Als antwoord in de MAILGROEP TUINIEREN heb ik net het volgende geschreven.
ALS JE
WEINIG PLAATS HEBT.
In een
kleine tuin zou ik eerst en vooral kleinfruit
aanplanten. De beste handleiding
die ik hiervoor ken is (toevallig ?) ook een uitgave van de Vereniging voor
Ecologische Leef en Teeltwijze vzw (VELT), namelijk Kleinfruit ISBN
90-800626-2-6.
Wat
grootfruit betreft is men aangewezen op een gezond ras (vooral +/- resistent
tegen schurft), geënt op een M9 onderstam of op een M 26. Vraag 2 appelen die
gelijktijdig bloeien en die niet beurtjaargevoelig zijn.
Op mijn blog /fruit gaf ik wat meer uitleg over
het onderscheid tussen laag half en hoogstam (Halfstam tegen hoogstam).
Kersen zou
ik laten wegvallen omdat de vogels met de vruchten tenminste wanneer die er
zijn- aan de haal gaan, tenzij je zeer goed afschermt. Enkel met een boompje op
Gisela 5 onderstam is dit te doen.
Vergeet
niet dat er zeer goede peren (mits een goede bemesting) zijn, geënt op kwee.
Gewoonlijk nemen deze bomen minder plaats in dan appels.
Ik heb
slechts ondervinding met een beperkt aantal rassen, waarover ik bericht heb.
Als pruim
zou ik Opal aanraden. Je hebt maar 1 boom nodig en die draagt elk jaar, eind
juli lekkere vruchten.
|