TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
26-09-2006
ART . NR . 57 . - DE ILLUSTRATIE
Art . Nr . 57 .
DE ILLUSTRATIE
Inleiding
De illustratie heeft tot doel om een gedrukte tekst op te helderen , aan te vullen en te versieren met behulp van de prenten die tot stand kwamen door de illustrator . Deze is dus de tolk van de gedachten van de schrijver en deze gedachten geeft hij gestalte door middel van tekeningen die in een of andere techniek zijn uitgevoerd . Maar het werk van de kunstenaar zal een " vermenigvuldiging " moeten ondergaan . Zijn tekeningen en composities zullen in het te drukken boek worden afgebeeld . Met het oog daarop zal de illustrator niet alleen in de " geest " van het boek in kwestie moeten werken , maar ook rekening moeten houden met het soort van uitgave , het formaat en de aard van het te gebruiken papier . Op dit alles zullen we later nog terugkomen wanneer we , op het geschikte ogenblik , de verschillende reproductie - en druktechnieken zullen behandelen . Hierboven stipten we aan dat er een logisch verband dient te bestaan tussen de tekst en zijn illustraties . Nu spreekt het wel vanzelf dat de uitdrukkingsmogelijkheden van de schrijver en van de tekenaar zeer verschillend zijn . Maar , wel verre van met elkaar in conflict te komen , moeten deze elkaar juist gaan aanvullen . En hieruit volgt natuurlijk de noodzaak van een nauwe samenwerking tussen beiden . Wie een boek wil gaan illustreren moet eerst gaan.... lezen . " Een waarheid als een koe " , zult je misschien zeggen . Ongetwijfeld , maar onder lezen willen we ook verstaan de geest van het boek begrijpen en aanvoelen om in staat te kunnen zijn een toepasselijke " verluchting " te leveren . Men begrijpt dan wel dat de rol , die aan de kunstnaar is toebedeeld , de uitdrukking van zijn persoonlijkheid beperkingen oplegt . Toch kan er wel degelijk sprake zijn van een oorspronkelijke kunstzinnige schepping , want ook hier hebben we een vertolking en wel een die de kunstenaar door zijn persoonlijkheid wordt opgelegd . In deze werkzaamheid van de geest komen de gevoeligheid en de verbeeldingskracht van een illustrator een belangrijk woord meespreken . Laten we , wat dat betreft , intussen niet vergeten dat de verbeeldingskracht de dochter is van de waarneming . Wat is , in de beeldende kunsten , verbeeldingskracht feitelijk anders dan het opnieuw oproepen van elementen , waarvan het beeld op een of ander ogenblik op iemands netvlies vershenen is ? Van een illustrator moet het zg. visuele geheugen dus wel in bijzondere mate gevoelig zijn en dit kan worden door een voortdurende oefening van het observatievermogen . Door veel te kijken leert men op den duur zien en onthouden . Dank zij dit visuele geheugen wordt , in de meeste gevallen , een compositie uitgevoerd zonder dat een direct contact met de natuur nodig is . De kunstenaar die een uitgebreide kennis bezit van het menselijk lichaam , de dieren , perspectief enz. , zal in staat zijn om vormen en constructies uit te voeren of een beweging neer te zetten in overeenstemming met wat de tekst hem suggereert . Op die manier geniet zijn geest de grootst mogelijke vrijheid om op levensware wijze te scheppen en wij zeggen wel degelijk " scheppen " . Want het is onlochenbaar dat hier van schepping , creatie , sprake is , te meer waar de elementen , die de kunstenaar uit zijn geheugen opdiepte , door hem niet gebruikt zullen worden zonder hen te " transponeren " en te " interpreteren " volgens een geheel persoonlijke opvatting van de gedachten die in de te illustreren tekst opgesloten liggen . Overigens zal de tekenaar ook werk moeten maken van een rangschikking , een ordening van al die elementen . Ook in zijn werk zal de kunst van de compositie dus zijn rechten opeisen teneinde op de aangenaamste wijze een bepaald geheel tot stand te kunnen brengen . De in het vorige lesdeel bestudeerde wetten zal ook hij moeten gaan toepassen . Intussen is het wel duidelijk dat ook hier zijn persoonlijkheid en oorspronkelijkheid aan het licht zullen treden want , al heeft ieder terrein zijn eigen beginselen , er zijn ook verschillende manieren , aan ieder mens eigen , om zich daaraan te onderwerpen . We zullen om te beginnen , de illustraties onder ogen zien van een op bijzondere wijze verzorgde uitgave . Een dergelijke " luxe - editie " kan , voor wat het illustratieve gedeelte betreft , uit de volgende onderdelen bestaan : 1e. een titelbeeld : illustratie buiten de tekst , die afgebeeld is op de titelpagina van het boek . 2e. kopbeelden : serie van illustratie die boven ieder hoofdstuk staan . 3e. illustraties tussen de tekst verdeeld over het gehele boek . 4e. slotvignetten : serie van kleine illustraties , die ieder aan het slot van een hoofdstuk afgedrukt zijn , als de op de bladzijde vrijgelaten plaats dit toelaat . 5e. versierde letters , zeer grote hoofdletters waarmee de hoofdstukken beginnen en die voorzien zijn van kleine tekeningen . 6e. illustraties buiten de tekst : serie van illustraties ( gewoonlijk niet groot in aantal ) van groot formaat over de volle bladzijde . Soms wordt een van hen ook op de omslag van het boek afgedrukt .
Men dient ook te weten dat de tekst van een boek op de bladzijden is afgedrukt volgens nauwkeurig vastgestelde verhoudingen van hoogte en breedte , want anders zou zijn aspect natuurlijk zeer ongelukkig kunnen zijn . De lengte van een gedrukte lijn tussen de beide marges rechts en links draagt de naam van regellengte . De plaats en het formaat van , in het bijzonder , de kopbeelden is gewoonlijk met die regellengte verbonden , zoals natuurlijk ook de hoogte van de tekst op iedere bladzijde , teneinde een zeker evenwicht in acht te blijven nemen . Bij uitbreiding wordt de term " regellengte " ook gebruikt voor de beide afmetingen , hoogte en breedte , van de gedrukte tekst . De getekende composities bevinden zich in het algemeen binnen een omlijsting , waarvan de vorm en afmetingen voor ieder soort van illustratie voor een gegeven boek met zorg gekozen zijn , en wel in het bijzonder voor kopbeelden , sierletters en platen buiten de tekst , met als doel een homogeen geheel . Maar voor illustratie tussen de tekst , slotvignetten e.d. neemt men minder strenge regels in acht . Wij geven zelfs een voorbeeld van een kopbeeld ( fig . 30 ) waarin de tekenaar weliswaar de in dat boek gebruikelijke omlijsting heeft toegepast maar dit , om een bepaald effect te versterken , aan de benedenzijde rechts heeft losgelaten .
In sommige gevallen geeft de illustrator zijn verschillende composities voor eenzelfde boek een geheel vrije wijze van uitsnijden .
Het staat de kunstenaar vrij om uit de twee bovengenoemde mogelijkheden een keuze te maken om het algemene beeld van zijn illustraties op geslaagde wijze in overeenstemming te brengen met het karakter van het gehele boek . In beginsel moeten de illustraties op regelmatige wijze over het boek verdeeld worden om een te lange , eentonige , opeenvolging van bladzijden zonder het " open raam " van een illustratie , te vermijden . Deze noodzakelijkheid dwingt , helaas , de kunstnaar er soms toe om de uitvoering in de steek te laten van een of ander onderwerp , dat hem bijzonder ter harte ging , teneinde een overeenstemming tussen tekst en illustratie in stand te kunnen houden ; dit betreft vooral de plaatjes tussen de tekst . Lettekundige werken kunnen zeer talrijk en uiteenlopend zijn voor wat betreft de behandelde onderwerpen , de besproken denkbeelden enz . Romans , reisverhalen , geschiedenisboeken en wetenschappelijke werken zullen illustraties krijgen die aangepast zijn aan het soort en de geest van het boek in kwestie . Deze plaatjes zullen , van het ene boek op het andere , weinig met elkaar gemeen hebben , of het zou de persoon of personen moeten zijn , die voor de illustraties gezorgd hebben . In veel gevallen zal de illustratie objectief zijn , d. w. z. de onderwerpen van de tekst weergeven door zich strikt aan de tekst te houden , al blijft de persoonlijkheid van de tekenaar zich in volle vrijheid uitdrukken in het grafisch karakter van zijn werk . Zo kan de illustratie ons de plaatsen tonen , die in een reisverhaal beschreven worden . Maar in zo'n geval zal de tekenaar - om de waarheid te kunnen dienen en dat zal hier toch wel nodig zijn - gedwongen zijn om zich goed te documenteren , ofwel te bestemde plaatse , ofwel met behulp van foto's , die hij op de een of andere wijze zal moeten vertolken om goede composities te verkrijgen . Maar er zijn ook geschriften waarin een grotere subjectiviteit of een psychologische studie de overhand hebben . Dit soort van boeken vraagt natuurlijk om illustraties van geheel andere aard . Zij zullen versierd worden met allergorische en symbolische illustraties en zelfs , onder omstandigheden , met die van het zg. non - figuratieve soort . Weer andere zijn er die van geen enkele soort van illustratie voorzien zouden kunnen worden , behalve misschien van geheel decoratieve aard , in kopbeelden , omlijstingen van bladzijden en sierletters bijvoorbeeld , die tot in volkomen abstracte vorm kunnen worden opgevat . Dit zal o.a. het geval zijn met publicaties van wijsgerige aard .
ART . NR . 56 . a , - EEN VOORBEELD
Art . Nr . 56 . a ,
Een voorbeeld
Deze laatste opmerkingen zullen meer speciaal te pas komen bij het portret , dat hierbij afgebeeld wordt ( fig . 10 ) . Omdat we afwisseling willen brengen in de voorbeelden , gaat het hiet nu eens niet om een schilderij of een tekening , maar om een ets . Het is van de hand van onze talentvolle medewerker Jacques Schultz Dal en werd destijds geëxposeerd onder de titel De Heraldicus . Je zult overigens wel opgemerkt hebben dat wij al meer een beroep hebben gedaan op deze kunstenaar voor wat betreft krijt - en pentekeningen .
Met dit werk hebben we te doen met een zg. karakterportret , dat tevens de uitbeelding geeft van een beroep . De voorgestelde is nl. een zeer gewaardeerd kunstenaar , die goed bekend staat bij de genealogen om zijn kennis van wapens , zijn onderzoekingen en tekeningen op het gebied van de heraldiek en bij de liefhebbers van boeken zeer in trek is om de mooie boekmerken , die hij ontwierp en uitvoerde en waarin hij zich gespecialiseerd heeft .
Het woord karakterportret is hier gebruikt in de betekenis , die kunstenaars het geven ( zoals ook toneelspelers dat doen ) en die je al kent . De uiterlijke verschijning van het model ( na zijn maatschappelijke persoonlijkheid , die we hierboven in het kort beschreven ) toont ons een sterk uitgesproken en zeer ongewoon type : een man op leeftijd maar die nog flink is , krachtig van bouw , met een kop die zowel energiek als fijngevoelig is , manen als een leeuw en met een snor en sik als een van de beroemste " Drie Musketiers " .
De expressieve kracht van een karakterportret kan , vooral als dit ook een " beroepsportret " is , nog groter worden wanneer het model is voorgesteld in zijn dagelijkse omgeving , dus bijv. de smid in zijn smidse , de tuinman in de tuin , de schrijver aan zijn schrijftafel enz . De wapenkundige is hier weergegeven in zijn " werkplaats " te midden van de dingen , die hij voor zijn arbeid nodig heeft . We zien hem immers in zijn atelier , gezeten voor zijn lessenaar met de eerbiedwaardige oude folianten , zijn documenten en handschriften en met zijn tekenwerktuigen vlak bij de hand . Hier is niets opgesmukt en " geposeerd " ; hij is bij zichzelf thuis en een ogenblik onderbreekt hij zijn studie om de bezoeker aan te kijken .
Om de compositie nader te ontleden voegen we hieraan toe dat het formaat in de breedte , dat vrij zeldzaam is bij het portret , verkozen werd om meer aandacht te kunnen geven aan de bijkomstigheden , waarover we spraken ; zij zijn er niet om het schilderij " aan te kleden " of om leegtes op te vullen , maar om een beter begrip te geven van de persoon waarmede zij een geheel vormen en die zij in zekere zin " verlengen " door alles wat zij suggereren ( zo zouden ook de smid zonder zijn hamer en de schermer zonder zijn floret onvolledig schijnen en het in feite ook zijn ) .
De kwaliteiten van de uitvoering , het geslaagde " effect " , de mooie zwarte tonen en krachtig geconstrueerde kop raken slechts zijdelings ons betoog ; we laten het aan jezelf over om dit alles op uw eigen wijze te beoordelen en te genieten . We hebben echter wel gemeend de aandacht te moeten vestigen op de algemene inhoud van dit kunstwerk : dit verheldert immers op zeer leerzame wijze de opvatting van dit portret en , om bij ons onderwerp te blijven , dit fraaie voorbeeld van artistiek ontwerp .
Laat ons eindigen met enkele opmerkingen van een scherpzinnig kunstliefhebber . Dr Jules Brabant " Het zou kunnen schijnen alsof het portret slechts weinig ruimte overlaat voor de persoonlijkheid van de kunstenaar . Maar dit is geenszins het geval : het is , integendeel , het genre , waarin hij zich met de meeste kracht kan doen gelden .... Het portret moet altijd een vertolking van het model zijn , waarin zowel de kracht en gevoeligheid van de schilder als ook de tover van zijn talent aan den dag treden " .
ART . NR . 56 . a , - FIG . 10 . - DE HERALDICUS . PORTRET VAN J . SCHULTZ - DAL
Art . Nr . 56 . a ,
Fig . 10 .
De Heraldicus ; Portret van J. Schultz - Dal . ( ets) . Het model is hier met veel begrip tot leven gewekt .
ART . NR . 56 . a , - FIG . 11 . - PORTRET DOOR LANCELOT NEY
Art . Nr . 56 . a ,
Fig . 11 .
Portret door Lancelot Ney ( olieverf ) . Dit in moderne geest opgevatte werk draagt het stempel van de eigen stijl van de kunstenaar .
ART . NR . 56 . - FIG 8 . - PORTRET DOOR J . D . INGRES .
Art . Nr . 56 .
Fig . 8 .
Portret door J.D Ingres ( potlood ) . Werk van een verbluffend knap tekenaar in een zeer gevoelig lijnenspel .
ART . NR . 56 . - FIG . 9 . PORTRET DOOR H . DE TOULOUSE - LAUTREC.
Art . Nr . 56 .
Fig . 9 .
Portret door H . De Toulouse - Lautrec . Het karakter van dit model is op prachtige wijze uitgebeeld .
ART . NR . 56 . - HET PORTRET
Art . Nr . 56 .
HET PORTRET
Algemene Raadgevingen
Ziehier een kunstvorm , die bij uitstek het westerse ras kenmerkt en waarin met name de nederlandse en franse scholen steeds hebben uitgeblonken .
Het lesdeel HET HOOFD heeft je reeds bestudeerd , maar dit had vooral tot doel om je in kennis te brengen met algemene begrippen , die overvloedig en afwisselend waren en je er allereerst toe te bewegen om veel studies te maken . Nu hebben we een onderscheid gemaakt tussen studie en kunstwerk en het portret valt uitsluitend onder de categorie " kunstwerken " , tot welk soort hij intussen ook mag behoren . En die " soorten " ontbreken overigens niet : grote , kleine ( we bedoelen hiermede niet slechts het formaat , maar ook de geest , die verschilt naar gelang de afmetingen ) , officiele , intieme , familieportretten , " mondaine " en karakterportretten enz . Kleine verschillen , waarover het overbodig is hier uit te weiden , daargelaten , vertonen zij dezelfde aantrekkelijkheden , die we zullen bespreken en dezelfde moeilijkheden , die we zullen trachten je te laten oplossen .
Ieder ontwerp verschijnt , zoals we reeds zeiden , als een soort van samenvatting ; en dit is nog meer waar , of in ieder geval nog duidelijker , in het potret . Want een man , vrouw of kind zijn ieder meer dan een ander schepsel ; " iets " , dat individueel en oorspronkelijk is en het doel van de portrettist moet nu juist zijn om dat individuele en oorspronkelijke er uit te kunen halen . Om onze bewering te versterken zou men bij uitbreiding , kunnen zeggen dat dit ook geldt voor het portret van een ontwikkelde diersoort , bijvoorbeeld een hond , en zelfs van een levenloos voorwerp dat uitgesproken kenmerken bezit , zoals een huis dat , evenals een levend wezen , zijn leeftijd , geschiedenis en " stand " verraadt , tot aan zijn rimpels toe ... Om een samenvatting , synthese , mogelijk te doen worden , moet er eerst een voorafgaande ontleding , analyse , waardoor we de onderdelen leren kennen , tot stand gebracht worden . Het is dus noodzakelijk , als het tenminste niet gaat over iemand die we goed kennen , om het model te bestuderen ; men tekent goed wat men goed kent , hebben we al eens gezegd . Zelfs kan het nuttig zijn om een zekere sympathie , waardering of bewondering voor het model in kwestie te hebben . Iemand die om de een of andere reden mishaagt is , laat zich niet goed portretteren : met tegenzin werken brengt geen goede resultaten voort en het portret , al zou het tot op zekere hoogte geslaagd genoemd kunnen worden , zal toch oppervlakking en alleen maar uiterlijk knap blijven . Een oud gezegde kan in dit verband worden aangehaald en wel , dat het beste portret van een schilder vaak dat van zijn moeder is .
Keuze - Analyse - Synthese
Men moet dus beginnen met een voorbereidend onderzoek teneinde te geraken tot het uitkiezen van een hoofd ideé , een overheersend kenmerk ( zoals het " Leitmotiv " in de muziek ) , hetgeen , we herhalen het , de grondslag van een kunstzinnig ontwerp vormt .
Vervolgens kan men zich gaan wijden aan de eerste vormverschijningen : van het innerlijk gaat men naar het uiterlijk . Daartoe worden eerst de meest karakteristieke houdingen van het lichaam , de ledematen en de kop bestudeerd ; de keuze ( het onstaan van een kunstwerk brengt nu eenmaal een hele reeks " keuzen " met zich mee ) zal moeten vallen op de beste houding , dat is diegene die het innerlijk wezen verraadt en tevens ook in esthetisch opzicht met meest geslaagd is , vooral bij het vrouwenportret ; tenslotte moet ook een belichting bepaald worden , die de vormen zo doet uitkomen als je het meest gewenst acht . Je hebt dan de houding bepaald - staande of zittende , verticaal of scheef , van voren , van opzij of " troiquarts " gezien - ; en ook die van de kop , natuurlijk ook allerlei standen kan innemen . Voor dit alles moeten vanzelfsprekend schetsen en studies gemaakt worden . Dit moet ook geschieden met de achtergrond ( die er meestal zijn zal en ook van groot belang is ; hij kan licht of donker zijn , effen of bewerkt , eenvoudig of samengesteld ) voor wat betreft zijn toonverhouding met de persoon en voor de bijkomstige voorwerpen , waarvan er slechts zelden een zal ontbreken .
In het voorbijgaan zouden we willen opmerken dat er in het moderne portret een , althans schijnbare , verarming te constateren valt . In het algemen schijnt men thans sneller te werk willen gaan : de potretten uit het verleden lijken veel meer " van alles voorzien " te zijn . Maar men ziet toch ook vaak een gelukkig gevonden vereenvoudiging in de hedendaagse portretten en een groter streven naar natuurlijkheid . Het " statieportret " van vroeger zou tegenwoordig gauw een glimlach opwekken . De toestanden zijn veranderd , waardoor er een grotere gelijkvormigheid en een soort van nivellering is ontstaan .
Men moet vooral vermijden het model de indruk van " poseren " te verschaffen en ook de omgeving gekunsteld te maken ; daarin zou men een pretentieuze naiviteit zien en een gebrek aan natuurlijkheid en waarheid . Soberheid , spaarzaamheid en bescheidenheid moeten ook hierbij betracht worden .
Wanneer men het over alles met zichzelf eens is geworden , wanneer je het werk compleet in de geest voor je ziet , dan is dus de beslissing al gevallen . Er rest dan nog slechts de uitvoering en dat is zeker niet weinig , want men kan slechts zelden zijn dromen verwezenlijken .
Hier willen we een waarschuwing laten horen . Alvoren tot de uitvoering over te gaan , is het noodzakelijk dat je uw " geestesbeeld " ongeschonden weet te bewaren , deze droom die je bij zich draagt van het toekomstige werk . Tijdens de arbeid kan deze namelijk gemakkelijk veranderen , vervagen of vervormen , zoals helaas met veel het geval is . Het beeld dat je zich in gedachten gevormd hebt moet je dus spoedig op de een of andere wijze gaan vastleggen . Maak daar dus een schets van , die de hoofdzaken weergeeft . Het belang daarvan wordt door de beginner gewoonlijk niet voldoende beseft en toch kan een schetsje van twee of drie minuten voldoende zijn om het juiste denkbeeld voor de toekomst te bewaren .
Het portret heeft dus een aanvang genomen . Streef er naar om zo weinig mogelijk aan uw oorspronkelijke plan te veranderen , dat je hebt weten vast te leggen als getrouw document van wat misschien een zeer vluchtige , maar kostelijke ingeving was . We moeten je ook nog de raad geven , al zal je die misschien onaangenaam klinken , dat je zich niet te veel door het model moet laten beinvloeden . Daar is dan geen tijd meer voor en de beslissing is immers al gevallen , zoals we reeds opmerkten . " Het model trekt alles naar zich toe en voor de schilder blijft er dan niets over " , heeft DELACROIX eens gezegd en dat komt hier wel heel goed van pas . Tracht in het lichaam en vooral in de kop van uw model die overheersende trek te bewaren , waardoor je het eerst getroffen bent . Verzwak deze in ieder geval niet , maar versterk hem eerder nog , hoewel dit met enige bescheidenheid dient te geschieden . Een goed portrettist , heeft men wel eens geschreven , is een karikaturist , die zich beheerst . De hoofdtrek van een karikatuurtekenaar is immers dat hij de wezenlijke aard van een levende verschijning weet te onderkennen ; die gaat hij dan overdrijven , ofwel met geestige , ofwel met spottende , boosaardige bedoelingen .
25-09-2006
ART . NR . 55 . - FIG 1 EN 2 - SCHILDERIJ VAN HET ZELFDE LANDSCHAP DOOR CEZANNE
Art . Nr . 55 .
Fig . 1 en 2 . Een landschap zoals het gezien wordt door het zielloze oog van het fototoestel . Nu heeft het een " ziel " gekregen . De schilder , en een van de grootste , CEZANNE , heeft dit aangevoeld en weergegeven , vertolkt , naar de aard van zijn eigen geest en volgens de gevoelens die hem bezielde bij de aanblik van een motief , dat misschien banaal lijkt in de ogen van iemand , die gespeend is van gevoel en verbeeldingskracht , maar de kunstnaar door zijn talent het tot een " drama " verheft .
ART . NR . 55 . - FIG 1 EN 2 - FOTO VAN LANDSCHAP
Art . Nr . 55 .
Fig . 1 en 2 .
Foto van landschap .
FIG . 3 en 4 . - FOTO EN ZIJN INTERPRETATIE DOOR KEES VAN DONGEN
Fig . 3 en 4 .
Van dit " figuur " vinden wij een foto door schilder Kees van DONGEN ( zie ook fig . 4 ) .
ART . NR . 55 - FIG . 5 . - FRAGMENT VAN EEN COMPOSITIE VAN MARCELLIN GROMAIRE
Art . Nr . 55
Fig . 5 ,
Fragment van een compositie van Marcellin Gromaire : Parijs . De werkelijkheid wordt omgezet voor een decoratief doel
ART . NR. 55 - FIG . 7 . - ENKELE KUNSTZINNIGE SCHEPPINGEN UIT HET VERLEDEN . NEGERKUST - INDIA - DE PROFEET ISAIAS ( SOUILLAC ENZ . ) .
Art . Nr . 55 .
Fig . 7 .
Enkele kunstzinnige scheppingen uit het verleden : 10 , negerkunst - 11 , India - 12 , de profeet Isaias ( Souillac ) - 13 , Mozes ( Michelangelo ) - 14 , China ( IXe eeuw ) - 15 , Notre Dame te Parijs ( gotthiek ) - 16 , tekening van REMBRANDT - 17 , portret door HOLBEIN - 18 , portret door MODIGLIANI - 19 , kruisafname ( GIOTTO ) - 20 , tekening van Vincent van GOCH - 21 , schilderij van PICASSO - 22 , tekening van Henri de TOULOUSE - LAUTREC .
ART . NR . 55 . - FIG . 6 . - ENKELE KUNSTZINNIGE SCHEPPINGEN UIT HET VERLEDEN EGYPTE - APHRODITE VAN PRAXITELES ( GRIEKENLAND ENZ . ) .
Art . Nr . 55 .
Fig . 6
Enkele kunstzinnige scheppingen uit het verleden : 1 - 2 , Egypte - 3 , Aphrodite van PRAXITELES ( Griekenland ) - 4 , perzische vaas - 5 , gewonde leeuwin ( Assyrië ) - 6 , Griekse vaas - 7 , kop ( POLYKLEITOS , Griekenland - 8 , Madonna ( VIe eeuw ) - glasraam ( Chartres )
24-09-2006
FIG . 3 en 4 . - FOTO EN ZIJN INTERPRETATIE DOOR KEES VAN DONGEN
Fig . 4 .
Van dit " figuur " vinden we een ( foto fig. 3 ) en zijn interpretatie door de schilder Kees van DONGEN : als kenmerk van zijn stijl verleent hij het een stralend lichteffect .
ART . NR . 55 . - PLAAT I
Plaat I
Verschilende interpretaties van hetzelfde stilleven in verschillende technieken .
ART . NR . 55 . - PLAAT II - VLNR. GRIEKS - VAN EYCK - GRANACH - BOTICELLI - RUBENS - WATTEAU - INGRES - SEURAT - MAILLOL .
Art . Nr . 55 .
Plaat II
Iedere kunstenaar geeft een eigen stijl aan zijn werk . Van links naar rechts : Grieks - Van Eyck - Cranach - Boticelli - Rubens - Watteau - Ingres - Seurat - Maillol .
23-09-2006
ART . NR . 55 . - HET ONTWERPEN - INLEIDING
Art . Nr . 55 .
HET ONTWERPEN
Inleiding
Tijdens de studie van de voorafgaande lesdelen hebt je stap voor stap vorderingen kunnen maken en daarbij , soms misschien wel met enige verbazing , nieuwe horizonten en tot dusver onbekende gebieden kunnen ontdekken , naarmate we gezamenlijk hoger op gestegen zijn . Indien je echt gestudeerd hebt en met toewijding gewerkt , zult je zich het stelsel van algemene beginselen hebben eigen gemaakt , die bij de kunst van het tekenen of schilderen te pas komen . Langzaam maar zeker zult je de materialen en de verschillende onderdelen van de motor bijeen gezameld hebben . Nu moet deze motor in werking worden gesteld . Vakkennis en wetenschap laten zich eigen maken . Je heeft anatomie en perspectief , de wetten van de compositie en nog een hele hoop andere nuttige dingen geleerd ... Je bent in staat om van een voorwerp , een landschap of een persoon een getrouwe uitbeelding te maken . Maar dat is niet voldoende om van u een kunstenaar te maken , daarvan zult je zich wel bewust zijn : de houtstapel ligt klaar ; nu moet daar nog de vonk in gebracht worden . Maar deze vonk laat zich helaas niet van de een op de ander doorgeven . Om je te helpen deze te doen ontspringen - want ergens is hij , meer of minder sterk natuurlijk , in u ; niet iedereen is nu eenmaal een genie - zullen raadgevingen en voorbeelden van groot nut kunnen zijn . Ons verlangen is dan ook om je deze in dit lesdeel te verschaffen . De vonk nu is voor alles het DENKBEELD . In de kunst onstaat het denkbeeld in de meeste gevallen door de " ontroering " , die een of ander schouwspel in de natuur teweeg brengt . Deze ontroering zal de kunstenaar gaan ontleden , zich zijn oorzaken afvragen en kenmerkende factoren gaan opzoeken en , wanneer hij hierin geslaagd zal zijn , zal hij trachten deze tot uitdrukking te brengen en tot hun recht te doen komen in een daartoe gecomponeerd werkstuk met de bedoeling om zijn eigen ontroeringen over te dragen op de beschouwer . Hij zal dan geraken tot een zekere rangschikking en samenstelling van het onderwerp in kwestie en daardoor een bepaalde compositie scheppen , die beantwoorden zal aan het denkbeeld , waardoor hij bezield werd . Op een ander ogenblik kan het denkbeeld in de geest van de kunstenaar geboren worden zonder al een aantal reeds bijeengevoegde elementen voor ogen te hebben . Hij zal dan aan de hand van visuele herinneringen , schetsen , studies en ander documenten een of andere ontroering voelbaar doen maken , hem gestalte geven , steeds met een vastomlijnde bedoeling voor ogen . In het eerstgenoemde geval zal er vooral sprake zijn van een compositie . In het tweede geval zal men meer te doen hebben met een artistieke scheppingsdaad , een " ontwerp " , dat intussen steeds ondergeschikt zal moeten blijven aan de wetten van de compositie . Die wetten hebt je in het vorige lesdeel bestudeerd en je hebt zelfs geprobeerd om tekeningen en schilderijen te maken , waarin deze wetten in acht genomen werden . Maar je heeft niet " iets dat nog niet bestond " geschapen , iets geheel nieuws dat uitsluitend UW werk zou worden . Natuurlijk , alles wat uit uw potlood of pensseel voortkomt , alles wat je op een nieuw velletje neerzet is uw werk . Maar tot dusver was er slechts sprake van oefeningen , die te vergelijken zijn met het spelen van toonladders en studies van de pianist . Zeker , je heeft getracht om harmonieuze arrangementen te maken , die aangenaam voor het oog zijn , maar dat was toch meer het oefenen van de compositie als zodanig , het uzelfs vertrouwd maken met zijn beginselen en het verwerven van meerdere uitdrukkingsmogelijkheden ten behoeve van uw ideeën en bedoelingen . Laten we hier nog eens duidelijk het onderscheid tussen een studie en een kunstwerk (schilders spreken bij voorkeur van studie en schilderij ) in herinnering brengen . Laatstbedoelde bepaling is nog duidelijker , maar we gebruiken liever het woord kunstwerk in een meer algemene zin , dat meer van toepassing is op de verschillende soorten van doeleinden , waaruit je een keuze zult moeten maken . De studie nu , is datgene , dat je tot dusver tot stand gebracht hebt . Het kunstwerk is hetgene , dat je nu zult gaan trachten te bereiken . De studie , evenals de schets , is een uit de natuur opgediepte inlichting . De natuur , die in de studie slechts gecopieerd , min of meer slaafs nagevolgd wordt , wordt in het kunstwerk geïnterpreteerd , vertolkt , dat wil zeggen van gedaante veranderd en in een of andere richting beklemtoond , van bepaalde accenten voorzien ; en wel in de richting van het denkbeeld ( dit belangrijke woord zal nog vele malen terugkeren ) dat je in u draagt , waardoor je bezield bent . Om voorbeelden te noemen , een denkbeeld van tederheid of van macht , een van gratie of kracht , van schittering of van overdenking , van vreugde of van droefheid , van rust of van beweging . Door welke middelen wordt nu het denkbeeld tot uitdrukking gebracht ? Voor de schrijver , de wijsgeer en de geleerde bestaat de aankleding van het denkbeeld uit woorden en zinnen ; voor de musicus uit noten en rythmen , voor de beeldende kunstenaar vooral uit een zg . effect . Het effect is niet het denkbeeld zelf , maar de uitdrukking , de gestalte daarvan : ofwel door vormen , ofwel door toonwaarden of kleuren . Door vormen wil zeggen door lijnen ( de rustige van horizontalen , de opstijgingen van verticalen en de bewegingen van schuine lijnen ) en door volumes , zware en fijne . Door toonwaarden , lichte of donkere , zware of lichte en door de belichting , die naar believen de plastiek versterkt of verzwakt , het werk doet uitstralen of in een bepaald halfduister zet , waardoor een soort van peinzende , teruggetrokken stemming onstaat . En tenslotte door de kleuren en hun harmonie . Maar nog eens , niets van wat we tot nu toe zeiden , is nieuw voor u . Al deze overwegingen zijn je reeds in de vorige lesdelen voorgelegd en duidelijk gemaakt . Maar opdat de beschreven werkwijzen en praktijkens het je mogelijk maken om je te verheffen boven wat men wel eens in ongunstige zin werkwijzen en praktijken noemt , opdat uw werken het peil van een waar kunstwerk bereiken , hebben wij , wij herhalen het nog eens , nog iets anders nodig - en dit andere is nu juist het onderwerp van dit lesdeel , dat de bekroning van ons onderricht bedoelt te zijn .
Om dat " andere " te ontdekken moet men de blik in de goede richting weten te richten , juist zoals men dat doet om een onderdeeltje van een uitgestrekt vergezicht te ontdekken .
Maar in plaats van in de verte te kijken , moet je in uzelf gaan kijken , wat men noemt " zelfbeschouwing " gaan beoefenen . Het te overziene terrein dat bent je zelf , uw geestelijk wezen : het zijn uw voorkeuren en goede smaak . Wat je niet met plezier doet , zult je nooit goed doen ; je dient zich bewust te zijn van wat je aantrekt en op welk domein je zich thuis voelt . Weest er daarbij van overtuigd dat , wanneer we uw persoonlijke neigingen een aanmoediging geven , dan is dat niet om je te vleien , maar om je in staat te stellen uw persoonlijkheid tot zijn recht te doen komen en je de weg te wijzen naar een ware , gezonde oorspronkelijkheid .
Spreken over HET ONTWERPEN wil zeggen het behandelen van een voorwerp uit de esthetica of schoonheidsleer , die , zoals men weet , een onderdeel uitmaakt van de wijsgegeerte .
Nu begrijpt je wel dat het niet onze bedoeling is om je hier een curcus in filosofie te laten volgen . We zullen deze belangrijke aangelegenheid dan ook alleen van de praktische kant bekijken , van het standpunt van degene , die iets wil maken - en dat is hetgeen je interesseert . Maar juist op dit gebied is het nodig , teneinde tot stand te brengen en iets te bereiken , dat je zeer duidelijk het te bereiken doel voor ogen hebt . Dit doel moeten we dus gaan omschrijven , zijn oogmerken ontleden , zijn grenzen bepalen en het zodanig uiteenzetten , dat je er zeer duidelijk begrip van ingeprent krijgt . Hier , nog meer dan elders , rekenen we dus op uw volle aandacht .
Het kunstzinnig scheppen , eenvoudiger gezegd het ontwerpen , behelst de zichtbare verwezenlijkind van een persoonlijke denkvrucht , die voortgebracht wordt door waarneming , verbeeldingskracht en gevoel , waarbij men zich bij anderen tot diezelfde eigenschappen bedoelt te richten . In eerste aanleg betreft het dus een werkzaamheid van de geest , waarin ook het onderbewustzijn zijn deel heeft en het zelfs de stoot kan geven , een werkzaamheid die begunstigd wordt door de vermeerdering en ontwikkeling van de verworven kennis en ervaring . Het is , vervolgens , de overbrenging op doek of papier van het denkbeeld dat , plotseling of stap vor stap , gestalt gekregen heeft .
Wanneer men zich verdiept in de problemen van het ontwerpen , komt men er vanzelf toe zich te verdiepen in het probleem van de kunst .
Wat is kunst ? BACON zei " de natuur plus de mens " , hetgeen een mooie , diepzinnige en eenvoudige definitie is . We willen die van een tijdgenoot , die wat scherper is en ons onderwerp wat nauwer begrenst , daaraan toevoegen : " De kunst is de natuur gezien door een temperament heen " . Onder temperament moet men dan verstaan het totaal van goede en slechte hoedanigheden , van aantrekkelijke en minder aantrekkelijke eigenschappen , in een woord van de neigingen , die maken dat ieder mens verschilt van zijn medemensen en hem zijn eigen personlijkheid en oorspronkelijkheid geven . Het is dus uw temperament of beter uzelf , datgenen wat het meest wezenlijke en intieme uitmaakt van uw geest , uw hart en uw zinnen , die aan hetgeen uit uw handen komt een stempel van kunst gaat verschaffen . Wat Bacon zei komt in het kort dus neer op : " De kunst , dat ben je zelf " . Maar om dit " zelf " tot gelding te laten komen , moet het naar buiten kunnen uittreden . Dat is niet altijd gemakkelijk en om het te bereiken moet men gunstige omstandigheden weten te scheppen . Daarom hebben we je ook gevraagd om jezelf te gaan " peilen " jezelf te leren kennen . Hier zullen dan de theorie van nu en de praktijk van straks elkaar gaan ontmoeten . En deze verklaringen waren nodig om bij je een staat van ontvankelijkheid te verwerken , waarin alles gemakkelijk zal worden omdat je volkomen begrepen hebt waarover het gaat .
Zodoende zult je in het vervolg in staat zijn om , zoals we het hierboven uitdrukken , " het stempel van kunst te drukken op wat uit uw handen komt " . Deze nuttige uitspraak herhalen we met opzet , want een stempel drukken op iets wil zeggen het van uw eigen merk voorzien . In de kunst gebruiken we voor dit merk het woord STIJL , zoals in de muziek of in de letterkunde , waar men dit woord nog meer gebruikt : de stijl van een schrijver , ofwel zijn eigen manier om zich uit te drukken en zijn gedachten kenbaar te maken , hetgeen tot gevolg heeft dat men hem zeer vlug herkent . Je kent wel de beroemde uitspraak ; " De stijl is de gehele mens " , hetgeen zeggen wil dat de stijl de eigen aard verraadt van het verstand dat hem voortbrengt . Hierover is iedereen het eens en het is dan ook evenzeer van toepassing op de beeldende kunsten . Stijl wil dus zeggen dat er zelfs in een klein schetsje het merkteken van een maker , van de maker , wordt aangetroffen . En bij de grootsten is dit gewoonlijk het gemakkelijkst te herkennen , omdat hun stijl het meest karakteristiek is , omdat het " stempel van de kunst " meer uitgesproken en treffender is . Om enkele uit ontelbare voorbeelden te noemen , hebben wij een handtekening nodig om een tekening van REMBRANDT of DURER , van DAUMIER of VAN GOGH te herkenen ? En aangezien de ware kunstenaar altijd noodzakelijkerwijze zichzelf is en niet anders zou kunnen zijn , zelfs als hij het zou willen ( hij zou zichzelf toch spoedig verraden ) , is de stijl ook de volmaakte eenheid van het kunstwerk , geheel doordrenkt van dezelfde geest ; en van dezelfde gedachte . En wat is nu het tegendeel daarvan ? Het oppervlakkige , het slappe , het laag-bij-de grondse , vulgaire , banale en " commerciële " . Wat stijl ook nog wil zeggen is iets als een zelfverzekernd meesterschap , een verstandige élégance , een natuurlijke voornaamheid en de beeldende vertolking van wat men gewoonlijk samanvat met het woord Humanisme . Ontwerpen wil zeer zeker niet zeggen scheppen in absolute zin , gelijk aan een goddelijke daad , dus het scheppen uit het niets . Het is een menselijke daad , waarbij uitgegaan wordt van de natuur en de onderdelen die deze bevat , die dan gezien worden door een eigen temperament heen en dan gerangschikt heen en dan gerangschikt en vertolkt worden volgens een gedachtengang , die de kunstenaar worden voorgeschreven door zijn gevoeligheid , karakter en geest . Maar niettemin is dit werk toch een soort van schepping , want alleen de kunstenaar zelf kon in staat zijn om gebruik te maken van , te ordenen , te verlichten , modelleren en kleuren volgens persoonlijke en oorspronkelijke opvattingen , datgene , dat , zeer zeker reeds bestond , maar dat hij van zijn eigen stijl voorzien heeft bij zijn uitbeelding . Welnu , je begrijpt natuurlijk heel goed dat uitbeelding het tegendeel is van slaafse navolging . Uitbeelding , vertolking is in zekere zin stilering , een persoonlijke omschrijving van het weergegeven onderwerp , welke omschrijving beantwoordt aan de visie van de kunstenaar , aan zijn eigen opvatting van het onderwerp en aan datgene wat hij daarmee bedoelt uit te drukken . Indien de kunstnaar dus niet " schept " in de strikte zin van het woord , dan is hij dus wel in staat om te " herscheppen " door het onderwerp een nieuwe werkelijkheid te verlenen en wel degene die voortkomt uit zijn eigen visie en de persoonlijke gevoelens weergeeft , die deze visie bij hem verwekte .
Nu moet je niet denken dat dit alles buiten uw bereik zou vallen . Wanneer je doorgaat jezelf met toewijding te oefenen , als je de verschillende technieken meester wordt en uw " vak " onder de knie gaat krijgen , dan zal uw temperament - ieder heeft het zijne - langzaam aan voor de dag treden en je zult dan uw eigen stijl gaan krijgen ; daarvan kunt je verzekerd zijn . Een verborgen proces zal zich in uw geest afspelen zonder dat je zich daarvan bewust zult zijn en , stapje voor stapje , zult je zichzelf leren kennen . Besluitend zouden we willen zeggen dat ontwerpen vooral wil zeggen samenvatten ; samenvatten van die menigvuldige bestanddelen van de natuur , waarvan je tot dusver de ontleding tot stand hebt gebracht . Het houdt in het vinden van een leidraad , een overheersend verband en een gemeenschappelijke factor , die hen verbindt en samenhoudt . Men gaat daarbij over van het bijzondere naar het algemene men trekt zich op van het onderdeel naar het geheel . Het is , kortom , opstijgen .
22-09-2006
ART . NR . 54 . b , - DE KLEUR IN DE COMPOSITIE
Art . Nr . 54 . b ,
De kleur in de compositie
In het algemeen zal de verdeling van de gekleurde massa's ongeacht het toegepaste kleurengamma , de grote bouw van de compositie moeten ondersteunen ,want hij vormt immers een begeleiding van de beweging der lijnen , onderstreept hen en voltooit de indruk die het rythme , dat door die lijnen geschapen werd , verwekt . Maar het is wel duidelijk dat het gebruikte kleurengamma in nauw verband moet staan met het karakter van het onderwerp in kwestie . Van kleur kan een grote ontroerende kracht uitgaan en wanneer van deze kracht een goed gebruik wordt gemaakt , zal hij de indrukken , die de bouw van de compositie te voorschijn roept , aanzienlijk kunnen versterken . In het lesdeel over de kleur heeft je het verschil leren zien tussen warme en koude tonen en je kent ook de betekenis die men hechten moet aan het woord " dominante " . Je weet ook dat kleuren elkaar onderling beinvloeden en dat zij van aard veranderen , wanneer zij naast elkaar gezet zijn : de ene zal naast een andere in kracht afnemen , een andere zal juist versterkt worden door een derde naast zich te hebben .
Zoals er in een schilderij een dominante voor de waarden dient te bestaan , zo moet er ook een zijn bij de kleuren als zodanig . Je weet wel dat om een overheersende waarde tot zijn recht te doen komen , men zich van een tegenstelling moet bedienen , dus de oppositie van een lichte tot een donkere dominante .
Bij de kleuren doet men hetzelfde : tegenover een bepaalde kleur plaatst men zijn complementaire , of , als men wat fijner te werk wil gaan , een toon die samengesteld is met behulp van deze laatste . Op het terrein van de kleur echter " gebruikt de schilder de tegenstellingen slechts op bescheiden wijze en met een zekere voorzichtigheid , want de hoogste wet van de kunst blijft de harmonie . Zo zal hij nooit twee complementaires van dezelfde omvang en kracht naast elkaar schilderen met het doel hun kracht te versterken . Om een dergelijke gewelddadige botsing te vermijden zal hij ofwel de ene van afmetingen sterk verkleinen , ofwel zijn kleurenintensiteit verminderen " ( Jules Brabant ) . Men moet daarbij niet uit het oog verliezen dat men , om ook hier tot een eenheid te geraken , de tonen , die de dominante vergezellen , zodanig van aard zal moeten wijzigen dat hij ( die dominante ) zijn heerschappij over het gehele schilderij voortzet . Men zal hem dus moeten terugvinden , waarbij een " vermoeden " vaak voldoende is , in de meeste andere tonen . Wij hebben immers reeds gezegd dat zij in tegenstelling staan ; op deze wijze handhaafd men de eenheid en bereikt men een harmonie : zo zijn er blauwe schilderijen , rode en groene of , als men wil , schilderijen van een algemene toon die de dominante te zien geeft . Zeer zeker moet men ook op dit gebied gelijkvormigheid uit de weg trachten te gaan en nu zult je ons misschien gaan opwerpen dat dit alles toch wel erg moeilijk is ! We zullen je echter zo dadelijk gaan geruststellen , als we je gaan verzekeren dat vrijheid en fantasie altijd hun rechten blijven behouden , op voorwaarden natuurlijk dat zij onderworpen blijven aan een zekere matiging en aan de goede smaak .
Nog eens ons voorbeeld
In het besproken schilderij heeft de schilder als contrast tegen de lange zilverachtige banden evenwijdige banen aangebracht in een afwisseling van koele en warme tonen , de laatsten in een gamma van blond naar donkerbruin . Daarbij wilde hij zo sterk mogelijk het verband van de geschilderde materie met de werkelijke , die van het hout zelf dus , tot uitdrukking brengen .
De grijze tonen in de gebarsten stammen worden gecompenseerd door de vlakken met donkergroene ( " olijfgroene " natuurlijk ) tonen om , dik in de verf , een contrast te vormen met het strogeel van het gras , dat zich op de bodem voortgewoekerd had .
Achter de olijfbomen is een " menselijk " element te bespeuren in de drie huizen in het ronde doorkijkje . Deze huizen hebben slechts zeer kleine ramen , als om de eenzaamheid en teruggetrokkenheid van hun bewoners te onderstrepen . Zij zijn rose en wit geschilderd , zoals de landhuizen in de Provence en , ook al weer een contrast , tekenen zich , overigens niet al te heftig , twee donkere cypressen af tegen een donkerblauwe hemel . Maar waarom , zo zult je misschien vragen , zijn bomen en landschap niet gewoon weergegeven zoals men ze ziet op een " natuurlijke " wijze ?
We zeiden het al : " de kunst is de natuur plus de mens " . En die mens heeft ook hier zijn eigen gesteldheid , zijn eigen oorspronkelijkheid en zijn persoonlijke opvattingen . Hij wil ons niet in de eerste plaats een landschap laten zien maar veeleer de indrukken die hij daarvan onderging . En nu kan men toch niet loochenen dat het karakter van strengheid van deze landstreek niet zeer intensief werd uitgedrukt door de hardheid en de hoekigheid van de lijnen en vlakken , die toch ook weer wat verzacht worden door de grote , alles omvattende spiraal , die als een verflauwde echo beantwoordt aan de golvingen van de heuvels met zijn begroeide " treden " . Die strengheid komt ook naar voren in de door de schilder gebruikte kleuren .
De hardheid in het licht van die streken zien we immers uitgedrukt in die heftige en plotselinge tegenstellingen van de toonwaarden . En voelt men de samenstelling van de bodem zelf en de rotsachtige opstijgingen van de muurtjes niet heel goed in de als het ware stukgehakte grond met zijn fel botsende lijnen ?
Enkele overdenkingen
Laten we uit alles een grote les trekken . Voor een kunstwerk , welk dan ook , moet je niet te vlug uw gevolgtrekkingen gaan maken . Bekijk het heel goed en neem daar rustig de tijd voor . Bestudeer het en denk er over na . Je bent thans in kennis gebracht met die grondbeginselen die het je mogelijk zullen maken om een compositie op verstandige wijze te ontleden en om hem te " beredeneren " , zoals je dat ook moet doen , wanneer je er zelf een gaat maken . In het vervolg zult je in staat zijn om uw eigen smaak en voorkeur tot gelding te brengen en dat niet blindelings , in het wilde weg , maar door hem een rechtvaardiging te geven , hem te veranderen en zelfs te verbeteren .
Stellig mag de amateur , zoals Alfred Leroy eens schreef , " niet blindelings een anders denkbeelden aanvaarden , herhalen wat hij in handboeken las of op lezingen te horen kreeg . Hij moet blijven zoeken naar een aanpassing van zijn eigen neigingen met het ontvangen onderricht . Hij moet een afstand gaan doen van zijn persoonlijkheid en op zijn hoede blijven voor medeverschijnselen en snobisme .... " Maar anderzijds moeten we , zoals de veel aangehaalde Dr . Brabant ons heeft aanbevolen , " voor een schilderij ieder vooroordeel laten wegwallen , onze eigen voorkeuren trachten te vergeten om te proberen de " boodschap " van de kunstenaar te begrijpen . En vooral moeten wij hen niet van onbekwaamheid gaan beschuldigen , wanneer zijn schoonheidsopvattingen niet overeenkomen met de onze ! Wanneer men de studietekeningen van een Picasso of een Permeke ziet , staat men verbaasd over hun knapheid . Niettemin hebben deze beide schilders in hun schilderijen de ene deformatie na de andere opgesteld , zodat de leek er volkomen van in de war raakte . Laten we trachten om het doel van dergelijke afwijkingen te begrijpen , die zeker zo gewild en berekend zijn ... Maar , mochten we er niet altijd in slagen om het " geheim " van een schilderij te ontdekken , dan moeten we daarom nog niet gaan denken dat we voor altijd gesloten zouden zijn voor kunstzinnige ontroeringen . Zelfs indien men de gave heeft , moet men nog studeren om kennis te verwerpen en wat de moeite waard is om van te houden , levert zich nooit aanstonds aan ons over " .
BESLUIT
Laatste raadgevingen
Thans moeten we gaan besluiten .
In de eerste plaats moet je zich niet laten hypnotiseren door voorschriften , die ongetwijfeld nuttig zijn en zelfs wel eerbiedwaardig , zoals bijvoorbeeld dat van de gulden snede . Er bestaan geen formules , zelfs niet digene die uit meetkundig oogpunt volmaakt zijn , die automatisch in alle gevallen toegepast kunnen worden en een leek in een kunstenaar zouden kunnen veranderen . We hebben het al gezegd en zeggen het nogmaals : " Verwar niet doel en middelen " . De toepassing van de gulden snede bijv . verschaft ons een middel om gemakkelijk een goed uitgewogen verhouding tussen een geheel en zijn verschillende onderdelen te vinden en heel wat kunstenaars passen hem op intuïtieve wijze , als het ware instinctmatig toe . In ieder geval blijft iedereen volkomen vrij om een ander procedé te hulp te roepen , maar ieders eigen temperament , zoals we al eerder zeiden . De een , die van ordening houdt en meer op vormen dan op bewegingen gesteld is , zal zich bij voorkeur van meetkundige stelsels bedienen om zijn werk op te bouwen . De ander die meer gehecht is aan de beweging , onderworpen aan een expressie of gevoelen , zal op meer vrije en spontane wijze zijn gevoeligheid de vrije loop laten , zonder dit op te sluiten in een min of meer uitgerekend netwerk van voerlijnen . Maar dit wil ook al weer niet zeggen dat men dat " de vrije loop " laten aan het toeval moet overlaten zonder zijn verstand te raadplegen , want het moet tenslotte tot een uiterlijke vorm komen en gestalte krijgen op papier of doek . En daardoor is , ondanks alles , nodig dat men zich weet te bedwingen en aan de rede weet te gehoorzamen . Eens te meer laten we hier Dr . Brabant aan het woord : " Destijds waren er verhitte geesten die de musea wilden verbranden " ! Dat was in die tijd dat men jonge schilders de raad gaf om niet naar academies te gaan , uit angst dat hun persoonlijkheid gedood zou worden ! Alsof de ware persoonlijkheid zich juist niet zou harden door de gevolgen van een zekere dwang ! " En tenslotte zullen we besluiten met de woorden van Ad . Giraldon : " Op het terrein van de compositie blijven vrijheid en fantasie de grootste bronnen van inspiratie , al worden deze geremd en in toom gehouden door de natuurlijke wetten van gezond verstand , logica en matiging en bediend door een zo sterk mogelijk vakmanschap . Geen enkele raad kan wet worden voor allen en iedereen , behalve de raad , die we ontlenen aan de ervaring der eeuwen en die eeuwig waar en eeuwig nuttig blijft : zien , denken , begrijpen en werken met liefde , bescheidenheid en oprechtheid " .
ART . NR . 54 . b , - FIG . 61 . - DE KREEFT
Art . Nr . 54 . b ,
Fig . 61 .
De Kreeft , houtgravure van Raoul DUFY . Alleraardigste kleine decoratieve compositie , ontleend aan " Le Bestiaire " van Guillaume Apollinaire .
FIG . 62 . - OVERBRENGING VAN KRACHTEN
Fig . 62 .
Overbrenging van krachten , copositie van Fernand Leger ( 1881 - 1955 ) ( Museum der ontdekkingen , Parijs ) . Foto Giraudon .