Sleedoorn als Pruimenonderstam
Karel bezorgde mij een verslag uit Nieuwe Oogst, een Nederlands
Landbouwtijdschrift, over het langlopend onderzoek van het Praktijkonderzoek
Plant & Omgeving van Wageningen betreffende de sleedoorn als
pruimenonderstam.
Dit onderzoek is al 25
jaar terug gestart in Wilhelminadorp, het reeds lang gesloten proefcentrum voor
de Nederlandse fruittteelt in Zeeland. We bewaren goede herinneringen aan de
bezoeken daar. We hebben er ooit een Veltbusuitstap naartoe ingericht.
Doel is een betere
pruimenonderstam dan de St Julien A te vinden.
Men selecteerde zaailingen
van sleedoorn op basis van groeikracht, hoeveelheid doorns en wortelopslag.
Men ging uit van 113
sleedoorntypen en entte er Opal op.
(Opal is een van mijn topfavorieten onder de pruimen.)
De groeikracht van deze
bomen variëerde van sterk tot zeer zwak.
Deze proeven werden verder
gezet in Randwijk bij Wageningen, de nieuwe locatie voor de verdwenen vroegere
proeftuinen.
Sleedoorn laat zich goed
vermeerderen door zomerstek van de meest belovende sleedoorntypes. (Dit is een
interessante eigenschap voor de boomkwekerij!)
De voorbije jaren plantte
PPO-fruit 18 sleedoornselecties met als proefras Queen Victoria.
Uit de eerste resultaten
van de proeven lijken er goede onderstammen bij te zitten.
Onderzoeker Frans Maas:
De groeikracht variëert tussen die van de zwakke onderstamVVA-1 en de sterke
groei van St Julien A. De producties lijken goed en dat geldt ook voor het
vruchtgewicht.
Deze proeven zullen nu
verder gezet worden en ook andere rassen moeten uitgetest worden.
Tussen haakjes een hele
tijd terug dacht men de Engelse, zwakke onderstam Pixy te kunnen gebruiken, maar
het vruchtgewicht van de meeste rassen was ook danig verminderd.
De
onderzoeker verwacht dat uiteindelijk drie of vier sleedoornselecties
interessant zullen zijn voor de boomkwekerij en de bedrijven, en dus ook voor
de pruimenliefhebbers.
Nog enkele jaren geduld. Misschien
toch maar eens proberen met eigen sleedoornonderstammen. Je weet maar nooit.