E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    met_hart_en_ziel
    blog.seniorennet.be/met_har
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    06-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART. NR . 28 . FIG . 21 - STUDIES VAN OGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 .

    Fig . 21 ,

    Studies  van  ogen  -  Rechts , ogen  in  hun  normale  stand , daaronder , scheelkijkende  ogen

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG .20 , HET OOG
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 20 .

    Het  oog .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 19 . HET OOG .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 19 .

    Links : doorsnede  van  het  oog .  A , hoornvlies  -  B , voorste  oogkamer  -  B' , achterste  oogkamer  -  C , iris  -  D , pupil  -  E , ooglens  -  F , glasachtig  lichaam  -  G , netvlies  -  N , oogzenuw  -  S , harde  oogrok .

    Rechts :  1  bovenooglid  -  1' , onderooglid  -  2 , onderooglidplooi  -  3 , bovenooglidplooi  -  4 , groef  vanuit  de  binnenooghoek  -  5 , traanheuvel  -  6 , binnenooghoek  -  7 , buitenooghoek  -  8 , uitgang  van  de  traanbuisjes  - 

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . FIG . 18 - UITDRUKKING VAN DE OGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 .

    Fig . 18 ,

    Hoe  verschillende  gevoelens  door  de  ogen  worden  uitgedrukt .

    Boven : Droefheid  -  Verbazing  -  Nadenken
    Onder :  Schrik  -  Ernst  -  Openhartigheid              


    07-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR 28 . FIG . 24 , - DE PLASTISCHE VORM VAN DE LIPPEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 .

    Fig . 24 ,

    De  plastische  vorm  van  de  lippen .
    A , B , C , D :  verdikkingen .  Let  ook
    op  de  verdikking  in  het  midden  van
      de  bovenlip .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 23 . - NOG ENKELE VERSCHIJNINGSVORMEN VAN DE MOND .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 23 .

    Nog  enkele  verschijningsvormen  van  de  mond .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . FIG . 22 . - HULPLIJNEN EN STUDIES
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 .

    Fig . 22 ,

    Links , hulplijnen  voor  mond  en  neus .
    Rechts , studies  van  de  mond  in  vooraanzicht , van  opzij  en  driekwart  gezien .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fig . 25 . - STUDIES VAN DE NEUS .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 25 .

    Studies  van  de  neus , geheel  rechts  ziet  je  de  hulplijnen .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR 28 . PRAKTIJK
                                      Praktijk

        Studie  van  de  verschillende  onderdelen
     
                             van   het  gelaat

      Op  de  hier  volgende , zullen  wij  trachten  je  vertrouwd  te  maken  met  de  vorm  van  de  verschillende  onderdelen  waaruit  de  kop  is  opgebouwd .  Dit  is  nodig , omdat , wanneer  je  eenmaal  gekomen  bent  aan  de  studie  van  de  kop  als  geheel , je  deze  onderdelen  door  en  door  moet  kennen .  Alleen  dan  zult  je  in  staat  zijn  om  die  onderdelen  in  hun  juiste  vorm  en  verhouding  " in  te  voegen "  in  de  algemene  vorm .  
      Het  gaat  hier  dus , zoals  in  de  gehele  les , om  een  nauwkeurige  gedetailleerde  studie  van  deze  onderdelen .

                                   Het  oog  

      Ongetwijfeld  is  het  oog , tesamen  met  de  mond  -  en  wellicht  nog  meer  dan  die  -  het  meest  uitdrukkingsvolle  onderdeel  van  het  gelaat .  Het  zijn  de  ogen  die  uitdrukking  geven  aan  alle  emoties  en  hartstochten .  Haat , liefde  of  vrees , verbazing  of  vreugde , en  noemt  u  maar  op , spiegelen  zich  af  op  ons  gelaat , dank  zij  ogen  en  mond , twee  onderdelen  met  zeer  grote  bewegingsmogekelijkheden .  Het  fronsen  en  optrekken  van  de  wenkbrauwen , de  verbreding  van  de  oogspleet , onderstrepen  de  uitdrukking  van  de  blik  ( fig . 18 ) .  Wij  moeten  trouwens  opmerken , dat  één bepaald  onderdeel  van  het  gelaat  nimmer  alleen  uitdrukking  geeft  van  een  bepaald  gevoelen , en  zeker  niet  wanneer  dit  er  een  is  van  grote  intensiteit .  Om  het  karakter  van  de  ogen  -  een  karakter  dat  typerend  is  voor  een  bepaald  individu  -  te  leren  doorgronden  is  dikwijls  zeer  moeilijk . Wij  moeten  dan  ook  beginnen  om  het  oog  te  bestuderen  onder  verschillende  hoeken  en  trachten  zijn  juiste  constructie  te  doorzien .

      De  ogen  liggen  in  de  oogholten .  Van  voren  gezien  is  de  grote  vorm  daarvan  een  vierhoek  met  afgeronde  hoeken  ( zie  nogmaals  fig . 2  en  3 ) .  Bezien  wij  de  kop  van  opzij , dan  doet  deze  holte  zich  voor  als  een  ovaal , waarvan  de  lange  as  van  onderen  naar  boven  enigszins  schuin  gericht  is .  Het  voor  ons  zichtbare  gedeelte  van  het  oog  bolt  zich  buiten  deze  holte .  Van  onderen  en  boven  is  het  oog  bedekt  door  de  oogleden , die  zich  elk  voorzetten  in  de  huid  welke  over  de  randen  van  de  oogholten  gespannen  is .  Het  oog  is  bolvormig , zoals  wij  in  fig . 19  zien .  Het  is  bijna  geheel  omgeven  door  het  taaie  oogvlies .  Het  buitenste  oppervlak  daarvan  is  bij  een  volwassene  glad  en  wit , terwijl  het  bij  oudere  mensen  enigszins  geelachtig  is .  Van  voren , ter  hoogte  van  het  hoornvlies , is  de  bolvorm  even  sterker .  Het  hoornvlies  is  dus  een  voortzetting  van  het  oogvlies , doch  met  dit  verschil  dat  het  volkomen  doorzichtig  is , in  tegenstelling  tot  het  ondoorzichtige  oogvlies .  Dwars  door  het  hoornvlies  en  als  het  ware  daarachter  opgehangen  is  de  iris  zichtbaar .  Het  is  een  soort  cirkelvormig  verticaal  diafragma  met  in  het  midden  een  ronde  opening ,  de  pupil , welke  een  middellijn  heeft  van  3  à  4  mm .  In  kleur  vertoont  de  iris , al  naar  gelang  individu  en  ras , zeer  vele  variaties .  De  grootte  van  de  pupil  is  afhankelijk  van  de  werking  van  verwijdende  of  vernauwende  spiertjes .  Wij  weten , dat  in  het  donker  de  pupil  groter  wordt  om  nog  zoveel  mogelijk  lichtstralen  binnen  te  laten , terwijl  hij  zich  vernauwt  bij  fel  licht .

      Tenslotte , hoewel  wij  hem  niet  zien , bevindt  zich  achter  de  iris  de  ooglens .  Deze  lens  laat  de  lichtstralen , door  het  glasachtig  lichaam  heen , samenkomen  op  het  netvlies , een  vlies  dat  de  binnen - achterkant  van  de  oogbol  bekleedt . 

      Deze  kleine  anatomische  verhandeling  over  het  oog  was  zeker  niet  overbodig , want  wij  dienen  toch  te  weten  wat  wij  tekenen .  Trouwens  -  wij  spraken  hierover  reeds  bij  de  bloemen  -  de  weergave  van  de  zichtbare  onderdelen  van  een  object , hoe  die  ook  moge  zijn , ondervindt  sterke  invloed  van  de  voorstelling  die  men  zich  maakt  van  de  verborgen  delen , die  ten  nauwste  samenhangen  met  deze  zichtbare  delen . 
     
      De  belangrijkste  zichtbare  gedeelten  zijn  ongetwijfeld  de  oogleden .  Zij  zijn  door  rimpels  van  de  omgeving  gescheiden  en  zijn  lichter  of  zwaarder  met  oogharen  bezet .  De  meer  of  minder  geopende  oogspleet  heeft  een  ovale  vorm , waarvan  de  lange  as  niet  geheel  horizontaal  loopt .  De  stand  van  deze  as  varieert  al  naar  gelang  van  individu  en  ras .  Vele  beginners  denken  helaas  niet  aan  de  bolle  vorm  van  de  oogbol .  Deze  vorm  heeft  natuurlijk  invloed  op  de  vorm  van  de  oogleden .  De  bovenste  kromming  van  de  lijn  van  de  oogleden  is  dan  ook  in  geen  enkel  opzicht  gelijk  aan  de  kromming  van  de  onderste  lijn .  Het  ontdekken  van  deze  misschien  uiterst  geringe  verschillen  in  kromming  is  dan  ook  een  zaak  van  zeer  nauwkeurige  observatie .  Het  resultaat  hiervan  zal  evenwel  merkbaar  zijn  in  de  voltooide  tekening  welke  een  volmaakte  gelijkenis  met  het  model  toont .  In  de  binnenooghoek  zien  wij  een  klein  rose  of  roodachtig  uitsteeksel , de  traanheuvel .  Op  deze  plaats  bevinden  zich , zowel  in  boven -  als  onderooglid , de  kleine  openingen  van  de  traanbuisjes .  Van  de  binnenooghoek  in  de  richting  van  de  wang  zien  wij  een  meer  of   minder  zware  groef , terwijl  wij  bij  de  buitenooghoek , vooral  bij  oudere  mensen , een  reeks  straalvormige  plooien  zien , de  zgn . " kraaiepootjes " .
    Wij  hebben  reeds  gezegd  dat  de  oogspleet  ovaal  van  vorm  is , met  vanzelfsprekend  zijn  individuele  verschillen .  Wanneer  je  echter  deze  vorm  eens  aandachtig  bestudeert , zult  je  opmerken  dat  de  bovenste  lijn  grotendeels  recht  is  en  dan  plotseling  sterk  naar  beneden  afbuigt  in  de  richting  van  de  neuswortel .  Het  verloop  van  de  onderste  lijn  is  bijna  tegengestelde  hieraan :  bij  de  neuswortel  begint  hij  recht  en  buigt dan  sterk  naar  boven  tot  de  buitenooghoek . 
    Fig . 20  laat  je  het  verloop  van  deze  lijnen  nog  eens  duidelijk  zien .  Belangrijk  is  ook  wat  fig . 20 - A  laat  zien .  De  lijn , die  de  bovenkant  van  de  oogholte  ( de  wenkbrauw )  raakt  en  langs  de  oogbol  loopt , is  schuin  naar  onderen  gericht .  Volg  ook  eens  de  gestippelde  lijn  in  fig . 20 - B .  Hier  ziet  je  duidelijk  hoe  de  verschillende  vlakken  van  bovenooglid , oogbol  en  onderooglid  gericht  zijn .  Wanneer  men  de  richting  van  de  vlakken  goed  bestudeert , zal  het  gemakkelijker  worden  om  de  ogen  in  al  hun  standen , en  face , en  profil , in  driekwart - stand , met  meer  of  minder  opgetrokken  oogleden  enz . te  tekenen .  Wij  herhalen  het  nogmaals :  het  oog  is  wel  het  belangrijkste  onderdeel  om  een  gezicht  uitdrukking  te  verlenen .  Bestudeer  fig. 21  daarom  goed  en  je  zult  het  stellig  met  ons  eens  zijn .

      Overigens  zal  het  in  het  begin  niet  meevallen  om  de  ogen  op  de  juiste  plaats  in  te  tekenen .  Bij  een  kop  en  face  zal  het  even  gemakkelijker  gaan , omdat  men  daar  een  grotere  houvast  heeft  aan  de  assen  en  niet  te  maken  heeft  met  een  perspectivische  vertekening .  Bij  alle  overige  standen  komt  het  er  op  aan  om  eerst  de  grondvorm  te  schetsen  en  pas  wanneer  deze  van  vorm , verhouding  en  stand  juist  is , kunt  je  met  verdere  afwerking  voortgaan .

      Je  dient  er  echter  wel  aan  te  denken  dat  niet  alleen  een  juiste  contour  het  karakter  van  het  oog  bepaalt .  Er  komen  nog  andere  factoren  bij  te  pas , zoals  de  weergave  van  het  relief , door  een  juiste  aanduiding  van  licht - en  schaduwpartijen .  Vooral  de  lichtval  op  de  iris  is  een  zaak  van  aandachtige  observatie .  Je  zult  op  de  iris  een  zeer  sterk  glimlicht  kunnen  waarnemen .  Tegenover  dit  glimlicht  op  de  iris  zult  je  een  tweede , minder  sterke  lichtpartij  zien , welke  veroorzaakt  wordt   door  de  reflex . 
    In  fig . 20  wordt  dit  met  een  drietal  schetsjes  gedemonstreerd .  Bij  het  tekenen  en  schilderen  van  ogen  zult  je  op  dit  verschijnsel  heel  goed  moeten  letten , want  deze  twee  ogenschijnlijk  niet  belangrijke  details , zijn  juist  van  grote  invloed  op  een  levendige  weergave  van  de  ogen .

                              De  mond

      Uit  artistiek  oogpunt  bezien , speelt  de  mond  ( fig . 22  en  23  )  een  zeer  belangrijke  rol .  Zonder  zelfs  de  ogen  van  iemand  te  zien , is  het  in  vele  gevallen  mogelijk  zijn  gevoelens  te  raden  door  naar  zijn  mond  of  beweging  daarvan  te  zien .  Het  is  juist  door  zijn  grote  bewegelijkheid  dat  de  mond  in  sterke  mate  de  expressie  beinvloedt .  Opgetrokken  mondhoeken  -  met  op  hetzelfde  moment  opgetrokken  wenkbrauwen  -  drukken  over  het  algemeen  vrolijkheid  uit .  Staan  mond  en  wenkbrauwen  in  hun  normale  stand , dan  geeft  dit  een  uitdrukking  van  kalmte .  Samengetrokken  wenkbrauwen  en  neergetrokken  mondhoeken  duiden  op  bedroefdheid .  Zo  kunnen  wij  nog  vele  voorbeelden  geven , doch  het  is  nuttiger  en  leerzamer  om  uw  medemensen  zelf  te  bestuderen .  Iedere  dag !  Want  dan  pas  leert  je  die  typische  uitdrukkingen  kennen .

      Het  is  duidelijk  dat  door  de  vorm  van  de  kaken  de  scheidingslijn  van  de  lippen  boogvormig  is  ( zie fig . 22  links  boven ) .
    Bezien  wij  de  kop  in  driekwart  aanzicht , dan  zal  zich  een  zeer  sterke  verkorting  van  de  mond  aan  de  andere  zijde  van  de  middenas  voordoen .  In  fig . 12 - C  zien  wij  dit  duidelijk  weergegeven.  Het  is  een  belangrijke  vormverschijning  waarop  je  altijd  goed  dient  te  letten . 

      Hoewel , evenals  het  oog , de  mond  ook  zijn  persoonlijke  verschillen  heeft , is  er  toch  van  de  vorm  een  duidelijker  algemene  beschrijving  te  geven .  De  bovenlip  heeft  in  het  midden  een  kleine  verdikking  met  links  en  rechts  daarvan  een  afplatting .  Daarna  verdikt  hij  zich  weer  naar  beide  kanten .  De  onderlip  laat  twee  langer  gerekte  verdikkingen  zien , links  en  rechts  van  het  midden .  Fig . 24  laat  dit  duidelijk  zien .  Met  dit  zeer  eenvoudige  schema  zijn  we  natuurlijk  niet  klaar .  Je  zult  zelf  door  nauwkeurig  observeren  de  grote  verschillen  in  monden  moeten  leren  ontdekken .  En  al  schetsende  en  bestuderende  zult  je  merken  dat  vorm  en  beweging  van  de  mond  een  belangrijk  aandeel  vormen  in  het  weergeven  van  de  juiste  uitdrukking .

      Bij  het  tekenen  van  de  mond  is  het  van  groot  belang  te  letten  op  de  juiste  weergave  van  licht -  en  schaduwpartijen , om  op  die  wijze  tot  een  mooie  plastische  vorm  te  komen .  Je  zult  bemerken , dat  het  hier  vaak  gaat  om  de  meest  gevoelige  toonwaarden .  Tekent  je  in  een  enkele  lijn , houdt  dan  de  lijnen  van  de  mond  uiterst  soepel .  Dit  geld  wel  in  het  bijzonder  voor  de  scheidingslijn  van  de  lippen .  Is  de  mond  geopend  of  zijn  de  lippen  vaneen , maak  dan  niet  de  fout  iedere  tand  door  een  harde  lijn  weer  te  geven .  Tanden  moeten  slechts  heel  even  aangeduid  worden  met  een  contour , doch  wel  dient  je  door  middel  van  licht - en  schaduwval  de  glans  daarvan  weer  te  geven .  Hiervoor  is  het  belangrijk  dat  je  let  op  de  gemidelde  toonwaarde  van  de  tanden .  In  het  halflicht - en  schaduwgedeelte  kunt  je  toon  en  lijn  natuurlijk  wel  iets  meer  accentueren .

      Om  de  mond  op  de  juiste  wijze  in  het  gelaat  te   plaatsen  verwijzen  wij  je  naar  fig .  12 - A .  In  beginsel  -  let  wel :  in  beginsel  !  -  ligt  de  mond , wanneer  de  ruimte  tussen  neustop  en  kin  in  drieen  verdeeld  is , op  de  bovenste  deellijn .  Maar  nogmaals :  alleen  door  een  goede  waarneming  mag  je  zich  laten  leiden .  Het  aangegeven  schema  van  fig . 12 - A  dient  alleen  als  een  vergelijkingsmogelijkheid .  Schetst  je  de  mond  in  een  gelaat , maak  dan  altijd  gebruik  van  de  hulplijnen  zoals  je  die  in  fig .  22  ziet .

                                     De  neus

      De  neus , het  meest  vooruitstekende  gedeelte  van  het  gelaat , is  algemeen  gesproken  wigvormig  ( zie  fig .  22  en  25 ) .  Van  opzij  bezien  is  hij  driehoekig  van  vorm  en  meer  nog  dan  in  het  vooraanzicht , is  hij  in  deze  stand  het  meest  karakteristiek  voor  de  expressie .  Immers , bezien  wij  iemand  van  opzij , dan  valt  de  neus  het  meeste  op .  Het  skelet  van  de  neus  wordt  gevormd  door  het  neusbeen   dat  ontspringt  tussen  de  oogholten .  Dit  eigenlijke  neusbeen  is  maar  zeer  klein  en  het  zet  zich  dan  ook  voort  in  kraakbeenachtige  gedeelten  welke  de  neusholte  vormen .  In  het  midden  van  die  neusholte  bevindt  zich  een  tussenwand , eveneens  van  kraakbeen .  Op  die  wijze  worden  dus  de  neusgaten  gevormd .  De  vorm  van  de  neusgaten  kan  men  het  beste  bestuderen  bij  een  iets  achteroverliggende  kop .  Ze  zijn  komma - vormig , met  het  dikke  gedeelte  naar  onderen  gericht , op  een  schuin  gericht  vlak  dat  meer  of  minder  sterk  begrensd  is ,  zoals  je  ziet  in  fig .  22  en  25 .  Bij  het  zijaanzicht  en  zelfs  in  driekwart - stand  zijn  de  aanhechtingsplaats  van  de  neuswortel  in  het  voorhoofd , de  vorm  en  richting  van  de  neusvleugels , kortom , de  algemene  contour  van  de  neus , duidelijk  zichtbaar .  In  vooraanzicht  is  het  echter  anders  gesteld .  Dan  wordt  het  relief  alleen  bepaald  door  de  lichte  en  donkere  vlakken .  De  toonwaarde  van  die  vlakken  dienen  dan  uiterst  zorgvuldig  bestudeerd  te  worden , om  op  die  manier  het  juiste  relief  en  daarmee  ook  het  juiste  karakter  van  het  model  weer  te  geven .
      Je  heeft  het  bij  het  bestuderen  van  neuzen  al  gemerkt , dat  er  zich  vele  moeilijkheden  kunnen  voordoen  in  de  vorm  van  de  neusgaten  en  bij  de  verschillende  verkortingen , wanneer  het  hoofd  zich  voor - of  achterover  buigt .  Maak  daarom  talrijke  schetsen  van  neuzen  en  maak  deze  nauwkeurig .  Want  alleen  dan  zult  je  de  grote  verscheidenheid  van  haviksneuzen , wipneuzen , lange  of  dikke  neuzen  kunnen  ontdekken .


    09-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . a , - FIG . 26 , - HET OOR .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 . a ,

    Fig . 26 .

    Studie  van  het  oor .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 27 . HET HAAR .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 27 .

    Studie  van  het  haar .

    10-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . a , - HET OOR EN HET HAAR
    Art . Nr . 28 . a ,

                                 Het  oor .

      Vele  beginners  verwaarlozen  de  tekening  van  her  oor  en  zelfs  menig  kunstenaar  besteedt  te  weinig  aandacht  aan  dit  detail . De  reden  hiervoor  is  gemakkelijk  te  begrijpen :  ten  eerste  is  het  geheel  of  gedeeltelijk  bedekt  door  het  haar ;  ten  tweede  schijnt  het  alsof  het  oor  slechts  weinig  bijdraagt  tot  de  algehele  expressie  van  het  gelaat .  Niets  is  minder  waar  en  het  zou  een  grote  vergissing  zijn ,  indien  wij  de  studie  van  het  oor  achterwege  lieten .  Een  onverantwoorde  constructie  van  het  oor  of  de  verkeerde  plaatsing  daarvan  in  de  kop , zou  de  eenheid  van  een  portretstudie  kunnen  verstoren .  Een  andere  reden  zou  de  kunstenaars  juist  moeten  prikkelen  om  het  oor  goed  te  tekenen ;  evenals  dit  het  geval  is  bij  de  handen ,  is  ook  het  weergeven  van  het  oor  geen  gemakkelijke  taak  en  daarom  is  een  erstige  studie  van  dit  onderdeel  juist  zo 'n  goede  oefening .  Geen  twee  oren  lijken  immers  op   elkaar !  De  algemene  vorm  van  een  oor  kan  men  vergelijken  met  een  schelp  of  een  afgeplatte  trechter , welke  eindigt  in  een  kleiner  soepel  aanhangsel :  de  oorlel  ( fig .  26 ) .  Maar  zie  nu  eens  wat  een  grote  verscheidenheid  van  vormen  wij  kunnen  ontdekken .  Allereerst  al  in  de  wijze  van  aanhechting .  Sommige  zijn  nauw  verbonden  met  de  schedel ;  andere  staan  wijder  uit .  Kijk  ook  eens  hoe  grillig  de  kraakbeenachtige  gedeelten  gevormd  kunnen  zijn ;  hoe  verschillend  van  vorm  zijn  de  oorlellen .  Vaak  zijn  deze  geheel  opgenomen  in  de  oorschelp .  Je  ziet  het , de  studie  van  het  oor  vergt  een  nauwkeurig  observeren .  Het  gaat  daarbij  niet  in  de  eerste  plaats  om  een  pijnlijk  juiste  detaillering , doch  wel  om  het  verkrijgen  van  een  juist  begrip  van  de  bouw , met  meteen  daaropvolgend  een  verantwoorde  aanhechting  aan  de  schedel .  Zoals  je  weet  ligt  het  oor  direct  achter  de  verticale  deellijn , welke  de  kop  in  profielstand  in  twee  gelijke  helften  deelt  ( fig . 12 - B ) . 
      De  plaats  van  de  oorlel  valt  samen  met  de  opgaande  kaaklijn  en  met  de   horizontale  lijn  welke  wij  door  de  neustop  trekken .  De  bovenrand  raakt  de  horizontale  lijn  welke  door  de  pupil  loopt .  Wanneer  men  deze  hulplijnen  trekt , ook  bij  koppen  in  
    " afgedraaide "  standen  ( zie  fig . 14 ) , dan  kunnen  veel  fouten  worden  voorkomen .  Let  ook  vooral  goed  op , dat  je  het  oor  niet  te  groot  of  te  klein  weergeeft .  Vergelijk  zijn  hoogte - en  breedtemaat  met  een  ander  onderdeel  van  de  kop .

                              Het  haar .

      Ook  de  belangrijkheid  van  dit  onderdeel  van  de  kop  wordt  door  velen  onderschat .  De  oude  meesters  tekende  en  schilderden  de  kapsels  met  een  bijzondere  zorg .  En  niet  ten  onrechte .  Zij  waren  er  zich  terdege  van  bewust , Dat  een  juiste  weergave  van  het  haar  in  steke  mate  bijdroeg  tot  de  werkelijke  expressie  van  het  gelaat .  Voor  ons  gaat  het  er  nu  niet  in  de  eerste  plaats  om  dat  wij  vervallen  in  een  gekunstelde , pietepeuterige  weergave  van  de  haardos , doch  wel , dat  wij  begrip  krijgen  voor  de  haarmassa .  Sommigen  begaan  de  fout  ieder  haartje  apart  te  willen  tekenen ; dat  is  een  volkomen  verkeerd  begin .  Let  dus  op  de  totale  massa  en  op  de  betrekking  tussen  kapsel  en  het  overige  gedeelte  van  het   gelaat .  Hebben  wij  die  grote  vorm  eenmmal  vastgesteld  door  middel  van  enkele  rake  lijnen , dan  zijn  vaak  een  paar  accenten  voldoende  om  een  indruk  te  geven  van  krullen  en  golving  in  het  kapsel .  De  hoge  lichtpartijen  moeten  vooral  niet  te  tonig  gemaakt  worden .  Het  beste  kunt  je  deze  blank  laten  terwille  van  een  levendig  effect .  In  de  tekening  van  fig . 27  lijkt  de  haardos  misschien  teveel  uitgewerkt , omdat  de  meeste  illustraties  in  deze  les  nogal  schematisch  gehouden  zijn .  Toch  is  aan  deze  tekening  heel  goed  te  zien  dat  het  aanbrengen  van  licht - en  schaduwpartijen , welke  de  golvingen  in  het  haar  accentueren , een  heel  nauwkeurige  observatie  vergt . Ook  de  totale  toonwaarde  van  het  haar  zal  steeds  vergeleken  moeten  worden  met  de  toonwaarden  in  het  overige  gedeelte  van  de  kop , opdat  er  een  mooi  geheel  onstaat .  Ook  de  haarinplant  dient  zorgvuldig  bestudeerd  te  worden .  Is  dit  niet  het  geval , dan  onstaat  vaak  een  haardos  welke  meer  aan  een  pruik  doet  denken .  
      
       Overigens  zal  de  bewerking  van  het  haar  een  andere  moeten  zijn  dan  de  wijze  waarop  je  het  gelaat  zelf  tekent .  " Vlees "   heeft  nu  eenmaal  een  ander  karakter  dan  
    " haar " ;  of  om  het  duidelijker  uit  te  drukken :  het  gaat  niet  om  een  en  dezelfde  materie .  Onverschillig  met  welk  materiaal  je  ook  werkt , laat  altijd  een  verschil  in  behandeling  zien .  

      Bij  het  tekenen  van  het  kapsel  moeten  wij  niet  te  lang  stilstaan  bij  de  omtrek .  Tekent   je  in  één  enkele  lijn , laat  dan  kracht  van  die  lijn  voldoende  variéren .  Aan  de  lichtkanten  dus  dunner ;  aan  de  schaduwkanten  een  krachtiger  accent .  Gaat  het  om  een  tekening  in  toon , geef  dan  eerst  heel  luchtig  de  omtrek  van  het  kapsel  weer , waarna  je  een  algemene  tint  opzet .  De  hoge  lichtpartijen  laat  je  dan  nog  blank .  Vervolgen  zet  je  de  accenten  in  de  schaduwpartijen  en  daarna  bepaalt  je  de  waarde  van  de  halftinten .  Ten  slotte  zullen  dan  sommige  lichtpartijen  te  fel  blijken  en  deze  moeten  dus  weer  voorzichtig  in  hun  juiste  toon  gezet  worden .  Pas  er  echter  voor  op , dat  je  niet  in  een  weke  of  onzekere  weergave  vervalt .  Je  ziet , dat  het  tekenen  van  het  haar  geen  gemakkelijk  werk  is , doch  aan  de  andere  kant  moet  je  er  van  overtuigd  zijn , dat , ook  hier , een  nauwgezette  inspanning  ruimschoots  beloond  zal  worden .        

    11-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . b , FIG . 30 . - GELAATSUITDRUKKINGEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Art . Nr . 28 . b ,

    Fig . 30 .
     
    Gelaatsuitdrukkingen :

    A ,  kalmte  --  B ,  welgedaan  --  C ,  nadenken   --  D ,  Bezorgd  --  E ,   vijandig  --  F ,  verwondering  --  G ,  schrik  --  H ,  drift  --  I ,  vrees  --  J ,  blijheid  --  K , smart -- 
    L  wantrouwen  .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 29 . - MODELE VAN DE HALS DOOR JORDAENS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig .  29 .

    Modelé  van  de  hals

    (  fragment  uit  een  schilderij
     van  Jordaens ) .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 28 . b , FIG . 28 . - HALS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 28 . b ,

    Fig . 28 .

    De  plastiek  van  de  hals
    ( half - schematisch ) -  Rechts , het  hoofd  
     voorover  en  achterover  gebogen . 



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!