Een van mijn favorieten is suikermaïs. Ik heb de indruk dat dit gewas bij ons nog niet zo populair is. In de VS is dit een zeer populair gewas. Mijn vader Jules, geboren in hetzelfde jaar als Hitler, 1889, en allebei korporaal, wel in een verschillend leger, had altijd gedroomd om uit te wijken naar VS. Zijn jongere broer Kamiel had het wel gedaan in 1913. Hun vader Felix, mijn grootvader dus, de dorpssmid, was al overleden aan een pleuritis (longontsteking) toen mijn vader, als oudste van 4, pas negen jaar was. Het zou kunnen dat mijn eerste herinneringen terug gaan naar mijn grootmoeder , Rosalie Vermeersch. Ik zie mij nog gaan aan haar hand aan de kant van de weg, aan de rechterkant van ons hekken (toegangspoort). In mijn geheugen zit er ook nog een flard van haar overlijden. Ik was toen 2,5 jaar.
Als oudste kon mij vader niet weg. Zorg voor moeder en zusters.
Daar kwam nog bij dat hij tot de laatste lichting behoorde die moest loten om al of niet soldaat te worden en hij trok een hoog nummer. Hij vertelde dagenlang over zijn belevenissen tijdens de eerste wereldoorlog. Maar toen hij , na krijgsgevangenschap bij de doorbraak in 1918, als laatste in februari 1919, na honger te hebben geleden in Göttingen in Duitsland, terug thuis kwam, mocht hij van zijn moeder geen kwaad vertellen over de Duitsers. Zwijgt, het zijn ook iemands kinders.
Thuis nog geen 14 km van Diksmuide-, lagen 4 jaar lang, getrouwde Duitse boeren ingekwartierd, die met paard en wagen de invoerders waren naar het front.
Zij deden het boerenwerk voor mijn grootmoeder: ploegen en zaaien en oogsten.
Mijn vader kreeg zelfs twee brieven van zijn moeder. De Duitser stuuurde de brief van mijn grootmoeder naar zijn vrouw in Duitsland, die de brief naar de broer van mijn vader, Kamiel Willaeys, groetenkweker in Detroit zond De West-Vlamingen trokken massaal naar die contreien. Ze hadden er hun eigen krant: Gazette van Detroit. Ik weet niet of die nu nog bestaat, maar in 1979 was dit nog wel het geval.- die de brief terug stuurde naar Diksmuide! In 1917 werden de VS bij de oorlog betrokken en kon dit niet meer.
Net voor mijn vader 90 werd, heb ik het gearrangeerd dat wij: mijn moeder en vader, mijn broer Raphael, Aleide en ik naar mijn tante in Detroit gingen. Mijn nonkel was al een tijd overleden. Mijn nicht Evelyne en haar man Achille waren toen nog groentenkwekers. Hun bedrijf , 8 Ha lag naast de drukke 20 mile road, 6 baans vak, dus op 32 km van het centrum. De stad begon zich toen tot daar uit te strekken. Even verder lag de Mall, een viertal zeer grote warenhuizen en aanpalende winkels met een gigantisch parkeerterrein. En jawel, mijn oom had al gezien dat er 1 bus reed waarmee je naar het centrum kon. We hebben er gebruik van gemaakt.
Toen mijn nonkel er aankwam werd de kerk van de Vlamingen gebouwd op de 9 de mile road. Een Vlaamse scheutist was er in 79 pastoor. Die plaats lag dan al in volle stad, ingepalmd door de zwarten en daar kwam mijn familie niet meer. Trouwens dat was een heel eind weg. Ze hadden het niet voor zwarten en waren zeer republikeins gezind. Hun specialiteit was busselajuin van Hollands zaad. Ze hadden voortdurend een zestal studentinnen in dienst om de ajuinen te plukken. De ajuinen werden daarna gewassen en gebusseld en in kisten verpakt. Andjoens pelen in het Belgisch, waarmee zij het West-Vlaams bedoelden. Mijn nicht sprak nog vlot Belgisch, alhoewel haar moeder al in de VS geboren was. Mijn tante las de Gazette van Detroit. Mijn aangetrouwde kozijn , geboren in Pas de Calais, uit gevluchte West-Vlamingen was daar al niet meer toe in staat.
Twee maal per week bracht mijn nicht de groenten, met de vrachtwagen in het holst van de nacht naar de groothandelsvroegmarkt in Detroit, die om 4 u s ochtends begon. Ik ben een drietal keren meegereden. Een zwarte boy bracht de verkochte waren naar de wagen van de koper. De groenten waren verpakt in houten kisten, die voortdurend werden gerecycleerd. Trouwens bier werd toen daar al gedronken uit blikjes met statiegeld.
Wel, een van hun wensen was ons te laten genieten van de nieuwe suikermaïs.
Ik herinner mij nog dat , toen Mieke, 8 september 1965, hier thuis geboren werd, de suikermaïs Golden Bantam volop rijp was. Aleide kon ervan genieten. Er was overvloedig melk voor de jongste spruit.
Dit jaar heb ik alleen rassen uit de Organic Catalogue van de Henry Doubleday Research Association ( de Engelse Velt) en Chase Organics (Bio wordt in het Engels vertaald als organic) gezaaid.
Welke rassen?
Sweet Nugget F1 , een superzoet ras, rijp begin september. Groeit goed in een koeler klimaat.
Kelvedon Glory F1 is wellicht het vroegste ras. Ik ben er al jaren tevreden over.
Golden Jubelee, biologisch zaad, is een iets later ras met 22 cm lange kolven.
Northern Extra Sweet F1 is zoals de naam zegt een superzoet ras. Men raad aan om superzoete rassen minstens op 8 m van andere rassen te zaaien, omdat bij kruisbestuiving het superzoete verloren gaat. (Ik ben dit dit jaar vergeten. Dat gebeurt als je ouder wordt!)
En Swift F1, een recent tender sweet type, is vroeg rijpend.
Ik kijk al uit naar eind augustus, begin september om de heerlijke, zoete, gestoomde korrels te genieten, ingesmeerd met wat boter en een tikkeltje gezout, en deze door te spoelen met een sprankelende, frisse ( schuim)wijn.
Op een andere plaats zaaide ik strawberry popcorn, biozaad van het Franse biobedrijf St. Marthe. Men raadt aan de rode kolfjes de nodige tijd op een koele plaats te laten drogen. Dan 2 dagen in de vriezer te leggen en dan verder te bewaren in een luchtdichte container. Microwave whole crop until popping stops. (Leg ze in de microgolf tot ze geploft zijn). Daar we geen microgolfoven hebben hoop ik dat het klassieke popcorn maken ook nog zal lukken.
Popcorn , nog zo'n populair gerecht in Amerika.
Leen, onze oudste dochter was AFS studente op een farm in de cowboystad Abilene in Kansas. Toen we haar pleegouders hier op bezoek hadden, was het hun uitdrukkelijke wens om op zondagavond popcorn te bereiden. Dat was hun traditie.
|