Hits op 7 april 1984

Bijzonder slechts nieuws bereikte ons op 1 april 1984 vanuit de Verenigde Staten want de Amerikaanse soulzanger Marvin Gaye werd toen op de dag vóór zijn 45ste verjaardag doodgeschoten door zijn eigen vader, een dominee nota bene, na een heftige ruzie. En dit was geen aprilgrap!

Ook op 1 april 1984 zonden de Faeröer-eilanden (een autonoom gebied binnen het Koninkrijk Denemarken) voor het eerst uit waarmee dit het laatste gebied in Europa was met een eigen publieke TV-omroep.

Uit de soundtrack van 'Footloose' werden verscheidene songs op single uitgebracht. Op 7 april 1984 kwam de groep Shalamar binnen in de BRT Top 30 met 'Dancing In The Sheets', niet te verwarren met 'Dancing In The Streets'!

De populariteit van de Britse band Culture Club met als frontzanger Boy George was aan het tanen want na twee singles die bij ons op nummer één waren beland en twee singles die in onze Top-10 belandden was de single 'It's A Miracle' toch aanzienlijk minder succesrijk. Nieuw in de BRT Top 30 van zaterdag 7 april 1984 en het plaatje zou uiteindelijk blijven steken op een 14de plaats.

Ook Nederland kende zijn funk/discoband en de Amsterdamse groep Spargo kwam dan ook regelmatig over de grens een bezoekje brengen aan onze hitlijsten. Op zaterdag 7 april 1984 schoot de single 'Lady' binnen in onze wekelijkse hitparade.

Maar onze noorderburen kregen op 7 april 1984 al snel concurrentie in de BRT Top 30 van het duo Daryl Hall & John Oates (al vrij vlug afgekort tot Hall & Oates) uit de Verenigde Staten. De single 'Adult Education' klonk bij momenten oosters en over de grote plas hadden ze een omschrijving gevonden voor dit muziekgenre: "Blue eyed soul".

De grootste hit in wording, en dat voelde je meteen aan je dikke teen, zou de single 'Hello' van Lionel Richie worden! Zijn groep -de Commodores- had hij al een tijdje verlaten voor een succesrijke solocarrière. En dat vertaalde zich in een monsterverkoop van deze mooie ballade met als resultaat de hoogste nieuwkomer in de BRT Top 30 van zaterdag 7 april 1984.

Meteen kondigde de deejay van dienst, Johan De Maeyer, een nieuwe nummer 1 aan: Pat Benatar had maar liefst 7 weken nodig gehad om daar met het melancholische 'Love Is A Battlefield' te geraken.

Uit die soundtrack zouden enkele singles de weg naar de BRT Top 30 vinden.



De gimmick van Boy George en zijn Culture Club was bijna uitgewerkt.

Het getal 13 bracht deze platenmaatschappij geen onheil want in feite waren het 16 hits (13 + drie extra)!