TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
14-10-2006
SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
SCHILDEREN EN DE
SCHILDERTECHNIEKEN
Eerste Deel
Art . Nr . 62 .
INLEIDING
THEORIE VAN DE KLEUR
Het woord kleur wordt hier gebruikt in algemene zin en onder " kleurenleer " verstaan we de verzameling van optische verschijnselen betreffende de kleur in het algemeen en hun toepassing in de schilderkunst . Wanneer het zonlicht door een kristallen prisma valt , wordt het gebroken in een oneindig aantal gekleurde stralen , waaruit zich duidelijk losmaken : het paars , het blauw , het groen , het geel , het oranje en het rood . ( Plaat 1 , Fig . 1 ) . Drie van deze kleuren kunnen niet verder ontleed worden , nl . het blauw , het geel en het rood . Men noemt hen dan ook primaire of hoofdkleuren . ( pl. 1 , fig . 2a ) . Ieder van de drie andere is samengesteld uit een vermenging van de twee hoofdkleuren , te midden waarvan hij zich in de bovengenoemde volgorde bevindt . Zo is het groen een combinatie van het voorafgaande blauw en het volgende geel . Oranje onstaat uit geel en rood , paars ( of violet ) uit rood en blauw . Paars , groen en oranje worden secundaire of complementaire kleuren genoemd ( pl. 1 , fig 2b ) . Waarom " complementair " ? Omdat ieder van hen , door zijn samenwerking met die primaire kleur ( rood , geel of blauw ) , waaruit hij niet ontstaan is , de aanvulling verschaft die noodzakelijk is voor de samenstelling van het zonlicht , dat immers in wezen bestaat , we herhalen dit nog eens , uit een vermenging van gele , rode en blauwe stralen . Hier mogen we wel opmerken dat het woord " complementair " ook van toepassing kan zijn op een primaire kleur . Wanneer men bijvoorbeeld zegt dat het groen het rood " aanvult " , kan men evengoed zeggen dat het rood het complement is van het groen . Tussen primaire en secundaire kleuren bevinden zich ontelbare overgangsnuances , delicate verbindingen , die men bijvoorbeeld in de regenboog kan waarnemen . Deze immers is niets anders dan de waarneembare ontleding van het licht door middel van fijne waterdruppels , die zich in de dampkring bevinden en die als een prisma werken , teneinde de verschijning van het zonnespectrum te voorschijn te toveren ( fig . 1 ) . De dingen krijgen eerst kleur door het licht ; in de duistenis bestaat geen kleur . In het licht vertonen de dingen een oneindige afwisseling van kleuren en het kleurbeeld van ieder voorwerp ontstaat door die stralingen van het licht , die hij niet opneemt en terugkaatst naar het oog van de beschouwer . Zo is de klaproos rood , omdat zijn oppervlak alle lichtstralen , die hij ontvangt absorbeert , behalve de rode , die hij terugkaatst . Een voorwerp , waarvan het oppervlak alle lichtstralen opneemt , ziet zwart , terwijl een , die er geen enkele absorbeert , zich als wit aan ons voordoet .
De Kleurenschijf
We tekenen nu een cirkel ( pl . 1 , fig . 4 ) , waarin we eerst een gelijkzijdige driehoek A B C aanbrengen , dan een tweede D E F , waarvan de hoeken tegengesteld liggen aan die van de eerste . Dan verbinden we hun snijpunten met het middelpunt van de cirkel . Op deze wijze onstaan een aantal ruiten . Nu vullen we ieder van degenen , die door de eerste driehoek onstaan zijn , met de drie hoofdkleuren , rood , blauw en geel . Op dezelfde wijze gaan wij te werk met die van de tweede , maar nu met de drie zg . secundaire kleuren , dus paars , groen en oranje , ieder van hen uit de aangrenzende primaire kleuren samengesteld . Wanneer we deze driehoeksbewerking voortzetten en tevens een verdere kleurenmenging tot stand brengen , krijgen we allereerst een derde driehoek G H I , die de zg . tertiaire kleur ontvangt . Het veld G bijvoorbeeld ontvangt een mengsel van violet en rood . Indien we deze tertiaire kleur G nog vermengen met rood ( een vierde toevoeging ) verkrijgen we de kleur X , een zg . Quartaire kleur , waarin het rood overheest , terwijl in de nuance M bijvoorbeeld het paars de overhand heeft . ( op fig 3 van dezelfde plaat , ziet je een reeks van tertiaire kleuren , waaraan de grondkleuren met wisselende dosering zijn toegevoegd ) . Wanneer we nu onze kleurenschijf zeer snel om een speld in het middelpunt zouden laten draaien , na hem uitgeknipt en ook de zwarte delen weggeknipt te hebben , zou ons netvlies een witte kleur opvangen , doordat alle optische kleurindrukken zich met grote snelheid zouden opvolgen en zich derhalve zouden vermengen ; hetgeen dan een bevestiging zou zijn van hetgeen we over de samenstelling van het licht opmerkten .
Enige belangrijke punten
Wie met oplettendheid zijn ogen gebruikt , zal enige waardevolle eigenaardigheden kunnen ontdekken . De waarneming van een bepaalde kleur veroorzaakt de verschijning van zijn zg. complementaire op het netvlies . Zo zal men gemakkelijk kunnen constateren dat wit , naast een bepaalde kleur geplaatst , zeer licht getint schijnt met de complementaire van die kleur ( pl. II , fig . 5 ) . Op dezelfde wijze beinvloeden naast elkaar geplaatste kleuren elkaar , waarbij ieder van hen licht getint lijkt door de complementaire van zijn buurman . Wanneer men bijgevolg een kleur met zijn complementaire naast elkaar plaatst , versterken zij elkaar in kracht en zuiverheid : ieder van beiden ontvangt een aanvullende steun van zijn eigen kleur , waardoor zijn kleurkracht versterkt wordt . Dit is het geval met rood en groen , geel en paars , oranje en blauw , die , wanneer zij bijeengebracht zijn , een levendiger en helderder uitstraling te zien zullen geven . ( pl . II , fig . 6 , b . c en d ) . Maar anderzijds , wanneer men rood en geel koppelt ( beide primaire kleuren ) , dan zal het rood licht veranderd worden door het paars , complementair kleur van geel en dit geel weer door het groen , dat de aanvullende kleur is van rood ( zelfde fig . a ) . Het is noodzakelijk om met deze verschijnselen rekening te houden tijden het schilderen . Zodoende zal de zintuigelijke waarneming niet alleenheerser zijn bij de uitvoering ; ook het verstand moet zijn controle uitoefenen . Men merke voorts op dat het verschil in lichtsterkte van twee kleuren van dezelfde samenstelling , maar niet van dezelfde kracht , te sterker naar voren treedt naarmate deze kleuren zich dichter bij elkaar bevinden ( pl. III , fig . 17 ) . In dit verband mogen we niet over het hoofd zien dat de kleuren onderworpen zijn aan bepaalde waarden . Hiermede bedoelen we dat een kleur verschillende waarden kan hebben naar gelang hun intensiteit . Blauw bijvoorbeeld zal lichter worden naarmate we er meer wit aan toevoegen ( pl. III , fig . 17 ) . Ditzelfde geldt ook voor samengestelde kleuren ( secundaire , tertiaire enz . ) . De juiste bepaling van een " kleurwaarde " ( valeur ) zal er ons gemakkelijk toe brengen vast te stellen welke kleur , bijvoorbeeld van een vermiljoenrood of cobaltblauw , de lichtste waarde te zien geeft ( zelfde fig. ) . En dit brengt ons er toe om de juiste betekenis van het woord toon te omschrijven , hetgeen niet precies hetzelfde is als het woord kleur . Toon wil zeggen de uitdrukking van een bepaalde kleur naar zijn bepaalde waarde onder een bepaalde belichting . Een toon , die waargenomen wordt op een zekere ogenblik , zal zich natuurlijk wijzigen , wanneer de belichting zelf verandert . De kleur , die een zeker voorwerp vertoont en gezien onder bovengenoemde omstandigheden , noemen we locale toon : het geel van een citroen , het rood van een appel , het groen van een peer . Vanzelfsprekend bepaald de locale toon niet de kleur van een bepaald soort voorwerp ; zo is er , om bij de citroen te blijven , een grote verscheidenheid van gelen .
13-10-2006
BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
Besluit
van het ontwerpen
Thans hebben we het einde van de laatste étappe bereikt .
Alvoren dit lesdeel te besluiten , zouden we je nog enige raadgevingen willen meegeven .
In de eerste plaats moet je nooit uw inspanning laten verflauwen . De ware kunstenaar blijft een eeuwige student . Blijf dus oefenen . Herzie jezelf en uw werk op erstige wijze . Herlees de vorige lesdelen . Wijdt je zich vooral tot diegene of - genen , die je verwaarloosd zou hebben of die je moeilijker toeschenen dan de andere . Tracht uw fouten te verbeteren , door ze niet meer te maken ; tracht ook uw waarnemingsvermogen en technische uitvoering op een hoger peil te brengen . En ten slotte , om niet te gaan dolen , om jezelf te leiden naar die soort van arbeid , die het best past bij uw persoonlijkheid , moet je pogen om uw diepste neigingen te ontkennen . Bent je in de eerste plaats een oplettend en doordringend waarnemer ? Wendt je dan tot de natuur met landschap , portret , figuur en dieren . Heeft je veel ideeën ? Is uw geest vervuld van fantatie en vindingrijkheid ? Dan komen de illustratie , de reclame en de versiering voor u in aanmerking ; zelfs de humor , als je van vrolijkheid houdt , de ironie , de karikatuur , de " mop " . Vrijwel iedereen , die geslaagd is in het humoristische genre , is begonnen met erstig te werken , maar zou tot niets bijzonders gekomen zijn , indien hij zich daarvan niet had afgewend .
Je moet dus uw eigen weg weten te vinden . Ga daarvoor bij uzelf te rade . Als je van " klein " werk houdt , ga je dan bezighouden met het boek , zijn illustraties en sierletters , reclameontwerpen en vooral de advertentie . Voelt je zich meer aangetrokken door " groot " werk ? Dan zijn het aanplakbiliet en de muurversieringen meer op hun plaats . Bent je " elegant " aangelegd , denk dan aan de mogelijkheden van de modetekening vooral als je van een briljante , virtuoze wijze van doen houdt . Bevalt vooral de tekening je of de kleur ?
Van dit " gewetensonderzoek " zal uw toekomstig succes afhangen , maar vergeet nimmer deze woorden van de grote RENOIR :
" Zij willen kunstenaars zijn zonder vaklieden geweest te zijn : de kunst is allereerst een handwerk " .
ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
Art . Nr . 61 . d ,
Fig . 105 .
Oorspronkelijk ontwerp van DRANSY , schepper van Nectar , mascotte van het wijnhuis Nicolas . rechts , " spookachtige " stilering van Nectar . Links , weer Nectar , maar gezien door CASSANDRE .
ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
Art . Nr . 61 . d ,
Reproductie en druktechnieken in KLEUREN
In het algemeen kan men niet alle kleuren van eenzelfde compositie tegelijk afdrukken . De druk van ieder van hen maakt een nieuwe gang van het papier door de machine noodzakelijk , waarvan de inktrol in het algemeen slechts met inkt van één enkele kleur kan worden voorzien . Er is dus een cliché per kleur nodig en het oorspronkelijke kunstwerk wordt dan verkregen door een opeenvolgende afdruk van die verschillende cliché's . Maar indien er een rood , blauw en geel cliché gebruikt worden , dus met de drie primaire kleuren , kan op eenvoudige wijze een of meer paarse tinten verkregen worden als nl . op bepaalde plaatsen van het rode cliché het blauwe er overheen gedrukt wordt ; evenzo kan men groen en orange verkrijgen door resp . blauw over geel en rood over geel heen te drukken . 1e . Lijncliché . - Ziehier , op schematische wijze , hoe men te werk moet gaan . De tekenaar voert zijn ontwerp in zijn complete staat uit . Vervolgens trekt hij op stevig doorschijnend papier die delen over , die zwart moeten worden op de afdruk . Op een tweede calque trekt hij dan , altijd met zwart om een goed cliché te krijgen , de rode gedeelten over . Dan maakt hij er een voor het blauw en een voor het geel . Op de plaatsen die paars moeten worden , gaat hij de ronde en blauwe calques met betreffende fragmenten aanvullen . Op dezelfde wijze gaat hij te werk voor het verkrijgen van groene en orange tinten . Aan de hand van al die afzonderlijke tekeningen gaat de clichémaker voor zwart en ieder van de kleuren afzonderlijke cliché's maken . Wanneer deze van inkt in de goede kleuren voorzien zijn en deze achtereenvolgens op hetzelfde papier zijn afgedrukt , waarbij men begint met de lichtste kleur , zal de drukker op die wijze de oorspronkelijke compositie kunnen afdrukken . We merken nog op dat men ook hierbij gebruikt kan maken van de zg . mechanische tonen - of films - waarover we spraken in het voorgaande . Daarvoor is het voldoende om hun plaats aan te duiden op de calque voor het zwart of een van de kleuren op de reeds beschreven wijze en zodoende kan men een gamma van zeer gevariëerde kleuren en tonen verkrijgen , zelfs bij een weergave waarvan het aantal hoofdkleuren zeer beperkt is . Men kan nl . de bedoelde films ook over elkaar of over de andere vlakke kleuren heen drukken . 2e . Rastercliché's . - Hierbij wordt de oorspronkelijke tekening of schildering zoals hij is aan de clichémaker overhandigd . Hij brengt de selectie , scheiding van de kleuren tot stand langs fotografische weg door gekleurde filters te plaatsen tusen de compositie en de gevoelige plaat : een paarsblauwe , die alleen de gele stralen doorlaat , een orange rode waar alleen het blauw doorkomt en tenslotte een groene , die het rood er uithaalt . Op die manier krijgt men gescheiden opnamen van het rood , het blauw en het geel en van ieder van hen wordt dan een cliché gemaakt . Hun over elkaar geplaatste afdruk zal alle schakeringen opleveren van de drie hoofdkleuren , die de grondslag vormen van alle andere . Dit procédé noemt men driekleurendruk . In sommige gevallen is een ontleding van het model in drie kleuren niet voldoende om een getrouwe weergave te bereiken . Men moet er dan een kleur bijmaken , ofwel in zwart , ofwel in een tweede blauwe of andere overheersende kleur , naar gelang het kleurenbeeld in kwestie . Deze aanvullende selectie geschiedt door middel van een speciaal filter en wordt vierkleurendruk genoemd . Alvorens dit hoofdstuk geheel te beëindigen , willen we nog eens enkele technieken vermelden , waarbij de kunstenaar niet slechts de tekening maakt , maar ook de drukplaat waarmee zijn werk in een groot aantal vermenigvuldigd kan worden . We spraken over de steendruk , maar noemen hier ook nog de ets , de kopergravure en de houtgravure en voegen daarbij nog de linoleumsnede en de schablonen . Het is ons niet mogelijk om hier een beschrijving te geven van deze technieken , die ieder een zeer lange uiteenzetting zouden verlangen . Maar er bestaan hierover uitstekende boeken , die gemakkelijk te verkrijgen zijn en die je uitvoerig over een of meer van deze technieken kunnen inlichten .
ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
Art . Nr . 61 . d ,
Fig . 101 , 102 en 103 .
Schematische voorstelling van een afdruk in twee kleuren , waarbij een derde verkregen wordt : het over elkaar heen drukken van oranje en donkergroen geeft een bijna zwart toon .
ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
Art . Nr . 61 . c ,
Fig . 104 .
Portugees ossenspan . Deze gewassen schets moest in rastercliché worden weergegeven .
ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
Art . Nr . 61 . c ,
Fig . 100 .
Tekening in lijnen en spatwerk van Bécan .
ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
Art . Nr . 61 . c ,
Hoe Te Werken
In verband met de verschillende reproductietechnieken
Het eerste , waaraan een tekenaar , die voor een bepaalde uitgave werkt , moet denken , is het procédé ( of soms meerdere procédé's ) van reproductie , dat te zijner beschikking staat en waarmede hij rekening moet houden bij de uitvoering van zijn ontwerpen . Lijncliché
Voor het lijncliché kunt je beurtelings of in combinatie de volgende werkwijze toepassen : Met de pen . - Op glad papier of carton duidelijke lijnen in oostindische inkt . Maar men lette er op dat er geen halftinten ontstaan , die niet overkomen , of te dunne lijnen , alsmede arceringen , die bij het inkten van het cliché dichtlopen of weggebeten worden bij de etsing met zuur , vooral wanneer de tekening verkleind moet worden . Maak daarom de tekening bij voorkeur met tenminste een tiende groter . Gebruik vlakke tinten ( dus geheel zwart ) en arceringen uit de vrije hand , maar vermijdt zoveel mogelijk mechanische films ( waarover we eerder spraken ) , die zelden een aangenaam effect opleveren . Met de penseel . - Royale lijnen en mooie vlakken op glad , maar mat papier . Droge uitwrijvingen moet men vermijden , behalve op zeer grof papier . Met de trekpen . - Deze stelt ons in staat om zeer nauwkeurig en zuivere lijnen te trekken en kan desgewenst vervangen worden door de scherpe punt van een zeer hard potlood . In dat geval plaatst men een velletje carbonpapier ( zoals voor de schrijfmachine ) tussen het velletje met de schets en het papier van de definitieve tekening . Met de houten - of rietpen . - Krachtige linen in watervaste inkt , die vloeibaarder is dan oostindische inkt . Hoedt je voor grijze lijnen ( tenzij op grof gekorreld papier ) en gebruik meerdere pennen met in verschillende diktes geslepen punten . Met conté of lithografisch krijt . - Op Ingrespapier of behoorlijk gekorreld papier . Door enkele accenten met de pen of de penseel moet de tekening versterkt worden om weekheid te ontlopen . Op scraperboard ( schaafkarton ) . - Tekening met de penseel , arceringen , wit op zwart met de schraapnaald of de droge naald . Geeft de mogelijkheid van een imitatie van houtgravure met een grote verscheidenheid van toonwaarden in de arceringen en staat op gunstige wijze verbeteringen toe . Spatwerk . - Met de borstel , de zeef , de kam of de verstuiver gestippelde tonen te krijgen . Men bedient zich van uitgeknipte maskers van de vorm der partijen , die men wil uitsparen en die met kleine speldjes vastgezet worden . Met een harde borstel ( zoals gebruikt voor schablomen ) , gedoopt in oostindische inkt , wrijft men over een zeef of kam . Hij veroorzaakt dan fijne spatjes , die een soort van raster vormen en grijzen van de gewenste toonwaarde ( fig . 100 ) . Alle figuren vanaf nr 88 tot nu zijn uitgevoerd als lijncliché .
Rasterclichés
Voor de autotypie , de koperdiepdruk en de offsetdruk gebruikt men de volgende werkwijze : Gewassen tekening . - Puur en simpel of opgehoogd met lijnen of omtrekken . Als materiaal : oostindische inkt , watervaste inkt of zwarte waterverf . Vermijdt retouche met gouache , waaraan meer of minder zwart is toegevoegd want mengingen van zwart en wit geven blauwachtige grijzen en deze komen slecht over op de foto . Aan het gemengde zwart moet dus een beetje bruin of sepia worden toegevoegd om een warm grijs te krijgen . Pure zwarte gouacheverf daarentegen zal een intenser zwart opleveren dan oostindische inkt . Hetzelfde geldt voor toetsen van pure witte gouache , die witter zijn dan het wit van het papier . Overdrijf een beetje de contrasten , die altijd de neiging hebben een beetje af te zwakken bij de clichering vooral voor de autotypie en de offset . Alle nuanceringen zijn mogelijk , zelfs met gebruik van de verfspuit , vooral in fotomontages voor reclamedoeleinden , maar een werkwijze met vlak ingevulde tinten en duidelijke lijnen zal een krachtiger effect geven . Gouache . - Mengsels van sepia met cremserwit gebruiken , aangezien zwart de neiging heeft een blauwachtig grijs te maken , dat onbruikbaar is . Goed dekkend schilderen , maar zonder empatementen en korsten , waarvan het hindelijke relief op de cliché zichtbaar zou worden . Contrékrijt . - Wordt niet speciaal aanbevolen , behalve voor tekeningen in lijn met het doel door het cliché een facsimile van een krijttekening tot stand te laten komen ; de clichering wordt zeer kostbaar als gevolg van het werk van de retoucheur . Wordt dan ook alleen voor zeer verzorgde uitgaven gebruikt . De verfspuit geeft "moderne " effecten , met wazige , ofschoon een beetje weke schakeringen . Het vereist een kostbare apparatuur waarin een zeer vloeibare inkt of verf wordt gebruikt . Men is verplicht nauwkeurige schablonen te maken , zoals ook voor spatwerk . Sommingen vervangen dit door een afdekken van niet te spuiten partijen met een speciale plastic - of rubberoplossing . Deze wordt met een penseel opgebracht en kan na het spuiten als een huidje worden afgetrokken . De fig . 95 tot 97 laten voorbeelden zien van " vierkante " rastercliché's ( omdat de vier zijden zuiver recht begrensd zijn ) . Cliché's welke gebruikt zijn voor de fig 81 en 104 noemen wij " vrijstaande " autopyieën .
12-10-2006
ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
Art . Nr . 61 . b ,
Fig . 99 .
Het materiaal van de steentekenaar . 1 , lithografische steen - 2 , staafje inkt en oplosbakje - 3 , Litografisch krijt in houder - penselen , pen , enz.
FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
Fig . 98 .
Boekdruk en Koperdiepdruk
ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
Art . Nr . 61 . b ,
DRUKTECHNIEKEN
Wanneer men een op de juiste wijze geïnkt cliché met de reproductie in relief of uitgehold van een tekening op een daartoe geschikt papier perst , zal dit zijn afbeelding krijgen . maar er zijn nog andere methodes om te drukken behalve die met cliché's , waarover we zojuist spraken . Allereerst de offset . Het cliché van de tekening wordt in contact gebracht , niet rechtstreeks met het papier , maar met een rol van rubber en deze rol zal daarna het ontvangen beeld op het papier overgrengen . Zijn voordeel is dat men er op gewoon papier mee kan drukken , zelfs met rastercliché's . Bovendien kunnen de offsetpersen tot zes kleuren tegelijk drukken en een enorm aantal exemplaren per uur afleveren , zodat hij voor grote oplagen zeer voordelig is . Vervolgens de lithografie of steendruk . Hierbij wordt de tekening rechtstreeks vervaardigd op een speciaal geprepareerde steen of soortgelijke ondergrond en deze zal dan zelf de tekening afdrukken . Typografische druktechnieken zijn niet in staat tot afdrukken van zeer groot formaat , zoals bijv. affiches . Daarvoor gebruikt men nu juist de steendruk . In beginsel is steendruk tekenen op steen , maar sinds vele jaren vervangt men deze voor grote composities door platen van zink of aluminium , waarvan men het oppervlak voorzien heeft van een korrel die overeenkomst met die van de lithografische steen . Deze platen worden op cylinders gerold , die gebruikt worden in de rotatiepersen van grote oplagen . Maar of het nu over steen of zink gaat , de techniek is dezelfde . De tekening moet in spiegelbeeld op de steen worden uitgevoerd , hetzij met behulp van calqueerpapier hetzij fotografisch . De lithograaf trekt dan de tekening op de steen over met lithografisch krijt of inkt . Deze zijn vet en de daarmee bedekte delen zullen later niet door zuur worden ingebeten en enigszins verhoogd blijven staan . Voor druk in meer dan één kleur moeten meerdere stenen betekend worden in beginsel één voor iedere kleur . Men moet zich bewust zijn van het grote verschil dat bestaat tussen de steendruk en de andere hier beschreven technieken . Bij de autotypie en de koperdiepdruk , die mechanische procédés zijn , wordt de tekening precies zo weergegeven als de kunstenaar hem gemaakt heeft . Tenzij de kunstenaar zelf op steen tekent wordt bij de lithografie de tekening naar het origeneel op de steen door een beroepslithograaf overgebracht . Hoe bekwaam en getrouw deze ook zijn mag , de tekening zal altijd iets van zijn vrije wijze van doen en van karakter verliezen . Een gewetensvol kunstenaar zal dan ook altijd zelf zijn creatie op de steen tekenen en minstens die van de steen , waarop de eigenlijke lijnen van de tekenaar komen te staan . De enige in acht te nemen voorwaarde is dat hij in spiegelbeeld komt te staan , maar men kan daartoe een overtekening maken van het ontwerp op doorschijnend papier met een stukje contékrijt . Dit papier wordt daarna omgedraaid op de steen gelegd en door er dan met een platte liniaal sterk over te wrijven , verkrijgt men de omtrekken van de tekening op de steen . Aangezien conté - of siberisch krijt niet vet is , zullen zijn lijnen bij het bijten ( of " etsen " ) verdwijnen , zodat men zich daarover geen zorgen behoeft te maken .
11-10-2006
ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
Art . Nr . 61 . a ,
Een losse drukletter uit gegoten metaal . Onder , een lijncliché . De uitgebeten plaat zink wordt met spijkertjes op een blok hout bevestigd om gelijke hoogte te krijgen met de drukletters . Letter en cliché zijn hier niet op dezelfde schaal weergegeven .
FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
Fig . 92 .
Hoe een tekening vergroten of te verkleinen .
FIG . 93 EN 94 .
Fig . 93 .
Tekening in linen met grijzen ( mechanische tonen ) . De kunstenaar verlangde hier de toepassing van twee verschillende tonen , waartoe eerst een blauwe tint op de betreffende plaatsen werd aangebracht , die vervolgens van twee verschillende nummers voorzien werden , de ene voor het jasje , de andere voor de pantalon .
Fig . 94 .
Schema van clichering voor rastercliché .
ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
Art . Nr . 61 . a ,
Fig . 95 , 96 en 97 .
Dezelfde gewassen tekening gereproduceerd met rasterclichés in rasters van resp . 50 , 80 en 130 .
ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
Art . Nr . 61 . a ,
Reproductie en Druktechnieken
Er bestaat een groot aantal procédé's voor het weergeven en drukken van composities in zwart wit of in kleur . We noemen hiervan de steendruk , de houtgravure de boekdruk , de koperdiepdruk , de ets , de droge naald , de steengravure , de kleurenlitho , de schablonendruk enz . Voor een tekenaar is het onnodig om hen alle te kennen , want ieder van hen vereist een specialisatie ; We zullen hier slechts spreken over de procédé's welke het meest gebruikt worden , nl . de boekdruk voor tekeningen in boeken , kranten en tijdschriften en de lithografie ( of steendruk ) en offsetdruk voor het drukken van aanplakbiljetten , etiketten en in het algemeen voor drukwerk in grote opslagen . De echte steendruk is wat uit de tijd en de offsetdruk kwam hiervoor in de plaats .
REPRODUCTIETECHNIEKEN
Cliché's
Alle illustraties die je , al of niet in kleur , in de meeste boeken , kranten en tijdschriften ziet , zijn gereproduceerd met behulp van cliché's . Deze zijn geheel in de plaats gekomen van de houtgravure , die thans nog wel wordt toegepast bij luxe - edities in beperkte oplaag en in sommige catalogi en prijscouranten . Om een tekening te kunnen afdrukken heeft men dus een cliché nodig . Dit is een plaat van koper of zink - en tegenwoordig ook lichtmetalen , zoals magnesium - waarop de tekening langs fotografische weg is overgebracht en door chemische processen met een of ander zuur op zodanige wijze wordt uitgebeten , dat de tekening in relief over blijft en de rest is weggevallen door het wegbijten met het zuur . Men zal gemakkelijk begrijpen dat dit cliché zich op de drukpers gedragen zal op de wijze van een drukletter . De verhoogde delen zullen de inkt van de rol opnemen en zodoende kan de tekening op papier worden afgedrukt . Er zijn twee hoofdsoorten cliché's : het lijncliché en het rastercliché of autotypie . 1e . Lijncliché's . - Wanneer het de reproductie betreft van een tekening in oostindische inkt , met pen of penseel , of eventueel in zwart krijt , maar dan alleen in en met lijnen , dus zonder nuances en schakeringen maakt men wat genoemd wordt een lijncliché . Hij is de meest voorkomende en goedkoopste vorm van chemiegrafische reproductie , die bovendien het voordeel heeft het gebruik van een willekeurig soort papier , zelfs van zeer ordinair , zoals krantenpapier , mogelijk te maken . De kunstenaar maakt eenvoudig weg zijn tekening op wit papier met lijnen , die zo zwart en duidelijk mogelijk zijn . Als hij arceringen maakt , moeten deze niet te dun en niet te dicht bij elkaar staan en ook niet te veel gekruist , want te grote fijnheden komen niet over en te ingewikkeld gekrabbel kan vlekken maken op het cliché en de afdruk . Overigens heeft de kunstenaar de vrijheid om zijn tekening groter te maken dan de afgebeelde grootte , een derde , de helft of zelfs het dubbele , maar natuurlijk altijd in de juiste verhoudingen . Om dit te bereiken behoeft men slechts de werkelijke afmetingen van de reproductie ( fig . 92 in A B C D ) te tekenen en daarna een diagonaal , die men verlengt , om op gemakkelijke wijze een vergroting met dezelfde verhoudingen te krijgen . Bij een lijncliché kan men ook nog gebruik maken van door de cliché-maker aan te brengen tinten die we " films " noemen . In het algemeen zijn deze tinten ofwel een min of meer grove puntering , ofwel horizontale , verticale of schuine en ook arceringen al of niet gekruist . De tekenaar geeft de plaats voor deze films aan met blauwe waterverf of maakt op zijn tekening een aparte calque waarop hij de te filmen gedeelten massief zwart aangeeft . Deze laatste methode verdient verreweg de voorkeur . Aan de hand van een proef van de filmen , die iedere clichémaker heeft , geeft hij het nummer van de film aan . De films varieëren in ieder patroon van licht tot donker . Lijncliché's kunnen ook gebruikt worden voor kleurendruk , maar dan dient voor iedere kleur een aparte werktekening gemaakt te worden . Ook daarop zullen we nog terugkomen . 2e . Rastercliché's of autotypiën . - Voor reproductie van een tekening die niet uitsluitend uit lijnen bestaat , maar uit tinten , zoals bijvoorbeeld een gewassen tekening , een aquarel , een genuanceerde krijttekening , is men verplicht om een ingewikkelder en duurder procédé te hulp te roepen , nl . de autotypie . Deze wijze van clicheren geeft de mooiste resultaten met fijne rasterpunten op zeer gladde papiersoorten - het zgn . " kunstdruk " en andere gecoucheerde papieren . We zullen niet op de details ingaan , doch slechts vermelden dat hij het fotograferen van de tekening tussen de lens van de camera en de gevoelige plaat een stuk spiegelglas wordt geplaatst waarin zeer fijn gekruiste lijntjes zijn gegraveerd en dat de naam draagt van " raster " ( fig . 94 ) . De tekenaar zal dan overkomen , niet met tinten , maar met een zeer stippeling , die niet zichtbaar is voor het oog , maar wel met een vergrootglas op de aldus gereproduceerde tekening . De punten zullen meer of minder grof zijn naar gelang de toon donkerder of lichter is . In de lichte partijen zullen de puntjes heel klein ven ver van elkaar verwijderd zijn en zelfs geheel verdwijnen hetgeen dan volkomen wit oplevert . In de donkere partijen zullen de punten elkaar soms raken , waardoor een bijna volkomen zwart onstaat . Men zal wel inzien dat , wanneer de tekening niet op die wijze in bijna onzichtbare puntjes zou zijn onderverdeeld , het niet mogelijk zou zijn om de metalen plaat door het zuur te laten inbijten . Er zijn fijne en grove rasters . Sommige zijn voor het blote oog onzichtbaar , ander , grovere wel (fig . 95 - 97 ) . De eerste worden uitsluitend op papier van zeer gladde , uitstekende kwaliteit gebruikt . Hoe grover het raster is , hoe meer het een afdruk op goedkoop en inferieur papier toestaat . Zeer grove autotypieën kunnen zelfs op krantenpapier worden afgedrukt . Er bestaan twee soorten van raster ; het ene is verdiept gegraveerd in het glas , het andere is met zwarte lak in lijntjes getekend ; zij zijn vierkant , rechthoekig of rond en in verschillende diktes gelinieerd naar gelang het te gebruiken afdrukpapier . Hoe gladder het papier is , hoe fijner raster gebruikt kan worden . Rasters worden aangeduid volgen hun lineatuur naar gelang de bestemming van de cliché's , bijvoorbeeld : Voor kranten en tijdschriften : raster 22 tot 40 . Voor beter uitgevoerde catalogi en brochures : raster 40 tot 48 . Voor boeken en geïllustreerde tijdschriften : 48 tot 80 . Deze getallen geven het aantal lijnen per cm aan .
Koperdiepdruk
Dit procédé verschilt geheel van het vorige Zoals bij de ets en de kopergravure ligt de tekening verdiept en niet verhoogd op het metaal . Naarmate de tint donkerder is zijn de " puntjes " in het metaal dieper en kunnen dus meer inkt opnemen wat een donkerder afdruk geeft . Meestal wordt voor deze druktechniek de zgn . rotatiedruk toegepast , waarbij dus de gehele drukvorm op een cilinder aangebracht wordt en waardoor men in korte tijd zeer grote opslagen kan drukken . Onze grote geïllustreerde weekbladen ( " Panorama " , " Kath . Illustratie " "en " De Spiegel " ) , komen op deze wijze tot stand .
10-10-2006
ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
Art . Nr . 61 .
Fig . 88 .
Modeshow ( Een 50 tal jaar geleden )
FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
Fig . 89 .
Ontwerp voor de omslag van een modetijdschrift .
FIG . 90 . - HERENMODE .
Fig . 90 .
Herenmode ; tekening van HEMJIC uit het tijdschrift ADAM