Rivers Nursery Orchard
Te
Sawbridgeworth Hertfordshire
NBS Reis Dag 7
24/08/2013
Vandaag staat in het teken van de historie. We hebben
een ontmoeting met de vereniging Vrienden van Rivers Nursery. Ze ontvangen
ons in een gemeenschapszaal op de verkavelde site van de beroemde kwekerij.
Hun assistant chair, tweede man, Joseph Fitzgerald is
een gedreven man en belicht de vroegere kwekerij en hun streven naar het
levendig houden van het historisch erfgoed, het beheer van de archieven en van de
nog bestaande boomgaard. Ze zijn met een hele ploeg medewerkers. Hun voorzitster,
een dame kwam ons ophalen aan het hotel.
Medewerkers zorgen dat we met de bus veilig door de
smalle straten kunnen laveren tot dicht bij de boomgaard, die nu een openbaar
wandelpark is.
Na het bezoek aan de boomgaard trakteert men ons op
een smakelijke, speciale lunch.
Voor een keer hebben we minder geluk met het weer; af
en toe wat motregen, al bij al niet te hinderlijk.
De boomgaard die we vandaag aantreffen op de Rivers
site (Ik put uit de reisbrochure van
Jeanpierre) was duidelijk geen commerciële boomgaard. Het is veeleer een
verzameling van moederbomen uit de laatste levensfase van de kwekerij. Het
oudste gedeelte telt vooral appel en wat peer, aangeplant kort na het einde van
WO 2. Pruim en kers dateren van eind jaren zestig. Toen stopte het zelf
vermeerderen en ging men aankopen.
Geschiedenis
Eind 18de en de hele 19de eeuw leverde Rivers planten en fruitbomen aan
buitenhuizen, grote en kleine eigenaars en tuinliefhebbers.
Vanaf 1820 gaat de derde Thomas Rivers op zoek naar
nieuwe variëteiten om de markt open te trekken en in te spelen op het
exclusieve. Rivers was zeker niet de eerste om dit te doen. Voor hem waren Coe,
Knight en Veitch al succesrijk. Maar Thomas Rivers ging een hele stap verder.
In 1832 erfde Rivers het familiebedrijf, gespecialiseerd
in rozenteelt, met in tweede lijn fruitboomverkoop. Hij was echter meer geïnteresseerd
in fruitbomen dan in rozen. Daarop maakt hij een toer door België en Frankrijk.
Hij neemt enthout van pruim, peer, perzik en druif mee huiswaarts. Zo kan hij
uitpakken met een ongeëvenaard aanbod. De man heeft bovendien een goede pen.
Zijn boekje The Miniature Fruit Garden van 1843 werd twintigmaal
heruitgebracht. Dit betekende 161.000 verkochte exemplaren tegen zijn sterfjaar
1877. Het hele boekje draait om kleine fruitbomen.
Hij ontdekt dat in de kwekerij veelvuldig verplante
bomen kleiner blijven en vroeg en uitbundig vrucht dragen. Het is een techniek
die hij verdedigt ondanks het vele werk, naast het gebruik van zwakke
onderstammen. Er werd ook in potten geplant voor in serres. Rivers, een goed
koopman zijnde, schreef in functie van zijn handel. Hij brak een lans voor
zwakke onderstammen. Die waren zeker geen nieuwe introductie in het midden van
de 19de eeuw, maar het werd wel als dusdanig verkocht. Naast de
verkoop van buitenlandse fruitvariëteiten had Rivers ook een uitgebreid
kruisings- en selectieprogramma lopen. Hieruit kwamen decennia lang nieuwe
aanwinsten. De ene peer die iedereen kent, doch niemand aan de naam Rivers
linkt is de Conference die
gelanceerd werd ter gelegenheid van een perenconferentie in 1895. De Belgische
perentelers moeten Rivers op hun blote knieën danken voor die sterkhouder van
hun handel. Of zoals Adrian Baggaley zei bij een rondrit door Haspengouw: die
man verdient hier een standbeeld.
De appelvariëteiten in de huidige boomgaard zijn relatief
modern. Ze dateren praktisch uit de periode na de derde Thomas Rivers. Bij een
identificatieproject in 2005 werd de culinaire variëteit Thomas Rivers gespot. Dat
is zowat het enige appelras dat de kwekerij zelf introduceerde tijdens haar 265
jarig bestaan. Dat er maar twee bomen van stonden geeft aan dat het meer om een
eerbetoon dan om een commercieel succes ging. Van de commercieel meest
succesrijke rassen zijn er veel meer bomen: Cox Orange Pippin (28), Bramleys
Seedling (15) en Crimson Bramley (6). De
boomgaard is een weerspiegeling van wat goed lag in de markt op het moment van
de aanplant.
Thomas en zijn zoon Thomas Francis focussen vooral op
pruim. Voordien waren het vooral keukenpruimen als Yellow Egg en Imperatrice.
De geïmporteerde variëteiten deden het niet goed in Engeland. Vandaar dat
Rivers ging zaaien en selecteren. Dat leverde veel betere resultaten op. In
1870 publiceerde Rivers een lijst met 28 aanbevolen rassen. Hiervan komen er 5
uit eigen vermeerderingsprogramma, de rest zijn introducties en herbenoemde
variëteiten voornamelijk uit Frankrijk en België. Met twee introducties zat
Thomas erg goed. Uit de Précoce de Tours won hij de vroege selecties Rivers Early
Prolific en Early Favourite. Ook zette hij Reine Claude Diaphane op de markt
onder de naam Transparant Gage. Dat bleek niet zon goede drager in Engeland.
Uit deze variëteit selecteerde hij Early
Transparant, Late Transparant Gage en Golden Gage. Deze voldeden heel wat beter
onder de Engelse weeromstandigheden. Met deze (meestal) vroege
dessertvariëteiten voldeed hij perfect aan de toenmalige vraag van de markt.
Ook de derde Thomas Rivers en zijn zoon Thomas Francis
bleven nieuwe rassen op de markt brengen. Zij schakelden terug naar de
keukenpruim. Sommige zitten nog in het hedendaagse gamma zoals Czar en Monarch.
Einde 19de , begin 20ste eeuw veranderde de markt voor
fruitbomen. De amateurs bleven belangrijk maar de commerciële markt en de
fruitboer werden nu de voornaamste klanten. Hierbij werd de vraag ook anders.
Door de industriële toepassingen zoals inblikken en de thuisverwerking waren
variëteiten als Pershore, Burbank en Early Rivers populair tot de jaren 1950.
In de boomgaard staan vandaag meer dan tachtig pruimenbomen waarvan een aantal
nog niet geïdentificeerd zijn.
FOTOS
1. Sawbridgeworth
2. In der boomgaard
3. Joseph Fitzgerald van de Vrienden van Rivers
Nursery geeft uitleg
4. Met jeanpierre
5. Er zijn nog meer geïnteresseerden in de boomgaard.
De jongste geniet van een vrucht
6. Een schurftvrij ras?
7. Vrijwilligers serveren de lunch
8. Idem
9. Een beetje ongewoon, doch echt smakelijk. De
plaatselijke beenhouwer had een speciale worst gemaakt