het geval. Soms kan er wel een takje invriezen.
Perziken verkiezen een licht zure grond. Natte gronden vormen een probleem.
De heer Rosseel is ook verkoper van sproeistoffen en
zijn bomen waren al 13 keer behandeld. Jaren geleden, bij zijn vader volstonden
3 bespuitingen.
De NBS is 4 jaar terug begonnen met de eerste
aanplant. Sommige rassen dragen al in het tweede jaar. Er staan een 30 tal
rassen, meestal in tweevoud. Men brengt de perziken onder in een 5 tal groepen.
Er zijn witvlezige en geelvlezige. Ze hebben er ook een oude Briool (Van Zelem),
haar- of donsloze perzik, maar een delicaat ras, dat beter thuis hoort in een
warme stadstuin. Over perziken is er niet veel nieuwe lectuur. NBS hoopt tegen
de volgende Europom met een brochure over de proefaanleg klaar te komen.
Dirk Vanden Eynde van Nieuwrode en Louis Millis van
Ramsel zijn er de drijvende krachten. Ze namen de groep, na verkenning met de
heer Rosseel, verder op sleeptouw.
Dirk legde uit hoe zij op zoek gaan naar de oude
rassen, dikwijls in de buurlanden. Doch zij hebben ook oog voor waardevolle
nieuwe rassen. Hij liet zich bv. lovend uit over het nieuwe, Franse ras
Benedicte.
Het terugvinden van de oude rassen is niet zo
makkelijk omdat er een generatie tussen zit die geen perziken meer teelde. Met
de open grenzen in Europa werd de perzikenteelt vanaf de zestigerjaren
verlaten. Een bijkomende moeilijkheid is het vinden van het echte ras tussen de
vele, gelijkende zaailingen.
Perziken worden gemakshalve geënt op de
pruimenonderstam St Julien A maar houden het soms slechts korte tijd uit. Veel
beter is te enten op zaailing van perzik. Deze groeit met een pinwortel en zet
zich beter in de grond.
Vroeger werden perziken veelal in serres geteeld.
Montreuil tegen Parijs is bekend om de hoge muren (2,7 m) waartegen de perziken
geteeld werden (17 de eeuw tot 1960). Perziken waren toen dure luxeproducten.
We zijn er in 2003 geweest op de NBS reis in
Frankrijk. De muren zijn geklasseerd erfgoed. Rassen die er groeiden als Tétons
de Venus, Grosse Mignonne en Belle Impériale groeien nu in Gelrode.
FOTOS
Ludo Royen, stichter-voorzitter NBS en Louis Millis
Dirk Vanden Eynde
Groep rond Ludo Rosseel
Ludo Rosseel
, links Eouis Millis
Idem
De man met het groene petje is Jacques Bosschaerts
Aantrekkelijke perziken
Idem
Onder de perziken