Jefkenspeer
Ik hield de Jeskespeer al een tijdje in de
gaten. Enkele dagen geleden was er nog geen val. Toen ik daarstraks nog eens
ging kijken was er wel veel val. Het signaal om ze onmiddellijk te plukken.
Vandaag hadden we eindelijk ook een dag zonder regen.
De Jefkespeer is gekweekt door de proost Jan
de Pameleirre - tevens pastoor van de Sint-Pieterskerk in Denderwindeke - in de
priorij van de Premonstratenzers of 'Witheren' te Ninove en zijn hovenier Jozef
(Jef) Thiebaut.
Door de tijd heen kreeg ze de naam van de hovenier, die het ras verspreidde: Jefkespeer.
Toen de Franse revolutie ook de
Denderstreek overspoelde, werden alle kerkelijke goederen onder de hamer
gebracht.
De boomgaard kwam terecht in de handen van de Ninoofse notaris Chaboceau, die
de peer zijn naam gaf: Beurré Chaboceau,
goed voor de burgerij, doch in de volksmond bleef het Jefkespeer.
Het is een eerder kleine, doch fijn
smakende vrucht aan een gezonde boom, een goede groeier als ik vergelijk met
mijn andere bomen. Naast de hogere middentak zijn er een drie, vier schuin zijwaarts
groeiende takken, doorhangend van de vruchten, zodat ik ze van de grond kon
plukken.
Men geeft als rijpheid begin oktober, maar
midden en eind september lijkt mij realistischer, gezien het late seizoen dit
jaar. Enkele vruchten zijn nu al op smaak. Het zou een zelf bestuivend ras
zijn.
|