Physalis pubescens of pruinosa of grisea
Het speciale is dat deze planten zichzelf al 5 jaar massaal uitzaaien. Ze verschijnen pas begin juni, samen met het knopkruid.
Eigenlijk laten ze zich niet verplanten, maar je kan dit toch doen door het jonge plantje met een intacte kluit uit te steken. Ik zet ze op een rij met een 70 - 80 cm tussenruimte. Dan kan elke struik behoorlijk uitgroeien en bekom je mooiere bessen.
U hebt wellicht al geraden dat we het over de kaapse bes hebben.
( Ze kregen die naam omdat ze in de Kaap (Zuid Afrika) commercieel
gekweekt werden. De lang bewarende bessen werden massaal meegenomen op
de schepen als middel tegen scheurbuik.) Ik spreek liever van goudbes, die veel beter de karakteristieken weergeeft.
In het Frans cerise de terre, coqueret pruinosa. In het Engels dwarf cape goosberry, ground cherry, strawberry tomato. In het Duits Kapstachelbeere, Erdkirsche, Ananaskirsche.
De wetenschappelijke naam is Physalis pubescens of Physalis pruinosa of beter nog Physalis grisea en behoort tot de familie der Salonaceae, de nachtschadeachtigen, waarbij bv. ook de tomaten behoren.
De plant komt uit Noord Amerika (Verenigde staten, Canada, Mexico).
Er werd selectiewerk mee verricht. Ik heb slechts de naam van één benoemd ras gevonden: Goldie.
Mijn
planten komen uit het eerste aanbod van biologisch zaad door Velt
1999-2000 van Terre de Semances als Physalis pubescens. De volgende
jaren werd het Physalis pruinosa van de firma Biau Germe.
Hoe dit ras zich gedraagt weet ik niet, maar gezien het een synonieme
benaming is, verwacht ik een gelijkaardige groei. Er kunnen
variëteitverschillen zijn.
De
groei is het best op goed van compost voorziene grond. Op een schrale
plek blijven plant en vruchten te klein. Maar veel mest hebben de
planten beslist niet nodig.
In
mijn zandgrond zaaien ze zich massaal uit, ondanks het feit dat ik mijn
tuin licht laat ploegen. Lukt dit ook op zware grond? De zaden blijven
erg lang kiemkrachtig. Op een pakje van Biau Germe lees ik: oogstjaar
1999, te zaaien voor 2007.
De
vruchten worden bij voorkeur verzameld op een warme, droge namiddag.
Best is dit op geregelde tijdstippen te doen, want het omhullend
weefsel begint na een tijdje te vergaan, te composteren als die lang op
de grond blijven liggen.
De
geraapte bessen worden vlak uitgespreid om verder te drogen. Bij
voorkeur gebruik ik hiervoor grote kartonnen dozen van groenten - en
fruitkramen. Je kan ze in de zon zetten en gemakkelijk weer binnen
nemen. Je dient wel geregeld te controleren op rottende vruchtjes. Je
merkt dit wel aan de zwermende fruitvliegjes. Afhankelijk van de
weersomstandigheden zitten er gebarsten of beschadigde vruchten bij en
je ziet en voelt dit niet steeds bij het rapen.
Eens
goed droog blijven de vruchten in hun omhulsel maanden goed. Tijdens
Kerst en Nieuwjaar heb je nog volop bessen. Tegen die tijd beginnen ze
in te drogen, zijn zoet, maar het sappige is er wat uit.
Naar het midden van oktober rijpen de bessen buiten haast niet meer en blijven groen.
Als je de afgevallen bessen toch verzamelt en binnen droogt, rijpen ze wat na, net als tomaten.
De
afgevallen, rijpe, gele bessen ter grootte van een kleine kers ( 3 gr)
hebben een zuurzoete smaak en doen aan ananas, appel, en stekelbes
denken. Ze zijn heerlijk om zo te snoepen, maar lenen zich ook voor
decoratie van spijzen en desserten. De omgekeerde omhulling met de
vrucht er nog aan vast, werkt zeer decoratief.
De
vrucht kan verder dienen als taartbeleg en leent zich ook voor het
bereiden van heerlijke confituur. Gebruik hiervoor vers geraapte
bessen: het schoonmaken gaat veel vlugger. Verder gebruik: in
vruchtensalades en compote. We maakten er ook confiserie mee voor de
Kerstmarkt ten voordele van het Zoego project. ( Steun van Zoersel aan
Going, dorp van onze schoonzoon in het droge noorden van Kameroen)
De
besjes op een stokje werden in warme chocolade gedoopt en na verharden
op een pompoen geprikt. Aanlokkelijk. Ze bleven nog een week houdbaar.
De
planten groeien ongeveer 50-70 cm hoog en beginnen dan open te vallen.
Wat ondersteuning voorkomt dat ze te veel op de grond liggen en
bevordert het afrijpen. Je zal veel plantjes moeten weghakken. Laat om
de 80 cm maar één plant staan. Je behoudt ook slechts de eerst
verschijnende planten. Latere hak je weg. Als het kan zorg dat de
planten in volle zon staan. Wat schaduw kan wel, maar vertraagt het
rijpingsproces. Zaaien doe je begin mei. Onder voldoende warme
omstandigheden bedraagt de kiemduur 8 à 15 dagen. De zaadjes zijn vrij
klein. Ik heb geen ervaring met warm voorzaaien. Je zou het kunnen
proberen in een potje met een paar of enkele zaden. Je behoudt een
plantje dat je na half mei, als het vorstgevaar geweken is, buiten
uitplant, er zorg voor dragend dat de kluit intact blijft.
Aldus verleng je het groeiseizoen en in een minder goede zomer kan dat wel nuttig zijn.
Maar in een warme zomer als 2003 doet de goudbes het ook bij ons uitstekend.
Je
kan de plant ook in bloempotten op je terras kweken. Op het Zoego
tuinfeest boden we enkele planten aan in bloempotten met compost. De
groei is voldoende om nog behoorlijke besjes te bekomen.
Men zou de goudbes ook warm kunnen voorzaaien en men kan dan nog vroeger oogsten!
Het familielid, de ananaskers Physalis peruviana, zoals de naam zelf zegt afkomstig uit het meer tropische Zuid-Amerika, dien je wel voor te zaaien, zoals je met tomaten doet.