DE EEN ZIJN
DOOD, DE ANDER ZIJN BROOD
De NBS
werkzaamheden gaan verder.
Het was een
beetje met de dood in het hart dat we vandaag de allereerste aanplant, die ik
samen met schoonbroer Jan Lagrou zaliger deed, omzaagden. Kort na de aankoop in
1962 sleurde ik met Jan een behoorlijk zware berk uit de gracht en plantte die
naast de oprit voor de schuur Nu was het
een zware boom geworden, uiterlijk gezond, maar onderaan toch aangetast van
binnen.
Ook de oude
Reine Claude dOullins moest er aan geloven. Het was een grote boom op
myrobolaan (kerspruim), de onderstam die in het begin van de zestiger jaren nog
gebruikelijk was. De struikvorm, met een
stamlengte van 60 cm was wel een hoge boom geworden. Op een leeftijd van 45
jaar heeft een pruim de beste jaren achter zich.
Destijds
moest ik 12 jaar wachten op de eerste vruchten. Op deze boom waren ze wel echt
lekker, maar meestal liet de productiviteit te wensen over.
Ik vraag
mij af hoe dit ras zich gedraagt op onderstam St Julien A. Als iemand daar
ervaring mee heeft -en dat zal wel - dan zou ik sugereren te reageren.
Dit kan door onderaan de blog het haast
onzichtbare woordje reageer aan te
klikken.
Dank zij
Guy de Kinder ken ik dit nu.
Straks schrijf ik er een afzonderlijk blogje
over.
Deze bomen
moeten wijken omdat ik de plaats nodig heb om mijn geënte noten te verplanten.
Ze mogen niet meer terugkomen op het aardgastracé.
Morgen
wordt het een zwaar karwei om de twee Broadviews en de Buccanier te verplanten.
De een zijn dood is de ander zijn brood.
|