Deze Britse hardrockers wisten de composities van Neil Diamond ook te smaken want zij wisten een hit te scoren met hun versie van 'Kentucky Woman' in 1968. Maar dit is hun hitsingle uit 1971 die over een zekere Nancy gaat. In de bridge tapt Ian Gillan met zijn 'ooh's' uit hetzelfde vaatje als in 'Child In Time', maar geen nood want deze single kwam ook hoog in de hitparades terecht.
In 1971 liep deze Britse band op zijn laatste benen en deze uitstekende single wordt helaas veel te weinig op de radio gedraaid. Het jaar nadien bleven enkel nog Roy Wood, Bev Bevan en Jeff Lynne over en deze laatste vormde de groep om tot het Electric Light Orchestra, maar daar kom ik volgende week op terug.
Al Kooper had deze Amerikaanse jazz/rockband in 1971 al lang verlaten en het was de Canadees David Clayton-Thomas die de teugels had overgenomen. Hij schreef deze song die ook op de elpee 'Blood, Sweat & Tears 4' stond en niet zo'n grote bijval kende in Europa.
De Canadees R. Dean Taylor zat op het 'Rare Earth'-label, een onderverdeling van Tamla Motown, en scoorde met deze bizarre song uit 1970 een hit in het Verenigd Koninkrijk. Het verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van een moordenaar die op de vlucht is voor de politie. Op het einde van de song hoor je trouwens de sirenes en de agenten die hem met de megafoon aanmanen zich over te geven.
Op deze foto kun je goed zien dat er toen al onenigheid was tussen Roy Wood (rechts) en Jeff Lynne (midden). Enige tijd later werd de groep omgevormd tot het Electric Light Orchestra en nam Lynne de teugels in handen. Wood verliet dan de groep om Wizzard uit de grond te stampen.