TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
14-06-2006
ART . NR . 28 . b , - DE AANHECHING VAN DE HALS
Art . Nr . 28 . b ,
De aanhechting van de hals
Bij het tekenen van een kop moeten wij in eerste plaats aandacht schenken aan de stand van de kop op de hals . De hals draagt er niet in geringe mate toe bij het hoofd zijn stijl en gratie te geven . De hals draagt het hoofd , geeft het zijn evenwicht en neemt meer of minder aan iedere beweging van het hoofd deel . Wij kunnen de hals het beste vergelijken met een cilinder ; bij de man breed en zwaar , bij de vrouw langer en slanker. Reeds bij de studie van de spieren van de hals hebben wij gewezen op de plooien , soms weinig zichtbaar , dan weer duidelijker waarneembaar , al naar gelang stand en beweging . Bij de vrouw , de jonge vrouw vooral , verzacht de vetlaag onder de huid dit relief , wanneer het tenminste niet gaat om een uitgesproken magere hals . Sommige vrouwen beschouwen een magere hals - en dit is vaak het gevolg van " mode - voorschriften " - als het ideale , doch vaak zijn de " koorden " , welke wij dan tussen hoofd en borst waarnemen , zeker niet fraai te noemen . Naarmate men ouder wordt valt de hals in en rimpel deze , waardoor de sterkere plastiek op een meer natuurlijke wijze gevormd wordt . In de halfschematische tekening van fig . 28 ziet je dat in vooraanzicht de plastiek van de hals wordt bepaald door de borstbeen - sleutelbeen - tepelspier . Voorts dient je ook fig . 29 goed te bestuderen vanwege zijn opmerkelijk relief . Van opzij gezien - en vooral bij de man - ziet men duidelijk het relief van de adamsappel . Wordt het hoofd achterover gebogen , dan komt het uitsteeksel nog duidelijker uit . Bij een kop in voorover gebogen stand zakt het schildvormig kraakbeen weg en ziet men de adamsappel bijna niet . Ook het verloop van de neklijn in zijaanzicht moet goed bestudeerd worden . Daar , waar de neklijn overgaat in de ruglijn zien wij een verhevenheid , welke veroorzaakt wordt door het uitsteeksel van de laatste ruggewervel . Wanneer je een kop schetst , zet dan de hals als een cilinder op . Dit is de beste grondvorm en je heeft op die manier voldoende houvast . Let vooral op , dat je het aanrakingsvlak met de romp duidelijk vaststelt , zoals dit in fig. 28 goed te zien is . Voor de verdere bewerking zult je moeten steunen op uw kennis van de halsspieren en het is daarom nuttig om de fig . 10 en 11 in gedachten te houden . Wees er echter van doordrongen dat de hals steeds in harmonie met de kop moet zijn . Een bolle kop op een slanke hals zou even vreemd staan als een langgerekt hoofd op een korte hals .
De gelaatsuitdrukking
Wij weten , dat wanneer de spieren welke direct onder de huid liggen , samengetrokken worden , dit van invloed is op de gelaatstrekken . Naarmate deze contracties meer of minder sterk zijn , onstaan de zeer vele uitdrukkingen in het gelaat . Natuurlijk draagt ook de blik van de ogen , de helderheid of beweging hiervan bij tot een bepaalde expressie , maar bovenal zijn het toch de oppervlakkige mimische spieren die de gelaatsuitdrukking bepalen . Vaak kan het een enkele spier zijn die dit bewerkstelligt . Hoewel de gehele houding kenmerkend kan zijn voor een bepaalde gemoedstoestand , is het toch wel in de eerste plaats de gelaatsuitdrukking die de ware emotie duidelijk maakt . Wanneer bepaalde samentrekkingen van de spieren zich vaak herhalen , bepaalt dit tenslotte de algemene uitdrukking van iemands gelaat . Dan spreken wij dus van een bepaald " type " - vrolijk of ernstig - blij of droevig - boosaardig of medelijdend - afgunstig of edelmoedig - nadenkend of dom - geveinsd of openhartig - omdat een bepaalde uitdrukking overheerst . Wanneer wij nu de verschillende uitdrukkingen in fig . 30 bezien , merken wij op dat het weergeven van een bepaalde expressie eigenlijk op zeer eenvoudige trekken berust . Maar nu gaat het erom , dat wij deze op de juiste plaats en met het juiste accent weergeven . Je zult waarschijnlijk zeggen dat wij hier dicht bij de karikatuur staan . Inderdaad is dat zo , want is niet de karikatuur de meest scherpe uitgebeelding van de expressie ? En dat in al zijn eenvoud . Ook wij moeten hier min of meer van uitgaan . Observeer uw model goed om te zien welke de belanrijke onderdelen zijn die het type bepalen . In verschillende schema's van fig . 30 zijn de ogen niet of nauwelijk aangegeven . Wij missen deze niet en toch voelen wij heel goed de uitdrukking . Het is ook interessant na te gaan hoe weinig er aan een bepaalde expressie veranderd behoeft te worden om een geheel andere uitdrukking te verkrijgen . Probeer nu eens voor uzelf , zonder deze schema's na te tekenen , bepaalde uitdrukkingen in gezichten die je dagelijks romdom U waarneemt , te tekenen . Doe dit dus op dezelfde eenvoudige wijze , zonder bijkomstige details .
15-06-2006
ART . NR . 29 , - FIG . 31 . - GELAATSUITDRUKKING
Art . Nr . 29 .
Fig . 31 .
Zie , hoe de gelaatsuitdrukking in de loop der jaren verandert . Op jeudige leeftijd zijn de trekken nog niet zo sterk als op middelbare leeftijd. Groeven en plooien karakteriseren de ouderdom .
ART . NR . 29 , - FIG . 34 . - POTLOODTEKENING DOOR CLOUET
Art . Nr . 29 .
Fig . 34 .
Potloodtekening door Clouet .
FIG . 33 . ETS DOOR REMBRANDT
Fig . 33 .
Ets door Rembrandt .
ART . NR . 29 , - FIG . 32 POTLOODTEKENING DOOR INGRES
Art . Nr . 29 .
Fig . 32 .
Potloodtekening door Ingres .
.
Zie hoe mooi in deze werken de verschillende leeftijden zijn weergegeven .
17-06-2006
ART . NR . 29 . - FIG . 38 , 39 , 40 .
Art . Nr . 29 .
Fig . 38 , 39 en 40 .
Opeenvolgende stadia van een kopstudie , op dezelfde wijze gedaan als in de vorige afbeeldingen . Het enige verschil is dat hier met de tekenpen gewerkt is , hoewel de eerste opzet in potlood ( HB ) gemaakt werd .
ART . NR . 29 . - FIG . 37
Art . Nr . 29 .
Fig . 37 .
Het relief is nu voldoende duidelijk . Alles wat hiertoe nodig was is gedaan ; de tekening is af !
ART . NR . 29 . - FIG . 36 . LICHT EN SCHADUW
Art . Nr . 29 .
Fig . 36 .
De hulplijnen zijn weggevlakt . Met het aanbrengen van licht en schaduw wordt voortgegaan en reeds zijn de verschillen in toonwaarde te zien .
ART . NR . 29 . - FIG . 35
Art . Nr . 29 .
Fig . 35 .
Ziehier het resultaat van de oefeningen , zoals in dit hoofdstuk beschreven . De verschillende assen en richtingslijnen zijn heel dun geschetst en ook de ovale vorm van het hoofd is aangegeven . De belangrijkste onderdelen zijn op de juiste plaats gezet , terwijl de voornaamste schaduwpartijen bepaald zijn .
18-06-2006
ART . NR . 29 . - STUDIE VAN HET HOOFD
Art . Nr . 29 .
Studie van het hoofd
Door sommigen wordt aangeraden om de studie van het hoofd te beginnen met het maken van snelle schetsen en niet meteen al werkelijke studies te gaan maken . Zij willen dus , dat de leerling in enkele lijnen het wezenlijke van de modellen rondom hem vastlegt , om zodoende te leren de gelaatsuitdrukking en de gelijkenis weer te geven . Maar is dit eigenlijk niet het paard achter de wagen spannen ? Op één punt zouden wij er ons mee kunnen verenigen : er zijn typen die door één enkel onderdeel van het gelaat gekarakteriseerd worden , b.v. een kromme neus , een vooruitstekende kin , spleetogen enz. Maar dit zijn toch wel uitzonderingen . En dan moet de leerling toch over voldoende vaardigheid beschikken om zijn modellen snel te kunnen observeren en weer te geven . Bovendien zou hij dan ook in staat moeten zijn om de bijkomende , maar toch onontbeerlijke onderdelen hun juiste plaats te geven . Voor U ligt de zaak echter anders . Door de voorafgaande studies van de onderdelen bent je vertrouwd met de bouw van de kop , met de plastiek en met het karakter . Ongetwijfeld heeft je ook al enkele personen getekend en wilt je graag doorgaan met dit prettige werk dat wij je ook steeds hebben aangeraden te doen . Maar zonder op dit punt met onszelf in tegenspraak te zijn , geloven wij dat het bij het tekenen van de kop - vanwege de moeilijkheid met het bereiken van de gelijkenis - niet onverdienstelijk is om met de ontleding te beginnen alvoren over te gaan tot de samenvatting . Want een schets is toch in wezen een samenvatting . In het tweede deel van de cursus " het tekenen van figuren in lijn " bent je al vertrouwd geraakt met de algemene houding en de beweging . In deze les ging het nog niet om een volmaakte weergave van het hoofd en de uitdrukking van het gezicht . Wij leerden hier alleen het hoofd in zijn grote vorm en houding vast te leggen . Maar nu moeten we verder gaan . Moesten wij daarom niet beginnen met het bestuderen van ieder onderdeel apart ? En juist niet door er schetsen van te maken , maar ernstige studies ? Laten wij dus stap voor stap verder gaan met onze studie . Dat is veel verstandiger dan ons te werpen op iets dat bij voorbaat al op teleurstelling uitloopt . Thans bent je volkomen bekend met de onderdelen van het hoofd en weet je deze ook goed te plaatsen in de algemene vorm . Door met de studie inplaats van met schetsen van de gehele kop te beginnen , ziet je ook veel meer het verband tussen de onderdelen onderling . Je heeft veel meer de tijd om waar te nemen , te ontleden en te beredeneren . Daarom zult je nu met meer kans op succes kunnen beginnen met het maken van snelle schetsen , omdat je een logische en verantwoorde studie achter de rug heeft en je uw onderwerp volkomen beheerst .
Het model
Voor de studie van het hoofd heeft het geen enkele zin om tijd te besteden aan het natekenen van foto's . Hiervan leert je niets ! Alleen het tekenen naar levend model brengt je verder . En het is een veel interessanter en boeiender werk , omdat je voor een vraagstuk komt te staan dat je zelf moet oplossen . Dit werk vraagt natuurlijk veel inspanning . Maar is dit dan ook niet leerzaam en geeft het geen grote voldoening wanneer je ziet dat de resultaten geslaagd zijn ? Welnu , iedere nauwgezette en ijverige studie en het volhouden tot het einde toe moet leiden tot een geslaagde tekening . Daarom , aan het werk ! In de eerste plaats krijgen we dus de keuze van ons model . Het meest gehoorzame en welwillende model bent je echter zelf . Met behulp van een spiegel kunt je dus wel heel gemakkelijk uw eigen hoofd en face en ook wel in driekwart aanzicht tekenen . Voor het zijaanzicht en verder afgedraaide standen zou je met meerdere spiegels moeten werken en dat is niet altijd even gemakkelijk te verwezenlijken . Voor die studie zult je dus de hulp moeten inroepen van vrienden en huisgenoten . Zij zullen dit zeker niet weigeren . Voor de eerste studies moet je het evenwel niet te moeilijk maken . Het hoofd van uw model moet samenvallen met uw horizon . Laat de stand van het hoofd in ieder geval niet gedwongen zijn . Uw model moet zich echt op zijn gemak voelen . Een heel natuurlijke stand dus en vooral geen theatrale uitdrukking . Bedenk dat het hoofd een deel van de gehele figuur uitmaakt en dat , wanneer de figuur dus gespannen is of ongemakkelijk zit , dit zijn weerslag vindt in de uitdrukking op het gezicht . Trouwen , voor het model is het evenmin prettig om een gedwongen houding aan te nemen . Dit vermoeit het model teveel en het stilzitten wordt dan ook bezwaarlijk . Overigens zult je ontdekken dat er maar weinigen zijn die werkelijk goed kunnen poseren . Alleen al het feit dat zij zich lenen voor een gedetailleerde waarneming brengt velen in verlegenheid en daardoor verliezen zij al gauw hun natuurlijke houding . Je kunt dus het beste een beetje met hen praten en op hun gemak stellen . De houding van het model moet in ieder geval zo zijn , dat de stand , na een korte rustperiode , gemakkelijk te hernemen is . Gun uw model altijd voldoende ogenblikken rust , want met een vermoeid model is niet te werken . Wanneer je zelf eens zou poseren zult je merken dat een half uur zitten al meer dan voldoende is . Maak dus geen misbruik van uw model door een zitting langer te laten duren . Vooral wanneer je kinderen tekent zult je hen vaker moeten laten rusten . Zorg er ook altijd voor dat je zelf alles in gereedheid heeft , zodat je , wanneer uw model zit , direct met het werk kunt beginnen . Niets is voor het model vervelender te moeten merken dat niet alles in orde is ; dat je nog papier moet pakken of een punt moet slijpen . Houdt gedurende het werk ook altijd contact met uw model door een prettig gesprek te voeren , zodat het model op die manier zijn ontspanning krijgt . Het resultaat hiervan is dat je gedurende de studie een levendig gezicht voor U heeft .
Lichtval en lichteffect
Bij het portrettekenen is de lichtval van veel belang . Naar gelang de sterkte kan hij het karakter van een gelaat doen uitkomen , versterken of vervormen . Portretschilders weten heel goed dat de belichting moet worden aangepast aan het wezen van het model ; aan zijn expressie . Het ene gezicht krijgt zijn ware uitdrukking onder een zacht licht ; het andere vraagt om een krachtiger belichting , welke op zijn beurt krachtiger schaduwen geeft . De belichting kan een sfeer , een omgeving scheppen en het karakter van een persoon onderstrepen ; het toneel , en vooral de film , geven ons daar vele voorbeelden van . Voor dit ogenblik echter moet je er nog niet naar streven om het werk van een portretschilder te doen . Voor U is nodig dat je uw model gemakkelijk kunt observeren . Licht dat van voren valt maakt de kop vlak , omdat er maar weinig schaduwen te ondekken zijn en dientengevolge de plastiek zwak zichtbaar is . Laat het licht dus van opzij komen , waardoor de plastiek beter tot zijn recht komt . Vermijdt evenwel een belichting waardoor de ene helft van het gezicht al het licht ontvangt en de andere helft een grote schaduwpartij is . Je ziet dus dat de belichting een punt van zorgvuldige overweging is .
Het formaat van de tekeningen
Het is niet raadzaam om zeer grote tekeningen te maken . Een te grote tekening wordt veelal leeg , vooral wanneer de verhoudingen tussen vormen en toonwaarden niet zuiver verantwoord zijn . Zorg er bij uw kopstudies voor , dat de tekening ongeveer tweederde is van de werkelijke grootte van de te tekenen kop . Wanneer je uw tekening spontaan opzet - en hier moeten wij toch altijd naar streven - zal de kop zijn volmaakte grootte hebben . De studies van de onderdelen van het gelaat welke je in het begin maakte , zullen wel ongeveer op de ware grootte gemaakt zijn . Maar wat je ook tekent , zorg er in ieder geval voor dat het niet te klein wordt . Neem altijd een vel papier dat groter is dan de tekening welke je van plan bent te maken . Op die wijze bent je verzekerd van een goede plaatsing en loopt je niet het gevaar dat je te dicht bij de randen van het papier komt . Ook wanneer je tijdens het werk verrast zou worden door een bepaald onderdeel dat je graag zou bijvoegen of doordat het model even zou veranderen van houding - al is deze nog zo gering - dan heeft je in ieder geval voldoende ruimte om dit weer te geven .
Werkwijze
Wij gaan er dus vanuit dat je voldoende studies heeft gemaakt van de onderdelen : ogen , monden , neuzen en oren , zowel van uw eigen gezicht als van zich opofferende modellen . Thans komen wij dus tot de complete tekening . In de vorige hoofdstukken gaven wij de reden op om pas later met de schets te beginnen , althans met de snelle schets . Het is trouwens duidelijk - en , zonder dat er tegenspraak mogelijk - zou zijn - dat uw eerste studies nog niet meer zullen zijn dan schetsen , maar dan toch schetsen die in hun eenvoud volledig verantwoord zijn en niet slechts het resultaat van een vluchtige blik . Je eerste schetsen zullen de vruchten zijn van een ernstige waarneming van ieder onderdeel van de kop . Je weet immers , en dit zeggen wij met nadruk , dat het er niet om gaat een " ideale kop " te construeren of tot een voorlopig resultaat te komen . Ons doel is het bestuderen van het hoofd van een bepaalde persoon . Alvoren dan ook een streek op ons papier te zetten dienen wij volkomen vertrouwd te zijn met de verschijningsvorm , met het karakter en de expressie , zoals wij begrip krijgen voor de algemene structuur en dat wij door vergelijking met de " ideale canon " , komen tot een natuurgetouw beeld . De verschillen die er onstaan tussen ons model en de ideale canon zullen wij op het oog moeten schatten . Uitsluitend door een nauwkeurige observatie kunnen wij ontdekken waarin deze verschillen bestaan en wat juist het bijzondere karakter uitmaakt . De maatverhoudingen van de canon hebben wij vanzelfsprekend goed in onze gedachten en het valt ons dus niet moeilijk om de onderlinge verhoudingen te vergelijken . De plaatsing , de onderlinge afmetingen en de algehele bouw dienen dus in de eerste plaats zorgvuldig nagegaan te worden . " Hoe zullen we nu verder gaan ? " , zal de volgende vraag zijn die bij je opkomt . " Gaan wij nu het ovaal van het hoofd schetsen , de grondvorm dus ? ". Inderdaad , dat doen we , maar dan op een heel eenvoudige manier , welke alleen dient om de hoogte - en breedtemaat vast te stellen en de richting van de kop te bepalen . In geen geval moeten wij proberen om de omtrek met al zijn golvingen en toevalligheden weer te geven , want dat zou op een teleurstelling uitlopen . Wij moeten de vorm als het ware van binnenuit opbouwen . Is de plaatsing van de ogen juist en komen hun vormen overeen met de werkelijkeheid , dan zult je al een waarheidsgetrouw beeld verkrijgen . Is verder ook de neus op de juiste wijze aangebracht en wordt de mond verantwoord ingebouwd , dan zult je zien welk een treffende gelijkenis je reeds verkregen heeft . Na deze bewerking zullen wij pas de contour van het hoofd gaan corrigeren . Omdat wij de onderdelen op de goede plaatsen geschetst hebben zal het verloop van de wanglijn en van de kin ons minder moeite geven . Hiermede is de studie van het hoofd echter nog niet af , want tenslotte zullen wij ook de aanhechting van de hals en de voortzetting van de hals in de schouders moeten tekenen , daar deze elementen in hoge mate bijdragen het karakter van de kop te versterken , hetgeen wij reeds eerder hebben opgemerkt . Laten wij nu nog eens kort samenvatten hoe een goede schets tot stand komt :
( 1 ) Een geduldige en nauwgezette bestudering van het model , op de wijze zoals boven beschreven is .
( 2 ) De juiste stand van het hoofd in U opnemen .
Het hoofd kan meer of minder neigen en deze neiging heeft niet hetzelfde aanzicht in vooraanzicht , in driekwart - aanzicht of en profil gezien . De plaats van de middenas is dus zeer belangrijk . Uitgaande van deze as wordt dus de algemeen beschrijvende ei - vorm geschetst .
( 3 ) Het bestuderen van de verhoudingen en de plaatsing van de belangrijkste onderdelen . Door gebruik te maken van de assen zult je de juiste plaats van de onderdelen kunnen vaststellen en de afstanden tussen deze onderdelen zullen op hun beurt weer het bepalen van de onderlinge verhoudingen vergemakkelijken . Dit is een belangrijk stadium van de schets , want hiermede staat of valt het uiteindelijk resultaat . Je moet nagaan welke punten op dezelfde lijn komen te liggen en goed kijken in hoeverre deze belangrijke aanknopingspunten daarvan afwijken . Het is goed om de canon nog eens aandachtig te bestuderen en het verloop van de deellijnen na te gaan .
( 4 ) De plaatsing van de onderdelen . Ook hier , zoals gewoonlijk : schets eerst de grondvormen en wanneer de plaatsing en de onderlinge verhoudingen juist zijn dan pas kunt je de werkelijke vormen schetsen . Bestudeer in dit verband de fig . 21 t / m 26 nog eens .
( 5 ) De aanduiding van de vlakken . Bij de opzet heeft je natuurlijk al rekening gehouden met de perspectief . Wij gaan nu de vlakken licht en donker aanbrengen , die uiteindelijk de dieptemaat moeten weergeven . De onderlinge in kracht van deze tinten moeten wij heel goed bestuderen . Wij leggen daarom eerst een egale tint aan , welke in kracht de lichtste partij niet mag overtreffen . Vervolgens wegen wij de onderlinge toonverhoudingen zuiver tegen elkaar af om zodoende tot een harmonieus geheel te komen . Staan de verschillende vlakken dan in hun juiste verhoudingen tegen elkaar , dan zal als het ware vanzelf een ruimtelijk beeld verkregen worden . Tijdens deze bewerking zoeken wij tevens naar bepaalde trekken , welke op de juiste wijze aangeduid en onderstreept , de gelijkenis zullen bevorderen . Ook het haar zullen wij in brede partijen licht en donker moeten aanleggen , waardoor aard en karakter van het kapsel duidelijk gemaakt moet worden . Verval niet in een pijnlijk nauwkeurige weergave van ieder haartje apart . Laten wij nog eens herhalen dat wij het hoofd niet los mogen zien van de hals en schouders . Besteed dus ook aan deze ondedelen veel zorg . Denkt U vooral niet dat het er om gaat de schets met grote snelheid te maken en wees er van overtuigd dat een goede tekening heus geen uitzonderlijke vaardigheid van de hand vereist , maar in de eerste plaats een nauwkeurige observatie en een hechte bouw . Vergelijk dus in de opzet steeds het ene ondedeel met het andere . Schets daarom in het begin uiterst dun , omdat foutieve lijnen gemakkelijk weggevlakt kunnen worden . Bedenk dat een opzet het uitendelijk resultaat in zich heeft . Om tot een geslaagde tekening te komen is het vaak nuttig om eerst enkele detailstudies te maken . Je geeft eerst een algemeen beeld van uw model door middel middel van een ruwe schets . Vervolgens kies je een bepaald onderdeel , b.v. de ogen en maak hiervan een nauwkeurige studie . In een volgende zitting bestudeert en tekent je andere onderdelen . Op die wijze krijgt je een veel beter begrip van de kop en het resultaat zal merkbaar zijn wanneer je het geheel gaat tekenen . De studie , het woord zegt het reeds , is eigenlijk een voorbereidende proef waardoor je uw model beter leert kennen en waarbij je kunt onderzoeken welke tekentechniek daarbij het beste past . In het volgende hoofdstuk zullen wij de standen bezien , waarin meesten portretten getekend of geschilderd worden .
ART . NR . 29 . a , - FIG . 41 , 42 , 43 , HOOFD IN ZIJAANZICHT
Art .Nr . 29 . a ,
Fig . 41 , 42 , 43 ,
Met behulp van deze schetsen zult je geen moeite hebben om op de juiste wijze een kop in zijaanzicht te tekenen .