E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

Archief per week
  • 20/11-26/11 2006
  • 13/11-19/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
    Inhoud blog
  • ART . NR . 83 . - BESLUIT
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 38 - HET STRAND TE TROUVILLE - DOOR HAMBOURG .
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 36 - HET STRAND BIJ BANYULS - DOOR MEVR . DIVERLY
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 35 - LANDSCHAP DOOR FEUGEREUX
  • ART . NR . 82 . b , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 34 . - DE KUST VAN BRETAGNE - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 33 . - SCHETSTEKENING
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 32 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 31 . - DE SEINE BIJ TRIEL - DOOR RENEFER
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 30 . - EEN GEZICHT OP HYERES
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 29 . - OP DE MANIER VAN JONGKIND
  • ART . NR . 82 . b , - FIG . 37 - STADSGEZICHT - DOOR PAULE RAY
  • ART . NR . 82 . a , - VERSCHILLENDE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 28 . - EEN ANDER LANDSCHAP
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 25 . - HET LANDSCHAP - DE SCHETSOPZET
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 26 . - HET LANDSCHAP - HET TWEEDE STADIUM
  • ART . NR . 82 . a , - FIG . 27 . - HET LANDSCHAP - LAATSTE STADIUM
  • ART . NR . 82 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 81 . b , - HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 23 . - DE SCHETS VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . b , - FIG . 24. - DE VOLTOOIDE ARBEID VAN HET DIER
  • ART . NR . 81 . a , - EEN GEKLEDE FIGUUR EN EEN STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 21 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 22 . - HET STRAATTAFEREELTJE
  • ART . NR . 81 . a , - FIG . 19 EN 20 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 81 . - FIG . 18 . - HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - HET PORTRET EN HET NAAKT
  • ART . NR . 81 . - FIG . 16 . - DE SCHETS - HET PORTRET
  • ART . NR . 81 . - FIG . 17 . - VOLTOOIDE AQUAREL - HET PORTRET
  • ART . NR . 80 . a , - BLOEMEN
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 13 , 14 EN 15 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . a , - FIG . 10 , 11 EN 12 - BLOEMEN - AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 80 . - FIG . 8 . SCHETSOPZET MET IETS ZWAARDER GEBRUIKT POTLOOD
  • ART . NR . 80 . - FIG . 9 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 80 . - FIG . 5 EN 6 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 80 . - FIG . 7 . - VOLTOOIDE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . e , - VERWIJDERINGEN
  • ART . NR . 79 . d , - VERBETERINGEN EN DE TOETS
  • ART . NR . 79 . c , - OVER ELKAAR HEENGEBRACHTE TINTEN
  • ART . NR . 79 . b , - VERSMOLTEN TONEN
  • ART . NR . 79 . a , - VLAKKE TINT MET UITSPARING
  • ART . NR . 79 . a , - SCHEMA
  • ART . NR . 79 . - TECHNIEK VAN DE AQUAREL
  • ART . NR . 79 . - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . b , - PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 4. - VERSCHILLENDE TINTEN
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 3. - MODULATIES
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 2. - VLAKKE TINT
  • ART . NR . 78 . a , - ( VERVOLG ) PRAKTIJK - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 78 . - PRAKTIJK
  • ART . NR . 78 . - PLAAT I - FIG . 1 . HET MATERIAAL VOOR DE AQUAREL
  • ART . NR . 77 . - THEORIE - AQUAREL -
  • AQUAREL - SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - VIERDE DEEL - ART . NR .76 . - INLEIDING
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 41 . HET BLOEMENMEISJE - ( BONNETERRE ) .
  • FIG . 40 . - STILLEVEN ( RENEFER )
  • ART . NR . 75 . a , - FIG . 39 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . a , - TECHNIEK - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 75 . - HET KLEURPOTLOOD
  • ART . NR . 74 . e , - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . e , - FIG . 37 EN 38 - HET PORTRET
  • ART . NR . 74 . d , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . d , - FIG . 35 EN 36 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 74 . c , - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . c , - FIG . 33 EN 34 - BLOEMEN
  • ART . NR . 74 . b , - VOORBEELDEN - STILLEVENS
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 31 . - HET PASTEL - STILLEVEN - SCHETSOPZET
  • ART . NR . 74 . b , - FIG . 32 . - HET PASTEL - STILLEVEN
  • ART . NR . 74 . a , - TECHNIEK VAN HET PASTEL
  • ART . NR . 74 . - HET PASTEL - HET MATERIAAL
  • ART . NR . 74 . - FIG . 30 . - PASTELDOOS MET ENKELE TONEN
  • ART . NR . 73 . e , - HET AFFICHE EN ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 26 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 25 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 24 , - ANDERE VOORBEELDEN
  • ART . NR . 73 . e , - FIG . 29 . - ONTWERP VOOR RECLAMEBILJET
  • ART . NR . 73 . d , - EEN DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 28 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . d , - FIG . 27 . - DECORATIEVE COMPOSITIE
  • ART . NR . 73 . c , - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 23 - ZEEGEZICHT
  • ART . NR . 73 . c , - FIG . 21 EN 22 . - ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 73 . b , - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 19 EN 20 . - TWEE LANDSCHAPPEN VAN RENEFER .
  • ART . NR . 73 . b , - FIG . 17 EN 18 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 73 . a , - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . a , - FIG . 15 EN 16 . - DE GEKLEDE FIGUUR
  • ART . NR . 73 . - HET PORTRET
  • ART . NR . 73 . - FIG . 12 , 13 EN 14 - HET PORTRET
  • ART . NR . 72 . a , - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . a , - FIG . 10 EN 11 . - BLOEMEN IN EEN LANDSCHAP
  • ART . NR . 72 . - BLOEMEN
  • ART . NR . 72 . - FIG . 7 , 8 EN 9 . - DE BLOEM
  • ART . NR . 71 . b , - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . b , - FIG . 6 . - DERDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . a , - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR 71 . a , - FIG . 4 . EN 5 . - HET STILLEVEN - TWEEDE VOORBEELD
  • ART . NR . 71 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 71 . - FIG . 1 , 2 EN 3 . - HET STILLEVEN
  • ART . NR . 70 . b , - TECHNIEK VAN DE GOUACHEVERF
  • ART . NR . 70 . a , - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • ART . NR . 70 . a , - PLAAT I - HET MATERIAAL VOOR GOUACHE
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - DERDE DEEL - ART . NR .70 . - GOUACHE - PASTEL - KLEURENPOTLOOD
  • ART . NR . 69 . a , - LAATSTE RAADGEVINGEN
  • ART . NR . 69 . - HET DIER
  • ART . NR . 69 . - FIG . 41 .
  • ART . NR . 69 . - FIG . 40 . - DE EZEL DOOR PELAVO
  • ART . NR . 68 . d , - HET DECORATIEVE LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . d , - FIG . 37 EN 38 . - DECORATIEF LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - DE FIGUUR IN HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 36 . - LANDSCHAP DOOR SHEDLIN .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 35 . - BOSGEZICHT DOOR CHARLOT .
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 39 . - STADSGEZICHT DOOR ITHIER .
  • ART . NR . 68 . c , - FIG . 34 . - LANDSCHAP DOOR RENEFER
  • ART . NR . 68 . b , - TWEE ZEEGEZICHTEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 33. - BRANDING OP DE ROTSEN
  • ART . NR . 68 . b , - FIG . 32 . - STRANDGEZICHT
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 31 . - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - EEN MET DE KWAST GESCHILDERD LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . a , - FIG . 30 . - TUINGEZICHT
  • ART . NR . 68 . - HET LANDSCHAP
  • ART . NR . 68 . - FIG . 26 , 27 , 28 EN 29 - LANDSCHAP
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 21 EN 22 - GEKLEDE FIGUUR
  • FIG . 25 . - NAAKT DOOR CALLEWAERT .
  • ART . NR . 67 . a , - FIG . 19 en 20 . - NAAKT - ONDERSCHILDERING EN VOLTOOIDE STUDIE .
  • ART . NR . 67 . a , - DE FIGUUR
  • ART . NR . 67 . - FIG . 24 . - PORTRET DOOR C . LE BRETON .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 23 . - ZELFPORTRET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 67 . - FIG . 16 , 17 EN 18 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 67 . - DE KOP EN HET PORTRET .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 15 . - EENVOUDIG BOEKETJE .
  • FIG . 14 . - DECORATIEF OPGEVAT BOEKET VAN RENEFER .
  • ART . NR . 66 . - FIG . 11 , 12 EN 13 . - BOEKET VAN ROZEN - IN DRIE STADIUMS
  • ART . NR . 66 . - DE BLOEM EN HET BOEKET.
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 10 . - STILLEVEN VAN RENEFER . - DE WERKTAFEL VAN DE KUNSTENAAR .
  • FIG . 9 . - STILLEVEN VAN SHEDLIN . - EXPRESSIONISTISCHE TENDENS .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 6 . - STILLEVEN MET VRUCHTEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 7 . - STERK VERGROOT ONDERDEEL VAN FIG . 5 .
  • ART . NR . 65 . a , - FIG . 8 . - STILLEVEN VAN BOSCO . - FLESSEN .
  • ART . NR . 65 . - FIG . 3 , 4 EN 5 . - STILLEVEN DOOR RENIFER
  • ART . NR . 65 . - FIG . 1 EN 2 . - ONDERDELEN VAN EEN STILLEVEN .
  • ART . NR . 65 . a , - ANDERE VOORBEELDEN
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - TWEEDE DEEL - ART . NR . 65 .
  • ART . NR . 64 . f , - VLAKTEN - LUCHT EN WOLKEN.
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XVI . - EEN LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XV - EEN BEWOLKTE HEMEL .
  • ART . NR . 64 . f , - PLAAT XIV - EEN VLAKTE .
  • ART . NR . 64 . e , - ONDERDELEN VAN HET LANDSCHAP .
  • ART . NR . 64 . e , - PLAAT XIII - EEN BOOM
  • ART . NR . 64 . d , - ENKELE GEBRUIKSVOORWERPEN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT XII . - TWEE VOORWERPEN VAN AARDEWERK .
  • PLAAT XI . - EEN KOPEREN POT .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT X . - SCHOTEL EN MAATBEKER VAN TIN .
  • ART . NR . 64 . d , - PLAAT IX . - EEN KRISTALLEN FLACON .
  • ART . NR . 64 . c , - GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , EN c , - PLAAT VIII - PERZIKEN - EN GROENTEN
  • ART . NR . 64 . b , - TWEEDE STUDIE
  • ART . NR . 64 . b , - PLAAT VII - ZIJDEN SJAAL - EN PEER
  • ART . NR . 64 . a , - DE EERSTE SCHILDEROEFENINGEN
  • ART . NR . 64 . a , - PLAAT VI - EEN LAP STOF
  • ART . NR . 64 . - OEFENINGEN IN DE PRAKTIJK
  • ART . NR . 63 . - PLAAT IV - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - PLAAT V - HET MATERIAAL VOOR HET SCHILDEREN MET OLIEVERF
  • ART . NR . 63 . - DE OLIEVERFTECHNIEK - HET MATERIAAL.
  • ART . NR . 62 . a , - VERVOLG - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT III - KLEUREN
  • ART . NR . 62 . - PLAAT II - DE KLEUREN
  • ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
  • SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .
  • BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
  • ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
  • ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN
  • ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
  • FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
  • ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
  • FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
  • FIG . 93 EN 94 .
  • ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
  • ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
  • ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
  • FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
  • FIG . 90 . - HERENMODE .
  • ART . NR . 61 . - PLAAT VI - MODETEKENING
  • ART . NR . 61 . - DE MODETEKENING
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT IV - SCHETSEN VOOR EEN LAYOUT
  • FIG . 87 . - GEKOZEN SCHETS
  • ART . NR . 60 . a , - PLAAT V - UITVOERING VAN DE TEKENINGEN
  • ART . NR . 60 . a , - HET ONTWERPEN VAN EEN ADVERTENTIE
  • ART . NR . 60 . - FIG . 86 . - RECLAME - ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - HET RECLAME ONTWERPEN
  • ART . NR . 60 . - PLAAT III - ( CASSANDRE EN DRODOVITCH ) .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 85 - HET VOLTOOIDE ONTWERP - DOOR A. CREUZOT .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 82 . - SCHETSEN VOOR EEN COMPOSITIE .
  • FIG . 83. - SCHETSEN VOOR DE COMPOSITIE .
  • ART . NR . 59 . e , - FIG . 84 . - UITGEZOCHT EN DAARNA UITGEWERKT .
    Blog als favoriet !
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    mia1948
    blog.seniorennet.be/mia1948
    Teken en schildercursus fritske3
    TEKEN EN SCHILDERTECHNIEKEN EERSTE DEEL VANAF 14/10/06
    14-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 62. - PLAAT I - THEORIE VAN DE KLEUR
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 62 . 

    Plaat I

    Theorie  van  de  kleur .
                          

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHILDEREN EN DE SCHILDERTECHNIEKEN - EERSTE DEEL - ART . NR . 62 .

       SCHILDEREN  EN  DE  

                      SCHILDERTECHNIEKEN

                                Eerste  Deel

                                 Art . Nr . 62 .

                                INLEIDING

                 THEORIE  VAN  DE  KLEUR

      Het  woord  kleur  wordt  hier  gebruikt  in  algemene  zin  en  onder  " kleurenleer  "  verstaan  we  de  verzameling  van  optische  verschijnselen  betreffende  de  kleur  in  het  algemeen  en  hun  toepassing  in  de  schilderkunst . 
      Wanneer  het  zonlicht  door  een  kristallen  prisma  valt , wordt  het  gebroken  in  een  oneindig  aantal  gekleurde  stralen , waaruit  zich  duidelijk  losmaken :  het  paars , het  blauw , het  groen , het geel , het  oranje  en  het  rood .  ( Plaat  1 ,  Fig . 1 ) .  Drie  van  deze  kleuren  kunnen  niet  verder  ontleed  worden , nl .  het  blauw , het  geel  en  het  rood .  Men  noemt  hen  dan  ook  primaire  of  hoofdkleuren . ( pl. 1 , fig . 2a ) .  Ieder  van  de  drie  andere  is  samengesteld  uit  een  vermenging  van  de  twee   hoofdkleuren , te  midden  waarvan  hij  zich  in  de  bovengenoemde  volgorde  bevindt .  Zo  is  het  groen  een  combinatie  van  het  voorafgaande  blauw  en  het  volgende  geel .  Oranje  onstaat  uit  geel  en  rood , paars  ( of  violet )  uit  rood  en  blauw .  Paars , groen  en  oranje  worden  secundaire  of  complementaire  kleuren  genoemd  ( pl. 1 ,  fig 2b ) . 
    Waarom   " complementair "  ?   Omdat  ieder  van  hen , door  zijn  samenwerking  met  die  primaire  kleur  ( rood , geel  of  blauw ) , waaruit  hij  niet  ontstaan  is , de  aanvulling  verschaft  die  noodzakelijk  is  voor  de  samenstelling  van  het  zonlicht , dat  immers  in  wezen  bestaat , we  herhalen  dit  nog  eens , uit  een  vermenging  van  gele , rode  en  blauwe  stralen . 
      Hier  mogen  we  wel  opmerken  dat  het  woord  " complementair "  ook  van  toepassing  kan  zijn  op  een  primaire  kleur .  Wanneer  men  bijvoorbeeld  zegt  dat  het  groen  het  rood  " aanvult " ,  kan  men  evengoed  zeggen  dat  het  rood  het  complement  is  van  het  groen . 
      Tussen  primaire  en  secundaire  kleuren  bevinden  zich  ontelbare  overgangsnuances , delicate  verbindingen , die  men  bijvoorbeeld  in  de  regenboog  kan  waarnemen .  Deze  immers  is  niets  anders  dan  de  waarneembare  ontleding  van  het  licht  door  middel  van  fijne  waterdruppels , die  zich  in  de  dampkring  bevinden  en  die  als  een  prisma  werken , teneinde  de  verschijning  van  het  zonnespectrum  te  voorschijn  te  toveren 
    ( fig . 1 ) .  De  dingen  krijgen  eerst  kleur  door  het  licht  ;  in  de  duistenis  bestaat  geen  kleur .  In  het  licht  vertonen  de  dingen  een  oneindige  afwisseling  van  kleuren  en  het  kleurbeeld  van  ieder  voorwerp  ontstaat  door  die  stralingen  van  het  licht , die  hij  niet  opneemt  en  terugkaatst  naar  het  oog  van  de  beschouwer .  Zo  is  de  klaproos  rood , omdat  zijn  oppervlak  alle  lichtstralen , die  hij  ontvangt  absorbeert , behalve  de  rode , die  hij  terugkaatst .  Een  voorwerp , waarvan  het  oppervlak  alle  lichtstralen  opneemt , ziet  zwart , terwijl  een , die  er  geen  enkele  absorbeert , zich  als  wit  aan  ons  voordoet .  
     
                      De   Kleurenschijf

      We  tekenen  nu  een  cirkel 
    ( pl . 1 , fig . 4 ) , waarin  we  eerst  een  gelijkzijdige  driehoek   A B C  aanbrengen , dan  een  tweede  D E F ,  waarvan  de  hoeken  tegengesteld  liggen  aan  die  van  de  eerste .  Dan  verbinden  we  hun  snijpunten  met  het  middelpunt  van  de  cirkel .  Op  deze  wijze  onstaan  een  aantal  ruiten .  Nu  vullen  we  ieder  van  degenen , die  door  de  eerste  driehoek  onstaan  zijn , met  de  drie  hoofdkleuren , rood , blauw  en  geel .  Op  dezelfde  wijze  gaan  wij  te  werk  met  die  van  de  tweede , maar  nu  met  de  drie  zg .  secundaire  kleuren , dus  paars , groen  en  oranje , ieder  van  hen  uit  de  aangrenzende  primaire  kleuren  samengesteld .  Wanneer  we  deze  driehoeksbewerking  voortzetten  en  tevens  een  verdere  kleurenmenging  tot  stand  brengen , krijgen  we  allereerst  een  derde  driehoek  G H I , die  de  zg .  tertiaire  kleur  ontvangt .  Het  veld  G  bijvoorbeeld  ontvangt  een  mengsel  van  violet  en  rood .  Indien  we  deze  tertiaire  kleur  G  nog  vermengen  met rood  (  een  vierde  toevoeging )  verkrijgen  we  de  kleur  X  , een  zg .  Quartaire  kleur , waarin  het  rood  overheest , terwijl  in  de  nuance  M  bijvoorbeeld  het  paars  de  overhand  heeft . ( op  fig  3  van  dezelfde  plaat , ziet  je  een  reeks  van  tertiaire  kleuren , waaraan  de  grondkleuren  met  wisselende  dosering  zijn  toegevoegd ) .
      Wanneer  we  nu  onze  kleurenschijf  zeer  snel  om  een  speld  in  het  middelpunt zouden  laten  draaien , na  hem  uitgeknipt  en  ook  de zwarte  delen  weggeknipt  te  hebben , zou  ons  netvlies  een  witte  kleur  opvangen , doordat  alle  optische  kleurindrukken  zich  met  grote  snelheid  zouden  opvolgen  en  zich  derhalve  zouden  vermengen ;  hetgeen  dan  een  bevestiging  zou  zijn  van  hetgeen  we  over  de  samenstelling  van  het  licht  opmerkten . 

                 Enige  belangrijke  punten 

      Wie  met  oplettendheid  zijn  ogen  gebruikt , zal  enige  waardevolle  eigenaardigheden  kunnen  ontdekken .
      De  waarneming  van  een  bepaalde  kleur  veroorzaakt  de  verschijning  van  zijn  zg.  complementaire  op  het  netvlies .  Zo  zal  men  gemakkelijk  kunnen  constateren  dat  wit , naast  een  bepaalde  kleur  geplaatst , zeer  licht  getint  schijnt  met de  complementaire  van  die  kleur  ( pl.  II , fig . 5 ) .  Op  dezelfde  wijze  beinvloeden  naast  elkaar  geplaatste  kleuren  elkaar , waarbij  ieder  van  hen  licht  getint  lijkt door  de  complementaire  van  zijn  buurman .  Wanneer  men  bijgevolg  een  kleur  met  zijn  complementaire  naast  elkaar  plaatst , versterken  zij  elkaar  in  kracht  en  zuiverheid :  ieder  van  beiden  ontvangt een  aanvullende  steun  van  zijn  eigen  kleur , waardoor  zijn  kleurkracht  versterkt  wordt .  Dit  is  het  geval  met  rood en  groen , geel  en  paars , oranje  en  blauw , die , wanneer  zij  bijeengebracht  zijn , een  levendiger  en  helderder  uitstraling  te  zien  zullen  geven .  ( pl . II , fig . 6 ,  b .  c  en  d ) .  Maar  anderzijds , wanneer  men  rood  en  geel  koppelt  ( beide  primaire  kleuren ) , dan  zal  het  rood  licht  veranderd  worden  door  het  paars , complementair  kleur  van  geel  en  dit  geel  weer  door  het  groen , dat  de  aanvullende  kleur  is  van  rood  ( zelfde  fig . a ) .     
       Het  is  noodzakelijk  om  met deze  verschijnselen  rekening  te  houden  tijden  het  schilderen .  Zodoende  zal  de  zintuigelijke  waarneming  niet  alleenheerser  zijn  bij  de  uitvoering ;  ook  het  verstand  moet  zijn  controle  uitoefenen .  Men  merke  voorts  op  dat  het  verschil  in  lichtsterkte  van  twee  kleuren  van  dezelfde  samenstelling , maar  niet  van  dezelfde  kracht , te  sterker  naar  voren  treedt  naarmate  deze  kleuren  zich  dichter  bij  elkaar  bevinden  ( pl. III , fig . 17 ) . 
      In  dit  verband  mogen  we  niet  over  het  hoofd  zien  dat  de  kleuren  onderworpen  zijn  aan  bepaalde  waarden .  Hiermede  bedoelen  we  dat  een  kleur  verschillende  waarden  kan  hebben  naar  gelang hun  intensiteit .  Blauw  bijvoorbeeld  zal  lichter  worden  naarmate  we  er  meer  wit  aan  toevoegen 
    ( pl.  III , fig . 17 ) .  Ditzelfde  geldt  ook  voor  samengestelde  kleuren  ( secundaire , tertiaire  enz . ) .  De  juiste  bepaling  van  een 
    " kleurwaarde "  ( valeur )  zal  er  ons  gemakkelijk  toe  brengen  vast  te  stellen  welke  kleur , bijvoorbeeld  van  een  vermiljoenrood  of  cobaltblauw , de  lichtste  waarde  te  zien  geeft  ( zelfde  fig. ) . 
      En  dit  brengt  ons  er  toe  om  de  juiste  betekenis  van  het  woord  toon  te  omschrijven , hetgeen  niet  precies  hetzelfde  is  als  het  woord  kleur .  Toon  wil  zeggen  de  uitdrukking  van  een  bepaalde  kleur  naar  zijn  bepaalde  waarde  onder  een  bepaalde belichting .  Een  toon , die  waargenomen  wordt  op  een  zekere  ogenblik , zal  zich  natuurlijk  wijzigen , wanneer de  belichting  zelf  verandert .  De  kleur , die  een  zeker  voorwerp  vertoont  en  gezien  onder  bovengenoemde  omstandigheden , noemen  we  locale  toon :  het  geel  van  een  citroen , het  rood  van  een  appel , het  groen  van  een  peer .  Vanzelfsprekend  bepaald  de   locale  toon  niet  de  kleur  van  een  bepaald  soort  voorwerp ;  zo  is  er , om  bij  de  citroen  te  blijven , een  grote  verscheidenheid  van  gelen . 


    13-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. BESLUIT VAN HET ONTWERPEN .

                                      Besluit 
      
                           van  het  ontwerpen
                       
      Thans  hebben  we  het  einde  van  de  laatste  étappe  bereikt .

      Alvoren  dit  lesdeel  te  besluiten , zouden  we  je  nog  enige  raadgevingen  willen  meegeven . 

      In  de  eerste  plaats  moet  je  nooit  uw  inspanning  laten  verflauwen .  De  ware  kunstenaar  blijft  een  eeuwige  student .  Blijf  dus  oefenen .  Herzie  jezelf  en  uw  werk  op  erstige  wijze .  Herlees  de  vorige  lesdelen .  Wijdt  je  zich  vooral  tot  diegene  of  - genen ,  die  je  verwaarloosd  zou  hebben  of  die  je  moeilijker  toeschenen  dan  de  andere . 
      Tracht  uw  fouten  te  verbeteren , door  ze  niet  meer  te  maken  ; tracht  ook  uw  waarnemingsvermogen  en  technische  uitvoering  op  een  hoger  peil  te  brengen .
      En  ten  slotte , om  niet  te  gaan  dolen , om  jezelf  te  leiden  naar  die  soort  van  arbeid , die  het  best  past  bij  uw  persoonlijkheid , moet  je  pogen  om  uw  diepste  neigingen  te  ontkennen .  Bent  je  in  de  eerste  plaats  een  oplettend  en  doordringend  waarnemer   ?
    Wendt  je  dan  tot  de  natuur  met  landschap , portret , figuur  en  dieren .  Heeft  je  veel  ideeën  ?  Is  uw  geest  vervuld  van  fantatie  en  vindingrijkheid  ?  Dan  komen  de  illustratie , de  reclame  en  de  versiering  voor  u  in  aanmerking  ;  zelfs  de  humor , als  je  van  vrolijkheid  houdt , de  ironie , de  karikatuur , de  " mop " .  Vrijwel  iedereen , die  geslaagd  is  in  het  humoristische  genre , is  begonnen  met  erstig  te  werken , maar  zou  tot  niets  bijzonders  gekomen  zijn , indien  hij  zich  daarvan  niet  had  afgewend .

      Je  moet  dus  uw  eigen  weg  weten  te  vinden .  Ga  daarvoor  bij  uzelf  te  rade .  Als  je  van  " klein " werk  houdt , ga  je  dan  bezighouden  met  het  boek , zijn  illustraties  en  sierletters , reclameontwerpen  en  vooral  de  advertentie .  Voelt  je  zich  meer  aangetrokken  door  "  groot  "  werk  ?   Dan  zijn  het  aanplakbiliet  en  de  muurversieringen  meer  op  hun  plaats .  Bent  je  " elegant "  aangelegd , denk  dan  aan  de  mogelijkheden  van  de  modetekening  vooral  als  je  van  een  briljante , virtuoze  wijze  van  doen  houdt .  Bevalt  vooral  de  tekening  je  of  de  kleur  ?  
     
      Van  dit  " gewetensonderzoek "  zal  uw  toekomstig  succes  afhangen , maar  vergeet  nimmer  deze  woorden  van  de  grote  RENOIR  : 

      " Zij  willen  kunstenaars  zijn  zonder  vaklieden  geweest  te  zijn  :  de  kunst  is  allereerst  een  handwerk " .


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . d , - FIG . 105 . - ONTWERP
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . d ,

    Fig . 105 .

    Oorspronkelijk  ontwerp  van  DRANSY , schepper  van  Nectar , mascotte  van  het  wijnhuis  Nicolas .
    rechts , " spookachtige " stilering  van  Nectar .  Links , weer  Nectar , maar  gezien  door  CASSANDRE .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . d , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN IN KLEUREN
    Art . Nr . 61 . d ,

    Reproductie  en  druktechnieken  in  KLEUREN

      In  het  algemeen  kan  men  niet  alle  kleuren  van  eenzelfde  compositie  tegelijk  afdrukken .  De  druk  van  ieder  van  hen  maakt  een  nieuwe  gang  van  het  papier  door  de  machine  noodzakelijk , waarvan  de  inktrol  in  het  algemeen  slechts  met  inkt  van  één  enkele  kleur  kan  worden  voorzien . 
      Er  is  dus  een  cliché  per  kleur  nodig  en  het  oorspronkelijke  kunstwerk  wordt  dan  verkregen  door  een  opeenvolgende  afdruk  van  die  verschillende  cliché's .  Maar  indien  er  een  rood , blauw  en  geel  cliché  gebruikt  worden , dus  met  de  drie  primaire  kleuren , kan  op  eenvoudige  wijze  een  of  meer  paarse  tinten  verkregen  worden  als  nl .  op  bepaalde  plaatsen  van  het  rode  cliché  het  blauwe  er  overheen  gedrukt  wordt ;  evenzo  kan  men  groen  en  orange  verkrijgen  door  resp . blauw  over  geel  en  rood  over  geel  heen  te  drukken . 
      1e .  Lijncliché .  -   Ziehier , op  schematische  wijze , hoe  men  te  werk  moet  gaan .  De  tekenaar  voert  zijn  ontwerp  in  zijn  complete  staat  uit .  Vervolgens  trekt  hij  op  stevig  doorschijnend  papier  die  delen  over , die  zwart  moeten  worden  op  de  afdruk .  Op  een  tweede  calque  trekt  hij  dan , altijd  met   zwart  om  een  goed  cliché  te  krijgen , de  rode  gedeelten  over .  Dan  maakt  hij  er  een  voor  het  blauw  en  een  voor  het   geel .  Op  de  plaatsen  die  paars  moeten  worden , gaat  hij  de  ronde  en  blauwe  calques  met  betreffende  fragmenten  aanvullen .  Op  dezelfde  wijze  gaat  hij  te  werk  voor  het  verkrijgen  van  groene  en  orange  tinten . 
      Aan  de  hand  van  al  die  afzonderlijke  tekeningen  gaat  de  clichémaker  voor  zwart  en  ieder  van  de  kleuren  afzonderlijke  cliché's  maken .  Wanneer  deze  van  inkt  in  de  goede  kleuren  voorzien  zijn  en  deze  achtereenvolgens  op  hetzelfde  papier  zijn  afgedrukt , waarbij  men  begint  met  de  lichtste  kleur , zal  de  drukker  op  die  wijze  de  oorspronkelijke  compositie  kunnen  afdrukken . 
      We  merken  nog  op  dat  men  ook  hierbij  gebruikt  kan  maken  van  de  zg .  mechanische  tonen  -   of  films  -   waarover  we  spraken  in  het  voorgaande .  Daarvoor  is  het  voldoende  om  hun  plaats  aan  te  duiden  op  de  calque  voor  het  zwart  of  een  van  de  kleuren  op  de  reeds  beschreven  wijze  en  zodoende  kan  men  een  gamma  van  zeer  gevariëerde  kleuren  en  tonen  verkrijgen , zelfs  bij  een  weergave  waarvan  het  aantal  hoofdkleuren  zeer  beperkt  is .  Men  kan  nl .  de  bedoelde  films  ook  over  elkaar  of  over  de  andere  vlakke  kleuren  heen  drukken . 
      2e .   Rastercliché's .  -    Hierbij  wordt  de  oorspronkelijke  tekening  of  schildering  zoals  hij  is  aan  de  clichémaker  overhandigd .  Hij  brengt  de  selectie , scheiding  van  de  kleuren  tot  stand  langs  fotografische  weg  door  gekleurde  filters  te  plaatsen  tusen  de  compositie  en  de  gevoelige  plaat  :  een  paarsblauwe , die  alleen  de  gele  stralen  doorlaat , een  orange  rode  waar  alleen  het blauw  doorkomt  en  tenslotte  een  groene , die  het  rood  er  uithaalt .  Op  die  manier  krijgt  men  gescheiden  opnamen  van  het  rood , het  blauw  en  het  geel  en  van  ieder  van  hen  wordt  dan  een  cliché  gemaakt .  Hun  over  elkaar  geplaatste  afdruk  zal  alle  schakeringen  opleveren  van  de  drie  hoofdkleuren , die  de  grondslag  vormen  van  alle  andere .  Dit  procédé  noemt  men  driekleurendruk .  In  sommige  gevallen  is  een  ontleding  van  het  model  in  drie  kleuren  niet  voldoende  om  een  getrouwe  weergave  te  bereiken .  Men  moet  er  dan  een  kleur  bijmaken , ofwel  in  zwart , ofwel  in  een  tweede   blauwe  of  andere  overheersende  kleur , naar  gelang  het  kleurenbeeld  in  kwestie .  Deze  aanvullende  selectie  geschiedt  door  middel  van  een  speciaal  filter  en  wordt  vierkleurendruk  genoemd . 
      Alvorens  dit  hoofdstuk  geheel  te  beëindigen , willen  we  nog  eens  enkele  technieken  vermelden , waarbij  de  kunstenaar niet  slechts  de  tekening  maakt , maar  ook  de  drukplaat  waarmee  zijn  werk  in  een  groot  aantal  vermenigvuldigd  kan  worden . 
      We  spraken  over  de  steendruk , maar  noemen  hier  ook  nog  de  ets , de  kopergravure  en  de  houtgravure  en  voegen  daarbij  nog  de  linoleumsnede  en  de  schablonen . 
      Het  is  ons  niet  mogelijk  om  hier  een  beschrijving  te  geven  van  deze  technieken , die  ieder  een  zeer  lange  uiteenzetting  zouden  verlangen  .  Maar  er  bestaan  hierover  uitstekende  boeken , die  gemakkelijk  te  verkrijgen  zijn  en  die  je  uitvoerig  over  een  of  meer  van  deze  technieken  kunnen  inlichten . 


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . d , - FIG . 101 , 102 EN 103 . - SCHEMATISCHE VOORSTELLING VAN KLEUREN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . d ,

    Fig . 101 , 102  en  103 .

    Schematische  voorstelling  van  een  afdruk  in  twee  kleuren , waarbij  een  derde  verkregen  wordt :  het  over  elkaar  heen  drukken  van  oranje  en  donkergroen  geeft  een  bijna  zwart  toon . 

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . c , - FIG . 104 - HOE TE WERKEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . c ,

    Fig . 104 .

    Portugees  ossenspan .  Deze  gewassen  schets  moest  in  rastercliché  worden  weergegeven .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . c , - FIG . 100 . - TEKENING IN LIJNEN EN SPATWERK VAN BECAN .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . c ,

    Fig . 100 .

    Tekening  in  lijnen  en  spatwerk  van  Bécan .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . c , - HOE TE WERKEN

    Art . Nr . 61 . c ,

                               Hoe  Te  Werken

                In  verband  met  de  verschillende
                           reproductietechnieken

      Het eerste , waaraan  een  tekenaar , die  voor  een  bepaalde  uitgave werkt , moet  denken , is  het  procédé  ( of  soms  meerdere  procédé's )  van  reproductie , dat  te  zijner  beschikking  staat  en  waarmede  hij  rekening  moet  houden  bij  de  uitvoering  van  zijn  ontwerpen .   
                                   Lijncliché  

      Voor  het  lijncliché  kunt  je  beurtelings  of  in  combinatie  de  volgende  werkwijze  toepassen : 
      Met  de  pen .  -   Op  glad  papier  of  carton  duidelijke  lijnen  in  oostindische  inkt .  Maar  men  lette  er  op  dat  er  geen  halftinten  ontstaan , die  niet  overkomen , of  te  dunne  lijnen , alsmede  arceringen , die  bij  het  inkten  van  het  cliché  dichtlopen  of  weggebeten  worden  bij  de  etsing  met  zuur , vooral  wanneer  de  tekening  verkleind  moet  worden .  Maak  daarom  de  tekening  bij  voorkeur  met  tenminste  een  tiende  groter .  Gebruik  vlakke  tinten  ( dus  geheel  zwart )  en  arceringen  uit  de  vrije  hand , maar  vermijdt  zoveel  mogelijk  mechanische  films  ( waarover  we  eerder  spraken ) , die  zelden  een  aangenaam  effect  opleveren . 
      Met  de  penseel .   -   Royale  lijnen  en  mooie  vlakken  op  glad , maar  mat  papier .  Droge  uitwrijvingen  moet  men  vermijden , behalve  op  zeer  grof  papier . 
      Met  de  trekpen .   -   Deze  stelt  ons  in  staat  om  zeer  nauwkeurig  en  zuivere  lijnen  te  trekken  en  kan  desgewenst  vervangen  worden  door  de  scherpe  punt  van  een  zeer  hard  potlood .  In  dat  geval  plaatst  men  een  velletje  carbonpapier  ( zoals  voor  de  schrijfmachine )  tussen  het  velletje  met  de  schets  en  het  papier  van  de  definitieve  tekening .   
       Met  de  houten -  of  rietpen .  -  Krachtige  linen  in  watervaste  inkt , die  vloeibaarder  is  dan  oostindische  inkt .  Hoedt  je  voor  grijze  lijnen  ( tenzij  op  grof  gekorreld  papier )  en  gebruik  meerdere  pennen  met  in  verschillende  diktes  geslepen  punten .  
      Met  conté  of  lithografisch  krijt .   -   Op  Ingrespapier  of  behoorlijk  gekorreld  papier .   Door  enkele  accenten  met  de  pen  of  de  penseel  moet  de  tekening  versterkt  worden  om  weekheid  te  ontlopen .  
      Op  scraperboard  ( schaafkarton ) .   -   Tekening  met  de  penseel , arceringen , wit  op  zwart  met  de  schraapnaald  of  de  droge  naald .  Geeft  de  mogelijkheid  van  een  imitatie  van  houtgravure  met  een  grote  verscheidenheid  van  toonwaarden  in  de  arceringen  en  staat  op  gunstige  wijze  verbeteringen  toe . 
      Spatwerk .   -   Met  de  borstel , de  zeef , de  kam  of  de  verstuiver  gestippelde  tonen  te  krijgen .  Men  bedient  zich  van  uitgeknipte  maskers  van  de  vorm  der  partijen , die  men  wil  uitsparen  en  die  met  kleine  speldjes  vastgezet  worden .  Met  een  harde  borstel  ( zoals  gebruikt  voor  schablomen ) , gedoopt  in  oostindische  inkt , wrijft  men  over  een  zeef  of  kam .  Hij  veroorzaakt  dan  fijne  spatjes , die  een  soort  van  raster  vormen  en  grijzen  van  de  gewenste  toonwaarde 
    ( fig . 100 ) . 
      Alle  figuren  vanaf  nr  88  tot  nu  zijn  uitgevoerd  als  lijncliché .  

                           Rasterclichés

      Voor  de  autotypie , de  koperdiepdruk  en  de  offsetdruk  gebruikt  men  de  volgende  werkwijze  :
      Gewassen  tekening .   -    Puur  en  simpel  of  opgehoogd  met  lijnen  of  omtrekken .  Als  materiaal :  oostindische  inkt , watervaste  inkt of  zwarte  waterverf .  Vermijdt  retouche  met  gouache , waaraan  meer  of  minder  zwart  is  toegevoegd  want  mengingen  van  zwart  en  wit  geven  blauwachtige  grijzen  en  deze  komen  slecht  over  op  de  foto .  Aan  het  gemengde  zwart  moet  dus  een  beetje  bruin  of  sepia  worden  toegevoegd  om  een  warm  grijs  te  krijgen .  Pure  zwarte  gouacheverf  daarentegen  zal  een  intenser  zwart  opleveren  dan  oostindische  inkt .  Hetzelfde  geldt  voor  toetsen  van  pure  witte  gouache , die  witter  zijn  dan  het  wit  van  het  papier . 
      Overdrijf  een  beetje  de  contrasten , die  altijd  de  neiging  hebben  een  beetje  af  te  zwakken  bij  de  clichering  vooral  voor  de  autotypie  en  de  offset .  Alle  nuanceringen  zijn  mogelijk , zelfs  met  gebruik  van  de  verfspuit , vooral  in  fotomontages  voor  reclamedoeleinden , maar  een  werkwijze  met  vlak  ingevulde  tinten  en  duidelijke  lijnen  zal  een  krachtiger  effect  geven . 
      Gouache .   -   Mengsels  van  sepia  met   cremserwit  gebruiken , aangezien  zwart  de  neiging  heeft  een  blauwachtig  grijs  te  maken ,  dat  onbruikbaar  is .  Goed  dekkend  schilderen , maar  zonder  empatementen  en  korsten , waarvan  het  hindelijke  relief  op  de  cliché  zichtbaar  zou  worden . 
      Contrékrijt .   -   Wordt  niet  speciaal  aanbevolen , behalve  voor  tekeningen  in  lijn  met  het  doel  door  het  cliché  een  facsimile  van  een  krijttekening  tot  stand  te  laten  komen ;  de  clichering  wordt  zeer  kostbaar  als  gevolg  van  het  werk  van  de  retoucheur .  Wordt  dan  ook  alleen  voor  zeer  verzorgde  uitgaven  gebruikt . 
      De  verfspuit  geeft  "moderne "  effecten , met  wazige , ofschoon  een  beetje  weke  schakeringen .  Het  vereist  een  kostbare  apparatuur  waarin  een  zeer  vloeibare  inkt  of  verf  wordt  gebruikt .  Men  is  verplicht  nauwkeurige  schablonen  te  maken , zoals  ook  voor  spatwerk .    Sommingen  vervangen  dit door  een  afdekken  van  niet  te  spuiten  partijen  met  een  speciale  plastic -  of  rubberoplossing .  Deze  wordt  met  een  penseel  opgebracht  en  kan  na  het spuiten  als  een  huidje  worden  afgetrokken .
      De  fig . 95  tot  97  laten  voorbeelden  zien  van  " vierkante "  rastercliché's  ( omdat  de  vier  zijden  zuiver  recht  begrensd  zijn ) .  Cliché's  welke  gebruikt  zijn  voor  de  fig  81  en  104  noemen  wij  " vrijstaande  " autopyieën . 


    12-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . b , - FIG . 99 . - HET MATERIAAL VAN DE STEENTEKENAAR
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . b ,

    Fig . 99 .

    Het  materiaal van  de  steentekenaar .
    1 , lithografische  steen   -  2 ,  staafje  inkt  en  oplosbakje   -   3 ,  Litografisch  krijt  in  houder  -   penselen , pen ,  enz.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 98 . - BOEKDRUK EN KOPERDIEPDRUK
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 98 .

    Boekdruk  en  Koperdiepdruk

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . b , - DRUKTECHNIEKEN
    Art . Nr . 61 . b , 

                        DRUKTECHNIEKEN

      Wanneer  men  een  op  de  juiste  wijze  geïnkt  cliché  met  de  reproductie  in  relief  of  uitgehold  van  een  tekening  op  een  daartoe  geschikt  papier  perst , zal  dit  zijn  afbeelding  krijgen .  maar  er  zijn  nog  andere  methodes  om  te  drukken  behalve  die  met  cliché's , waarover  we  zojuist  spraken . 
      Allereerst  de  offset .  Het  cliché  van  de  tekening  wordt  in  contact  gebracht , niet  rechtstreeks  met  het  papier , maar  met  een  rol  van  rubber  en  deze  rol  zal  daarna  het  ontvangen  beeld  op  het  papier  overgrengen .   Zijn  voordeel  is  dat  men  er  op  gewoon  papier  mee  kan  drukken  , zelfs  met  rastercliché's .  Bovendien  kunnen  de  offsetpersen  tot  zes  kleuren  tegelijk  drukken  en  een  enorm  aantal  exemplaren  per  uur  afleveren , zodat  hij  voor  grote  oplagen  zeer voordelig  is .
      Vervolgens  de  lithografie  of  steendruk .  Hierbij  wordt  de  tekening  rechtstreeks  vervaardigd  op  een  speciaal  geprepareerde  steen  of  soortgelijke  ondergrond  en  deze  zal  dan  zelf  de  tekening  afdrukken . 
      Typografische  druktechnieken  zijn  niet  in  staat  tot  afdrukken  van  zeer  groot  formaat , zoals  bijv.  affiches .  Daarvoor  gebruikt  men  nu  juist  de  steendruk .  In  beginsel  is  steendruk  tekenen  op  steen , maar  sinds  vele  jaren  vervangt  men  deze  voor  grote  composities  door  platen  van  zink  of  aluminium , waarvan  men  het  oppervlak  voorzien  heeft  van  een  korrel  die  overeenkomst  met  die  van  de  lithografische  steen .  Deze  platen  worden  op  cylinders  gerold , die  gebruikt  worden  in  de  rotatiepersen  van  grote  oplagen . 
      Maar of  het  nu  over  steen  of  zink  gaat , de  techniek  is  dezelfde .  De  tekening  moet  in  spiegelbeeld  op  de  steen  worden  uitgevoerd , hetzij  met  behulp  van  calqueerpapier  hetzij  fotografisch .  De  lithograaf  trekt  dan  de  tekening  op  de  steen  over  met  lithografisch  krijt  of  inkt .  Deze  zijn  vet  en  de  daarmee  bedekte  delen  zullen  later  niet  door  zuur  worden  ingebeten  en  enigszins  verhoogd  blijven  staan .  Voor  druk  in  meer  dan  één  kleur  moeten  meerdere  stenen  betekend  worden  in  beginsel  één  voor  iedere  kleur .
      Men  moet  zich  bewust  zijn  van  het  grote  verschil  dat  bestaat  tussen  de  steendruk  en  de  andere  hier  beschreven  technieken .  Bij  de  autotypie  en  de  koperdiepdruk , die  mechanische  procédés  zijn , wordt  de  tekening  precies  zo  weergegeven  als  de  kunstenaar  hem  gemaakt  heeft . 
      Tenzij  de  kunstenaar  zelf  op  steen  tekent  wordt  bij  de  lithografie  de  tekening  naar  het  origeneel  op  de  steen  door  een  beroepslithograaf  overgebracht .  Hoe  bekwaam  en  getrouw  deze  ook  zijn  mag , de  tekening  zal  altijd  iets  van  zijn  vrije  wijze  van  doen  en  van  karakter  verliezen . 
      Een  gewetensvol  kunstenaar  zal  dan  ook  altijd  zelf  zijn  creatie  op  de  steen  tekenen  en  minstens  die  van  de  steen , waarop  de  eigenlijke  lijnen  van  de  tekenaar  komen  te  staan .  De  enige  in  acht  te  nemen  voorwaarde  is  dat  hij  in  spiegelbeeld  komt  te  staan , maar  men  kan  daartoe  een  overtekening  maken  van  het  ontwerp  op  doorschijnend  papier  met  een  stukje  contékrijt .  Dit  papier  wordt  daarna  omgedraaid  op  de  steen  gelegd  en  door  er  dan  met  een  platte  liniaal  sterk  over  te  wrijven , verkrijgt  men  de  omtrekken  van  de  tekening  op  de steen .  Aangezien  conté -  of  siberisch  krijt  niet  vet  is , zullen  zijn  lijnen  bij  het  bijten  ( of  " etsen " )  verdwijnen , zodat  men  zich  daarover  geen  zorgen  behoeft  te  maken .

    11-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . a , - FIG . 91 . - LOSSE DRUKLETTER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . a ,

    Een  losse  drukletter  uit  gegoten  metaal .
    Onder , een  lijncliché .  De   uitgebeten  plaat  zink  wordt  met  spijkertjes  op  een  blok  hout  bevestigd  om  gelijke  hoogte  te  krijgen  met  de  drukletters .  Letter  en  cliché  zijn  hier  niet  op  dezelfde  schaal  weergegeven .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 92 . - VERGROTEN OF VERKLEINEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 92 .

    Hoe  een  tekening  vergroten  of  te  verkleinen .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 93 EN 94 .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 93 .

    Tekening  in  linen  met  grijzen  ( mechanische  tonen ) .  De  kunstenaar  verlangde  hier  de  toepassing  van  twee  verschillende  tonen , waartoe  eerst  een  blauwe  tint  op  de  betreffende  plaatsen  werd  aangebracht , die  vervolgens  van  twee  verschillende  nummers  voorzien  werden , de  ene  voor  het  jasje , de  andere  voor  de  pantalon .

    Fig . 94 .

    Schema  van  clichering  voor  rastercliché .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . a , - FIG . 95 , 96 EN 97 . - RASTERCLICHE'S
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 . a ,

    Fig . 95 , 96  en  97 .
     
    Dezelfde  gewassen  tekening  gereproduceerd  met  rasterclichés  in  rasters  van  resp .  50 , 80  en  130 . 

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . a , - REPRODUCTIE EN DRUKTECHNIEKEN
    Art . Nr . 61 . a , 

                Reproductie  en  Druktechnieken

      Er  bestaat  een  groot aantal  procédé's  voor  het  weergeven  en  drukken  van  composities  in  zwart  wit  of  in  kleur .  We  noemen  hiervan  de  steendruk , de  houtgravure  de  boekdruk , de  koperdiepdruk , de  ets , de  droge  naald , de  steengravure , de  kleurenlitho , de  schablonendruk  enz .  Voor  een  tekenaar  is  het  onnodig  om  hen  alle  te  kennen , want  ieder  van  hen  vereist  een  specialisatie ;  We  zullen  hier  slechts  spreken  over  de  procédé's  welke  het  meest  gebruikt  worden , nl .  de  boekdruk  voor  tekeningen  in  boeken , kranten  en  tijdschriften  en  de  lithografie  ( of  steendruk )  en  offsetdruk  voor  het  drukken  van  aanplakbiljetten , etiketten  en  in  het  algemeen  voor  drukwerk  in  grote  opslagen .  De  echte  steendruk  is  wat  uit  de  tijd  en  de  offsetdruk  kwam  hiervoor  in  de  plaats . 

             REPRODUCTIETECHNIEKEN

                                    Cliché's

      Alle  illustraties  die  je  , al  of  niet  in  kleur , in  de  meeste  boeken , kranten  en  tijdschriften  ziet  , zijn  gereproduceerd  met  behulp  van  cliché's .  Deze  zijn  geheel  in  de  plaats  gekomen  van  de  houtgravure , die  thans  nog wel  wordt  toegepast  bij 
    luxe - edities  in  beperkte  oplaag  en  in  sommige  catalogi  en  prijscouranten . 
      Om  een  tekening  te  kunnen  afdrukken  heeft  men  dus  een  cliché  nodig .  Dit  is  een  plaat  van  koper  of  zink  -  en  tegenwoordig  ook  lichtmetalen , zoals  magnesium  -  waarop  de  tekening  langs  fotografische  weg  is  overgebracht  en  door  chemische  processen  met  een  of  ander  zuur  op  zodanige  wijze  wordt  uitgebeten , dat  de  tekening  in  relief  over  blijft  en  de  rest  is  weggevallen  door  het  wegbijten  met  het  zuur .  Men  zal  gemakkelijk  begrijpen  dat  dit  cliché  zich  op  de  drukpers  gedragen  zal  op  de  wijze  van  een  drukletter .  De  verhoogde  delen  zullen  de  inkt  van  de  rol  opnemen  en  zodoende  kan  de  tekening  op  papier  worden  afgedrukt . 
      Er  zijn  twee  hoofdsoorten  cliché's  :  het  lijncliché  en  het  rastercliché  of  autotypie . 
      1e .  Lijncliché's .  -  Wanneer  het  de  reproductie  betreft  van  een  tekening  in  oostindische  inkt , met  pen  of  penseel , of  eventueel  in  zwart  krijt , maar  dan  alleen  in  en  met  lijnen , dus  zonder  nuances  en  schakeringen  maakt  men  wat  genoemd  wordt  een  lijncliché .  Hij  is  de  meest  voorkomende  en  goedkoopste  vorm  van  chemiegrafische  reproductie , die  bovendien  het  voordeel  heeft  het  gebruik  van  een  willekeurig  soort  papier , zelfs  van  zeer  ordinair , zoals  krantenpapier , mogelijk  te maken . 
      De  kunstenaar  maakt  eenvoudig  weg  zijn  tekening  op  wit  papier  met  lijnen , die  zo  zwart  en  duidelijk  mogelijk  zijn .  Als  hij  arceringen  maakt , moeten  deze  niet  te  dun  en  niet  te  dicht  bij  elkaar  staan  en  ook  niet  te  veel  gekruist , want  te  grote  fijnheden  komen  niet  over  en  te  ingewikkeld  gekrabbel  kan  vlekken  maken  op  het  cliché  en  de  afdruk .  Overigens  heeft  de  kunstenaar  de  vrijheid  om  zijn  tekening  groter  te  maken  dan  de  afgebeelde  grootte , een  derde , de  helft  of  zelfs  het  dubbele , maar  natuurlijk  altijd  in  de  juiste  verhoudingen .  Om  dit  te  bereiken  behoeft  men  slechts  de  werkelijke  afmetingen  van  de  reproductie  ( fig . 92  in  A B C D )  te  tekenen  en  daarna  een  diagonaal , die  men  verlengt , om  op  gemakkelijke  wijze  een  vergroting  met  dezelfde  verhoudingen  te  krijgen . 
      Bij  een  lijncliché  kan  men  ook  nog  gebruik  maken  van  door  de  cliché-maker  aan  te  brengen  tinten  die  we  " films " noemen .  In  het  algemeen  zijn  deze  tinten  ofwel  een  min  of  meer  grove  puntering , ofwel  horizontale , verticale  of  schuine  en  ook  arceringen  al  of  niet  gekruist .  De  tekenaar  geeft  de  plaats  voor  deze  films  aan  met  blauwe  waterverf  of  maakt  op  zijn  tekening  een  aparte  calque  waarop  hij  de  te  filmen  gedeelten  massief  zwart  aangeeft .  Deze  laatste  methode  verdient  verreweg  de  voorkeur .  Aan  de  hand  van  een  proef  van  de  filmen , die  iedere  clichémaker  heeft , geeft  hij  het  nummer  van  de  film  aan .  De  films  varieëren  in  ieder  patroon  van  licht  tot  donker .  
      Lijncliché's  kunnen  ook  gebruikt  worden  voor  kleurendruk , maar  dan  dient  voor  iedere  kleur  een  aparte  werktekening  gemaakt  te  worden .  Ook  daarop  zullen  we  nog  terugkomen .
      2e .  Rastercliché's  of  autotypiën .   -   Voor  reproductie  van  een  tekening  die  niet  uitsluitend  uit  lijnen  bestaat , maar  uit  tinten , zoals  bijvoorbeeld  een  gewassen  tekening , een  aquarel , een  genuanceerde  krijttekening , is  men  verplicht  om  een  ingewikkelder  en  duurder  procédé  te  hulp  te  roepen , nl .  de  autotypie .  Deze  wijze  van  clicheren  geeft  de  mooiste  resultaten  met  fijne  rasterpunten  op  zeer  gladde  papiersoorten  -  het  zgn .
    " kunstdruk " en  andere  gecoucheerde  papieren .
      We  zullen  niet  op  de  details  ingaan , doch  slechts  vermelden  dat  hij  het  fotograferen  van  de  tekening  tussen  de  lens  van  de  camera  en  de  gevoelige  plaat  een  stuk  spiegelglas  wordt  geplaatst  waarin  zeer  fijn  gekruiste  lijntjes  zijn  gegraveerd  en  dat  de  naam  draagt  van  " raster "  ( fig . 94 ) .  De  tekenaar  zal  dan  overkomen , niet  met  tinten , maar  met  een  zeer  stippeling , die  niet  zichtbaar  is  voor  het  oog , maar  wel  met  een  vergrootglas  op  de  aldus  gereproduceerde  tekening  .  De  punten  zullen  meer  of  minder  grof  zijn  naar  gelang  de  toon  donkerder  of  lichter  is .  In  de  lichte  partijen  zullen  de  puntjes  heel  klein  ven  ver  van  elkaar  verwijderd  zijn  en  zelfs  geheel  verdwijnen  hetgeen  dan  volkomen  wit  oplevert .  In  de  donkere  partijen  zullen  de  punten  elkaar  soms  raken , waardoor  een  bijna  volkomen  zwart  onstaat .  Men  zal  wel  inzien  dat , wanneer  de  tekening  niet  op  die  wijze  in  bijna  onzichtbare  puntjes  zou  zijn  onderverdeeld , het  niet  mogelijk  zou  zijn  om  de  metalen  plaat  door  het  zuur  te  laten  inbijten .  Er  zijn  fijne  en  grove  rasters .  Sommige  zijn  voor  het  blote  oog  onzichtbaar , ander , grovere  wel 
    (fig . 95 - 97 ) .  De  eerste  worden  uitsluitend  op  papier  van  zeer  gladde , uitstekende  kwaliteit  gebruikt .  Hoe  grover  het  raster  is , hoe  meer  het  een  afdruk  op  goedkoop  en  inferieur  papier  toestaat .  Zeer  grove  autotypieën  kunnen  zelfs  op  krantenpapier  worden  afgedrukt . 
      Er  bestaan  twee  soorten  van  raster  ;  het  ene  is  verdiept  gegraveerd  in  het   glas , het  andere  is  met  zwarte  lak  in  lijntjes  getekend ;  zij  zijn  vierkant , rechthoekig  of  rond  en  in  verschillende  diktes  gelinieerd  naar  gelang  het  te  gebruiken  afdrukpapier .  Hoe  gladder  het  papier  is , hoe  fijner  raster  gebruikt  kan  worden . 
      Rasters  worden  aangeduid  volgen  hun  lineatuur  naar  gelang  de  bestemming  van  de  cliché's , bijvoorbeeld :
      Voor  kranten  en  tijdschriften  :  raster  22  tot  40 .
      Voor  beter  uitgevoerde  catalogi  en  brochures :  raster  40  tot  48 . 
      Voor  boeken  en  geïllustreerde  tijdschriften :  48  tot  80 .
      Deze  getallen  geven  het  aantal  lijnen  per  cm  aan . 

                          Koperdiepdruk

      Dit  procédé  verschilt  geheel  van  het  vorige
    Zoals  bij  de  ets  en  de  kopergravure  ligt  de  tekening  verdiept  en  niet  verhoogd  op  het metaal .  Naarmate  de  tint  donkerder  is  zijn  de  " puntjes "  in  het  metaal  dieper  en  kunnen  dus  meer  inkt  opnemen  wat  een  donkerder  afdruk  geeft .  Meestal  wordt  voor  deze  druktechniek  de  zgn .  rotatiedruk  toegepast , waarbij  dus  de  gehele  drukvorm  op  een  cilinder  aangebracht  wordt  en  waardoor  men  in  korte  tijd  zeer  grote  opslagen  kan  drukken .  Onze  grote  geïllustreerde  weekbladen  ( " Panorama " , " Kath . Illustratie  "  "en  "  De  Spiegel  " ) , komen  op  deze  wijze  tot  stand . 


    10-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ART . NR . 61 . - FIG . 88 . - MODESCHOW
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Art . Nr . 61 .

    Fig . 88 .

    Modeshow  ( Een  50 tal  jaar  geleden )

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 89 . - ONTWERP - MODETIJDSCHRIFT
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 89 .

    Ontwerp  voor  de  omslag  van  een  modetijdschrift .

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FIG . 90 . - HERENMODE .
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Fig . 90 .

    Herenmode ;  tekening  van  HEMJIC  uit  het  tijdschrift  ADAM



    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!