Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
15-04-2005
VINKEN en .....
Vinken en ...
In mijn Kalmthoutse pruim (*) zit het kunstvol gedrapeerde nestje van de vink.
Al een tijdje zit ze te broeden. Binnenkort zijn er jongen en dan is het de gevaarlijkste periode, want Vlaamse gaaien en eksters zijn gehaaide rovers. Deze tijd hebben zij ook hongerige magen te vullen. Gelukkig wonen zij niet in de onmiddellijke omgeving, voor zover ik kon zien.
Mijn kozijns destijds, in West-Vlaanderen waren verwoede vinkenzetters en sluwe vogelvangers. Voor onze deur waren er vinkenzettingen. Heel bekoedzaam en zwijgzaam mocht men toekijken en luisteren. De kooien stonden allemaal op een rij en op een bepaalde afstand van elkaar (1,5 m?). Voor de kooien zaten de vinkeniers op een krukje, elk met een zwarte, vierkantige notitiestok en een krijtje. Men zat voor het kooitje van iemand anders te noteren. Telkens de vink suskewiet zong kwam er een turfstreepje. Een vink die wel een mooi refreintje zong, maar niet besloot met suskewiet, bracht geen streepjes op. Waalse kwamen dus niet aan de bak.
Ik heb in Schaarbeek Aleide leren kennen. We zijn er getrouwd en hebben er nog een tijdje gewoond. Dikwijls trokken we naar het Zonieënwoud. Voor de vinken was dat wellicht de taalgrens? Ik hoorde er Vlaamse suskewiets en en Waalse vinken, waarvan de zang niet eindigde op suskewiet. Ik heb ooit nog een plaatje gekocht van een kampioenvink met een duizendtal liedjes. Allemaal enkel een soort vlug uitgebraakte suskewiets. Niks mooi meer aan! Als dat het summum is!
Pas na het afschaffen van de vogelvangst hadden we hier in Zoersel elk jaar een vinkenpaar, zelfs soms 2 paar. Welk territorium ze juist hadden weet ik niet. Bij de buren op 300m zat er nog een ander koppel.
Ook in deze streek waren er vroeger straffe vogelvangers, vandaar het gebrek aan vinken toen.
Een van hen vertelde mij dat hij 54 goudvinken gevangen had, een vogel die ik bij mij hier nog nooit opgemerkt heb. Wel komen distelvinken in de winter af en toe fourageren op de zaden van de klis of klit , zoals de nieuwe naam zou luiden.
In 1966 was ik medeoprichter van de afdeling De Voorkempen van De Wielewaal, nu met De Belgische Vogelreservaten versmolten tot Natuurpunt.
Ik herinner mij een avond waarop vogelvangers kwamen storen. Ik heb hen toen gezegd : Dat ik hen volkomen begreep. Als men mij destijds niet naar t college had gestuurd, om pastoor te worden, dan was ik waarschijnlijk ook vogelvanger geworden. Dat het de Noordse landen waren, die aandrongen op afschaffing van de vogelvangst, was toch heel normaal: Ze hadden al twee generaties voor ons algemene leerplicht. Het is alleen en kwestie van beschaving.
Zouden er in West-Vlaanderen nu nog achterlijke gebieden zijn? Of zijn het sommige achterlijke politiekers?
(*) Pruim gekregen van Marcel Cools , uit een haag in Kalmthout. Een eerder kleine, langwerpig pruimke, maar bijzonder zoet en lekker. Helaas slechts matig vruchtbaar. Om het ras te vermenigvuldigen heb je enkel een uitloper uit te planten. Van enten is hier geen sprake. Maar men zou het kunnen en wie weet misschien is er een onderstam waarop dit ras beter zou floreren?
Saint Julien
Ik heb al verteld over ons Antwerps fruitgroepje. Leo was de man die gewoonlijk voor de onderstammen zorgde. Voor pruimen werkten we gewoonlijk met Saint Julien. Deze onderstam geeft een gemiddelde boom. Men kan er praktisch alles op enten. ( In technische termen : er is een goede verenigbaarheid van onderstam en ent. Een slechte verenigbaarheid geeft een beperkte tot matige vergroeiing, met later afbreken van de stam op de entplaats.)
We verdeelden ook enten. Zo had iemand enten bij van een reine claude.
Ik heb die geënt op een Saint Julien. Maar ik had ook een Saint Julien laten uitgroeien. En wat bleek: tweemaal dezelfde vruchten, die inderdaad veel weg hebben van echte reine clauden: eveneens groen-geel, maar beduidend kleiner, en ook minder van smaak.
Ik heb nog fel gediskussieerd met beroepspruimenkwekers, die mordicus beweerden dat een Saint Julien blauwe vruchten had. Ze maakten heel waarschijnlijk de verwarring met een andere onderstam: de Brompton, die net als de appelstam M VII, al een hele tijd verlaten werd omdat deze bomen te groot werden.