TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
20-11-2006
ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
Art . Nr . 82 .
Het Landschap
Het is onloochenbaar dat op dit terrein de waterverf heer en meester is . De snelheid van de uitvoering en het vermogen , van een bekwaam kunstenaar , om in één enkele zitting het karakteren en de effecten van een compleet onderwerp weer te geven , maken deze techniek tot een bijzondere waarde voor de landschapschilder . Meer dan ooit echter dient hier een overvloedig gebruik van water de voortdurende aandacht van de schilder in beslag te nemen . In de open lucht voltrekt de indroging zich sneller door wind en warmte , en een " nat " werken is in dat geval dus wel geboden . Aangekomen op de plaats van zijn keuze , is de eerst te nemen maatregel om zich een denkbeeld te vormen over de tijdsduur van de waargenomen effecten . Zullen zij lang genoeg duren om de uitvoering van een enigszins doorgevoerde aquarel mogelijk te maken ? Of zal men zich tevreden moeten stellen met een eenvoudige , snel uitgevoerde schets ? In het algemeen gesproken zou men kunnen zeggen , zonder dat hierbij vaste wetten gelden , dat de avondeffecten kort duren , die van de ochtend iets langer en die van het volle daglicht het langst . Om de beste kansen tot slagen te hebben , zal de beginner er dus goed aan doen zijn werk in de buitenlucht aan te vangen , als de zon al even boven de horizon te zien is . In ieder geval zal men , alvorens zich aan het werk te zetten , moeten proberen na te gaan hoe de verdere loop van de zon zal zijn , teneinde niet het risico te lopen hem op een gegeven ogenblik vlak voor zich te zien of hem precies in de rug te krijgen , waardoor de gewenste effecten geheel verloren zouden gaan . Het effect nu ,, de visuele indruk , is de ziel van een schilderij . Een kunstwerk kan geen werkelijke waarde hebben dan door een goed begrepen , goed voelbaar en goed uitgedrukt effect . Het is onverschillig of dit een effect is van vorm , van kleur , van licht of van schaduw , als het maar pakkend genoeg is om indruk te maken . Door deze vonk zal een werk tot leven gewekt worden en laten zien dat het van een kunstenaar afkomstig is ; ontbreekt hij , dan zal het werk , ondanks een zorgvuldige uitvoering , van onwaarde zijn uit kunstzinnig oogpunt , zo heeft FAGES gezegd .
Men dient in een aquarel geen al te donkere effecten na te streven . Men zou dan immers de tinten met zeer veel verf moeten aanmaken en daardoor spoedig in ondoorschijnendheid vervallen . Maar in ieder geval is het nodig - hetgeen volgt uit wat we zo juist gezegd hebben - om zich er op toe te leggen het vereiste effect zo goed mogelijk te realiseren . Wanneer een bepaald plekje je op het eerste oog goed bevalt , dan heeft je er de verschillende onderdeeltjes nog niet van gezien . Het zijn ook niet die onderdeeltjes die bij u een aangename sensatie verwekken , maar het algemene beeld en dat is dan ook hetgeen je dient uit te beelden en niet allerlei kleinigheden . Het is onvermijdelijk dat je bij uw eerste pogingen niet dit resultaat zult bereiken zonder het aanbrengen van verbeteringen en overschilderingen , die de frisheid van uw werk afbreuk gaan doen . Daarover behoeft je niet te treuren , mits je maar geslaagd bent met een totale indruk . Van lieverlede zult je er in kunnen slagen om een zekere doorzichtigheid te behouden , wanneer je geleerd zult hebben om meteen de gewenste intensiteit van de tinten goed te beoordelen . Nog een laatste raad inzake uw opstelling buiten . Overtuigt je er zich van dat je niet op een gegeven moment last krijgt van de weerkaatsing van een sterk verlicht oppervlak . Uw ogen zouden daaronder te lijden hebben en uw werk evenzeer . Laten we enkele onderwerpen van het landschap eens nader bekijken .
De hemel . - De hemel is niet een neerhangend gordijn . Hij moet meer en meer naar achteren gaan , naarmate hij dichter bij de horizon is . Het is niet alleen maar door het afzwakken van , bijvoorbeeld , een blauwe tint , dat men een lucht naar achteren kan laten verschuiven , men maakt hem eenvoudig steeds lichter . Daarbij zal dan ook een beetje grijs te pas komen , dus de complementaire van de gebruikte toon .
Deze verandering van toon , kan , wanneer hij niet in het oog springt , niettemin ( en dat niet alleen bij luchten ) in de natuur duidelijk genoeg worden waargenomen als men het middelste van een motief met een dicht bij het oog geplaatste wijsvinger bedekt ; in horizontale stand voor luchten en vlakten en in vertikale stand voor bomenrijen en bergen . Wanneer men dan de delen aan weerzijden van de vinger goed met elkaar vergelijkt , zal men de toonverschillen waarnemen .
Voor bewolkte luchten brengt je in praktijk hetgeen we gezegd hebben over het werken op vochtig papier of door nat in nat te werken , bij het bereiken van de verschillende graden van kleurversmelting .
Vergezichten . - Ook deze zullen meer of minder nat geschilderd worden , naarmate hun grotere of minder grote vastheid ; grijzen zullen er onveranderlijk bij te pas komen . Als zij lichter zijn dan de lucht , moet de kleur van deze laatste zich duidelijk aftekenen ; als zij donkerder zijn , moet hun kleur enigszins in de lucht vervagen . Als lucht en bodem aan de horizon in elkaar overgaan , moeten de vergezichten onmiddelijk na de lucht in grijze tonen worden weergegeven .
Bomen . - Het moet voldoende zijn om hun omtrekken en de grote kleurpartijen goed in het verband van hun richting en toon weer te geven ; daarbij moet de toets aangepast zijn aan de aard van het gebladerte om het wezen ervan uit te drukken .
Schaduwen . - Daarin zij men zeer spaarzaam met détails .
Gebouwen . - Beginners hebben de neiging om de daken en gevels te " nieuw " te maken , waar deze toch gewoonlijk door de tand des tijds zijn aangetast . Bekijk hen goed en maak hen , zo nodig minder helder .
Hier is de volgorde van het afnemen van kracht en schaduwtonen : holtes ( het donkerst ) - horizontale schaduwen , zoals o.a. onder daken - verticale schaduwen - horizontale slagschaduwen , helderder naarmate zij de invloed van een lichtere hemel ondergaan . Zelfs de donkerste schaduwen moeten altijd een zekere doorzichtigheid behouden , men moet hen dus niet " dicht stoppen " .
Rookpluimen . - Leg de aquarel plat en bevochtig de bewuste plek , daarbij iets over de randen gaand . Nu laat men een toon verdrinken , die voldoende sterk is op het uitgangspunt van de rook en vanaf dat punt steeds lichter wordt .
Voorgronden . - Kleur en kleurwaarden zijn hier , eveneens elders , de sleutel tot soliditeit ; te samen , wel te verstaan , met de juiste wijze van toetsen plaatsen . Kleur en waarde moeten beoordeeld worden door het gehele motief te bekijken en niet onderdeel voor onderdeel . In de dichtsbij gelegen plans zorge men voor een grotere helderheid in het licht en een grotere kracht in de schaduw . Naar mate het terrein meer naar achteren schuift , moeten daarentegen de tonen dichter bij elkaar komen te liggen . Tergelijkertijd moeten ook de détails verzacht worden .
Waterpartijen . - Het spreekt vanzelf dat doorzichtigheid hierbij een eerste vereiste is . In het algemeen moeten weerspiegelingen , stellig niet " zwaarder " maar wel van een iets krachtiger waarde zijn dan de voorwerpen zelf ; hun toon moet dus een weinig " gedempt " worden . Men moet daarbij zeer nat en krachtig werken , om na droging de juiste waarden te verkrijgen .
De zee . - Deze heeft als bijzonderheid dat zijn diepste blauw zich tegen de horizon aan bevindt . Zijn tonen wisselen gewoonlijk plaatselijk af , hetzij door de wind , hetzij door de achtergrond . Hierbij moet je dan ook profijt weten te trekken van wat we gezegd hebben over tinten , die afwisselingen in hun coloriet vertonen . De penseelstreken , waarmee men de golven zal weergeven , moeten horizontaal zijn in de verte en meer hol gebogen naarmate men de voorgrond nadert .
Eveneens in het algemeen sprekend , zullen de toetsen van de weerspiegelingen , evenals de golven een grotere beweging bezitten bij een golvende zee dan op zeer kalm water . Tracht ook de lichtlijnen uit te sparen , die de lucht weerkaatsen .
Figuren . - Deze zijn van ondergeschikte betekenis , behandeld hen dus zeer eenvoudig ( behalve , natuurlijk wanneer zij de hoofdfiguren van de aquarel zijn ) . Plaats hen bij voorkeur niet op de voorgrond , waar zij te veel aandacht zouden trekken ten koste van het onderwerp , in zijn totaliteit beschouwd . Spaar hun omtrekken uit als zij licht tegen de omgeving afsteken .
We gaan thans enkele voorbeelden van verschillende technische uitvoering in beschouwing nemen , want het wil niet onze bedoeling zijn om je één bepaalde werkwijze op te dringen . Waar talent , schept behagen in verscheidenheid . Maar toch willen we je steeds blijven aanraden om de constructietekening goed te verzorgen en hem duidelijk en met toewijding tot stand te brengen .
19-11-2006
ART . NR . 81 . b , - HET DIER
Art . Nr . 81 . b ,
Het Dier
Welk dier het ook zijn zal , dat we willen uitbeelden , huisdier of niet , men zal zich hierbij aan een dwingende verplichting moeten onderwerpen , die men kan ontlopen , op straffe , tot onbeduidend , werk veroordeeld te worden . Deze bestaat in de noodzakelijkheid van het beest een bouw te geven , die geheel in overeenstemming is met zijn anatomie en zijn geaardheid . De vacht van een hond of van een kat , hoe dik die ook zijn kan , doet de anatomische vormen niet verdwijnen ; hij verzacht deze slechte enigermate . Zij blijven voelbaar dank zij de glimplekken op de pels van een roofdier , de huid van een paard of de pluimage van een vogel . Nu beschikt men bij de aquarel niet over dezelfde uitdrukkingsmogelijkheden als bij de olieverf ; zo staat waterverf b.v. geen vette empatementen toe . Het is door een spel van kleuren en waarden dat we de bouw moeten uitdrukken , terwijl de musculatuur , het spierenstelsel , van het dier , onder invloed van het licht , glimmingen zal veroorzaken en de lijnwerking van de huid zal wijzigen naar gelang de houdingen om zijn anatomische verschijning kenbaar te maken . Fig . 23 toon je de tekening , die voorafgaat aan de uitvoering van de aquarel zoals afgebeeld op fig . 24 .
ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
Art . 81 . b ,
Fig . 23 .
De Schets van het Dier
ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
Art . Nr . 81 . b ,
Fig . 24 .
De arbeid voltooid
ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
Art . Nr . 81 . a ,
Een Geklede Figuur
Natuurlijk zijn we ook dit werk begonnen met een goed verantwoorde schets . Het gegeven voorbeeld werd geschilderd in een tuin en de uitgebeelde jonge vrouw poseerde niet in eigenlijke zin , maar wist de weergegeven houdig zonder hinderlijke veranderingen lang genoeg te bewaren om deze schets mogelijk te maken .
In eerste instantie zijn we dus verplicht een duidelijke , correctie en vrij uitvoerige tekening te maken om in staat te zijn de aquarel te beginnen , te vervolgen en te voltooien , zelfs ingeval het model van stand veranderd zou zijn .
Het onderwerp leent zich tot een krachtige uitbeelding van kleuren en waarden . We behoeven niet bang te zijn om de schetsopzet er wat mee te versterken , hetgeen intussen niet op een harde manier behoeft te geschieden . Uitgevoerd in een sepiatoon van middelmatige kracht , met hier en daar enkels lichte toetsen voor de schaduwen , zal hij ons een uitstekende ondersteuning voor de verdere arbeid met waterverf kunnen geven .
Het model " poseert " niet , zeiden we . We zullen dus zo snel en vrijmoedig mogelijk moeten werken . Laat ons geen tijd verliezen en meteen met de figuur zelf beginnen .
In dit verband raden we de leerling aan om , maar dan ook alleen voor de schetstekening , een zonnebril op te zetten en zich niet recht tegenover het model te plaatsen , maar eerder een beetje opzij , alsof hij of zij de bedoeling had een hoekje van het landschap te schilderen en het model te obseveren zonder het hoofd zelf te bewegen , maar alleen zijn ogen te draaien in de gewenste richting . Het model , dat er niet op verdacht zal zijn bestudeerd te worden , zal dan eerder op de bewuste plaats rustig blijven zitten .
Maar ter zake . Het is denkbaar dat we , met palet en penseel in de hand , niet met de kop zouden kunnen beginnen omdat ons model , door het een of ander afgeleid , het hoofd opzij gedraaid heeft . In zo'n geval trachten we snel de locale kleuren van rok en blouse op te zetten . Let daarbij goed op de kleurwaarden . Het groen van de blouse is zeer karakteristiek door zijn koele en tintelende toon ; hij bezit een grote " dichtheid " . De kleur van de rok daarentegen is veel minder eigenaardig . Zoals reeds gezegd , worden deze twee tonen zonder aarzeling breed opgezet in hun juiste waarden , om vervolgens met schaduwtonen aangevuld te worden .
Wanneer de kop zijn goede stand , dus naar voren , heeft bewaard , dan krijgt het hele gezicht de lichtste vleestoon en daarna ook de haren . Is dit alles goed droog dan kunnen we uitdrukking geven aan alle modulaties met de zeer tere tonen , die je op fig . 20 kunt zien .
Is , na de arbeid , de persoon in kwestie verdwenen , dan is dat geen bezwaar . We kunnen hem of haar missen om de groene omgeving , te gaan uitwerken , op een niet al te opdringerige manier .
Een Straattafereeltje
Aan het vorige voorbeeld zouden we er een willen toevoegen , die ons de weergave van een aardig onderwerp kan opleveren , geknipt om in een levendige , vlotte schets uitgedrukt te worden , n.l. een marktscéne in de open lucht ( fig . 22 ) . We zeggen " schets " , want inderdaad hebben we hier te doen met een werkje , dat op aantrekkelijke wijze toelicht hetgeen we gezegd hebben van de aquarel ; niet beschouwd als een echt " schilderij " , dat op zorgvuldige en ver doorgevoerde wijze tot stand komt , maar eerder als een snelle , gekleurde " notitie ", waarbij alles tot het essentiële wordt herleid . Onze opmerkingen bij het vorige voorbeeld zijn ook in dit geval op hun plaats en we zullen al onze kunde in het schetsen kunnen gebruiken om een duidelijke contructie te maken waarin alle onderdelen van het onderwerp in hun juiste verhoudingen zijn aangebracht ( fig . 21 ) . Deze constructie , die eerst in dunne potloodlijnen is getekend , zal in eerste instantie de onbewegelijke delen moeten bevatten . Pas daarna gaan we , nu direct met het penseel , de figuurtjes opzetten en dan eindigen we met ook de potloodlijnen met een lichte verftoon over te trekken , waar nodig , we verbeteringen aanbrengd . Vervolgens gaan we de eingenlijke aquarel schilderen . Hierbij is veel aandacht vereist , want het tafereel is voortdurend in beweging , de mensen verplaatsen zich onophoudelijk en wat we het ene ogenblik van hen zagen , zal enkele minuten , zelfs enkele seconden later weer geheel anders zijn , tenmiste voor wat betreft hun plaats en hun houding . Nochtans zullen de kleurvlekken als zodanig in de totale compositie toch min of meer dezelfde blijven . Ook bij de afwerking in kleur nemen we eerst de vaste delen onder handen en pas daarna de figuren .
ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
Art . Nr . 81 . a ,
Fig . 21 .
Het Straattafereeltje
De eerste opzet .
ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
Art . Nr . 81 . a ,
Fig . 22 .
Markt in de open lucht .
Eindresultaat .
ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
Art . Nr . 81 . a , Fig . 19 en 20 . De geklede figuur . Schetstekening en voltooid werkstuk .
ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
Art . Nr . 81 .
Fig . 18 .
Het Naakt
De voltooide aquarel .
ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
Art . Nr . 81 .
Het Portret
Dit is een moeilijk onderwerp . We zeggen dit al dadelijk omdat we een beroep willen doen op uw werklust en het vaste verlangen om de moeilijkeheden te overwinnen , in u wakker willen roepen . Niets zou je bij deze beter kunnen helpen dan een duidelijke en degelijke constructieschets van het model . Dit moet de veilige grondslag vormen voor de aquarel , daar anders waterverfschilderen een gewaagde onderneming zou worden en derhalve iets ondeugdelijks . Laten we eens een mannekop bekijken ( fig . 17 ) . De schets werd getekend met een H.B. potlood en vervolgens voortgezet met het penseel . De arbeid werd weer in de gebruikelijke drie stadia tot een einde gebracht ; hier echter tonen we slechts de eerste en de laatste étappe . De tweede komt overeen met een reeds gevorderd werk , dat de kleuren aan de lichtzijde , eerst , en dan die van de schaduwkant uitdrukte met een brede wijze van doen en een vrij dit penseel .
Maar dit is niet alles . De achtergrond , krachtig van toon , is ook bij het begin van dit tweede stadium opgezet , zoals we straks nader zullen uiteenzetten bij de bespreking van de ontwikkelingsgang . In het verloop van het derde stadium komen dan nog de nader uitgewerkte détails . Onze kop vertoont karakter en leent zich goed tot een krachtig effect . Men zal opmerken dat aan beide zijden van de kop tegengestelde waarden zijn aangebracht in de achtergrond . Deze studie is geschilderd met min of meer brede toetsen , maar versmeltingen zijn er slechts weinige . De overgangen worden dan ook alleen door een spel van waarden uitgedrukt en enkele overschilderingen uit het derde stadium zijn duidelijk te zien op het schaduwdeel van het gezicht . Zij werden snel uitgevoerd , zonder afzwakkingen en natuurlijk met hun juiste waarden . Vermijd altijd om met de tinten te knoeien , wil men tenminste de aquarel zijn frisheid en doorzichtigheid doen behouden . We vragen de leerling om het eindresultaat goed te bestuderen ( fig . 17 ) . Het zal hem dan niet moeilijk vallen om het verloop van de arbeid te begrijpen en de volgende gang van zaken te controleren : 1e. Tekening van de kop . 2e. Aanbrengen van de achtergrond . 3e. Aanbrengen van de lichste vleeskleur , met uitsparingen voor de glimlichten . 4e. Aanbrengen van modulaties in de vorige toon . 5e. Aanbrengen van de zwakste schaduwtoon . 6e. Aanbrengen van de lichte haarkleur . 7e. Aanbrengen van de accenten in de schaduw en de haren . 8e. Uitwerking van de ogen . 9e. Voltooiing van het jasje .
Het Naakt
Daarvan laten we je alleen het laatste stadium zien , aangezien je thans zonder twijfel geheel bekend zult zijn met onze wijze van werken . Zoals steeds , werd de schetstekening gemaakt met een HB potlood , die aangevult werd met een opzet van het modelé ( het lichtgrijs van het potlood behoeft geen ongustige invloed te hebben op het coloriet van de huid ) .
Het werken met waterverf is hier verwant aan de studie van de kop . Het model vertoont vleeskleuren , die naar het okerachtige neigen en we plaatsen de verschillende modulaties in één keer met behulp van een nogal dikke penseel , dat goed in de verf zit ; te beginnen met de lichtpartijen . Maar voordien hadden we ons bezig gehouden met de achtergrond , die ons hulp moest bieden bij het vaststellen van de juiste kleurwaarden van het lichaam . We eindigden met het aanbrengen van lichte schaduwtonen op de stoelbedekking en met enkele détails op het gezicht .
Dank zij de voorafgaande studies zult je de techniek van de aquarel beter hebben leren kennen . Door te blijven werken , zult je de eerstverkregen resultaten kunnen overtreffen . Uw ogen zullen aan scherpte en gevoeligheid winnen en uw hand zal zich meer vaardigheid eigen maken . Niets zal je ervan weerhouden een wijze van doen te verwerven , die meer en meer een persoonlijk karakter zal vertonen . Wees intussen niet ongeduldig ; persoonlijkheid hangt niet slechts af van een zekere handigheid . Buiten vakmanschap , is deze vooral een kwestie van goede smaak , begrip , karakter en gevoel en hij ontluikt stellig niet in één dag . Men moet aan de arbeid en de tijd de zorg overlaten om hem te doen ontstaan .
18-11-2006
ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
Art . Nr . 81 .
Fig . 16 .
Schets van fig . 17 .
ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
Art . Nr . 81 .
Fig . 17 .
Voltooide aquarel .
Het Portret
ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
Art . Nr . 80 . a ,
Bloemen
Waarin schuilt de bijzondere aantrekkingskracht van bloemen voor de ogen van een schilder ? Waardoor wordt hij het meest geprikkeld ? Het antwoord is niet moeilijk ; het is in de eerste plaats de kleur , die het voorwerp van zijn picturale bemoeiingen zal zijn . Het is aan de weergave van de kleur dat hij zijn oplettendheid en zorg zal geven , om er de fijnheid , de uitzonderlijkheid , de schittering en de harmonie van uit te drukken . Eerder spraken we over de noodzakelijkheid om het palet aan te passen aan de aard van het uit te beelden onderwerp . Wat de bloem kenmerkt is de licht- de fris- de levendigheid en de straling van zijn coloriet . Men moet dus de beschikking hebben over doorschijnende en heldere kleuren , die zo dicht mogelijk de tonen , of hun samenstellingen , van de bloemen zelf benaderen , teneinde niet hun frisheid te ontnemen door te ingewikkelde mengsels . Zonder dat hierbij iets dwingend voorgeschreven is - we zeiden reeds waarom - volgen hieronder de kleuren , die je kunt toevoegen aan de reeds aanwezige , voor het schilderen van bloemen : aureoline , dat een zeer helder goudgeel - gele alizarine , dat doorzichtiger is dan andere gelen , vooral in verbinding met blauwen voor het verkrijgen van zeer warme en , natuurlijk , transpante groenen - indisch geel , zeer mooie en vrij doorschijnende kleur - rose kraplak , dat fijnere rose tonen maakt dan het gewone kraplak - Kraplak roodbruin , zeer warme bruinachtige lak die evenals de voorgaande kleuren , langzaam droogt en daardoor een " nat " werken mogelijk maakt -- Chinees geel , waarmee men groenen maakt , die niet " zwaar " zijn - saffierblauw , dat , samen met gelen , zeer zuivere groenen geeft - robijnrood , zeer helder - cobaltviolet , ietwat zwaar , maar kleursterk en levendig . Een met smaak samengesteld boeket zal een ideaal motief vormen . Natuurlijk speelt de opstelling van de bloemen en het lijnenspel , dat dit tot gevolg heeft , een , zoniet overwegende , dan toch zeer voorname rol en dit nu behoort tot de kunst van de compositie .
Laten we in verband met deze studie enkele beginselen in herinnering brengen , die hun waarde ook op andere terreinen hebben . Het is nodig dat een achtergrond in het geheel van de compositie meespeelt en voor bloemen , zoals voor stillevens , is het gewenst om op enige afstand achter het model een scherm te plaatsen , dat kan bestaan uit een gekleurd vel papier of een lap stof , waarvan de toon of tonen terzelfdertijd in harmonie zijn met en gunstig afsteken tegen de kleuren van het onderwerp . Deze achtergrond mag , wel te verstaan , na de voltooiing van de aquarel , niet op de voorgrond dringen ten koste van het eigenlijke motief . In sommige gevallen wordt de achtergrond het eerst aangebracht , in andere het laatst ; dit hangt geheel af van de tonen van het onderwerp in kwestie . In ieder geval moeten de tint of tinten , die hij bevat , snel met een dikke , goed gevulde penseel worden opgezet . Als de uitsparingen tijdrovend mochten zijn als gevolg van hun " uitgeknipte " vormen , bevochtig dan eerst het papier op de wijze , die we al vermeld hebben . Overigens is het niet altijd noodzakelijk om het gehele terrein van het motief zorgvuldig uit te sparen . Zekere gedeelten ervan kunnen de tint van de achtergrond krijgen , indien deze niet een slechte invloed gaat uitoefenen op de kleuren die , er later overheen komen . Een groen schaduwtoon , bijvoorbeeld , kan wel geplaatst worden over een grijze achtergrond , die natuurlijk het heldere groen van verlichte bladeren onherroepelijk zou bederven . Vaak kleurt men de gehele achtergrond met een lichte tint , die dan later weer herzien wordt met een zwaardere , ofwel " droog " , ofwel " nat " werkend . Denkt in dit verband aan , wat we gezegd hebben naar aanleiding van versterkte en verzwakte tinten .
Observeer en schilder niet van te dichtbij : laten we nog eens herhalen dat een aquarel synthese moet zijn , hetgeen inhoudt dat men een keuze , een selectie moet maken van de wezensbestanddelen van het model , voor wat betreft hun karakter , hun stijl en hun kleur . Om deze keuze te kunnen maken , moet men er niet met zijn neus op zitten .
De moeilijkheid van de uit te voeren onderwerpen dient geleidelijk aan vergroot te worden . Pak in het begin eenvoudige onderwerpen aan , vooral waar het bloemen betreft . Deze immers zijn onderhevig aan veranderingen , al zijn deze met het oog niet te volgen . In water geplaatst , gaan zij zich langzaam aan openen ; de aanblik van een boeket kan van het begin tot het eind van een zitting dusdanig veranderen , dat men er door in de war kan raken . Men moet dus snel tot een eindresultaat kunnen geraken ; voordat je de vaardigheid verworven hebt om ingewikkelde onderwerpen te kunnen uitvoeren , dient je zich eerst met simpeler modellen bezig te houden . Kies hen met smaak en het zal hun niet aan aantrekkelijkheid ontbreken .
Het gevolg van een en ander is dat de totale tijdsduur van een complete voltooiing niet meer dan drie of hoogsten vier uren in beslag mag nemen . Overigens zou ook de vermoeidheid een woordje gaan meespreken , waardoor de arbeid te lijden zou hebben . Probeer niet om de volgende dag weer aan uw aquarel te willen werken , want het model zou onherkenbaar geworden zijn . Bewaar hem in de staat , waarin hij zich bevindt , als hij niet voltooid zou zijn en beschouw hem als een document , waarvan het maken voor u een nuttige oefening geweest is .
Wij zullen nu twee verschillende opvattingen van het boeket in beschouwing nemen ; de eerste heeft een lichte en de tweede een donkere achtergrond .
De schilder RENEFER , wiens heengaan zozeer betreurd wordt en die de schepper is van de meeste hier afgebeelde aquarellen , die zo opvallen door hun vrije wijze van uitvoering , hun eerlijke factuur en de geest van vereenvoudiging , die hen beheerst , zal je nu het verloop van de arbeid beschrijven .
Eerste voorbeeld
We hebben een boeket samengesteld van pioenrozen met enkele irissen ( fig . 12 ) . Het rood van eerst genoemden wordt versterkt door het omliggende groen van de bladeren , dus door het contrast met zijn complementaire .
We zijn naar gewoonte te werk gegaan , maar , na een constructie , uitgevoerd met het penseel in een neutrale , zeer zwakke , grijze toon ( fig . 10 ) , zouden we in dit geval de aquarel hebben kunnen beginnen en voltooien zonder de inschakeling van een tweede stadium ( fig . 11 ) . Het onderwerp staat onder een stabiele belichting en de elementen , waaruit het is gevormd , vertonen duidelijk uitgesproken vormen . Men kan dus ieder onderdeel afzonderlijk uitvoeren ; de juistheid van de waarden wordt bepaald door een scherpe waarneming van hun betrekkelijke intensiteit . De aquarel kan dus beschouwd worden als een aaneenschakeling van " fragmenten " , die zich aan elkaar vasthechten en in de slotfase behoeft het werk slechts met zeer weinig aanvullende toetsen verrijkt worden .
Tweede voorbeeld
Hier ( fig. 15 ) zien we een tak seringen in een chinese pot , tegen een donkere achtergrond . De problemen zijn hier wel wat groter dan bij het vorige voorbeeld , zonder dat zij daarom de leerling behoeven te ontmoedigen . Moeilijkheden overwinnen is overigens een plicht van ieder , die wat wil leren . In ons geval schuilt deze - hetgeen eigenaardig mag klinken - in de uitvoering van de achtergrond . Meer dan ooit is hier het gebruik van een forse penseel , die rijkelijk van verf is voorzien , noodzakelijk . Na voltooiing van de schets ( fig. 13 ) , zoals die ook gemaakt is voor het boeket pioenen , wordt de toon van de achtergrond zeer royaal opgezet , bovenaan te beginnen en dan geleidelijk naar beneden werkend , waarbij het silhouet van bloemen en bladeren natuurlijk uitgespaard blijft . Tijdelijk moesten we de tint links boven in het smalle gedeelte in de steek laten en lieten op die plaats dan ook een flinke hoeveelheid verf achter , die we later nog nat konden aantreffen , toen ons penseel die verf weer nodig had om hem verder naar beneden aan de linkerzijde uit te strijken . We merken hierbij op , dat we de achtergrond aan de rechterzijde evenim achter elkaar van boven naar beneden hebben voltooid , om niet de kans te lopen dat in die tussentijd de verf aan de linkerzijde geheel zou opdrogen . We hebben dus ook de rechterkant in twee étappes uitgevoerd , daarbij hetzelfde systeem volgend als aan de linker kant , dus ook met tijdelijke achterlating van een hoeveelheid verf , die later weer dienst kon doen . Hiermede werd dus een groot deel van het papier bedekt en we vervolgden met het gebladerte op te zetten in een groene toon , die overeenkomt met de zwakste waarden en die nuances kregen volgens het gamma van warme en koele groenen , dat het vertoont . Terwijl deze groene toon nog enigszins vochtig was , begonnen we dadelijk met de groenen van sterke en van middelwaarden , altijd in hun eigen nuances .
Het wit van het papier blijft uiteraad altijd gereseveerd voor de bloemen zelf , waarop we als slotbewerking ,enkele modulaties van zeer lichte waarde plaatsen van veronees groen , dat lichtjes gebroken werd met kraplak . Ook moesten de vaas , het palet en het glas met het penseel nog voltooid worden , daarbij steeds van de lichtste toon uitgaande . Voor het aanbrengen van de achtergrond , zou het papier bevochtigd kunnen worden , maar we hebben dit werkstuk op droog papier tot stand gebracht .
ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
Art . Nr . 80 . a , Fig . 13 , 14 en 15 . Aan weerszijden , de schets , en het tweede stadium . Ook hier in het midden de voltooide arbeid . De achtergrond vertoond een mooie , geleidelijk verzwakte toon , die enigszins trilt , als gevolg van de grotere en kleinere verschillen in waarden , die nochthans dicht bijeen horen , bijvoorbeeld in het bovenste deel . Onder de onderhavige omstandigheden moet men beurtelings aan de linker - en aan de rechterzijde werken , dus door telkens een stukje van de achtergrond onvoltooid achter te laten , na hem goed van verf voorzien te hebben .
ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
Art . Nr . 80 . a , Fig . 10 , 11 en 12 . Schets en eerste stadia van de uitvoering . Voltooide aquarel . Hier heeft je een uitmuntend voorbeeld die , wel verre van de arbeid geweld aan te doen, haar juist uitstekend weergeeft ; men voelt als het ware de zwaarte van de bloem en het gekrioel van zijn blaatjes .
17-11-2006
ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
Art . Nr . 80 .
Oefeningen in de Praktijk
Het Stilleven
Evenals bij het schilderen met olie - en gouacheverf , zal het eerste volledige werkstuk bestaan in het schilderen van een stilleven . Dit soort van onderwerp stelt ons in staat tot een langdurige waarneming door de onveranderlijkheid van het licht op voorwerpen die zelf ook onbewegelijk zijn .
Eerste Voorbeeld
Bekijkt het stilleven , dat in fig . 7 is afgebeeld . Zijn compositie is eenvoudig , zijn kleuren levendig en afwisselend . We hebben het op droog papier uitgevoerd .
Uiteraad hebben we , als eerste stadium , een solide contructieschets gemaakt , eerst , zeer licht , met een HB potlood , dat vervolgens overtrokken wordt met de penseel in een neutrale , zeer zwakke toon (fig. 5 ) . Voor de verdere uitvoering zal hij onze gids moeten zijn , wanneer we de verschillende tinten gaan aanbrengen , die het onderwerp ons te bieden heeft . Je zult constateren dat dit eerste stadium bovendien een oppervlakkige aanduiding te zien geeft van de voornaamste schaduwpartijen , eveneens uitgevoerd in dezelfde neutrale , lichte toon ( samengesteld , bijvoorbeeld , uit ultramarijn en gebrande sienna ) die overigens geen enkele invloed zal hebben op de werkelijke schaduwkleuren van het onderwerp . We moeten er echter op wijzen dat men zich ook alleen tot potlood kan beperken voor de schetsopzet , waarbij men , desgewenst , de belangrijkste schaduwen met arceringen kan aanduiden .
Vervolgens hebben we alle aanwezige kleuren aangebracht , schaduwen zowel als lichtpartijen , deze laatste met één slag raak . We herhalen dan ook nog eens dat waterverf een procedé is , waarbij men het geziene moet samenvatten , dus een van vereenvoudiging en " keuze " . De geest onthoudt datgene , wat hij gekozen heeft uit alles , wat zijn ogen opvangen , en door die " eerste gooi " , moet de aquarel al het wezenlijke van het motief kunnen tonen . Het werk wordt dan nog eens onderhanden genomen om de schaduwen die , al drogend , lichter zijn geworden , te versterken . Men werkt dan op een droge ondergrond , met een penseel dat altijd goed van verf is voorzien en de verschillende overgangen worden dan uitgedrukt volgens de methode , die we reeds bespraken . Op fig . 6 ziet je een afbeelding van het tweede stadium , dat zoals men ziet , reeds zeer dicht het eindresultaat benadert ( fig . 7 ). Bestudeer vergelijkender wijze , de drie opeenvolgende stadia om jezelf goed rekenschap te geven van de ontwikkelingsgang van het werk .
Zonder twijfel zullen herhaalde oefeningen je een grote handvaardigheid kunnen verschaffen , tesamen met een vergroting van uw kennis van de mogelijkheden van uw palet en van de gedragingen van uw kleuren , zoals die verdund met water , op het papier worden uitgespreid . Eerst dan zult je in staat zijn om - zoals het behoort - een aquarel in één enkele beweging uit te voeren met de snelheid die deze techniek nu eenmaal vereist , dus zonder herhaalde overschilderingen en , nog meer , zonder verderflijk geknoei . Went je aan om van het begin af , zonder aarzeling , te werk te gaan , met een in voldoende mate gevuld penseel ; het alternatief zal uitlopen op armoedigheid en droogheid .
Tweede voorbeeld
Thans gaan we eens werken op vooraf bevochtig papier , om "nat " te modelleren Bij deze techniek , waarover we het voornaamste mededeelden , volstrekt de verzachting van de omtrekken zich vanzelf , het ineenvloeien van penseelstreken gaat gemakkelijker , maar we herhalen toch dat men van dit procedé geen misbruik moet maken om geen " wolligheid " , geen " vloeipapier - effekten " te doen onstaan .
Is de schetstekening voltooid , dan bevochtigt men de achterkant van het vel met een goede natte spons en dan wacht men met schilderen tot het water goed in het papier is gedrongen . Wil men , buiten werken , het vochtgehalte van het papier in stand houden , dan kan men het papier - als dit vrij dik , dus nogal stijf is - uit het raamkarton halen en het aan de achterkant met een natte spons bestrijken , terwijl men het aan de bovenkant vasthoud . Ook kan men , maar dan op de voorkant , nog blanke gedeelten met een penseel met schoon water bewerken . Maar hoe men het ook doet , het papier mag geen te grote hoeveelheid water bevatten , anders gaan de kleuren hun schittering verliezen . Als algemene regel geldt , dat het papier vochtig moet zijn voor de achtergronden , minder vochtig voor de tussenplans en nog minder voor de voorgrond . Aangezien de indroging zich voltrekt tijdens de arbeid en dat naarmate men van het eerste naar het laatste overgaat , zal alles dus goed kunnen gaan , mits de vochtigheidgraad van het papier niet te groot is ; is het geheel droog , dan kan men de laatste accenten gaan aanbrengen . Het kan zijn nut hebben , om , naar gelang de nagestreefde effecten , nu eens op vochtig , dan weer op droog papier te schilderen en , zelfs als je niet tevoren besloten hebt om volgens het hierboven beschreven systeem te werken , zult je er , minstens ten dele , toe gebracht worden om hen te gaan toepassen . Voor ons tweede voorbeeld ( fig . 9 ) hebben we eerst , zoals nu eenmaal nodig is , de schets gemaakt en wel met potlood en niet met lichte waterverf . Het papier moet immers vochtig zijn en onder de , hier nog sterkere invloed van het water , zouden de schetslijnen in waterverf kans lopen om , althans gedeeltelijk , te verdwijnen . De tekening moet dus krachtig zijn en lang zichtbaar blijven ( fig . 8 ) . Het tweede stadium zal een bijna volledige uitbeelding van het onderwerp moeten geven omdat het papier zijn vochtige staat niet lang behoudt en men dus tijdens deze tweede étappe vrij ver zal moeten gaan ; snelheid en trefzekerheid zullen bij deze techniek goed te pas kunnen komen . De grote moeilijkheid schuilt in het gedrag van de verf . Aangebracht op het papier , dat wel vochtig is , maar aan zijn oppervlakte er dof uitziet , heeft hij de neiging om zich te verspreiden buiten de hem toegemeten grenzen , hetgeen onduidelijkheid en zelf verwarring in de vormen ten gevolge kan hebben . Het is dus aangebracht om de tinten niet geheel tot aan de omtrekken uit te spreiden , maar iets ervoor te laten ophouden , zonder deze lacune te groot te maken . Geplaatst op de normale afstand zal het oog in de voltooide aquarel niets van deze blanke strookjes merken , die overigens door de zuigende werking van het papier toch wel verf zullen hebben opgenomen .
We tonen je niet het tweede stadium , dat nauw verwant is aan het laatste ( fig . 9 ) , die het resultaat is van een afwerking , waarbij bepaalde waarden versterkt werden en bepaalde vaagheden verbeterd op het nu geheel droge papier .
Samenvattend zouden we willen zeggen dat het werken op bevochtigd papier in het bijzonder op zijn plaats is voor bepaalde vloeiende en wazige effecten , zoals vooral het landschap die bezit , maar dat in beginsel deze techniek bij alle soorten van onderwerpen kan worden aangewend . Het is natuurlijk duidelijk dat " droogheid " hier niet gevreesd behoeft te worden , waar tegenover staat dat men zich voor weekheid en vaagheid moet hoeden . Deze immers kunnen het gevolg zijn van een schilderen op te nat papier en een ondeskundig opbrengen van de kleuren .
ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
Art . Nr . 80 .
Fig . 8 . Dit werk werd uitgevoerd op vooraf bevochtigd papier . Door dit feit werd de schets uitgevoerd met iets zwaarde gebruikt potlood , zodat hij langer zichtbaar bleef .
ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
Art . Nr . 80 .
Fig . 9 . Op de voltooide aquarel zult je , vooral in de schaduwen , het resultaat waarnemen van de bevochtiging van het papier door de meer " wazige " effecten , die daarvan het gevolg zijn .
16-11-2006
ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
Art . Nr . 80 .
Fig . 5 en 6 . Schetsopzet en tweede stadium .
Het Stilleven . Aquarel
ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
Art . Nr . 80 .
Fig . 7 .
Voltooide aquarel . Het gehele werk werd op droog papier uitgevoerd .