Renora
Van de 17 in Pomologia vermelde,
resistente rassen, bekoort mij dit ras het meest.
Al af te leiden uit de Re (van resistent) is dit ras eveneens
afkomstig van het Institut fΓΌr Obstforchung van Dresden-Pillnitz.
Sinds 1996 in de handel.
Herkomst: kruising tussen Clivia en een
schurftresistente Malus floribunda (sierappel).
Groei: zwak
tot middelsterk, opgaande groeiwijze. Naast de nog niet doorbroken resistentie
tegen schurft, ook weinig meeldauwgevoelig en weinig gevoelig voor bacterievuur.
Bloei:
middenvroeg tot middenlaat, goede pollen, bestuiving door de meeste Rerassen en
nog een hele boel andere. Bloemen weinig vorstgevoelig. De dracht zet vroeg in
en is regelmatig.
Vruchtkwaliteit: middelgrote
appelen, matrood op witgeelgroene ondergrond.
Goede
tafelappel, De smaak is zoetzuur met een mild aroma, sappig, vast, knapperig
vruchtvlees. Suikergehalte: 12,2- 16,4% Brix. Appelzuren: 7,4-9,9 g/l.
Pluktijdstip:
eerste helft oktober. Eetrijp van december tot april/mei
(Dit is
een eigenschap die mij zeer sterk bekoort!)
|