Classic van Burt Bacharach en Hal David. Broer en zus Carpenter hadden in 1969 al een cover uitgebracht van 'Ticket To Ride' van The Beatles, zonder al te veel succes in de VS. Deze single was wel een schot in de roos in augustus 1970. Net zoals Dave Clark kon Karen Carpenter drummen èn zingen. Het duo hield op te bestaan toen Karen in 1983 stierf en broer Richard verweesd achterbleef.
Ook uit augustus 1970 is deze mooie ballade gezongen door David Gates, de frontzanger van 'Bread'. Het genre kreeg meteen het label 'softrock' opgespeld. De band kwam uit Los Angeles en vanaf 1971 werd Larry Knechtel ingelijfd om bas, gitaar, keyboards en mondharmonica te spelen. Hij was een beroemd sessiemuzikant die in de sixties nog had samengewerkt met o.a. Simon & Garfunkel, Duane Eddy, Mamas & Papas, The Monkees, The Doors en Elvis.
In oktober 1970 waren de broertjes Jackson uit Gary, Indiana aan de beurt om deze mooie slow naar de top van alle hitparades te zingen met de 12-jarige Michael Jackson in een glansrol als hoofdzanger.
In 1959 nam Ray Peterson deze song op met succes en in 1964 kwam zijn single opnieuw de Amerikaanse charts binnen. De versie van Elvis werd live opgenomen in Las Vegas en nooit in een studio. Leuke anekdote: toen Presley de toestemming vroeg aan Peterson om die song op te nemen antwoordde deze: "You don't have to ask permission; you're Elvis Presley." En Elvis antwoordde: "Yes, I do. You're Ray Peterson!"... Deze draag ik op aan mijn 87-jarige moeder, een fervente fan van The King.
Kijk, dit vind ik nu eens een prachtige slow met een intelligente tekst bovendien. Volgens mij verwees deze in Kenya geboren singer/songwriter naar het zinloze van de oorlog in het algemeen en gezien de periode waarin deze single binnenkwam in de hitlijsten (juni 1970) naar de gruwel van de oorlog in Vietnam in het bijzonder.
Elvis zag er toen al slecht uit. Zeven jaar later viel het doek definitief over The King.