Links Schone van Boskoop, net als vorig jaar vol vruchten. (Eveneens een triploïd ras, maar toch nooit bestuivingsproblemen.) Rechts de plots vruchtbaar geworden Karmijn.
Deze boom nr 3 op MM106 onderstam, heeft in het verleden
soms wel een paar mooie vruchten opgebracht, maar meer ook niet. Vorig jaar kon
ik al een viertal vruchten oogsten. Dit jaar kon ik mijn
ogen haast niet geloven, zoveel vruchten,
zodat ik zelfs wat kon dunnen!
Aan een nieuwe bestuiver kan het niet liggen, want daarin
is niets gewijzigd. Karmijn de Sonnaville is een triploïd ras en kan zichzelf
niet bestuiven.
Wellicht is de oorzaak te zoeken in het feit
dat de voeding uit de wortels nu volledig aan de schuine tak ten goede komt.
Daarbij komt nog dat deze boom sinds een drietal jaar veel meer compost
toebedeeld krijgt en de voedingstoestand van de boom nu merkelijk beter is dan
in het verleden. Ik verkeerde lange tijd in de mening dat dit ras het
absoluut niet deed op zandgrond.
Van Eddy Vets uit Putte heb ik geleerd dat je
met een goede bemesting ook op zandgrond zeer goede resultaten kunt boeken. Het
bovenstaande lijkt deze stelling weer eens te bevestigen.
Ook bij de appelen zijn er veeleisende rassen;
andere hebben maar een minimale
verzorging nodig.
Piet de Sonnaville stierf in 1995. Ik heb het geluk gehad
hem kort voordien te kunnen bezoeken. Overal aan de bomen in zijn boomgaard te
Winssen hingen in zakjes afgeschermde vruchten, het resultaat van zijn laatste,
manuele bestuivingen. Hij liet ons zijn eigen selectie Mirabellen proeven. Het
meest trots was hij op zijn recente peren met rood vlees.
Zijn zoon Ben in Altforst, niet zo ver van Wageningen, is
ook fruitkweker en zet zijn kruisingswerk verder op zoek naar nieuwe rassen. Ik
heb nog nooit iets over mogelijke resultaten gehoord. Moest iemand van de
lezers hier meer over weten, dan zou ik dit zeer graag vernemen.
|