Naschrift
Toen ik wakker werd hoorde ik in de verte de autoweg. De windrichting is diametraal gewijzigd: van het noorden naar het zuiden. En dat was al een goed teken.
Om kwart voor zeven wees de thermometer o° graden aan. Het heeft alleszins gevroren; wellicht niet meer dan -1 °. Aan de grond vriest het dan nog enkele graden meer.
Ik heb nog een herinneringsbeeld aan de zware vorst van 15 april 1966. Mijn vader was hier toen op bezoek – 7° en een grond die hard bevroren was als in volle winter. De pruimen stonden in volle bloei. Niet 1 pruim dat jaar!
|