E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    virreke
    blog.seniorennet.be/virreke
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    22-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 24 . c , - FIG . 61 EN 62 : CONSTRUCTIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 24 . c

    Fig . 61  en  62 : Contructie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 24 . c , - FIG . 61 EN 62 : CONSTRUCTIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 24 . c

    Fig . 61 .

    Het  Landschap  met  Figuren .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR 24 . c , SAMENGESTELDE ONDERWERPEN - HET LANDSCHAP MET FIGUREN .
    Art . Nr . 24 . c

             Samengestelde  onderwerpen .

            Het  Landschap  Met  Figuren .

      Wij  hebben  in  de  loop  van  onze  studie  der  verschillende  elementen  in  het  landschap  ( terrein , bomen , enz )  nooit  ieder  onderwerp  apart  genomen  en  van  de  omgeving  gescheiden ; wat  trouwens  onmogelijk  zou  zijn .  Natuurlijk  werd  uw  aandacht  vooral  op  een  bepaald  onderwerp  gevestigd ...  maar  wij  hebben  altijd  de  omgeving  erbij  gehaald , ook  al  was  deze  in  de  voorbeelden  die  wij  je  toonden  tot  het  uiterste  teruggebracht .  Wij  hebben  je  eerst  heel  eenvoudige  onderwerpen  laten  zien  en  daarna  meer  uitgewerkte  motieven , steeds  meer  en  uitgebreider  en  die  zwaarder  gaan  " tellen " , maar  toch   " het  onderwerp  van  studie "  dat  zij  omringen , laten  uitkomen .  Toen  wij  gesproken  hebben  over  de  haven  kwamen  ook  de  personen  al  naar  voren .  Zij  komen  in  veel  onderwerpen  voor  en  brengen  leven  en  beweging  in  stadsgezichten , straten , parken , plantsoenen , markten , fabriekscentra  enz ....  De  schets  is  het  meest  geeigend  voor  de  uitdrukking  en  uitvoering  van  dergelijke  levendige  taferelen .  Het  is  trouwens  het  begin  van  op  het  atelier  gemaakte  schilderijen .  Het  zou  inderdaad  grote  moeilijkheden  met  zich  meebrengen  om  direct  in  de  natuur  zulke  onderwerpen  te  schilderen . Alleen  de  schets  of  een  vluchtige  tekening  maakt  het  mogelijk  om  aantekeningen  te  maken  voor  het  uit  te  voeren  schilderij .  Toch  sluit  dit  de  mogelijkheid  niet  uit  van  een  ter  plaatse  te  maken  kleurschets  in  olieverf , waterverf  of  pastel . 

      Wij  laten  je  in  fig. 61  een  bijzonder  .   Het werd  met  conté - potlood  gemaakt ;  een  zeer  geliefd  materiaal  voor  dit  soort  schetsen  omdat  men  hiermede  direct  en  krachtig  kan  werken .  Het  plein  is  omzoomd  door  bladerloze  lindebomen  en  wordt  rechts  en  in  het  verschiet  begrensd  door  schilderachtige  huisjes .  Doch  het  zijn  vooral  de  figuren  op  de  voorgrond  die  het  gehele  beeld  zo  levendig  doen  zijn .  De  tekenaar  is  begonnen  met  de  opzet  van  de  grote  vormen , zoals  fig . 62  ons  toont .  Van  veel  belang   hierbij  is  de  juiste  aanduiding  van  de  horizon  omdat  daamee  ook  de  onderlinge  verhoudingen  van  de  figuren  bepaald  worden .  Je  ziet  dus  ook  dat  bij  wijze  van  "  sleutel "  eerst  de  twee  personen  op  de  voorgrond  en  de  man  op  het  derde  plan  geschetst  werden .  Dit  kon  des  te  gemakkelijker  omdat  deze  personen  weinig  bewogen .  Nu  de  verhoudingen  van  deze  mensen  bepaald  waren , bleek  het  niet  moeilijk  te  zijn  de  juiste  proporties  van  de  overige  marktbezoekers  vast  te  stellen .  Door  de  snelheid  waarmee  dergelijke  schetsen  worden  gemaakt  is  er  veelal  geen  tijd  om  de  juiste  houdingen  te  schetsen  en  men  moet  dan  ook  een  beroep  doen  op  zijn  visuele  geheugen .  Wel  kan   men , zoals  dit  ook  hier  is  gedaan , de  plaats  van  de  personen  aangegeven  door  een  verticaal  lijntje  met  onder  en  boven  een  horizontaal  streepje  voor  de  grens  van  hoofd
     en  voeten .  Ook  kan  zo'n  schets  thuis  verder  afgewerkt worden  door  iemand  in  bepaalde  standen  te  laten  poseren .  Om  de  schets  wat  meer  steun  te  geven  zijn  er  hier  en  daar  wat  toontjes  ingezet ; heel  luchtig  overigens , om  de  indruk  van  schets  te  behouden .  Bij  het  weergeven  van  een  figuur  of  figuren  in  landschap  en  stadsgezicht  dienen  wij  er  ons  wel  van  bewust  te  zijn  dat  de  uitbeelding  van  personen  niet  te  belangrijk  mag  worden .  Het  mag  dus  nooit  een  portret  worden of  een  verzameling  portretten .  Overigens  zult  je  dit  zelf  kunnen  ontdekken  in  de  illustraties  van  deze  les .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 67 . - VOLTOOIDE COMPOCITIE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 65 .

    Voltooide  Compocitie .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 65 en FIG . 66 - SCHETS EN OMWERKING .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 65  en  Fig . 66

    Schets  en   Omwerking .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 64 . - VOLTOOIDE TEKENING .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 64 .
     
    Voltooide  Tekening .

    Landschap  in Vogelvlucht .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 63 . - CONTRUCTIE .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 63 .

    Contructie .

    23-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 24 . d , - HET LANDSCHAP IN VOGELVLUCHT
    Art . Nr . 24 . d ,
     
          Het  Landschap  in  Vogelvlucht  .

      Bij  het  tekenen  van  een  landschap  of  stadsgezicht  waarbij  de  tekenaar  een  hoog  standpunt  heeft , komt  onmiddelijk  de  noodzaak  van  een  verantwoorde  constructie  naar  voren .  Over  het  algemeen  ziet  men  in  dit  aanzicht  een  vrij  ingewikkeld  vormenspel  in  vogelperspectief .  Een  duidelijker  voorbeeld  dan  in  fig . 64  is  bijna  niet  te  geven  omdat  beide  elementen  -  huizen  en  bomen  -  op  een  fraaie  wijze  bijeengebracht  zijn .  Het  is  een  gezicht  op  Parijs  vanaf  de  heuvel  van  Montmartre  vlak  voor  de  beroemde  Sacre  Coeur .  Het  uitzicht  vanaf  dit  punt  is  werkelijk  indrukwekkend .  Toch  is  de  tekenaar  niet  zo  maar  begonnen , maar  heeft  hij  wel  degelijk  naar  een  passende  afsluiting  van  het  beeld  gezocht .  Enigszins  links  van  de  tuin  die  voor  de  basiliek  ligt  is  hij  blijven  staan , omdat  vanaf  die  plaats  zijn  gezichtsveld  werd  afgesloten  door  de  bomen  aan  de  rechter  -  en  linkerkant .  De  horizon  werd  natuurlijk  hoog  geplaatst  omdat  dit  de  ruimtelijkheid  vergroot .  In  fig . 63  ziet  je  de  constructie  voor  dit  gegeven .  Je  zult  moeten  toegeven  dat  dit  een  noodzakelijke  voorbereiding  is , ten  eerste  om  het  juiste  verloop  van  de  wijkende  lijnen  te  kunnen  vaststelen  en  ten  tweede  om  uit  de  veelheid  van  vormen   te  komen .  Vooral  de  voorgrond  dient  zuiver  gemarkeerd  te  worden  en  meer  naar  de  horizon  toewerkend  zal  de  strakheid  van  vormen  afnemen  en  versmelten  deze  in  een  tere   waas  .  Let  daarom  bij  dit  soort  tekeningen  ook  bijzonder  goed  op  het  afnemen  in  kracht  van  de  toonwaarden .  De  techniek  van  tekening  64  :  tekenpen , zwartkrijt  en  doezelaar  hebben  wij  in  de  les  " Licht  en  Schaduw  "  uitvoerig  besproken .

      Het  krijt  diende  voornamelijk  voor  het  aanbrengen  van  de  grijzen  en  met  de  tekening  werden  de  nodige  accenten  aangebracht .  Het  geheel  is  een  prachtig  voorbeeld  van  een  samengestelde  techniek  en  vormt  tevens  een  waardige  afsluiting  van  onze  landschapstudie . 

      Het  Landschap  in  de  Decoratieve  Kunst .

       Thans  gaan  wij  ons  een  ogenblik  wijden  aan  de  functie  van  het  landschap  in  de  decoratieve  kunst .  Wanneer  men  deze  functie  heeft  begrepen  kan  men  zijn  scheppend  vermogen  ook  dienstbaar  maken  aan  dit  onderdeel  van  de  teken -  en  schilderkunst .  Wij  gaan  dus  de  natuur  niet  weergeven  zoals  wij  haar   zien , doch  " gebruiken "  het  motief  slechts  om  het  vereenvoudigd  en  gestyleerd  toe  te  passen  in  de  versieringskunst .  Vanzelfsprekend  zal  deze  decoratieve  omwerking  afhankelijk  zijn  van  de  verschillende  opvattingen die  de  makers  hebben  en  de  wijzen  van  weergave  zijn  dan  ook  talloos .  Doch  hoe  wij  ook  te  werk  zullen  gaan , iedere  oplossing  zal  blijk  moeten  geven  van  een  goede  smaak .  Een  decoratieve  landschap - compositie  kan  direct  als  zodanig  worden  opgezet , doch  het  is  eveneens  mogelijk  dat  hij  ontstaat  uit  een  studie  naar  de  natuur .  In  één  der  volgende  lessen  zullen  wij  het  onderwerp  " Compositie "  behandelen , doch  nu  reeds  willen  wij  je  iets  vertellen  van  dit  interessante  onderdeel  van  uw  studie .  De  schets  ( fig . 65 )  is  naar  de  natuur  gemaakt .  Tijdens  het  werk  heeft  de  tekenaar  al  gezien  dat  het  onderwerp  zich  spoedig  zou  lenen  voor  een  decoratieve  oplossing .  En  inderdaad  is  dit  ook  een  schitterend  motief , vooral  door  het  in  het  groen  verscholen  dorpje .  De  voorgrond  evenwel  is  niet  erg  aantrekkelijk ;  tamelijk  droog  en  armzalig  zelfs .  Daarom  kon  dit  onderwerp  ook  niet  zuiver  worden  omgewerkt  en  moest  de  tekenaar  zoeken  naar  een  prettiger  afsluiting  van  het  motief  om  het  dienstbaar  te  maken  aan  zijn  bedoeling .  Hij  vond  de  oplossing  door  het  huis  met  de  twee  bomen  op  de  voorgrond  weg  te  laten .  De  leegte  die  daardoor  zou  onstaan  moest  door  een  toevoeging  worden  goedgemaakt .  Een  gelukkige  vondst  was  dan  ook  om  links  en  rechts  een  boom  te  plaatsen , terwijl  het  middengedeelte  werd  gevuld  door  plantengroei .  De  zware  bladermassa's  rechts  en  links  boven  omzomen  op  fraaie  wijze  het  gehele  beeld .  Fig . 66  toont  ons  de  schetsmatige  opzet  waarbij  wij  ook  opmerken  dat  het  kerkje  meer  domineert  en  het  gehele  samenstel  van  huisjes  en  bomen  rondom  vereenvoudigd  werd ;  Let  er  ook  op  dat  het  kerkje  niet  precies  in  het  midden  staat  en  dat  de  bomen  op  de  voorgrond  evenmin  symmetrisch  zijn .  Dit  zou  namelijk  een  verstarrend  beeld  kunnen  geven .  Ook  bij  een  decoratieve  versiering  dienen  wij  immers  te  streven  naar  leven  en  beweging .  In  de  uitwerking  ( fig . 67 ) , zien  wij  dat  de  bladermassa  op  de  voorgrond  sterk  gestyleerd  is  door  een  scherpe  vormbepaling .  Ook  in  de  planten  is  dit  duidelijk  te  zien .  De  ruimte  in  dit  beeld   is  verkregen  door  een  vrij  krachtige  tegenstelling  van  toonwaarden .  Het  geheel  werd  uitgevoerd  in  twee  kleuren  (zwart  en  wit )  olieverf .   

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 72 . - STADSGEZICHT BIJ REGEN - DOOR - B . MAHN .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 72 .

          Stadsgezicht  bij  regen .

       Tekening  met  gewassen  tint

         Door   Berthold    Mahn.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 71 . - STADSGEZICHT IN SNEEUW . - SCHILDERIJ DOOR - d' ANTRAL .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 71 .

    Stadsgezicht  in  sneeuw .

    Schilderij  door  d'Antral .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 70 . - RUST - MONUMENTAAL - BEWOGENHEID - ( DRAMATISCH )
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 70

    Rust  -  Monumentaal  -  Bewogenheid

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 69 . - ZONLICHT EFFECT - DOOR - H . GAZAN .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 69 .

    Zonlicht  effect  :  sterke  contrasten

    Gewassen  tekening  door   H  . Gazan .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 68 . - VOORBEELDEN VAN MINDER GOEDE COMPOSITIES .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 68 .

    Voorbeelden  van  minder 
        goede  composities .

    24-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 24 . e - PRAKTISCHE WENKEN
    Art . Nr. 24 . e ,

                          Praktische   Wenken .

      De  opbouw  van  deze  les  leert  je  eerst  stap  voor  stap  de  Natuur  te  volgen  ;  de  eerste  serie  tekeningen  is  beperkt  tot  het  vereenvoudigd  weergeven  van  de  belangrijkste  onderdelen  van  het  landschap .
    Na  een  studie  van  volledige  onderwerpen  komt  tot  uitvoering  van  een  tekening  of  schilderij , waar  je  uw  vrijheid  moet  durven  gebruiken ;  Natuurlijk  niet  in  het  wilde  weg  en  zonder  het  verstand  te  gebruiken ; hoewel  de  kunstenaar  het  recht  heeft , in  bepaalde  gevallen  zelfs  de  plicht , om  te  wijzigen , te  arrangeren ; het  werkelijk  landschap  te  herscheppen ; in  een  woord  te  " componeren  "  om  een  boeiend  geheel  te  maken , waaruit  zijn  karakter  en  persoonlijkheid  spreken .  Zolang  het  slechts  gaat  om  enkele  wijzigingen  is  het  gemakkelijk ;  het  is  voldoende  als  men  zich  houdt  aan  de  algemene  wetten  van  vorm , structuur , perspectief  en , naar  gelang  de  omstandigheden , aan  licht - en  schaduwwerking .  Zo  kan  men  in  een  gedeelte  van  een  schilderij  als  deze  toevoeging  nuttig  is , een  groep  bomen  plaatsen , die  men  elders  gezien  heeft , of , integendeel ,  een  huis  weglaten  dat  een  lelijk  effect  geeft , een  ver  verwijderd  element  naar  voren  halen , als  dit  voor  het  " welzijn"  van  de  compositie  beter  is .  Als  de  schilder  zijn  landschap  geheel  uit  zijn  verbeelding  moet  opbouwen , moet hij  logischerwijs  beschikken  over  een  behoorlijke  documentetie ; natuurlijk  geholpen  door  schetsen , een  veelheid  van  studies  die  hij  zal  omwerken  en  veranderen .  Als  men  werkt , hetzij  naar  de  natuur , hetzij  uit  het  hoofd , moet  de  compositie  een  eenheid  vormen , waarmee  wij  bedoelen  dat  zij  geen  tegengestelde  belangrijke  elementen  mag  bevatten :  deze  doen  elkaar  schade .  Een  belangrijk  element , dat de  aandacht  trekt ,met  daarbij  andere  bijkomstige  elementen  als  entourage , is  de  eerste  wet  die  men  in  acht  moet  nemen .  Het  is  een  veel  voorkomende  fout , dat  men  het  papier  vol  tekent  met  niet  één , maar  met  verschillende  landschappen  die  evenwel  aparte  eenheden  vormen .  Een  is  voldoende .  Het  gaat  om  de  juiste  keuze .  In  het  algemeen  moet  het  belangrijkste  punt  niet  in  het  midden  van  de  compositie  liggen , men  moet  een  ereplaats  geven .  Als  men  het  bijvoorbeeld  helemaal  in  een  hoek  zet , zal  het  geheel  " mank " worden .  Het  belangrijkste  punt  moet  met  zorg  worden  uitgevoerd  in  z'n  geheel , in  z'n  kleurwaarde ;  hetzij  dat  lichtend  naar  voren  komt , het  licht  schijnt  op  te  vangen ; hetzij  als  donkere  massa  tegen  een  lichtende  achtergrond .  Als  men  een  compositie  in  tweeén  verdeelt , horizontaal , verticaal  of  diagonaal  en  men  zou  alle  lichte  elementen  in  de  ene  helft  en  alle  gedekte  elementen  in  de  andere  helft  plaatsen , zou  dat  geen  prettig  effect  geven , men  moet  het  licht  en  de  schaduw  uitbalanceren  door  bv.  een  donkere  massa  in  de  lichte  helft  te  plaatsen  of   omgekeerd .  Vanuit  dat  standpunt   bekeken  komt  niet  alleen  de  uigestrektheid  van  de  tegengestelde  oppervlakten  in  het  geding ,  maar  ook  hun  kleurwaarde .  Een  klein  element  met  een  uitgesproken  kleurwaarde  bijvoorbeeld  kan  een  veel  grotere  massa  van  een  andere  kleurwaarde  in  evenwicht  brengen .  En  in  ieder  geval  moet  men  een  te  uitgesproken  symmetrie  vermijden ;  het  ene  belangrijke  element  moet  in evenwicht  worden  gebracht  door  een  ander , veel  kleiner , maar  opvallender ; een  enkele  boom  bv.  die  door  zijn  vorm , zijn  belichting , zijn  isolement , temeer  de  aandacht  zal  trekken .  Licht  en  schaduw  verschijnen  in  de  natuur  in  vele  vormen  en  de  schilder  kan  hun  spel  zelf  bepalen  in  een  weergave  of  een  ontwerp , op  voorwaarde  dat  hij  niet  vervalt  in  onmogelijke  tegenstellingen .  Dit  spel  licht  en  schaduw  is  bepalend voor  het  " effect " , waarover  wij  gesproken  hebben  in  de  les  " Licht  en  Schaduw " ( Art . Nr . 14  Het  Effect ) .  Bij  het  effect  van  het  contrast  bv.  zijn  de  verschillen  groot .  Maar  het  effect  hangt  nog  van  andere  dingen  af  en  de  hoofdrichting  van  de  voornaamste  lijnen  in  een  tekening  of  schilderij  kunnen  een  kalmerende  werking  hebben , een  bepaalde  vlotheid  of  een  dramatische  spanning  geven  ( fig . 70 ) .  Nu  wij  het  toch  over  effect  hebben :  ieder  landschap  heeft  zijn  eigen  atmosfeer .  Men  moet  de  tijd  kiezen  die  het  beste  overeenkomt  met  het  motief , waarbij  men  het  karakter  het  best  kan  vastleggen .  Men  moet  de  elementen , bepalend  voor  het  onderwerp , haarscherp  treffen , wij  zouden  haast  zeggen  overdrijven , zoals  we  dat  gedaan  hebben  bij  de  Notre  Dame .  De  schilder  moet  er  ook  rekening  mee  houden  dat  zijn  stemming  overeenkomt  met  juist  dit  plekje  en  geen  ander , met  de  tijd , de  belichting ...
       Vandaar  dan  ook  de  zegswijze  : " een  landschap  is  een  geestestoestand  " .
       In  ieder  geval , als  je  op  jacht  gaat  naar  motieven  reken  dan  niet  op  het  toeval .  Als  je  dat  doet  komt  je  s'avonds  met  broddelwerk  thuis .  Je  doet  er  goed  aan  eerst  uw  terrein  te  onderzoeken  om  in  uw  geheugen  of   in  een  aantekenboekje  de  ligging  van  interessante  onderwerpen  vast  te  leggen .  Teken  ook  aan  welke  tijd  het  geschikst  is  om  elk  van  die  onderwerpen  in  studie  te  nemen .  Als  de  zon  schijnt , kijk  dan  of  je  een  schaduwplekje  kunt  vinden , zodat  je  niet  verblind  wordt  door  het  zonlicht  dat  op  uw  papier  valt .  Herlees  nogmaals  de  raadgevingen  van  de  schilder  Schultz - Dal .  Begin  met  eenvoudige  onderwerpen  en  voor  de  rest  moet  je  eerst  de  onderdelen  van  het  landschap  bestuderen : terrein , bomen , fabrieken  enz ... Als  je  aan  een  onderwerp  toekomt , kies  dan  geen  buitensporige  dingen .  Het  overkomt  de  beginner  trouwens  vaak  dat  hij  de  onderwerpen  niet  ziet , terwijl  zij  in  overvloed  aanwezig  zijn , letterlijk  bij  elke  stap  voor  zijn  neus  oprijzen .  Of  beter , hij  ziet  niet  wat  hij  ervan  kan  maken , omdat  hij  een  objectieve  kijk  heeft , geen  subjectieve , nog  niet  in  zijn  eigen  taal  vertaald .  Went  je  dus  aan  het  subjectieve  zien  door  de  voorbeelden  van  grote  schilders  te  bekijken .  De  vele  afbeeldingen  in  deze  cursus  tonen  je  al  hoe  je  een  landschap  moet  zien .
      Maak  vooral  veel  eenvoudige  schetsen  op  klein  formaat  om  het  belangrijkste  te  leren  zien  en  goed  te  kunnen  opzetten .  Een  hulpmiddel  dat  men  in  verband  hiermee  nooit  moet  vergeten , is uw  motiefzoeker , welke  je  in  staat  stelt  het  juiste  gedeelte  van  een  motief  vrij  te  maken  van  zijn  omgeving .  Wat  uw  uitrusting  betreft , daarmee  bent  je  al  bekend , want  in  de  les  " Licht  en  Schaduw  "  is  dit  beschreven  en  wij  zullen  er  hier  niet  onnodig  op  terugkomen .
    Als  je  zich  beslist  wilt  wapenen  tegen  tegen  de  zon , neem  dan  een  parasol  mee  die  je  in  de  grond  kunt  zetten .  Vergeet  ook  de  punaises  ( duimspijkers ) niet  om  uw  papier  mee  op  het  karton  te  prikken , want  de  wind  kan  al  even  hindelijk  zijn  als  de  zon . 
      Maar  voordat  je  de  natuur  intrekt  zult  je  deze  les  immers  goed  bestudeerd  hebben .  Alleen  dan  zijn  waardevolle  resultaten  te verwachten .  Bestudeer  en  ontleed  de  verschillende  illustraties  en  probeer  de  technieken  te  begrijpen .  Wees  nimmer  tevreden  met  een  voorlopig  resultaat ; zelfs  niet  in  uw  schetsen .  Bezie  de  natuur  en  besef  wat  je  ziet , want  je  kent  deze  belangrijke  grondslagen , is  het  niet :  leren  kijken  om  te  zien  -  weten  op  te  houden .  Wij  wensen  je  een  prettige  studie  en  veel  succes !!
       



    25-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 25 . DE KLEURENPRISMA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 25 .

    De  Kleurenprisma .

    Met  behulp  van  het  prisma  kon  de  Engelse  natuurkundige  en  astronoom  Isaac  Newton
    1642  -  1727   bewijzen  dat  wit  licht  alle  kleuren  bevat , ( wit is geen kleur ) .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 25 . DE KLEUREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 25 .

      De  Primaire  en 
    Secundaire  Kleuren

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE KLEURENDRIEHOEK
    Klik op de afbeelding om de link te volgen De  Kleurendriehoek.

    De  Primaire  of   Hoofdkleuren ,

    Rood  -  Blauw  -  Geel

    De  Secondaire  Kleuren

    Violet  of  Paars  -  groen  - en   Orange

    verder  hebben  we  nog  de  Tertiaire

    en  ( Quartaire  kleuren  niet  afgebeeld ) .

    27-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 25 . DE KLEUREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 25

    Voordat  we  verder  gaan  met  de  volgende
     lessen  :  Het  Hoofd  -  Het  Naakt  -  Figuurtekenen  -  De  Dieren   -  De  Compositie  -  Het  Ontwerpen  -  En   De  Schildertechnieken   leren  we  eerst  nog  iets  over  de  kleuren .

       Je  heeft  tijdens  de  studie  van  de  voorgaande  lessen  al  vele  gebieden  onderzocht .  Zowel  levende  wezens  als  dode  voorwerpen  en  landschappen  heeft  je  onder  verschillende  omstandigheden  kunnen  waarnemen , al  naar  gelang  de  omgeving  waarin  deze  waren  geplaatst  en  ook  onder  verschillende  belichtingen .  Je  bent  geboeid  geworden  door  hun  vormen , maar  niet  minder  -  nietwaar ?  -  door  hun  kleuren .  Mens  en  dier , voorwerp  en  landschap  heeft  je  tot  nu  toe  met  potlood , houtskool , conté  of  pen  en  inkt  weergegeven , omdat  je  nog  niet  over  kennis  en  vaardigheid  beschikte , deze  onderwerpen  in  kleuren  weer  te  geven .   Als  gevolg  van  de  beperkte  middelen  waarover  je  beschikte , was  je  genoodzaakt  de  vorm  en  de  ruimte  weer  te  geven  door  middel  van  lijnen  en  vlakken  in  potlood , houtskool  of  in  pen  en  inkt .  De  lijnen  waren  afwisselend  van  dikte  en  door  middel  van  een  reeks  grijzen  hebben  wij  de " toonwaarden  "  uitgedrukt .
       Vanzelfsprekend  heeft  je  van  deze  studies  heel  veel  geleerd ;  Je  bent  in  staat  de  vormen  ruimtelijk  weer  te  geven .  De  werkelijkheid  echter , die  alleen  door  de  kleur  aan  het  beeld  gegeven  kan  worden , ontbrak  nog  steeds . 

                         Wat  is  kleur  ?

      Alvoren  hier  een  antwoord  op  te  geven , moeten  wij  even  teruggaan  naar  de  natuurkundige  les  op  school  en  zeer  zeker  zult  je  zich  de  volgende  proef  herinneren  door  een  kristallen  prisma  lieten  wij  een  zonnestaal  vallen .  Als  deze  straal  het  prisma  verliet  verdeelde  hij  zich  in  een  naast  elkaar  liggende  kleurenreeks .  Wij  noemden  dit  de  spectrale  kleurenband , waarin  op  elkaar  volgden  :  paars , blauw , groen , geel , oranje  en  rood .  Het  zonlicht  is  dus  ontleed  in  deze  kleuren  en  hetzelfde  verschijnsel  heeft  je  zelf  meermalen  kunnen  waarnemen  bij  de  regenboog  na  een  bui , waarbij  de  in  de  lucht  zwevende  waterdruppels  de  rol  van  het  prisma  spelen .  De  kleuren  van  het  spectrum  zijn  weliwaar  niet  zo  scherp  van  elkaar  gescheiden  zoals  wij  dit  in  de  afbeelding  zien .   In  werkelijkheid  gaan  zij  vloeiend  in  elkaar  over  en  deze  overgangen  tussen  de  kleuren  zijn  zeer  goed  waarneembaar .  Het  is  zonder  meer  duidelijk  dat  de  vereniging  van  deze  kleuren  weer  het  zonlicht  vormt .  Laten  wij  nu  in  gedachten  eens  afdalen  in  een  grot , met  onze  hand  een  rood  vorwerp .  In  de  volslagen  duisternis  zullen  wij  noch  het  voorwerp , noch  zijn  kleur  kunnen  zien .  Nu  gaan  wij  weer  terug  naar  het  daglicht .  Naarmate  het  licht  sterker  wordt  zullen  vorm  en  kleur , welke  eerst  niet  te  onderscheiden  waren , steeds  meer  zichtbaar  worden .  Des  te  duidelijker  de  kleur  waarneembaar  wordt , des   te  duidelijker  zal  ook  de  vorm  worden .  Wij  kunnen  hieruit  dus  afleiden , dat  het  alleen  het  licht  is , dat  aan  de  objecten  die  het  verlicht , zijn  kleur  geeft .
      Maar , zult  je  zich  afvragen , hoe  komt  het  dan , dat  verschillende  voorwerpen  welke  een  gelijk  licht  ontvangen  en  tegelijkertijd  worden  waargenomen , verschillen  van  kleur  zijn  ?   Dit  komt , omdat  deze  voorwerpen  ieder  een  gedeelte  van  het  zonnespectrum  vasthouden  -  in  zich  opnemen  als  het  ware  -  en  het  andere  deel  daarvan  naar  ons  oog  terugkaatsen .  Anders  gezegd :  een  voorwerp  is  rood , omdat  alle  kleuren  uit  het  licht  door  het  voorwerp  worden  opgenomen , behalve  de  kleur  rood , die  met  de  kleur  van  het  voorwerp  overeenkomt .  Deze  kleur  rood , wordt  dus  weerkaatst  en  zodoende  zien  wij  het  voorwerp  rood .  Deze  inleiding  geeft  in  het  kort  weer  wat  wij  verstaan  onder  de  uitdrukking  " kleur " . 

              Praktische  Toepassingen .

      Onze  primaire  kleuren  zijn :
             Geel   -  Blauw  -  Rood  

    Door  deze  primaire  kleuren  te  mengen  kan  je  secundaire  kleuren  aanmaken .
    Bv :  Ultramarijn donker (blauw) met  Alizarin  ( rood ) bekom  je  een  helder  paars  of  violet .
    Cadmiumgeel  citroen  met  ceruleum  blauw  gemengd  is  helder  groen .
    Cadmiumgeel  met  Cadmiumrood  is  een  helder  oranje , dit  noemen  we  dan  de  secundaire  kleuren .

                    De  kleur  in  de  schaduw.

       Tenslotte  zullen  wij  nog  moeten  weten  hoe  de  kleur  in  de  schaduw  tot  uitdrukking  komt .  Vaak  zien  beginners  dit  niet  duidelijk  en  denken  zij  dat  het  voldoende  is  om  wat  zwart  bij  een  bepaalde  kleur  te  mengen  om  zodoen  de  donkerder  tint  te  verkrijgen .  Maar  op  deze  wijze  komt  men  er  niet  en  zal  er  een  onzuivere , dorre  kleur  onstaan .  Een  kleur  word  niet  " gedood "  door  de  schaduw , want  -  en dit  mogen  wij  nooit  vergeten  -  schaduw  is  iets  anders  dan  duisternis .  Vanzelfsprekend  verliest  een  kleur  in  de  schaduw  iets  van  zijn  kracht  en  soms  iets  van  zijn  zuiverheid .  Groepeer  maar  eens  enkele  voorwerpen  van  verschillende  kleur  en  je  zult  zien  dat  de  schaduwpartijen  welke  hier  en  daar  de  oppervlakken  bedekken , de  kleur  zullen  beinvloeden  en  zelfs  de  kleur  kunnen  laten  veranderen  door  wederzijdse  invloed  der  kleuren .  Hoe  het  ook  zij , de  schaduw  is  nimmer  neutraal  van  kleur , of , liever  gezegd , nimmer  kleurloos .  Hij  heeft  een  eigen  kleur  welke  over  het  algemeen  verwant  is  met  de  kleur  van  het  voorwerp  zelf .  Wij  spreken  in  dit  verband  over  een  alleenstaand  voorwerp , omdat  bij  een  groepering  van  voorwerpen  andere  invloeden  bepalend  zijn  voor  de  kleur .

      Maar  wij  kunnen , nog  steeds  bij  het  alleenstaande  voorwerp , ook  waarnemen , dat  de  kleur  van  de  eigen  schaduw  beinvloed  wordt  door  de  kleur  van  de  lichtpartij  welke  ons  oog  opvangt  en  dat  deze  schaduwkleur  de  tegenkleur  of  complementaire  kleur  is  van  de  werkelijke  kleur  van  het  voorwerp .

                     Omschrijving .

      Wat  verstaat  men  onder  kleurentheorie  ?
      De  kleurentheorie  of  kleurenleer , gegrond  op  de  proeven  van  de  natuurkundige  Newton  en  Tundall  en  de  scheikundige  Chevreul , is  de  studie  van  de  veelvuldige  verschijningsvormen  der  kleuren , wanneer  men  deze  mengt  of  naast  elkaar  plaatst ;  dat  is  de  waarneming  van  hun  werking  op  hun  omgeving , van  hun  eigen  reacties  en  ook  van  hun  verschillende  gedragingen , al  naar  gelang  de  sterkten  van  het  licht  dat  zij  opvangen .  
      Wij  hebben  gezien , dat , wanneer  het  zonlicht  door  een  kristallen  prisma  valt , dit  licht  ontleed  wordt  in  een  reeks  kleurschakeringen , namelijk  violet , blauw , groen , geel , oranje  en  rood .  Bovendien  hebben  wij  gezien  dat  het  alleen  het  licht  is , dat  de  dingen  kleurt .  Dientengevolge  heeft  welk  voorwerp  dan  ook , geen  kleur  van  zichzelf  en  is  de  kleur  die  het  te  zien  geeft  de  kleur  van  de  uitstraling  welke  niet  opgeslokt  wordt  door  de  stof  waaruit  het   voorwerp  bestaat .  Het  voorwerp  dat  alle  stralen  van  het  zonnespektrum  opneemt  is  zwart ;  een  voorwerp  dat  alle  stralen  van  dit  spetrum  weerkaatst , is  wit .  

             Grondkleuren  en  tegenkleuren 

      Bestudeer  op  de  afbeelding  de  kleuren  rood , blauw  en  geel .  Het  zijn  opzichzelfstaande  kleuren , welke  wij  door  geen  enkele  menging  kunnen  verkrijgen .  Daarom  noemen  wij  dit  de  grondkleuren  of  primaire  kleuren .  Vervolgens  bekijken  wij  de  kleuren , violet , groen  en  oranje .  Het  violet  ontstaat  uit  de  menging  van  rood  en  blauw , het  groen  verkrijgen  wij  door  blauw  en  geel  te  mengen , terwijl  rood  en  geel  het  oranje  oplevert .  Deze  kleuren  worden  de  tegenkleuren  of  complementaire  kleuren  genoemd .  Elke  tegenkleur  vormt  inderdaad  de  aanvulling  van  de  grondkleur  welke  niet  tot  zijn  samenstelling  behoort .  Door  de  vereniging  met  deze  grondkleur  wordt  dan  weer  de  samenstelling  van  het  zonlicht  verkregen , dat , zoals  wij  weten , gevormd  wordt  door  de  vereniging  van  de  stralen  rood , blauw  en  geel .  Het  violet  is  dus  de  tegenkleur  van  geel , het  groen  van  het  rood  en  het  oranje  van  het  blauw .  En  dit  ook  in  omgekeerde  wijze .  In  de  ruiten  van  de  kleurendriehoeken  liggen  grondkleur  en  tegenkleur  steeds  tegenover  elkaar .  Tussen  de  hoekpunten  van  de  driehoeken  zien  wij  de  kleuren  gaande  van  oranje  naar  rood , van  rood  naar violet , van  violet  naar  blauw , enz .  Steeds  zult  je  tegenover  ieder  van  deze  kleuren  zijn  tegenkleur  vinden .

               De  invloed  van  het  licht .

      In  het  voorgaande  hebben  wij  gezien , dat  de  kleur  van  een  voorwerp  zich  wijzigt  naar  de  stof  waaruit  het  bestaat  en  vooral  ook  naar  de  inval  van  het  licht  waardoor  het  wordt  beschenen .  Maar  de  kleur  ondergaat  ook  wijzigingen , al  naar  het  licht  sterker  of  zwakker  is .  Wanneer  wij  een  helder  groen  zien  onder  normaal  licht  dan  zal  het  zijn  volle  kleur  tonen .  Wordt  het  licht  sterker  dan  zal  het  groen  zijn  eigen  kleur  verliezen  om  een  geelachtig  groen  te  worden  en  bij  een  nog  sterker  licht  een  witachtig  geel  te  zien  geven .  Indien  de  lichtsterkte  daarentegen  afneemt  zal  de  groene  kleur  meer  naar  het  blauw  neigen .  
      De  toonwaarden  van  de  kleuren  zijn  eveneens  afhankelijk  van  de  lichtsterkte .  Wanneer  wij  een  rood  en  een  blauw  in  de  schaduw  plaatsen  zal  het  opvallen  dat  het  rood  zwakker  en  het  blauw  helderder  wordt .  

            De  tegenstellingen  van  kleur .

      Vaak  kunnen  wij  duidelijke  kleurtegenstellingen  waarnemen , zoals  bijvoorbeeld  bij  rook  die  uit  een  schoorsteen  opstijgt .  Tot  de  rand  van  het  dak  zien  wij  die  rook  blauwachtig ,  maar  tegen  de  blauwe  lucht  doet  hij  roodachtig  aan .  
      Kleurtegenstellingen  kunnen gelijktijdig  ontstaan .  Wanneer  wij  twee  kleuren  van  dezelfde  aard  naast  elkaar  plaatsen , de  ene  donker , de  andere  licht , dan  zal  de eerste  donkerder  en  de  tweede  lichter  zijn  dan  zij  werkelijk  zijn .
      Twee  kleuren  van  verschillende  aard  beinvloeden  elkaar  eveneens  en  veranderen  door  de aanwezigheid  van  ieders  tegenkleur .  Het  zien  van  een  kleur  brengt  inderdaad  op  het  netvlies  van  ons  oog  de  verschijning  van  de  tegenkleur  teweeg .  Om  deze  reden  verrijken  zich  twee  naast  elkaar  gelegen  complementaire  kleuren .  Om  dezelfde  reden  wordt  een  kleur  die  tegen  zwart  of  wit  is  gezet  helderder  en  daaromheen  zien  wij  een  wazige  krans  van  zijn  tegenkleur .
      Ook  in  de  werkelijkheid  kunnen  wij  dit  constateren  wanneer  wij  bijvoorbeeld  rode  bloemen  bij  sterk  licht  geruime  tijd  bekijken . Richten  wij  onmiddelijk  hierna  de  blik  op   een  wit  vlak  dan  verschijnt  het  beeld  van  de  plant  voor  ons  oog  als  een  z.g.  " nabeeld "  in  tegenkleuren .  Wij  zien  dan  de  bloemen  groen  en  de  bladeren  rood .  Wij  noemen  dit  subjectieve  contrastkleuren  en  zij  bieden  ons  een  waardevol  hulpmiddel  om  de  tegenkleur  van  een  kleur  vast  te  stellen . 
      Hieruit  volgt  weer  dat  wij  ons  ook  een  verkeerde  indruk  van  een  kleur  kunnen  vormen  wanneer  wij  een  tijd  lang  naar  een  voorwerp  gekeken  hebben  met  de  tegenkleur  van  die  kleur .
      De  wet  van  deze  contrastwerking , door  Chevreul  opgesteld , verklaart  ook  de  kleur  in  de  schaduwpartijen  en  het  is  nu  duidelijk  dat  de  schaduw  die  door  een  kaars  geworpen  wordt  blauwachtig  schijnt  omdat  de  kaarsvlam  oranje - achtig  is .  De  schaduw  op  een  geel  vlak  zal  beinvloed  worden  door  de  tegenkleur  van  geel , het  violet  om  daardoor  een  groenachtige  bruine  tint  te  laten  onstaan .  

         Mengingen  van  gelijksoortige  en 
               ongelijksoortige  kleuren . 

       Weet  je  dat  een  menging  van  cadmiumrood  en  ultramarijn  een  dof  violet  geeft .  Het  cadmiumrood  is  een  warme  kleur ; ultramarijnblauw  echter  is  geen  uitgesproken  koude  kleur , zijn  kleur  neigt  iets  naar  het  roodachtige .  Een  zuiverder  menging  verkrijgen  wij  dan  ook  wanneer  wij  het  violet  samenstellen  van  een  uitgesproken  koel  rood , b.v.  alizarin  ( rood )  met  dit  blauw .  Een  menging  van  het  citroengeel  met  het  koude  caeruleumblauw  zal  een  zuiverder  groen  opleveren , dan  wanneer  wij  dit  geel  mengen  met  ultramarijn .  Natuurlijk  zal  uit  dergelijke  mengingen  wel  eens  een  gebroken  tint  tevoorschijn  komen , die  heel  goed  de  zuivere  kleuren  in  het   landschap  of  andere  compositie  kunnen  vergezellen  en  daardoor  deze  beter  doen  uitkomen .  Hetgeen  wij  hebben  gezegd  over  de  kleurentheorie  is  wel  het  meeste  toegepast  door  de  impressionisten  en  in  hoge  mate  zelf  door  de  " divisionisten " of  pointillisten .  De  schilders  van  deze  richtingen  gingen  zelf  zover , dat  zij  de  zuivere  kleuren  op  hun  doeken  in  streekjes  naast  elkaar  zetten  en  de  vermenging  hiervan  overlieten  aan  het  oog  van  de  beschouwer .  
      Doch  tot  op  de  huidige  dag  zijn  de  schilders  bezig  om  het  verschijnsel  " kleur " te  onderzoeken  en  de  kunst  van  vandaag  neigt  ook  meer  en  meer  naar  de  beredeneerde  kleur .  Vooral  de  non - figuratieve  of  abstracte  kunst  is  hier  een  voorbeeld  van .

     Courante  kleuren  zijn : Ultramarijn  donker ,
                                                 Cerleumblauw ,
                                                 Cadmiumgeel  citroen
                                                 Cadmiumgeel  donker
                                                 Gele  oker ,   
                                                 Cadmiumrood ,  
                                                 Kraplak  donker  of 
                                                 Alizarin  ( rood ) 
                                                 Vert  émeraude , 
                                                 Paul  Veronesegroen  
                                                 of   dekgroen , 
                                                 Gebrande  Sienna ,                                            
       ( Meer  over  theorie  van  de  kleur  gaan  we  verder  in  het  eerste  deel  van  de  vier  lessen  in  schildertechnieken )

    28-05-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 25 . a - DE GEWASSEN TEKENING EN AQUAREL
    Art . Nr . 25 . a ,

          De  Gewassen  tekening  en  Aquarel .

      Het  spreekt  vanzelf  dat  de  gewassen  tekening , uitgevoerd  in  één  kleur  waterverf , niet  zo  moeilijk  is  als  de  aquareltechniek .  
      Wij  gaan  eerst  eens  zien  welke  materialen  wij  nodig  hebben ;
                          Palet  of  een  witglakt  blik
                          Een  tube  waterverf  ( naar  keuze :  ivoorzwart , lampenzwart , sepia , Van Dijckbruin  of  Sienna ) .
                          Een  drietal  penselen  van  marter - of  dashaar  waarvan  een  ( dikte  van  de  buik  ca. 13 mm  , 9  à  10  mm , en  een  dunner  6  à  7 mm .
                          Een  waterpotje .
                          Een  tekenbord  of  een  zelfgemaakt  dik  tekenkarton .
                           Enige  vellen  aquarelpapier  van  niet  te  dunne  kwaliteit  met  een  fijne  korrel  . 
                          En  een  schilderstoeltje .

                           De  techniek .

      Bij  de  gewassen  tekening  komt  het  er  dus  op  aan , dat  wij  een  voorwerp  in  toon  zetten  door  middel  van  een  penseel  met  water  en  een  zekere  hoeveelheid  verf .  Hoe  meer  de  verf  verdund  wordt , des  te  lichter  wordt  de  tint ; hoe  minder  de  verf  verdund  wordt , des  te  donkerder  wordt  deze .

      Daar  wij  slechts  de  beschikking  hebben  over  één  kleur , moeten  wij  dus  alle  kleuren  van  ons  onderwerp  herleiden  tot  grijze , gaande  van  heel  licht  tot  heel  donker .  Voorts  dienen  wij  er  aan  te  denken  dat  alle  tinten  in  de  gewassen  tekening  ( en  ook  in  de  aquarel )  in  zekere  mate  doorschijnend  moeten  blijven , in  tegenstelling  tot  andere  technieken , zoals   gouache  of  olieverf , waarin  wij  " dekkend "  werken .  Vermijdt  dus  te  allen  tijde  dikke  verfpartijen .  Bij  de  gewassen  tekening  en  de  aquarel  doet  het  witte  papier  dienst  als  wit .  Bij  dekkende  technieken  wordt  het  wit  als  verstof  wel  gebruikt  om  de  tint  van  een  kleur  lichter  te  maken .

      De  volgende  waarschuwing  bij  deze  tecniek  en  de  aquarel  is  dat  je  nooit  een  nog  vochtige  tint  mag  overschilderen  met  een  andere .  Wacht  tot   de  eerste  droog  is , anders  onstaan  er  kringen  en  vlekken  welke  je  niet  meer  herstellen  kunt .

      Toch  is  het  wel  mogelijk  een  tint  in  een  natte  partij  te  zetten , doch  dan  moet  de  toonwaarde  daarvan  zoveel  krachtiger  zijn  dat  de  laatste  mooi  kan  uitvloeien .  Men  kan  op  die  manier  op  bepaalde  plaatsen  enige  versterkingen  aanbrengen  die  aan  de  randen  ineenvloeien  met  de  waarde  die  zij  versterken .  Met  deze  manier  van  werken  dienen  wij  evenwel  voorzichtig  te  zijn  want  een  teveel  aan  dergelijke  effecten  doet  een  te  bont  onsamenhangend  geheel  onstaan , ook  al  zijn  de  handelingen  goed  uitgevoerd . 

      Maar  hoe  dan  ook , wanneer  je  een  tint  over  een  andere  moet  zetten  of  in  een  andere  wilt  laten  vloeien , doe  het  voorzichtig .  Wrijf  niet  te  hard  met  het  penseel  op  de  eerste  tint , anders  gaat  de  waarde  daarvan  verloren .
      Ook  wanneer  twee  tinten   scherp  tegen  elkaar  moeten  komen  te  staan , wacht  dan  tot  de  eerste  droog  is  alvoren  de  tweede  aan  te  brengen .  Een  uitzondering  is  het  natuurlijk  wanneer  je  beide  tinten  ineen  wilt  laten  vloeien , waarbij  dan  gezorgd  moet  worden  voor  een  groot  contrast  tussen  deze  beide  tinten .

      Het  is  mogelijk  om  tijdens  het  werken  een  tint  in  kracht  te  laten  afnemen .  Je  zet  de  eerste  streek  neer , dop  dan  het  penseel  met  de  punt  even  in  het  water  en  zet  de  volgende  streek  neer  welke  natuurlijk  mooi  bij  de  eerste  moet  aansluiten .  Dit  kunt  je  enige  malen  herhalen  totdat  het  vlak  waarmee  je  bezig  bent  zijn  juiste  verloop  heeft .  Iedere  keer  dat  je  het  penseel  in  het  water  dop  moet  je  er  een  paar  draaiende  bewegingen  op  het  palet  mee  maken  opdat  de  verf  en  het  water  gemengd  worden .  Dat  deze  methode  een  vlug  werken  vereist  behoeven  wij  je  wel  niet  te  zeggen .  Wacht  men  even  te  lang  dan  kan  de  tint  al  aangedroogd  zijn  en  al  ons  werk  is  voor  niets  geweest .  Natuurlijk  kunnen  wij  ook  omgekeerd  te  werk  gaan  en  zwakere  tinten  langzamerhand  versterken  door  in  opeenvolgende  streken  steeds  meer  verf  aan  het  penseel  te  nemen .  Op  welke  wijze  kunnen  wij  nu  zien  of  het  papier  voldoende  droog  is  wanneer  wij  beginnen  of  het  werk  voortzetten  ?  Houdt  het  tekenkarton  horizontaal , neig  het  hoofd  enigzins  en  kijkt  zo  langs  de  opervlakte  van  het  papier  tegen  het  licht  in .  Glimt  het  oppervlak  niet  meer  dan  is  het  water  voldoende  in  het  papier  getrokken  en  kunnen  de  volgende  tinten  opgezet  worden  zonder  dat  zij  zullen  " uitlopen " .  

      Nog  een  belangrijk  punt : in  een  gewassen  tekening  ( en  aquarel )  dringen  bepaalde  kleurstoffen  diep  in  het  papier .  Dit  komt  door  de  aard  van  de  verschillende  kleurstoffen .  De  "  zware "  kleuren , bijvoorbeeld   gele  oker , dat  het  water  meer  vasthoudt  dan  dat  het  er  zich  mee  vermengt , dringen  haast  niet  in  het  papier .  Andere  kleurstoffen  welke  zich  meer  met  het  water  verbinden  dringen  tegelijk  met  het  water  in  het  papier .  Drogen  deze  tinten  op  dan  worden  zij  lichter  van  kleur  en  het  afnemen  van  de  kleurkracht  wordt  sterker  naarmate  het  papier  tijden  het  werken  natter  wordt  gehouden .  

      Alleen  door  ervaring  zult  je  leren  hoeveel  meer  kracht  je  bepaalde  tinten  moet  geven  omdat  zij  na  droging  hun  juiste  waarde  behouden .  Tijden  de  eerste  oefeningen  behoeft  je  daar  nog  niet  zo  op  te  letten .  Mocht  een  tint  te  licht  uitvallen  zijn  zet  er  dan  gerust  even  een  donkerder  overheen . 

                            De  Aquarel 

      Voor  het  schilderen  met  waterverf  gebruiken  wij  dezelfde  materialen  als  voor  de  gewassen  tekening , waarbij  dan  de  kleuren  komen  welke  op  het  einde  van  de  les , Art .Nr . 25   genoemd  zijn .  Ieder  hokje  van  ons  palet  vullen  wij  met een  van  deze  kleuren , waarbij  steeds  dezelfde  volgorde  wordt  aangehouden .  Ons  eerste  werk  is  het  aanbrengen  van  algemene  kleur  van  het  voorwerp , doch  dan  wel  in  de  lichtste  tint .  Meteen  daarna  geven  wij  de  diepere  tinten  aan .  Pas  echter  op , wij  zeiden  diepere  tinten , maar  geen  schaduwen !

       
          



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 25 . b - GOUACHE
    Art . Nr . 25 . b ,

                              Gouache

      Thans  gaan  wij  ons  bezighouden  met  een  nieuwe  techniek  en  wel  het  schilderen  met  een  dekkende  waterverf : de  gouache .  Je  zult  begrijpen  dat  deze  werkwijze  veel  verschilt  met  het  aquarelleren , waar  iedere  streek  doorschijnend  was , terwijl  bij  de  gouache  een  dekkende  streek  onstaat .  Wij  hebben  hier  al  eens  eerder  over  gesproken , doch  het  kan  stellig  geen  kwaad  het  nog  eens  te  herhalen .  

                            Techniek

      Hoewel  de  aquarel  door  zijn  techniek  veel  frisheid  en  helderheid  laat  zien , mist  hij  vaak , vooral  in  de  lichte  tinten , de  nodige  stevigste .  Dit  is  heel  begrijpelijk .  Wij  werken  immers  met  veel  water  om  juist  de  doorschijnendheid  van  de  kleur  te  kunnen  behouden .  De  gouache , evenals  de  olieverf , is  volkomen  dekkend .  Dit  komt  door  de  samenstelling  van  de  verf  en  door  het  gebruik  van  wit  in  verschilende  mengingen .  De  kleuren  en  tinten  geven  dan  ook  altijd  een  zekere  dichtheid , een  gebondenheid  te  zien , in  alle  delen  van  het  werk .  Toch  moet  men  in  deze  techniek  heel  voorzichtig  omgaan  met  het  wit  in  de  mengingen .  Teveel  wit  geeft  de  kleuren  een  krijtachtig  aanzien  en  doet  veel  van  het  effect  verloren  gaan .  Een  gouache  behoeft  niet  overal een  dikke  verflaag  te  vertonen .  Sommigen  partijen  zijn  met  meer  water  geschilderd ;  andere  weer  wat  steviger .  Dit  hangt  ook   van  het  onderwerp  af .  
      Uit  hetgeen  wij  hierboven  hebben  gezegd  kunnen  wij  leren  dat  een  aquarel  zoveel  mogelijk  in  één  keer  geschilderd  moet  worden , terwijl  de  gouache  meerdere  bewerkingen  toestaat . 

                               Materiaal

            Een  palet .  Dit  kan  gemaakt  zijn  van  porcelein , van  witgelakt  metaal  of  van  wit  plastic .  Een  voldoende  aantal  diepe  uithollingen  is  wel  noodzakelijk . 
           Een  drietal  dasharen  penselen , dezelfde  soort  dus  welke  wij  bij  het  aquarelleren  gebruiken  en  twee  of  drie  platte  kwasten  ( zoals  voor  olieverf  gebruikt  worden )  in  de  nr . 6 , 8  of  12 .  Deze  kwasten  dienen  voor  de  partijen  welke  wat  dikker  geschilderd  moeten  worden .
           Een  tekenbord  of  tekenkarton , waarop  wij  ook  onze  aquarellen  maken .
           Enige  velen  Ingrespapier  ( wit , lichtoker  en  lichtgrijs ) .  
           De  volgende  kleuren  gouache  -  of  plakkaatverf  in  tuben :  ultramarijn  donker , ceruleumblauw , vert  émeraude , Paul  veronese  groen  ( of  dekgroen ) , vermiljoenrood  ( of  scharlakenrood ) , karmijn , kraplak  purper , citroengeel , cadmiumgeel  donker , gebrande  sienna , ivoorzwart , permament  wit  ( of  titaanwit ) . 
           Een  waterpotje .
           Een  vouwstoeltje .

      Tot  slot  nog  een  belangrijke  raadgeving .  Meng  in  het  begin  de  kleuren  goed  dooreen  op  uw  palet , zodat  een  egale  mengkleur  onstaat .  Wanneer  je  gevorderd  bent  in  deze  techniek  zult  je  echter  ondekken  veel  voordeel  te  kunnen  hebben  van  een  minder  egale  menging .  Loop  daar  echter  niet  op  vooruit ; houdt  je  voorlopig  aan  onze  raad .
      



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!