TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
25-09-2006
ART . NR . 55 . - FIG . 6 . - ENKELE KUNSTZINNIGE SCHEPPINGEN UIT HET VERLEDEN EGYPTE - APHRODITE VAN PRAXITELES ( GRIEKENLAND ENZ . ) .
Art . Nr . 55 .
Fig . 6
Enkele kunstzinnige scheppingen uit het verleden : 1 - 2 , Egypte - 3 , Aphrodite van PRAXITELES ( Griekenland ) - 4 , perzische vaas - 5 , gewonde leeuwin ( Assyrië ) - 6 , Griekse vaas - 7 , kop ( POLYKLEITOS , Griekenland - 8 , Madonna ( VIe eeuw ) - glasraam ( Chartres )
ART . NR. 55 - FIG . 7 . - ENKELE KUNSTZINNIGE SCHEPPINGEN UIT HET VERLEDEN . NEGERKUST - INDIA - DE PROFEET ISAIAS ( SOUILLAC ENZ . ) .
Art . Nr . 55 .
Fig . 7 .
Enkele kunstzinnige scheppingen uit het verleden : 10 , negerkunst - 11 , India - 12 , de profeet Isaias ( Souillac ) - 13 , Mozes ( Michelangelo ) - 14 , China ( IXe eeuw ) - 15 , Notre Dame te Parijs ( gotthiek ) - 16 , tekening van REMBRANDT - 17 , portret door HOLBEIN - 18 , portret door MODIGLIANI - 19 , kruisafname ( GIOTTO ) - 20 , tekening van Vincent van GOCH - 21 , schilderij van PICASSO - 22 , tekening van Henri de TOULOUSE - LAUTREC .
ART . NR . 55 - FIG . 5 . - FRAGMENT VAN EEN COMPOSITIE VAN MARCELLIN GROMAIRE
Art . Nr . 55
Fig . 5 ,
Fragment van een compositie van Marcellin Gromaire : Parijs . De werkelijkheid wordt omgezet voor een decoratief doel
FIG . 3 en 4 . - FOTO EN ZIJN INTERPRETATIE DOOR KEES VAN DONGEN
Fig . 3 en 4 .
Van dit " figuur " vinden wij een foto door schilder Kees van DONGEN ( zie ook fig . 4 ) .
ART . NR . 55 . - FIG 1 EN 2 - FOTO VAN LANDSCHAP
Art . Nr . 55 .
Fig . 1 en 2 .
Foto van landschap .
ART . NR . 55 . - FIG 1 EN 2 - SCHILDERIJ VAN HET ZELFDE LANDSCHAP DOOR CEZANNE
Art . Nr . 55 .
Fig . 1 en 2 . Een landschap zoals het gezien wordt door het zielloze oog van het fototoestel . Nu heeft het een " ziel " gekregen . De schilder , en een van de grootste , CEZANNE , heeft dit aangevoeld en weergegeven , vertolkt , naar de aard van zijn eigen geest en volgens de gevoelens die hem bezielde bij de aanblik van een motief , dat misschien banaal lijkt in de ogen van iemand , die gespeend is van gevoel en verbeeldingskracht , maar de kunstnaar door zijn talent het tot een " drama " verheft .
26-09-2006
ART . NR . 56 . - HET PORTRET
Art . Nr . 56 .
HET PORTRET
Algemene Raadgevingen
Ziehier een kunstvorm , die bij uitstek het westerse ras kenmerkt en waarin met name de nederlandse en franse scholen steeds hebben uitgeblonken .
Het lesdeel HET HOOFD heeft je reeds bestudeerd , maar dit had vooral tot doel om je in kennis te brengen met algemene begrippen , die overvloedig en afwisselend waren en je er allereerst toe te bewegen om veel studies te maken . Nu hebben we een onderscheid gemaakt tussen studie en kunstwerk en het portret valt uitsluitend onder de categorie " kunstwerken " , tot welk soort hij intussen ook mag behoren . En die " soorten " ontbreken overigens niet : grote , kleine ( we bedoelen hiermede niet slechts het formaat , maar ook de geest , die verschilt naar gelang de afmetingen ) , officiele , intieme , familieportretten , " mondaine " en karakterportretten enz . Kleine verschillen , waarover het overbodig is hier uit te weiden , daargelaten , vertonen zij dezelfde aantrekkelijkheden , die we zullen bespreken en dezelfde moeilijkheden , die we zullen trachten je te laten oplossen .
Ieder ontwerp verschijnt , zoals we reeds zeiden , als een soort van samenvatting ; en dit is nog meer waar , of in ieder geval nog duidelijker , in het potret . Want een man , vrouw of kind zijn ieder meer dan een ander schepsel ; " iets " , dat individueel en oorspronkelijk is en het doel van de portrettist moet nu juist zijn om dat individuele en oorspronkelijke er uit te kunen halen . Om onze bewering te versterken zou men bij uitbreiding , kunnen zeggen dat dit ook geldt voor het portret van een ontwikkelde diersoort , bijvoorbeeld een hond , en zelfs van een levenloos voorwerp dat uitgesproken kenmerken bezit , zoals een huis dat , evenals een levend wezen , zijn leeftijd , geschiedenis en " stand " verraadt , tot aan zijn rimpels toe ... Om een samenvatting , synthese , mogelijk te doen worden , moet er eerst een voorafgaande ontleding , analyse , waardoor we de onderdelen leren kennen , tot stand gebracht worden . Het is dus noodzakelijk , als het tenminste niet gaat over iemand die we goed kennen , om het model te bestuderen ; men tekent goed wat men goed kent , hebben we al eens gezegd . Zelfs kan het nuttig zijn om een zekere sympathie , waardering of bewondering voor het model in kwestie te hebben . Iemand die om de een of andere reden mishaagt is , laat zich niet goed portretteren : met tegenzin werken brengt geen goede resultaten voort en het portret , al zou het tot op zekere hoogte geslaagd genoemd kunnen worden , zal toch oppervlakking en alleen maar uiterlijk knap blijven . Een oud gezegde kan in dit verband worden aangehaald en wel , dat het beste portret van een schilder vaak dat van zijn moeder is .
Keuze - Analyse - Synthese
Men moet dus beginnen met een voorbereidend onderzoek teneinde te geraken tot het uitkiezen van een hoofd ideé , een overheersend kenmerk ( zoals het " Leitmotiv " in de muziek ) , hetgeen , we herhalen het , de grondslag van een kunstzinnig ontwerp vormt .
Vervolgens kan men zich gaan wijden aan de eerste vormverschijningen : van het innerlijk gaat men naar het uiterlijk . Daartoe worden eerst de meest karakteristieke houdingen van het lichaam , de ledematen en de kop bestudeerd ; de keuze ( het onstaan van een kunstwerk brengt nu eenmaal een hele reeks " keuzen " met zich mee ) zal moeten vallen op de beste houding , dat is diegene die het innerlijk wezen verraadt en tevens ook in esthetisch opzicht met meest geslaagd is , vooral bij het vrouwenportret ; tenslotte moet ook een belichting bepaald worden , die de vormen zo doet uitkomen als je het meest gewenst acht . Je hebt dan de houding bepaald - staande of zittende , verticaal of scheef , van voren , van opzij of " troiquarts " gezien - ; en ook die van de kop , natuurlijk ook allerlei standen kan innemen . Voor dit alles moeten vanzelfsprekend schetsen en studies gemaakt worden . Dit moet ook geschieden met de achtergrond ( die er meestal zijn zal en ook van groot belang is ; hij kan licht of donker zijn , effen of bewerkt , eenvoudig of samengesteld ) voor wat betreft zijn toonverhouding met de persoon en voor de bijkomstige voorwerpen , waarvan er slechts zelden een zal ontbreken .
In het voorbijgaan zouden we willen opmerken dat er in het moderne portret een , althans schijnbare , verarming te constateren valt . In het algemen schijnt men thans sneller te werk willen gaan : de potretten uit het verleden lijken veel meer " van alles voorzien " te zijn . Maar men ziet toch ook vaak een gelukkig gevonden vereenvoudiging in de hedendaagse portretten en een groter streven naar natuurlijkheid . Het " statieportret " van vroeger zou tegenwoordig gauw een glimlach opwekken . De toestanden zijn veranderd , waardoor er een grotere gelijkvormigheid en een soort van nivellering is ontstaan .
Men moet vooral vermijden het model de indruk van " poseren " te verschaffen en ook de omgeving gekunsteld te maken ; daarin zou men een pretentieuze naiviteit zien en een gebrek aan natuurlijkheid en waarheid . Soberheid , spaarzaamheid en bescheidenheid moeten ook hierbij betracht worden .
Wanneer men het over alles met zichzelf eens is geworden , wanneer je het werk compleet in de geest voor je ziet , dan is dus de beslissing al gevallen . Er rest dan nog slechts de uitvoering en dat is zeker niet weinig , want men kan slechts zelden zijn dromen verwezenlijken .
Hier willen we een waarschuwing laten horen . Alvoren tot de uitvoering over te gaan , is het noodzakelijk dat je uw " geestesbeeld " ongeschonden weet te bewaren , deze droom die je bij zich draagt van het toekomstige werk . Tijdens de arbeid kan deze namelijk gemakkelijk veranderen , vervagen of vervormen , zoals helaas met veel het geval is . Het beeld dat je zich in gedachten gevormd hebt moet je dus spoedig op de een of andere wijze gaan vastleggen . Maak daar dus een schets van , die de hoofdzaken weergeeft . Het belang daarvan wordt door de beginner gewoonlijk niet voldoende beseft en toch kan een schetsje van twee of drie minuten voldoende zijn om het juiste denkbeeld voor de toekomst te bewaren .
Het portret heeft dus een aanvang genomen . Streef er naar om zo weinig mogelijk aan uw oorspronkelijke plan te veranderen , dat je hebt weten vast te leggen als getrouw document van wat misschien een zeer vluchtige , maar kostelijke ingeving was . We moeten je ook nog de raad geven , al zal je die misschien onaangenaam klinken , dat je zich niet te veel door het model moet laten beinvloeden . Daar is dan geen tijd meer voor en de beslissing is immers al gevallen , zoals we reeds opmerkten . " Het model trekt alles naar zich toe en voor de schilder blijft er dan niets over " , heeft DELACROIX eens gezegd en dat komt hier wel heel goed van pas . Tracht in het lichaam en vooral in de kop van uw model die overheersende trek te bewaren , waardoor je het eerst getroffen bent . Verzwak deze in ieder geval niet , maar versterk hem eerder nog , hoewel dit met enige bescheidenheid dient te geschieden . Een goed portrettist , heeft men wel eens geschreven , is een karikaturist , die zich beheerst . De hoofdtrek van een karikatuurtekenaar is immers dat hij de wezenlijke aard van een levende verschijning weet te onderkennen ; die gaat hij dan overdrijven , ofwel met geestige , ofwel met spottende , boosaardige bedoelingen .
ART . NR . 56 . - FIG . 9 . PORTRET DOOR H . DE TOULOUSE - LAUTREC.
Art . Nr . 56 .
Fig . 9 .
Portret door H . De Toulouse - Lautrec . Het karakter van dit model is op prachtige wijze uitgebeeld .
ART . NR . 56 . - FIG 8 . - PORTRET DOOR J . D . INGRES .
Art . Nr . 56 .
Fig . 8 .
Portret door J.D Ingres ( potlood ) . Werk van een verbluffend knap tekenaar in een zeer gevoelig lijnenspel .
ART . NR . 56 . a , - FIG . 11 . - PORTRET DOOR LANCELOT NEY
Art . Nr . 56 . a ,
Fig . 11 .
Portret door Lancelot Ney ( olieverf ) . Dit in moderne geest opgevatte werk draagt het stempel van de eigen stijl van de kunstenaar .
ART . NR . 56 . a , - FIG . 10 . - DE HERALDICUS . PORTRET VAN J . SCHULTZ - DAL
Art . Nr . 56 . a ,
Fig . 10 .
De Heraldicus ; Portret van J. Schultz - Dal . ( ets) . Het model is hier met veel begrip tot leven gewekt .
ART . NR . 56 . a , - EEN VOORBEELD
Art . Nr . 56 . a ,
Een voorbeeld
Deze laatste opmerkingen zullen meer speciaal te pas komen bij het portret , dat hierbij afgebeeld wordt ( fig . 10 ) . Omdat we afwisseling willen brengen in de voorbeelden , gaat het hiet nu eens niet om een schilderij of een tekening , maar om een ets . Het is van de hand van onze talentvolle medewerker Jacques Schultz Dal en werd destijds geëxposeerd onder de titel De Heraldicus . Je zult overigens wel opgemerkt hebben dat wij al meer een beroep hebben gedaan op deze kunstenaar voor wat betreft krijt - en pentekeningen .
Met dit werk hebben we te doen met een zg. karakterportret , dat tevens de uitbeelding geeft van een beroep . De voorgestelde is nl. een zeer gewaardeerd kunstenaar , die goed bekend staat bij de genealogen om zijn kennis van wapens , zijn onderzoekingen en tekeningen op het gebied van de heraldiek en bij de liefhebbers van boeken zeer in trek is om de mooie boekmerken , die hij ontwierp en uitvoerde en waarin hij zich gespecialiseerd heeft .
Het woord karakterportret is hier gebruikt in de betekenis , die kunstenaars het geven ( zoals ook toneelspelers dat doen ) en die je al kent . De uiterlijke verschijning van het model ( na zijn maatschappelijke persoonlijkheid , die we hierboven in het kort beschreven ) toont ons een sterk uitgesproken en zeer ongewoon type : een man op leeftijd maar die nog flink is , krachtig van bouw , met een kop die zowel energiek als fijngevoelig is , manen als een leeuw en met een snor en sik als een van de beroemste " Drie Musketiers " .
De expressieve kracht van een karakterportret kan , vooral als dit ook een " beroepsportret " is , nog groter worden wanneer het model is voorgesteld in zijn dagelijkse omgeving , dus bijv. de smid in zijn smidse , de tuinman in de tuin , de schrijver aan zijn schrijftafel enz . De wapenkundige is hier weergegeven in zijn " werkplaats " te midden van de dingen , die hij voor zijn arbeid nodig heeft . We zien hem immers in zijn atelier , gezeten voor zijn lessenaar met de eerbiedwaardige oude folianten , zijn documenten en handschriften en met zijn tekenwerktuigen vlak bij de hand . Hier is niets opgesmukt en " geposeerd " ; hij is bij zichzelf thuis en een ogenblik onderbreekt hij zijn studie om de bezoeker aan te kijken .
Om de compositie nader te ontleden voegen we hieraan toe dat het formaat in de breedte , dat vrij zeldzaam is bij het portret , verkozen werd om meer aandacht te kunnen geven aan de bijkomstigheden , waarover we spraken ; zij zijn er niet om het schilderij " aan te kleden " of om leegtes op te vullen , maar om een beter begrip te geven van de persoon waarmede zij een geheel vormen en die zij in zekere zin " verlengen " door alles wat zij suggereren ( zo zouden ook de smid zonder zijn hamer en de schermer zonder zijn floret onvolledig schijnen en het in feite ook zijn ) .
De kwaliteiten van de uitvoering , het geslaagde " effect " , de mooie zwarte tonen en krachtig geconstrueerde kop raken slechts zijdelings ons betoog ; we laten het aan jezelf over om dit alles op uw eigen wijze te beoordelen en te genieten . We hebben echter wel gemeend de aandacht te moeten vestigen op de algemene inhoud van dit kunstwerk : dit verheldert immers op zeer leerzame wijze de opvatting van dit portret en , om bij ons onderwerp te blijven , dit fraaie voorbeeld van artistiek ontwerp .
Laat ons eindigen met enkele opmerkingen van een scherpzinnig kunstliefhebber . Dr Jules Brabant " Het zou kunnen schijnen alsof het portret slechts weinig ruimte overlaat voor de persoonlijkheid van de kunstenaar . Maar dit is geenszins het geval : het is , integendeel , het genre , waarin hij zich met de meeste kracht kan doen gelden .... Het portret moet altijd een vertolking van het model zijn , waarin zowel de kracht en gevoeligheid van de schilder als ook de tover van zijn talent aan den dag treden " .
ART . NR . 57 . - DE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 57 .
DE ILLUSTRATIE
Inleiding
De illustratie heeft tot doel om een gedrukte tekst op te helderen , aan te vullen en te versieren met behulp van de prenten die tot stand kwamen door de illustrator . Deze is dus de tolk van de gedachten van de schrijver en deze gedachten geeft hij gestalte door middel van tekeningen die in een of andere techniek zijn uitgevoerd . Maar het werk van de kunstenaar zal een " vermenigvuldiging " moeten ondergaan . Zijn tekeningen en composities zullen in het te drukken boek worden afgebeeld . Met het oog daarop zal de illustrator niet alleen in de " geest " van het boek in kwestie moeten werken , maar ook rekening moeten houden met het soort van uitgave , het formaat en de aard van het te gebruiken papier . Op dit alles zullen we later nog terugkomen wanneer we , op het geschikte ogenblik , de verschillende reproductie - en druktechnieken zullen behandelen . Hierboven stipten we aan dat er een logisch verband dient te bestaan tussen de tekst en zijn illustraties . Nu spreekt het wel vanzelf dat de uitdrukkingsmogelijkheden van de schrijver en van de tekenaar zeer verschillend zijn . Maar , wel verre van met elkaar in conflict te komen , moeten deze elkaar juist gaan aanvullen . En hieruit volgt natuurlijk de noodzaak van een nauwe samenwerking tussen beiden . Wie een boek wil gaan illustreren moet eerst gaan.... lezen . " Een waarheid als een koe " , zult je misschien zeggen . Ongetwijfeld , maar onder lezen willen we ook verstaan de geest van het boek begrijpen en aanvoelen om in staat te kunnen zijn een toepasselijke " verluchting " te leveren . Men begrijpt dan wel dat de rol , die aan de kunstnaar is toebedeeld , de uitdrukking van zijn persoonlijkheid beperkingen oplegt . Toch kan er wel degelijk sprake zijn van een oorspronkelijke kunstzinnige schepping , want ook hier hebben we een vertolking en wel een die de kunstenaar door zijn persoonlijkheid wordt opgelegd . In deze werkzaamheid van de geest komen de gevoeligheid en de verbeeldingskracht van een illustrator een belangrijk woord meespreken . Laten we , wat dat betreft , intussen niet vergeten dat de verbeeldingskracht de dochter is van de waarneming . Wat is , in de beeldende kunsten , verbeeldingskracht feitelijk anders dan het opnieuw oproepen van elementen , waarvan het beeld op een of ander ogenblik op iemands netvlies vershenen is ? Van een illustrator moet het zg. visuele geheugen dus wel in bijzondere mate gevoelig zijn en dit kan worden door een voortdurende oefening van het observatievermogen . Door veel te kijken leert men op den duur zien en onthouden . Dank zij dit visuele geheugen wordt , in de meeste gevallen , een compositie uitgevoerd zonder dat een direct contact met de natuur nodig is . De kunstenaar die een uitgebreide kennis bezit van het menselijk lichaam , de dieren , perspectief enz. , zal in staat zijn om vormen en constructies uit te voeren of een beweging neer te zetten in overeenstemming met wat de tekst hem suggereert . Op die manier geniet zijn geest de grootst mogelijke vrijheid om op levensware wijze te scheppen en wij zeggen wel degelijk " scheppen " . Want het is onlochenbaar dat hier van schepping , creatie , sprake is , te meer waar de elementen , die de kunstenaar uit zijn geheugen opdiepte , door hem niet gebruikt zullen worden zonder hen te " transponeren " en te " interpreteren " volgens een geheel persoonlijke opvatting van de gedachten die in de te illustreren tekst opgesloten liggen . Overigens zal de tekenaar ook werk moeten maken van een rangschikking , een ordening van al die elementen . Ook in zijn werk zal de kunst van de compositie dus zijn rechten opeisen teneinde op de aangenaamste wijze een bepaald geheel tot stand te kunnen brengen . De in het vorige lesdeel bestudeerde wetten zal ook hij moeten gaan toepassen . Intussen is het wel duidelijk dat ook hier zijn persoonlijkheid en oorspronkelijkheid aan het licht zullen treden want , al heeft ieder terrein zijn eigen beginselen , er zijn ook verschillende manieren , aan ieder mens eigen , om zich daaraan te onderwerpen . We zullen om te beginnen , de illustraties onder ogen zien van een op bijzondere wijze verzorgde uitgave . Een dergelijke " luxe - editie " kan , voor wat het illustratieve gedeelte betreft , uit de volgende onderdelen bestaan : 1e. een titelbeeld : illustratie buiten de tekst , die afgebeeld is op de titelpagina van het boek . 2e. kopbeelden : serie van illustratie die boven ieder hoofdstuk staan . 3e. illustraties tussen de tekst verdeeld over het gehele boek . 4e. slotvignetten : serie van kleine illustraties , die ieder aan het slot van een hoofdstuk afgedrukt zijn , als de op de bladzijde vrijgelaten plaats dit toelaat . 5e. versierde letters , zeer grote hoofdletters waarmee de hoofdstukken beginnen en die voorzien zijn van kleine tekeningen . 6e. illustraties buiten de tekst : serie van illustraties ( gewoonlijk niet groot in aantal ) van groot formaat over de volle bladzijde . Soms wordt een van hen ook op de omslag van het boek afgedrukt .
Men dient ook te weten dat de tekst van een boek op de bladzijden is afgedrukt volgens nauwkeurig vastgestelde verhoudingen van hoogte en breedte , want anders zou zijn aspect natuurlijk zeer ongelukkig kunnen zijn . De lengte van een gedrukte lijn tussen de beide marges rechts en links draagt de naam van regellengte . De plaats en het formaat van , in het bijzonder , de kopbeelden is gewoonlijk met die regellengte verbonden , zoals natuurlijk ook de hoogte van de tekst op iedere bladzijde , teneinde een zeker evenwicht in acht te blijven nemen . Bij uitbreiding wordt de term " regellengte " ook gebruikt voor de beide afmetingen , hoogte en breedte , van de gedrukte tekst . De getekende composities bevinden zich in het algemeen binnen een omlijsting , waarvan de vorm en afmetingen voor ieder soort van illustratie voor een gegeven boek met zorg gekozen zijn , en wel in het bijzonder voor kopbeelden , sierletters en platen buiten de tekst , met als doel een homogeen geheel . Maar voor illustratie tussen de tekst , slotvignetten e.d. neemt men minder strenge regels in acht . Wij geven zelfs een voorbeeld van een kopbeeld ( fig . 30 ) waarin de tekenaar weliswaar de in dat boek gebruikelijke omlijsting heeft toegepast maar dit , om een bepaald effect te versterken , aan de benedenzijde rechts heeft losgelaten .
In sommige gevallen geeft de illustrator zijn verschillende composities voor eenzelfde boek een geheel vrije wijze van uitsnijden .
Het staat de kunstenaar vrij om uit de twee bovengenoemde mogelijkheden een keuze te maken om het algemene beeld van zijn illustraties op geslaagde wijze in overeenstemming te brengen met het karakter van het gehele boek . In beginsel moeten de illustraties op regelmatige wijze over het boek verdeeld worden om een te lange , eentonige , opeenvolging van bladzijden zonder het " open raam " van een illustratie , te vermijden . Deze noodzakelijkheid dwingt , helaas , de kunstnaar er soms toe om de uitvoering in de steek te laten van een of ander onderwerp , dat hem bijzonder ter harte ging , teneinde een overeenstemming tussen tekst en illustratie in stand te kunnen houden ; dit betreft vooral de plaatjes tussen de tekst . Lettekundige werken kunnen zeer talrijk en uiteenlopend zijn voor wat betreft de behandelde onderwerpen , de besproken denkbeelden enz . Romans , reisverhalen , geschiedenisboeken en wetenschappelijke werken zullen illustraties krijgen die aangepast zijn aan het soort en de geest van het boek in kwestie . Deze plaatjes zullen , van het ene boek op het andere , weinig met elkaar gemeen hebben , of het zou de persoon of personen moeten zijn , die voor de illustraties gezorgd hebben . In veel gevallen zal de illustratie objectief zijn , d. w. z. de onderwerpen van de tekst weergeven door zich strikt aan de tekst te houden , al blijft de persoonlijkheid van de tekenaar zich in volle vrijheid uitdrukken in het grafisch karakter van zijn werk . Zo kan de illustratie ons de plaatsen tonen , die in een reisverhaal beschreven worden . Maar in zo'n geval zal de tekenaar - om de waarheid te kunnen dienen en dat zal hier toch wel nodig zijn - gedwongen zijn om zich goed te documenteren , ofwel te bestemde plaatse , ofwel met behulp van foto's , die hij op de een of andere wijze zal moeten vertolken om goede composities te verkrijgen . Maar er zijn ook geschriften waarin een grotere subjectiviteit of een psychologische studie de overhand hebben . Dit soort van boeken vraagt natuurlijk om illustraties van geheel andere aard . Zij zullen versierd worden met allergorische en symbolische illustraties en zelfs , onder omstandigheden , met die van het zg. non - figuratieve soort . Weer andere zijn er die van geen enkele soort van illustratie voorzien zouden kunnen worden , behalve misschien van geheel decoratieve aard , in kopbeelden , omlijstingen van bladzijden en sierletters bijvoorbeeld , die tot in volkomen abstracte vorm kunnen worden opgevat . Dit zal o.a. het geval zijn met publicaties van wijsgerige aard .
27-09-2006
ART . NR . 57 . - FIG . 14 . - SLOTVIGNET DOOR BERTHOLD - MAHN .
Art . Nr . 57 .
Fig . 14 .
Slotvignet door Berthold - Mahn .
FIG . 13 . - KOPBEELD - SLOTVIGNET EN ANDERE .
Fig . 13 .
Van links naar rechts : bladzijde met kopbeeld , sierletter en slotvignet - bladzijde met groot kopbeeld - bladzijde met " vrije " kopillustratie - bladzijde met illustratie tussen de tekst .
ART . NR . 57 . - FIG . 12 . - ILLUSTRATIE BUITEN DE TEKST VAN BERTHOLD - MAHN .
Art . Nr . 57 .
Fig . 12 .
Illustratie buiten de tekst van Berthold - Mahn .
28-09-2006
ART . NR . 57 . a , - OBJECTIEVE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 57 . a ,
Objectieve illustratie , die aangepast is aan beschrijvende teksten
Wij kunnen ons thans tot het onderwerp zelf gaan richten en enkele concrete gevallen van zg . objectieve illustratie gaan uiteenzetten . Wij hebben onze keuze laten vallen op het terecht beroemde werk van Henri BARBUSSE , " Het Vuur " , dat een beschrijving geeft van de lijdensweg van de infanterist gedurende de eerste wereldoorlog . Ieder hoofdstuk van dat boek zou aanleiding kunnen geven tot een overvloedige illustratie waarin het tragische , schilderachtige en zelfs het kluchtige om beurten te pas komen . Onderwerpen met een landschap zijn er talrijk en dan wat voor landschappen ! Treurige ruïnes van dorpen uit de vuurlinie ; aarde die omgewoeld is door de granaten , mijnen en loopgraven de regen en de modder , die afschuwelijke modder .... De taak van de illustrator is hier in hoge mate boeiend , maar intussen niet zonder gevaren , waarvan de grootste gelegen zijn in de interpretatie van de tekst . Maar tenslotte is dit een risico dat men loopt bij iedere poging tot illustratie en al is de grootste fout van een illustratie het miskennen van de geest van een tekst , een kunstenaar die die naam verdient , moet zich juist geprikkeld voelen door de problemen . We zullen ons gaan bezig houden met de studie van een titelbeeld , een kopbeeld , een sierletter en een slotvignet . Zoals we geconstateerd hebben , is het boek bijna van het begin tot het eind van beschrijvende aard en , al wordt er ons de " veteraan " in al zijn gedragingen ten tonele gevoerd , het landschap , als men dit zo tenminste noemen mag , neemt er een minder grote plaats in , waarop we eveneens al gewezen hebben . De oorlog van 1914 - 1918 was vooral een oorlog van loopgraven , die de strijdende beschutting boden en de aanvallen werden gewoonlijk voorafgegaan door een intentief artillerievuur , dat de aarde schokte en waardoor bouwgrond , bossen , boerderijen en dorpen vernietigd werden ....
Het titelbeeld moet als het ware symbolisch de geest van het boek samenvatten . In ons geval is het dus aangewezen om daarvoor een beeld van die gemartelde aarde te reserveren : we zullen dan een décor , een achtergrond krijgen , die ons het drama voor de geest zet . Laten we eens iets gaan zoeken . We moeten een gezicht uit de hoogte krijgen die de gapende wonden laat zien in de aarde : reusachtige granaattrechters en lange en diepe loopgraven die zich als slangen door deze chaos slingeren met hier en daar de droevige resten van verscheurde boomstammen... Om tot een pakkende uitbeelding van de werkelijkheid te geraken , zal de documentatie moeten bestaan uit een groot aantal schetsen die destijds op de plaatsen zelf gemaakt zijn of uit geschikte foto's , die men dan natuurlijk enigszins vrij zal moeten interpreteren door een of ander belangrijk element speciaal naar voren te halen . Allereerst gaan we een schets opzetten ( fig . 15 ) . In die constructie is de lijn van de horizon voldoende hoog geplaatst om een grote ruimte te laten aan de bodem . Dit is dus echt compositiewerk , want men begrijpt wel dat het maken van zo'n schets in de werkelijkheid niet zonder gevaren zou zijn . Toch schijnt het vijandelijk leger niet al te nabij te zijn en men zou hier zelfs van een " stilte na de storm " kunnen spreken . Een van de beginselen van de compositie komt te pas bij de bepaling van de voet van de heuvel op het tweede plan links en van de tweede bocht van de loopgraaf . Deze twee punten zijn nl. gelegen op de verticale as van de uiterste en middelste rede in de breedte , maar , alles bijeen , is hier een streven naar dramatische schilderachtigheid toch belangrijker dan stijlzuiverheid . Aan de hand van deze schets wordt dan de definitieve tekening gemaakt ( fig . 16 ) . Dit prentje verwekt bij de lezer een gevoel van verlatenheid en verderf . Alleen al de tegenstelling van het harde zwart tegen het wit roept reeds een huiveringwekkende rouw op . Slechts op het voorplan , links , is een levend wezen te zien , dat door zijn kleine afmetingen de indruk van oneindigheid van de ruimte versterkt . Deze soldaat leeft , zeker , maar dit leven lijkt zo bedeigd , zo kwetsbaar... Toch stap hij rustig voort en ongetwijfeld is hij aan de vervulling van een opdracht bezig . Dit suggereert ons weer de doffe moed en de nederige berusting in het lot van de frontstrijder van die dagen . De bedoeling van de schrijver werden dus niet misvormd maar , integendeel , juist versterkt .
We gaan nu over tot de uitvoering van een kopbeeld . Een van de hoofdstukken van het boek is gewijd aan het vertrek per trein van een troep , die naar een ander punt van het front gestuurd wordt . Dit gebeurt 's nachts met het oog op de vijandelijke verkenning en op het perron van een station , dat niet nader wordt aangeduid ( hetgeen de tekenaar de vrijheid laat om dit af te beelden zoals hij van plan is ) heerst een levendige bedrijvigheid . Wij hebben hier dus een duisternis , een gekrioel van soldaten en , om het beeld van die tijd nog sterker te suggereren , het felle licht van schijnwerpers , die de hemel afzoeken . De frontsoldaat kennen we ; menigeen heeft er schetsboeken vol van gemaakt . Als het nodig is worden die geraadpleegd om ons te herinneren aan zijn verschijning en houdingen en om ons foutjes in de kleding te doen ontlopen . En de locomotief ? Daarvan zal een foto ons goed te pas komen . En laat ons niet zuinig zijn met onderdelen ; die soldaten moeten echt dooreen krioelen en we moeten een bedrijvigheid te zien krijgen , zoals die er ook werkelijk was in zo'n bewogen en benauwende nacht ! Ziedaar wat we moeten gaan uitbeelden in een spaarzaam licht , dat toch voldoende moet zijn voor enkele tegenstellingen in de toonwaarden , die het afgebeelde nog beter tot hun recht zullen laten komen . Na enkele voorafgaande pogingen zijn we terecht gekomen bij de schets van fig . 17 . Laten we die goed bestuderen , hier en daar nog wat veranderen en de verhoudingen vaststellen van de verschillende vlakken , die met de militairen , de trein , bijkomstigheden en de hemel . Deze laatste zal het kleinste deel toegewezen krijgen , want de hoofdaandacht moet de troep gevestigd blijven . De schoorsteen van de locomotief bevindt zich op de middelste deellijn , maar de twee schuine lijnen van de lichtbundels zouden , verlengd gedacht , elkaar snijden in een punt van de verticale gulden snede . Op deze wijze vermijden we gelijkvormigheid en eentonige symmetrie in de compositie . Nu rest ons nog slechts de definitieve illustratie te voltooien , die je ziet op fig . 20 . De sierletter houden we eenvoudig en men zou hier niet goed een uitsluitend decoratieve tekening kunnen gebruiken ; daarvoor is het thema te menselijk en de tekst van het boek te objectief . Thans wijden we ons aan het slotvignet . Het slotvignet , dat een hoofdstuk afsluit , heeft betrekking op het laastste deel van de tekst , waarvan hij de geest tot uitdrukking moet brengen . Zijn afmetingen lopen zeer uiteen en hangen af van de beschikbare ruimte . Zijn belangrijkheid zal in ieder geval door goede smaak en gevoel voor evenwicht voorgeschreven worden . Het tekeningetje van fig . 19 toont een slotvignet dat bij een ander hoofdstuk thuis hoort , dat " Het Verlof " heet . Dit hoofdstuk eindigt met het vertrek van de verlofganger naar het front . We hebben hier dus een in al zijn eenvoud roerende afscheidsscène . Zijn compositie is evenwichtig en vertoond duidelijk een middelpunt . Alvorens van het onderhavige boek afscheid te nemen , willen we je nog een ander kopbeeld tonen , dat wel zeer in het bijzonder de herinnering wekt aan de schamele omstandigheden van de frontsoldaat en het armzalige " comfort " van een van zijn onderaardse verblijfplaatsen . Het " effect " is hier wel uitermate pakkend ( fig . 21 ) .
ART . NR . 57 . a , - FIG . 21 . - KOPBEELD
Art . Nr . 57 . a ,
Fig . 21 .
Kopbeeld ( verkleind ) .
ART . NR . 57 . a , - FIG . 20 . - REPRODUCTIE VAN EEN GEHELE BLADZIJDE
Art . Nr . 57 . a ,
Fig . 20 .
Reproductie van een gehele bladzijde van een luxe - editie met kopbeeld , sierletter en tekst .
FIG . 19 . - SLOTVIGNET DOOR RENEFER
Fig . 19 .
Slotvignet door Renefer , die al deze illustraties maakte .
FIG . 17 en 18 . - SCHEMA VAN HET KOPBEELD
Fig . 18 .
Schema van het kopbeeld.
FIG . 17 en 18 . - SCHEMA VAN HET KOPBEELD
Fig . 17 .
Schets .
ART . NR . 57 . a , - FIG . 15 EN 16 . - SCHETS EN UITVOERING VAN EEN TITELBEELD .
Fig . 15 en 16 .
Schets en uitvoering van een titelbeeld .
ART . NR . 57 . a , - FIG . 15 EN 16 . - SCHETS EN UITVOERING VAN EEN TITELBEELD .
Art . Nr . 57 . a ,
Fig . 15 .
Schets .
29-09-2006
ART . NR . 57 . b , - FIG . 27 . - AL DEZE ILLUSTRATIES ZIJN VAN DE HAND VAN RENIFER .
Art . Nr . 57 . b ,
Fig . 27 .
Al deze illustraties zijn van de hand van RENIFER .
FIG . 26 .
Fig . 26 .
Zelfde opmerking .
FIG . 25 .
Fig . 25 .
Zelfde opmerking .
FIG . 24 . - KOPBEELDEN
Fig . 24 .
Het formaat van al deze kopbeelden is verkleind .
FIG . 23 .
Fig . 23 .
ART . NR . 57 . b , - FIG . 22 .
Art . Nr . 57 . b ,
Fig . 22
30-09-2006
ART. NR . 57 . b ,
Art . Nr . 57 . b ,
Wenden we ons nu eens tot de eigenlijke roman .
Deze leent zich bij uitstek voor illustraties door de grote afwisseling van zijn onderwerpen en omgevingen en door de taferelen die de schrijver ten tonele voert . Beurtelings zijn we bij mensen thuis , op straat , in een café enz .., kortom overal en hun personnages behoren tot alle klassen van de samenleving . Ook de " stemmingen " zijn talrijk en verscheiden van aard . Men zal dus een keuze moeten maken en wel een weloverwogen keuze . Natuurlijk moeten de illustraties een getrouwe weerspiegeling zijn van de personen , die door de schrijver tot leven gewekt zijn . Laten we nog eens tot de kern van een bepaald onderwerp doordringen . Lucie DELARUE MARDRUS heeft een roman geschreven met de titel " De Krekel " , dat het oppervlakkige en grillige leven van een jonge vrouw behandelt ; vandaar de titel . We drukken hierbij drie tafereeltjes af , die gemaakt werden als kopbeelden aan het begin van een hoofdstuk . De eerste illustratie ( fig . 22 ) zegt goed , wat hij zeggen moet , in een zeer eenvoudige compositie . Hij toont een nachtelijke idylle in een buitenwijk van Parijs . Je zult wel zien dat de beide mensen geplaatst zijn op de gulden snede in de breedte van de omlijsting . Het volgende beeld ( fig . 23 ) onderstreept nog eens het realistische karakter van het werk . De jonge vrouw en haar geliefde - die door uiterlijk en houding goed getypeerd wordt - bewonen een kamer in een goedkoop hotelletje en de gebeutenis zelf komt overeen met de beschrijving van de schrijfster . De plaatsing van de beide personen veroorzaakt een tegengesteld ryhtme van lijnen en bewegingen ; het centrum van het onderwerp wordt ingenomen door de lamp en het dakraampje : het totaaleffect is van grote kracht . Ook de illustratie van fig . 24 is geheel in realistische geest van de roman ; we zien weer het goedkope hotelletje met daarvoor de " bazin " , die met de ogen het vertrek van de jonge vrouw volgt . De waarde van deze tekening schuilt in de uitbeelding van de voorgevel van het hotel ; hij drukt duidelijk de armtierigheid van zijn bouw uit , alsmede die van de straat , hoewel men slechts een deel van het trottoir en het plaveisel zien kan . Ook hier is de hoofdpersoon geplaatst op de as van de middelste en uiterste rede . De fig . 25 - 27 tonen drie illustraties die gemaakt zijn voor een andere in Parijs spelende roman . Een grote stad biedt de illustrator toch wel veel mogelijkheden ! Levendigheid bewegingen en schilderachtigheid : ziedaar het leven in zijn menigvuldige aspecten , die allen de opmerkingsgave van een kunstenaar vermogen op te wekken en hem er toe aanzetten een " opstapeling " van schetsen te maken , die een documentatie " uit de eerste hand " vormt , geschikt om er uit te putten bij de illustratie van het boek . Op fig . 25 zien we een van de personnages in een café van Montparnasse , waar men tegen de muren een aantal schilderijen ziet opgehangen van schilders uit de buurt . De kunstenaar slaagde er in om leven en sfeer aan dit tafereeltje te verlenen . De overjas en hoed , die tegen de zuil zijn opgehangen , bevinden , zich ongeveer op de verticale middellijn , maar de linker omtreklijn van de zuil ligt toch op de linkerhelft van de compositie . De plaats van deze zuil is zo gekozen dat er aan beide zijden een verdeling van twee andere elementen mogelijk was . Van de twee vlakken in kwestie is die aan de rechterzijde de grootste als gevolg van de dikte van de meer besproken zuil en in die ruimte zien we de belangrijke figuur , waarover we in het begin van deze korte beschouwing spraken . Niettemin is de compositie toch goed uitgebalanceerd . Op het voorste plan heeft de tekenaar een paar glazen , een siphon spuitwater , een pakje tabak enz. geplaatst , die de plaatselijke atmosfeer typeren . Ook hier kunnen we nog eens constateren , dat , als de kunstenaar " materialen " gebruikt , die hijzelf niet geschapen heeft , hij met deze wel een goed doordachte opstelling schept , die zowel de ogen als de geest weet te bevredigen . Fig . 26 . stelt een parijse straat uit het XVIIe arrondissement voor . De kunstenaar heeft zijn standplaats op origenele wijze gekozen : de perspectief van de straat is nl. in beweging door de huizen die niet , zoals gewoonlijk , op eentonige wijze op een rijtje staan . Dit neemt niet weg dat de compositie gesloten en in volkomen evenwicht gehouden wordt door twee vrij sterke toonwaarden rechts en links , waartussen een witte muur oplicht , die geplaatst is op de gulden snede in de breedte . De mensen en de bestelwagen zorgen voor een levendige noot in dit stadstafereeltje , dat nog door zonlicht wordt opgevrolijkt . Tenslotte zien we op fig . 27 een museumzaal . Alles krijgt hier een soort van weerspiegeling doordat het licht van boven valt op de personen wiers houdingen goed geobserveerd zijn . Een geestige noot wordt toegevoegd door de beide zaalwachters aan de linkerkant . Waarover praten zij wel ? Door de invoering van persoonlijke elementen van deze aard , op bescheiden wijze , kan de illustrator met de schrijver van het boek samenwerken ; zonder op enigerlei wijze de tekst geweld aan te doen , verstekt en verrijkt hij juist het leven aan die tekst ; door dergelijke " extraatjes " wordt een boek nog smakelijker !
ART . NR . 57 . c , - FIG . 32 . - SLOTVIGNET
Art . Nr. 57 . c ,
Fig . 32 .
Slotvignet . Al deze illustraties zijn in hout gegraveerd door Renefer . Het bleek noodzakelijk te zijn om hem , in het algemeen , iets te verkleinen , hetgeen ook geldt voor de volgende figuren .
FIG . 31 . - ILLUSTRATIE TUSSEN DE TEKST .
Fig . 31 .
Illustratie tussen de tekst .
FIG . 30 . - KOPBEELD MET INSNIJDING VOOR TEKST
Fig . 30 .
Dit kopbeeld , dat ook tussen de tekst gebruikt zou kunnen worden , vertoont een insnijding , waarin enkele regels van de tekst zijn ondergebracht .
FIG . 29 . - UITVOERING .
Fig . 29 .
Uitvoering .
ART . NR . 57 . c , - FIG 28 . - SCHETS .
Art . Nr . 57 . c ,
Fig . 28 .
Schets .
ART . NR . 57 . c , - ILLUSTRATIE VAN EEN REISVERHAAL
Art . Nr . 57 . c ,
Illustratie van een reisverhaal
We gaan nu over een ander soort echter nog steeds van " objectieve " aard en kiezen daarvoor een reisverhaal : Griekenland , Zon en Landschappen " van Louis BERTRAND . In een serie prachtige hoofdstukken beschrijft de aureur de schoonheden van deze oude grond en de bewonderenswaardige resten van de helleense bouwkunst . In dit verband is een volstrekte natuurgetrouwheid verplichtend . Men zou niet de geringste fantasie mogen aanbrengen in de weergave van de oude monumenten en de landschappen , die de schrijver in zijn boek vermeldt . Nu kan men deze waarheid natuurlijk nergens beter leren kennen dan op de bewuste plaatsen zelf . Het compositiewerk zal hier vooral moeten bestaan uit een goede vlakverdeling . We moeten dus met zorg onze standplaats kiezen , het formaat van onze illustratie bepalen en de schaal van het motief binnen dat formaat om dit op de gunstige wijze aan de belangstelling van de lezer te presenteren . Louis BERTRAND heeft op schitterende wijze de schoonheden van de klassieke bouwkunst beschreven en natuurlijk is hij begonnen met de parel van de Acropolis te Athene , het Parthenon . Deze tempel van dorische stijl opgetrokken in pentelisch marmer , verschijnt in al zijn majesteit zodra men de Propyleeën heeft bestegen . We plaatsen hem aan het begin van het hoofdstuk ( fig . 29 ) . De compositie zal gelegen zijn in de keuze van de uitbeelding ; voor wat betreft de verhoudingen , die we de tempel zelf geven ten opzichte van zijn omgeving . Op fig . 28 ziet je de schets van deze composities . Je zult opmerken dat de verticale as van de voorgevel van de tempel min of meer overeenkomt met de gulden snede van de breedte van het vlak . Er volgt nog een tweede voorbeeld van bouwkunst . Het is , ook weer op de Acropolis het tempeltje van Niké Apteros in jonische stijl , een waar juweel van sierlijkheid onder de stralende griekse hemel ( fig . 30 ) . Men lette op zijn plaatsing , die een gevolg is van het punt , van waar de tekening werd uitgevoerd . Door zo te werk te gaan had de kunstenaar de bedoeling de tempel te laten oprijzen uit de brede ommuring van de Acropolis . In dit verband zult je constateren dat de illustrator aan de rechterzijde het neerdalen van die brede onderbouw heeft willen tonen en tevens , van de hoogte gezien , het naar achteren schuiven van het landschap dat door het bouwwerk beheerst wordt . Deze vlakindeling , zoals overigens van alle anderen , dwingt tot enkele voorafgaande schetsen van de grote massa's van het onderwerp om met smaak en logica de oppervlakte van het hoofdmotief in de illustratie te kunnen bepalen . Maar dit is niet alles . We vinden in hetzelfde boek ook beschrijvingen van landschappen , waar de schilderachtigheid het verre wint van de stijl . In het hoofdstuk dat gewijd is aan Thebe en dat in het bijzondere mate levendig en kleurrijk is , voert de schrijver ons mee naar een punt dat ver van de oude stad gelegen is . Toen hij zijn boek schreef was dat nog maar een eenvoudig dorpje , dat echter een eigenaardige bijzonderheid bezat : in de zomer waren de straten volgepropt met meloenen , die daar op hopen gegooid waren door de boeren , die , na de markt , hun waterpijp gingen roken onder het genot van een glaasje raki in het enige café van het dorp . Voor de illustrator was dit alles natuurlijk een kolfje naar zijn hand ( fig . 31 ) . De opzet is eenvoudig en natuurlijk moest die hoop meloenen goed naar voren komen , zodat hij ook op de voorgrond geplaatst werd . Deze tekening was opgevat als illustratie tussen de tekst van de breedte van de regellengte . Aan het slot van het hoofdstuk was een vrij grote ruimte op de bladzijde over . Daarin werd een losjes neergeschreven slotvignet gezet . We zien daarop een van de meloenenkopers die zijn waterpijp rookt , hetgeen een aanvulling vormt van de uitbeelding der plaatselijke sfeer .
01-10-2006
ART . NR . 58 . - ALLEGORISCHE EN SYMBOLISCHE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 58 .
Allegorische en symbolische illustratie
In sommige werken , die daarom nog niet geheel ophouden van beschrijvende aard te zijn , neemt de psychologische karakterstudie en de studie van een geestesgesteldheid , gedachten en gevoelens , die voortkomen uit de betrekkingen tussen mensen , een overwegende plaats in . Nu zou de illustrator ongetwijfeld in staat zijn om dergelijke gevoelens door een toepasselijk spel van gelaatsuitdrukkingen te vertolken , maar deze werkwijze , zou toch spoedig leiden tot een vervelende en vermoeiende eentonigheid , hetgeen stellig niet de bedoeling zou zijn noch van de schrijver , noch van de tekenaar . Overigens worden ook een uitwisseling van denkbeelden en hun " tocht " door de geesten van mensen niet noodzakelijkerwijze begeleid door een handeling of een gebaar , dat aanleiding geven kan tot een amusante , geestige of leerzame tekening . Evenzeer zal ook het ophalen van herinneringen van een bepaald persoon niet bepaald welsprekend zijn , wanneer men zich beperkt tot de uitbeelding van de persoon zelf . Maar wat dan wel te doen ? Hierop antwoorden wij : wendt u tot de allegorie , dat wil zeggen het weegeven van een abstact denkbeeld door middel van figuren , die uitgekozen en bijgezet zijn om dit idee beter te doen begrijpen . Men kan daar ook een of ander symbool bijhalen , dat zoals men weet , een figuur , merk of voorwerp is , waaraan men een afgesproken betekenis toekent : zo zijn palm - en lauwertak symbolen van overwinning , olijftak van de vrede enz . Enkele voorbeelden zullen dit duidelijker maken . Een boek beschrijft de lichamelijke en vooral de geestelijke , intellectuele ontwikeling van een jong meisje vanaf haar afscheid van de kostschool tot aan haar huwelijk . We zullen haar dromen , verlangens en illusies leren kennen . We zullen getuige zijn van de botsing van haar verlangens en strevingen met de harde werkelijkheid , van de uitingen van haar persoonlijkheid en haar reacties op de praktijk van het leven . We moeten dus onze illustraties weten aan te passen aan een beschrijving van louter geestelijke orde , betrekking hebbend op opeenvolgende geestesgesteldheden . In een van de hoofdstukken wordt ons verteld dat het meisje op zekere dag een brief ontvangt , die zeer belangrijk is , want hij brengt een totale omwenteling in haar leven teweeg . Deze brief is in zekere zin de sleutel tot het betreffende hoofdstuk . Nu vraagt men ons daarvoor een kopbeeld te onwerpen . De bewuste brief zal de hoofdzaak moeten worden in onze tekening . Daarom ontwerpen we dan ook een overeenkomst in gebaar van het meisje en de postbode , uitsluitend voor wat betreft de handen . Een dergelijke opvatting , die zijn waarde verkrijgt door een symbool , zal er ons toe brengen de elementen van het onderwerp op gestileerde wijze uit te drukken om onze compositie op een uitgesproken decoratieve wijze tot uitvoering te brengen . En deze stilering zal ook toegepast worden in de uitvoering van het landschap op de achtergrond . De tekening zal er door verlevendigd worden ; bekijk de studie en de voltooide compositie ( fig . 33 en 34 ) . Het betreft hier werkelijk een kunstzinnig ontwerp . Wij geven nog een ander voorbeeld . Marguerite AUDOUX heeft een boek geschreven met de titel " Het Atelier van Marie - Claire " , dat van een bijzondere gevoeligheid is . Het verhaal speelt op een kledingatelier en Marie - Claire , die hoofdpersoon is daar een van de naaisters . Wij weten hoe en onder welke omstandigheden deze vrouwen werken en weten ook dat hun arbeid , die vaak zeer inspannend is , spoedig vermoeidheid en afmatting veroorzaakt . In een van de hoofdstukken wordt verteld dat het atelier een borduurder in zijn dienst had , maar dat deze kort te voren gestorven is . Daaruit volgt een verwarrende situatie , want de opdrachten blijven binnenstromen en tot iedere prijs moet men een andere specialist zien te vinden . Na enkele mislukte pogingen biedt zich een borduurster aan , die aangenomen wordt . Haar werk is aanvankelijk zeer goed , totdat zij weer voor haar passie gaat zwichten : de wijn . Daaraan gaat zij zich zelfs te buiten tijden haar werk , dat daar , uiteraard , ten zeerste onder te lijden heeft . Waarin schuilt hier nu het belang van de illustratie ? Ongetwijfeld in de uitbeelding van de borduurster en haar arbeid . Maar gegeven enerzijds het formaat van ons kopbeeld en anderzijds het na te streven doel , zou het niet geschikt zijn om de persoon zelf weer te geven . Een anecdotische wijze van doen is hier meer dan ooit aangewezen . Wij concentreren dus al onze aandacht op de naaimachine en de drank . Laten we door een geslaagde grafische uitbeelding aantonen dat die twee elementen niet met elkaar te verenigen zijn , wil het werk goed volbracht worden . Laten we dus symbolisch blijven . Onder de invloed van drank gaat de borduurster de dingen dubbel zien . De lap stof , de naaimachine en de spoelen gaan voor haar ogen dansen . De daardoor ontstane wanorde accentueren we door het aanbrengen van scheve en straalgewijs lopende lijnen , zoals te zien is op de schets van fig . 35 , waarnaar het symbolische kopbeeld van fig . 36 werd uitgevoerd .
ART . NR . 58 . a , - VERSIERENDE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 58 . a ,
Versierende illustratie
We hebben gezien dat we in de voorafgaande gevallen onze arbeid al een uitgesproken decoratief karakter konden verlenen . Maar in die richting kan men nog veel verder gaan .
Onder bepaalde omstandigheden kan en moet zelfs , de illustratie van uitsluitend versierende aard zijn . In die gevallen gaat de kunstenaar zich wenden tot de flora en fauna en tot de meetkundige , waarvan de elementen op oordeelkundige wijze verwerkt zullen worden .
Boeken met abstracte inhoud , zoals bijvoorbeeld de wijsbegeerte , komen in aanmerking voor deze soort van illustratie . Maar men moet intussen wel bedenken dat men ook daar niet op een geheel willekeurige wijze te werk zal kunnen gaan . Want ook daar moeten we er ons op toeleggen om een verbinding tussen tekst en versiering tot stand te brengen : zo zal men wel inzien dat het niet op zijn plaats is om in een boek , dat over de klassieke oudheid gaat , motieven uit de Renaissance af te drukken !
We moeten dus goed doordrongen zijn van de geest van de tekst om in staat te zijn toepasselijke versieringen aan te brengen , waarbij dan ook nog rekening gehouden moet worden met de eisen en beperkingen , die de uitgever ons oplegt . Een vrolijk of humoristisch boek krijgt dus een verluchting van dezelfde geest en een ernstig , " streng " boek vraagt natuurlijk om illustraties van een soortgelijk karakter . Een fijne , gevoelige en voorname tekst zal van delicate en elegante plaatjes voorzien moeten worden , dat ligt wel voor de hand . Overigens kunnen heel wat boeken , waarvan de inhoud overigens in het geheel niet " abstract " is , op louter versierende wijze geillustreerd worden . Het is zelf mogelik om een serie " realistische " illustraties in hetzelfde boek te onderbreken door enkele versierende varianten , op voorwaarde dat de eenheid van het geheel en niet te zeer verbroken wordt . Als voorbeeld daarvan ziet je onder fig. 37 en 38 twee slotvignetten , die met dat doel ontworpen zijn en wel voor de reeds besproken roman " De Krekel " . De eerste wekt een gevoel van vreugde en levenslust op ; de andere beeld weemoed en spijt uit . Dergelijke gevoelen kunnen vaak uit een of ander hoofdstuk van een roman naar voren treden en de illustrator heeft dan de mogelijkheid om hen op die geestelijke wijze uit te drukken , zonder dat deze prentjes met de andere gaan " vloeken " integendeel . De verschillen tussen boeken van verschillende stijl en inhoud zijn nl. niet altijd scherp afgebakend en vaak heeft men te doen met boeken van een " tweeslachtig " soort , waardoor de illustrator in staat zal zijn soms zelfs min of meer gedwongen , om tekeningen van afwisselend karakter in hetzelfde boek aan te brengen . Nemen we in dit verband eens het werk van Jules RENARD , " Natuurlijk Historie " dat doordrongen is van een fijne , levendige en geestige observatie , vol van humor , maar ook van diepzinnige opmerkingen . Het eerste verhaal van dit boek heet " De prentjesjager " , dat , in zekere zin , de toegangspoort is tot die hele dierenwereld , die zich in de vrije natuur ontwikkelt en vervolgens het voorwerp zal zijn van talrijke fijnzinnige opmerkingen van de schrijver . Hieraan is het titelbeeld , van de hand van de graveur Paul BAUDIER gewijd ( fig . 41 ) . De kunstenaar heeft dit meer als landschaptekenaar dan als versierder opgevat , wat intussen niet zeggen wil dat deze compositie geen decoratieve kwaliteiten zou bezitten . Het onderwerp is op vrije wijze behandeld , maar zijn constructie is gespannen . Kijk maar eens naar de schets op fig . 40 . De compositie verttoont een silhouet van heuvels op de horizon , die de hoogte van de omlijsting volgens de gulden snede indeelt . Vervolgens bepaalt een serie van horizontale lijnen de verschillende plans , terwijl enkele schuine lijnen aan het geheel beweging geven . Men merke ook op dat de wolken aan de rechterzijde de compositie een evenwicht verschaffen met betrekking tot de bomen links . De kunstenaar RENEFER was , van zijn kant , belast met de uitvoering van de kopbeelden , een voor ieder onderwerp , en van enkele slotvignetten . Zoals vaak het geval is waren de afmetingen van deze kopbeelden voorgeschreven door de technische eisen van het bewuste boek . De kunstenaar besloot hierbij om op zuiver decoratief terrein te blijven . De illustraties spreken dus hun taal binnen het formaat van de kleine kopbeelden door composities , waarvan dieren en planten de bestanddelen zijn toegepast volgens een vastgestelde stilering en rythme . Evenwicht en symmetrie worden er in acht genomen met vermijding echter van een volstrekte symmetrie ; er is dus een soort van " symmetrie in asymmetrie " . We zien dat overigens op de fig . 39 en 42 tot 46 . Het eerste kopbeeld hoort bij een verhaal dat " De Slang " heet , het tweede bij dat over de kikkers ; er zijn daar ook een paar dieren , die veel met kikkers gemeen hebben . De walvis van fig . 43 leent zich door zijn langwerpige vorm zeer goed voor een " opname " in een kopbeeld . De sluiting van het jachtseizoen werd door de illustrator aangegrepen om een stilleven met wild aan de reeks toe te voegen ( fig . 45 ) . Wat de slotvignetten uit dit werk betreft daarvan kunt je er een tweetal zien in de fig . 47 en 48 . De eerste is geconstrueerd op een gelijkzijdige driehoek . Het patroon van de bissectrices , waarvan drie licht gebogen lijnen zijn toegevoegd , veroorzaakt een aantrekkelijk rythme ( fig . 47 bis ) . Je zult opmerken dat de tweede gebouwd werd , op een verticale as ( fig . 48 bis ) , waaruit een symmetrisch motief onstond . Maar de onderdeeltjes van de compositie veroorzaken weer een zekere asymmetrie , zodat eentonigheid vermeden werd . Indien we thans de illustratie van een wijsgerig geschrift , dat de rol van het hellenisme en zijn grootheid in het verleden behandeldt onder ogen zien , dan zouden we dat " a priori " niet anders dan in een klassieke stijl kunnen opvatten . De tekst zal ons kunnen leiden bij de keuze van de versierende elementen en ook bij de vertolking , de uitbeeldingswijze , die we gaan toepassen . Natuurlijk gaan we te rade bij de oude griekse versieringskunst , waarbij het ons niet verboden zal zijn om hier en daar een beetje variatie en fantasie toe te passen bij deze versieringsmotieven , als we maar niet op nodeloze wijze inbreuk maken op de stijl van het tijdperk . We moeten ook de bouw van onze bladzijde bepalen , die voorzien zal worden ofwel van een zeer smal kopbeeld , een zg . doorlopende band , en waarvan de versiering , steeds van dezelfde hoogte , voor ieder hoofdstuk verschillende elementen zal bevatten ( deze band zal dan op boven - en onderzijde van iedere bladzijde herhaald worden ) , ofwel met een enkel kopbeeld aan het begin van ieder hoofdstuk , dat dan een beetje belangrijker zal zijn dan de doorlopende band . Een andere mogelijkheid tenslotte is het uitsluitend ontwerpen van sierletters bij ieder hoofdstuk . Welke werkwijze we ook zouden kiezen , we zullen toch altijd , blijven werken in de geest van de versieringen van fig . 49 . Er zijn tenslotte , ook teksten van een dergelijke " abstractie " dat het niet mogelijk zal zijn om daarbij , als versiering enig element uit de natuur aan te brengen . Maar in een dergelijk geval zou de meetkunde , deze exacte wetenschap , die zoveel logica in zich draagt van pas kunnen komen , althans in sommige gevallen , om ons combinaties van lijnen en vlakken , zelfs van volumes , te suggereren voor een versiering van grote grafische zuiverheid die in enig verband met de tekst zou staan . Dat is althans zeer goed denkbaar . We vertrouwen dat je thans voldoende ingelicht bent voor wat betreft het ontwerpen van illustraties . We willen er , tot besluit , aan herinneren , dat om een goed " objectieve " illustratie tot stand te kunnen brengen , men steeds veel schetsen moet maken en doorgevoerde studies en in het bezit dient te zijn van een uitstekend visueel geheugen , dat langs de weg van het geduld verkregen werd . Bij de illustratie is het niet slechts zaak om zijn onderwerp op harmonieuze wijze te componeren , maar ook om de verschijning van een bladzijde in zijn geheel goed te overdenken met het oog op een aantrekkelijk evenwicht . Het effect van een illustratie zal verschillend zijn naar gelang de toegepaste reproductie - en druktechniek . Zoals we al bij het begin van deze beschouwing schreven , zullen we later op deze aangelegenheid nader ingaan .
ART . NR . 58 . - FIG . 36 . - KOPBEELD - ZELFDE BEMERKINGEN
Art . Nr . 58 .
Fig . 36 .
(Kopbeeld ) Zelfde bemerkingen .
FIG . 35 . - ZELFDE BEMERKINGEN
Fig . 35 .
Zelfde bemerkingen .
ART . NR . 58 . - FIG . 34 . - UITBEELDING IN HOUTSNEDE ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 34 .
Uitvoering in houtsnede , van een symbolische illustratie ( kopbeeld ) .
ART . NR . 58 . - FIG . 33 . - SCHETS IN POTLOOD ( KOPBEELD )
Art . Nr . 58 .
Fig . 33 .
Schets in potlood ( kopbeeld ).
ART . NR . 58 . a , - FIG . 50 . - OP " ABSTRACTE " WIJZE OPGEVAT KOPBEELD .
Art . Nr . 58 . a ,
Fig . 50 .
Op " abstracte " wijze opgevat kopbeeld , sierletter en slotvignet , bestemd voor de illustratie van een werk , waarin geen andere soort op zijn plaats zou zijn .