Noten Coenen
Een vijftien jaar terug
plantte ik 3 geënte noten: Broadvieuw,
Buccanier en Coenen. Vorig jaar heeft dit laatste ras geweldig gedragen. Dit
jaar merk ik dat deze noot het verst ontwikkeld is. Tot mijn verbazing zie ik opnieuw
zeer veel kleine vruchtjes. Ik weet niet of de bestuiving gebeurt door een ongeënte noot die er naast staat of dat het een zelfbestuiver is. Tot voor vorig jaar was Coenen maar een matige drager. Met het ouder worden lijkt de dracht sterk te verbeteren.
Broadvieuw vertoont enkel nog
katjes, evenals Buccanier. Vrouwelijke bloemen zijn op beide bomen nog niet te
bespeuren.
Vorig jaar worstelden deze notelaars
met hun, omwille van het aardgastrachee, noodgedwongen verplanting. De bladeren
geraakten niet volgroeid en de enkele vruchten bleven klein. Dit jaar staan ze
er alvast beter voor. Is hun ontwikkeling nog steeds iets vertraagd? Of zijn
het duidelijk latere rassen dan Coenen?
We beleven dit jaar een vroege
zomer.
Ik herinner mij dat vorst begin
mei de ontluikende toppen van de noten vernietigde, met als gevolg geen noten
dat jaar. Vorig jaar was er overal een topdracht.
Van de volksspreuk:
Veel noten geeft een harde winter, was althans de voorbije winter niets te
merken.
|