LP november e.a. uit 1976
In november 1976 had George Harrison plots krullen en bracht hij zijn LP getiteld 'Thirty-three & 1/3' uit, wat een cryptische verwijzing was naar zijn leeftijd op dat ogenblik. En dat klopte want hij was 8 jaar ouder dan ik. In 'This Song' heeft hij het nog eens over het vermeend plagiaat van 'My Sweet Lord' op 'He's So Fine'. Hij heeft altijd volgehouden dat hij hoogstens geïnspireerd was door de gospelsong 'Oh, Happy Day' van The Edwin Hawkins Singers uit 1969.
De LP 'Cry Tough' van Nils Lofgren verscheen in 1976 maar de exacte maand heb ik niet meer kunnen achterhalen, net als de drie volgende platen trouwens. Op de studioversie van de song 'Cry Tough' speelde de onovertroffen Al Kooper op de toetsen. Onderstaande liveversie komt uit het fantastisch programma 'The Old Grey Whistle Test'. Lofgren toont hier hoe men slidegitaar speelt. Groovy, man!
In 1976 was ik nog altijd in de ban van jazzrock en de fantastische muziek van The Crusaders die in het begin van dat decennium nog The Jazz Crusaders heetten. Ik had de groep leren kennen dankzij DJ Willy in de Reinaertclub en ik ben hem daarvoor nog altijd dankbaar. De elpee 'Those Southern Knights' kwam ook ergens in 1976 uit en de hoes zou nu niet meer kunnen want de foto was een verwijzing naar de Kruistochten en vóór je het weet zou een of andere werkgroep zich daarover buigen...
Ook deze elpee van Toots & The Maytals komt uit 1976 (exacte datum mij onbekend) en hij werd 'Reggae Got Soul' genoemd. Toots Hibbert was de leider van de vrolijke bende en producer was Chris Blackwell, de grote baas bij Island Records. Hier is de gelijknamige titelsong.
Bij het horen van deze eerste noten dacht ik meteen aan Creedence Clearwater Revival. En gelijk had ik want Don Harrison was erin geslaagd de ritmesectie van CCR te strikken: Stu Cook op bas en Doug Clifford op drums maakten inderdaad deel uit van de Don Harrison Band die een gelijknamig album uitbracht ergens in 1976. Deze leuke versie van het alombekende 'Sixteen Tons' werd ook op single uitgebracht.
Stu Cook en Doug Clifford zorgden voor het ritme.
|