Wespen
Het eerste wat mij opviel, na de 18 daagse reis naar Polen met Familie en vrienden en ik onder het druiventerras kwam, waren de geplunderde trossen. Daar het al donker was zag ik geen snoodaards meer.
Het betreft het witte druivenras Bianca, eigenlijk een wijndruif, doch tevens ook een excellente eetdruif.
’s Anderendaags krioelde het van de wespen. Ik ben aan de slag gegaan. De op de grond vallende dood getrapt. De snoepers op de afgevallen Rode Gravenstein platgetrapt. Een wespenval gehangen met bier met erin wat honing. De stofzuiger gehaald en de zittende en voor de mond vliegende exemplaren opgezogen.
Die stofzuiger heeft mij jaren geleden redding gebracht. Bij een familiale gelegenheid had ik het Poiki – een stalen keteltje, destijds meegebracht van Namibië als handbagage, 10,5 kg - op een speciaal kacheltje gezet. Dochter Tinneke en Werner werkten toen in Windhoek en als ze terugkwamen hadden zij dit kacheltje mee, ontworpen door een Duitse antropologe om met fijn hout te stoken als besparing bij het houtgebruik.
Boven mij brandde een lamp en de wespen uit een ernaast hangend nest, dat ik voordien nog niet had opgemerkt, gingen hevig tekeer.
Toen een eerste keer een stofzuiger genomen en na korte tijd waren alle wespen opgezogen.
Nog niet ontdekt vanwaar deze wespen komen. Ik las dat vele grote grondnesten veel te lijden hebben gehad van de voorbije zware regenval. Die grote grondnesten kunnen tot verscheidene duizenden insecten bevatten.
Zolang wespen broedzorg hebben zijn het nuttige dieren, daar de larven met andere insecten gevoederd worden.
Eens deze periode voorbij mogen ze, voor ze sterven, een luilekker leventje leiden, maar dat kunnen wij moeilijk appreciëren.
Het is jaren, geleden dat er nog zoveel wespen waren.
FOTO'S
|