Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
31-03-2009
Joséphine de Malines
Bij Paul Bekaert kwam er iemand in de winkel te Borgerhout en ze hadden het over deze peer. Paul herinnerde zich een stukje dat hij schreef in het Tussenseizoentje van VELT Antwerpen-Voorkempen,, 25 jaar terug, ten tijde van onze werkgroep fruit.
Ik heb het ingescand en vind het interessant om het ook op de blog te zetten.
Joséphine
de Malines in het Belgisch Staatsblad en bij de Royal Horticultural Society
(of hoe eenvan onze oude perensoorten nog steeds belangrijk is, maar toch nog steeds bijna onbekend)
De lezing van het Belgisch
Staatsblad is niet altijd oervervelend. Elk
jaar verschijnt de lijst van de rassen van de fruitgewassen en
aardbeien, die aan de keuring van de
Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten kunnen
onderworpen worden. Het betreffend ministerieelbesluit van 28 juni 1983
werd afgedrukt in het B.S. van 13 december 1983.
Zo leren we dat de Golden Delicious slechts in '1952
werd ingeschreven, terwiji we weten uit andere literatuur dat deze First Lady
van de appels (deze bijnaam zegt
niets over de kwalltelt of de smaak) in 1890 als toevalszaailing werd gevonden en in 1914 in de handel kwam.
Minder verwondering wekt het te
weten dat
we bij de oudste aangenomen rassen (in 1943) terugvinden Cox's Orange Pippin,
James Grieve, Jonathan, Reinette de France, Schone van Boskoop, Transparente
Jaune (Oogstappel) en Winter Banana.
Het appelwereldje is nog erg in beweging en bij de
laatste aangenomen rassen van 1983 vinden we Clochard, Gorsen Cox's 3155, Prof. Lecrenier. Bij de rassen in
observatie : Bright'n Early, Charden, Elan, Firmgold, Mailing Greensleeves, Nico, Supergolden en Vista
Bella.
Als
verrassing hebben we de Ster Reinette die pas in 1982 bij de aangenomen
rassen werd opgenomen.
Wat in de perenlijst opvalt zijn vooral de aristokratische namen en het felt dat er niet veel
gebeurd is de laatste jaren. De helft van de soorten is reeds sinds 1943 ingeschreven. o.a. Beurré Hardy, Clapp's Favourite, Comtesse de Paris, Conference, Doyenne de Comice....
Sinds 1963 zijn er
slechts 4 bijgeschreven: Williams Bon Chrétien
M.207 (aangroeiend) (1967), Joséphine
de Malines (1978), Général Leclercq (1979) en Moonglow (1983).
Bij de rassen in observatie slechts 1 :
Highland.
Toch even onze Joséphine de
Malines apart behandelen.
In
Truitteelt' door F. Dufour (1949?) lezen we:
December tot Februari. Middelmatig of klein, zeer goed fruit. Slap
groeiend op kwee gegriffeld; matig op zaailing.
Leiboom in 't Oosten en 't Zuiden.
Struik
en zelfs hoogstam in goede gronden. Lange snoei der dunne vruchttwijgen, of ze
ongesnoeid laten, want het is op hun uiteinden dat de botten zich vormen.
Wel bestand tegen schurft;
zeer gevoelig voor Bordeauxse en Californische pappen.
Sinds 1936 werd Joséphine de Malines niet meer opgenomen in de Nederlandse
rassenlijst. Veel belangrijker is het feit
dat de Royal Horticultural Society deze peer uitkoos als de best
smakende van de december en januariperen en ze ook de beste vindt wat het cultiveren
betreft.
Samen
met het feit van de schurftongevoeligheid
durven we dan ook Joséphine
de Malines als uw Beste Koop voor dit jaar aanbevelen.