MISPELS
Mispels
worden stilaan een onbekende. Thuis in Ichtegem hadden we drie mispelbomen in
de haag staan. De grootste boom had eerder kleine vruchten, maar met een goede
smaak. De mispels aan de andere, grote boom waren minder van kwaliteit. De
derde was een jong boompje waarvan ik mij niets speciaals herinner.
In 1974,
met de vreselijk natte herfst kon men niet op het land. Overal liepen de beerputten (aalputten in het
West-Vlaams) over in de grachten en verbrandden de hagen. Toen gingen ook de
mispelbomen eraan.
43 Jaar
geleden plantte ik hier mijn eerste mispelaar. Ik heb die ook verder geënt op
meidoorn. Dit is het vroegste ras dat ik heb.
Hiervan
begonnen de vruchten te vallen en ik heb beide bomen geplukt.
Sommige
vruchten worden al beurs. Dit wil zeggen dat de mispel zacht en bruin wordt: het moment
om deze te eten. Ik heb altijd van de zoete, appel-bananensmaak gehouden.
Meestal
hoor je zeggen dat de mispel rot wordt. Dit is pas na een tijd het geval,
wanneer de vrucht niet gegeten of verwerkt wordt.
Ik heb
meerdere rassen. De andere zijn nog niet rijp.
In mijn
eerste blogs schreef ik over de schimmelaantasting.
Er zit
alvast momenteel- als het niet erger wordt -, een goede kant aan. Sommige vruchtbeginsels verdorden en
zorgden voor vruchtdunning. Daardoor zijn de resterenden nog beter uitgegroeid.
|